Landrotten op Marine-schepen Het juiste woord De étalage wedstrijd De versierde straten Een volk ontdekt z'n Marine Maandag 5 September 1938 Tweede Blad ifitadArv^iuM demonstratie van de zeezijde meegemaakt Het programma voor vandaag Reigerstraat, Hoogstraat en Molenstraat krijgen eerste prijzen Onze magazijnen zijn morgen (nationale feestdag) om 1 uur eslofen. V D en Herschel winnen eerste prijzen De Julianadorpers in actie Het oordeel van het legioen der honderdduizenden Heldersche Courant verschijnt vroeger Morgen (Dinsdag) zal in verband met den feestdag de Heldersche Courant reeds vroeg bezorgd worden. Op drachten voor dien dag moe ten uiterlijk hedenmiddag 5 uur in ons bezit zijn. Wij rekenen gaarne in deze op de medewerking van H.H. Adverteerders. Onze bureaux zijn op den Nationalen Feestdag den geheelen dag gestoten. Directie Held. Crt. Een herinnering aan het 40 jarig jubileum van H.M. de Koningin Burgelijke stand van Den Helder Oud Katholieke kerk Ken vriendelijke uitnoodiging had ons een plaatsje bezorgd aan boord van de „Sumatra" om van zee uit de vloot- demonstratie mee te maken. Elders in dit blad vindt men een ver slag van de grootsche demonstratie voor Scheveningen, die tienduizenden belang stellenden trok. Hieronder geven we slechts flitsen van onze belevenissen. De „Z 7" heeft ons, van IJmuiden uit, dan send naar de „Sumatra" gebracht. Je voelt je op zoo'n ,,Z"-boot als een jongen, die voor het eerst op een paard zit, dat een tik tegen z'n achterwerk gekregen heeft. Je grijpt je vast aan alles in je onmidd Uijke nabijheid, die natuurlijk juist geschilderd zijn. Want het is precies of Jan de Kladder aan boord van de .Marineschepen, den heelen dag z'n kwast zwaait. Alles glimt en glanst dan ook en toch woi'dt je aan boord ongelooflijk vies en vet Het koper glanst als goud, tot in het Mars huisje van den Artillerie-officier, 30 meter hoog, dat je langs een wenteltrap, die je dans- aspiraties bezorgd, bereikt, is de boel netjes opgepoetst, Hollandsche zindelijkheid? i De ontvangst aan boord van de „Sumatra", waar kolonel L. F. Klaassen het bevel voert, was zeer hartelijk. De luit. ter zee le kl. j. a'. Rauws was aan de pers toegevoegd en met de bekende Marinehoffelijkheid „diende" hij de persmuskieten. We voelen ons natuurlijk wat vreemd op deze drijvende kazerne. In de laby- rinth van gangen, in deze doolhof, weet je-geen weg, maar de onbekendheid deelen we met het grootste deel van de bemanning, die kersversch aan boord zit. Voor het meerendeel zijn offi cieren en minderen voor het eerst aan boord geplaatst. Sinds twee dagen zijn er 106 jon gens van Vlissingen, die hier tot matroos ge bombardeerd moeten worden en dan op de schepen geplaatst worden. Het gaat vrij gemoedelijk aan boord toe. Niet zoo militair stram als je dat aan den wal wel denkt. Natuurlijk, dienst is dienst, maar het is niet zoo," dat de officier aan boord ongenaak baar is voor dep mindere. Integendeel, er zijn verscheidene officieren, die het vertrouwen van de jongens hebben en die hun door de moeilijk heden heen helpen. Want zoo'n eerste tijd aan boord valt niet mee. Het vreemde van het varen, de eeuwige deining die je alsmaar het gevoel geeft of je teveel gedronken helpt, het van huis zijn, het moet alles nog wennen. Maar de geest aan boord is goed, dat merk je wel als je vooruit wat rondloopt en geniet van den humor van de Jantjes. „Hé, majoor", vraagt zoo'n nieuweling aan zijn zeevader, voelt u u niet wat akelig nu u voor tien dagen van ïuis bent?" „Wat, jo, als we morgen in Amsterdam aan- komme, staat rrt'n vrouw al op het Centraal Station en dan blijft ze ook die tien dagen in Mokum en als we dan naar Vlissingen gaan, nou, dan gaat ze ook weer mee en in het bui tenland reist ze me ook nog achterna". „Ah, dat kost veel te veel, majoor". „Welnee, jo, ik heb een rijke familie en iede re week gaat er eentje tuschenuit en deelen we de buit. Pas op, dat je het niet tegen de be lasting zegt. De tamboer blaast baksgewijs. „Te tèète tèè". Van alle kanten komen de manschappen aan hollen en stellen zich aan bakboord en stuur boord op. Het werk voor den middag wordt be kend gemaakt, 't Is Zaterdag en dus een ge makkelijke middag. „Mandieën en lappen naaien", commandeert de schipper, nadat hij op z'n bootsmansfluitje een scherp attentie-signaal gegeven heeft. Oefenen, dat is anders den ganschen dag het parool. Oefenen met de kanonnen, met de zoek lichten, met de rollen, met honderd en één din gen, waarvan de leek geen verstand heeft, maar als hij soms denkt, dat de dagen aan boord van de schepen in luiheid worden doorge bracht, dan vergist hij zich deerlijk. De schipper deelt ondertusschen nog mee, dat er een portemonnaie gevonden is, 't is er een met een uitpuilende buik, die aan een van de jongens, toen hij zijn middagdutje aan dek pikte, waarschijnlijk uit z'n zak geglipt is en de eerlijke vinder heeft hem direct in handen gesteld van den schipper, den tusschenpersoon tusschen den eersten officier en de manschap pen. En zoo komt het eigendom weer in handen van den lichtmatroos, die zich even later om zijn eigendom komt melden. We zijn onder al die bedrijven door tot voor Scheveningen gekomen. Er is spanning aan boord of er belangstelling zal zijn. En ja, hoor, reeds als we om twee uur voorbijvaren, is het een mierenhoop op den Boulevard, t Krioelt er, we kijken elkaar aan boord glunder aan. Dat wordt goed! Het programma van vandaag ziet er als volgt uit: Hedenmiddag kinderspelen op de terreinen van de beide voetbalvereenigingen „Racing" en „Helder". Men verwacht hier circa 4 V-, duizend kinderen die aan een aantal bijzonder aardige wedstrijden kunnen deelnemen. Om 8.30 u. vanavond een vocaal concert in de muziektent Julianapark verzorgd door „Hel ders Mannenkoor" en „Helders Katholiek Ge mengd Koor". Eveneens te 8.30 uur vangt de feestavond der Algemeene Oranjevereeniging aan in Casino, waar een zeer aantrekkelijk programma aan geboden wordt. De toegang voor leden d-r Alg. Or. V er. i9 vrij, terwijl zij voor 25 cent introducé s kun nen meenemen. Om 9 uur groot vuurwerk op het terrein S porti aan (hoek Pasteurstraat) uitgaande van het feest comité „Tuindorp"# Een fel roode tweedekker, een sportvliegtuig, schiet vlak over de „Sumatra" heen en ronkt dan verder over de „Tromp", die voor ons vaart, over de „0"-booten en mijnenvegers, die ons flankeeren. Een enkele zeiler en wat plezierbooten zijn naar buiten gegaan om het voorbijvaren van dichtbij te zien en een Scheveningsche botter heeft goed geld gemaakt met een afgeladen vol schip, vol enthousiaste passagiers. Ze juichen ons toe en vooral de Jantjes zijn spontaan in hun wedergroet. „Dag schat, doe je de groeten thuis?" „Ik kom je vanavond halen, hoor!" In de kombuis zingen de koks „O mama." 't Is ook inderdaad weer om in de beste stemming te zijn. De wolkenbanken, die van morgen nog grotesk boven ons schip hingen, zijn door de zon weggejaagd en het is een strak blauw azuur geworden, de wind is in het Westen weggekropen en de zon zilvert nu over het licht bewogen water, waarop onze „Suma tra" zacht op en neer wiegt. Drie kilometer oostelijk ligt Scheveningen. De masten van Scheveningen-haven zijn omfloerst door de zeedamp, die alle vormen verdoezeld. „Wat een afschuwelijke badplaats", merkt een van de journalisten op, „en dat noemen ze nu de parel van de Noordzee". Inderdaad, Scheveningen van zee uit gezien levert een allesbehalve fraai aspect op. On- aestetisch en lomp van vorm. Het Kurhaus, het Oranjehotel, het Seinhuis. Groote massale klompen steen. De marschformatie, waarin we van IJmui den zijn gevaren, is nu verbroken en we varen nu in kiellinie. De „Tromp", met zijn krachtig uitgesproken vorm, je zou, als je hem zoo ziet waarlijk denken, dat hij offensieve neigingen heeft, al is zelfs aan zijn defensieve waarde in Marinekringen nogal eens getwij feld, vaart voor ons en wij met onze „Sumatra" volgen in zijn boegwater en slui ten de rij. Heelemaal vooraan, dikke rookwolken uit blazend, jagen de Z.-booten, vlugge rakkers, die waarlijk nog verdienste hebben voor onze defensie, niettegenstaande hun hoogen leef tijd. Vanmorgen nog, toen de ,,Z 7" even „een boodschap" moest doen, we weten waar lijk niet waarheen, was hij vlug als water, 't Was een lieve lust om hem weg te zien hollen en hoe gauw hij ook het eskader weer had ingehaald. Maar wij varen, en nu dicht langs Scheve ningen, 800 meter van den wal. Ja, nu zien we duidelijk hoe ontzaglijk de belangstelling is. Duizenden, tienduizenden staan daar langs den langen boulevard. En het moet onge twijfeld een imponeerend gezicht zijn, de Nederlandsche vloot voorbij te zien trekken. Al zou hetzelfde schouwspel, met Texel als achtergrond ongetwijfeld" grootscher geweest zijn. De wijdheid van den horizon hier in Scheveningen moet het beeld nog teveel „ver kleind" hebben. De indrukken, die men van den walkant gekregen heeft, leest men elders. Wij demonstreeren met onze vloot, met de onderzeebooten, die een lichtsignaal tot snel- duiken krijgen, met de kanonnen, die uit zeven monden tegelijk hun daverend huldelied zin gen. De flanken van de „Sumatra" trillen en wij schrikken bij iedere ontlading, ook al heb ben we watjes in onze ooren. Het ruikt branderig achter de vuurmonden en de leege patroonhulzen komen er rookend uit. Nog trekken de watervliegtuigen om de schepen en leggen een rookgordijn en demon streeren de C. VII W. kisten, maar dat alles gaat snel en reeds danst de motorbarkas aan den loefkant van de „Sumatra" om de jour nalisten weer naar den wal te brengen. Het is een sprong van de dronkemansladder in het heftig dansende motorbootje daar beneden, dat telkens een poging waagt om je tusschen schip en reeling plat te drukken. Doch wij komen veilig binnenboord en even veilig aan „Onze positie in de wereld wordt be paald door onze status als zeevarende en koloniale mogendheid. Die positie staat of valt met de instandhouding van den band met het schoone eilandenrijk, dat ,#ich daar slingert rond den evenaar als een gordel van smaragd". Het is de Koninklijke Marine, die de allerbelangrijkste taak heeft te vervullen bij de verdediging en instandhouding van den band tusschen die eilandenwereld en het Nederlandsche volk" aldus vice-admiraal J. T. Furstner. den wal, dankbaar voor de genoten gastvrij heid en voor het vriendelijk geleide van den luit. t. zee Rauws, die ons een blik gegeven heeft in het hart van dit technisch wonder, dat „Sumatra" heet. En dan te denken, dat deze kruiser reeds tot een verouderd type behoort. Hedenmorgen werd door de jury van den wedstrijd voor de versierde straten in onze stad de uitslag, reeds met spanning door duizenden bewoners verwacht, medegedeeld. Men heeft de deelnemende straten onder ling verdeeld in een 3-tal groepen, a, b en c. In de groep a werden ondergebracht Hoofd gracht, Havenplein, Keizerstraat, Spoorstraat, Koningstraat, Kanaalweg, Loodsgracht, Rei gerstraat, Kerkgracht. De eerste prijs verkreeg hier de Reiger straat. Groep b was als volgt verdeeld: Breewater- straat, Bothastraat, Herzogstraat, Molen straat (boomged.), Molengracht, Sluisdijk straat, Tuindorp en Weezenstraat. De le prjjs kreeg de Molenstraat (boomgedeelte), de 2e pr. de Bothastraat. Tenslotte groep c: Emmastraat, Govers- straat, Hoogstraat (ged. Koningdwarssïraat), Torenstraat. Vlamingstraat, le en 2e Vroon straat, Wilhelminastraat, de Ruyterstraat, Steengracht, Kroonstraat, Schagenstraat en Pijlsteeg. Hier luiden de prijzen: 1. Hoogstraat (ged. Koningdwarsstraat), 2. Vlaming straat, 3. le Vroonstraat, Versierde gebouwen. Gekampt om een prijs werd vervolgens door een drietal met smaak versierde gebouwen, nl. het gebouw van „Onderling Belang" op den Kanaalweg, dat van de Ver. Technici der Kon. Marine en de Nutsspaarbank. Het' was de zetel van „Onderling Be lang" die zich als eerste prijswinnaar uitverkoren zag. Wat den étalage-wedstrijd van het „Neder- landsch Fabrikaat" betreft, ook hiervan ver nemen wij hedenmorgen den uitslag. Bij de beoordeeling was men aan een voor geschreven reglement gehouden, waarbij het doorslaggevend was op welke wijze men het doeltreffendst het Nederlandsch fabrikaat naar voren had gebracht. Daarbij werd even eens gelet op de verkoopkracht der étalage's, terwijl tenslotte het „algemeen aanzien" van belang was. De pryzen, door de jury toegekend, luiden: 1ste prijs Vroom en Dreesman, 2de prijs Wijnhandel Tielemans, 3de prijs Manufacturenbedrijf Claessen, Sluisdijk straat, 3de prijs b Fa. Koozenkrans. Overige pryzen. Er zijn daarnevens nog een 4-tal prijzen uit geloofd, waarvan 2 ter beschikking gesteld door de K.S.K. en 2 door het Centraal Oranje Bestuur. Als maatstaf had men hiervoor aan genomen de meest verzorgde étalage. De prijzen kregen: 1. Modehuis S. Herschel, Koningstraat. 2. Fa. Bujjtendjjk, Spoorstraat. 3a. G. Wind, Keizerstraat. 3b. Fa, KwastBuysse, Keizerstraat. Zij hierbij tenslotte nog vermeld, dat de eveneens smaakvolle étalage van de Fa. Nypels op verzoek niet voor prijsverwerving in aan merking wenschte te komen. Met praalwagens naar Den Helder. Om 11 uur Zaterdagmorgen stonden reeds vele belangstellenden langs den Brakkeveld- weg geschaard in afwachting van de incomste der Julianadorper praalwagens. En hoe meer het naar twaalf uur liep, hoe grooter het aan tal belangstellenden werd, zoodat tenslotte een dikke haag van wachtenden was opgesteld. Doordat van een der wagens, die blijkbaar een weinig je te zwaar was beladen, een wiel afliep, werd het kwart over twaalf voordat de stoet in zicht kwam. Voorop reed een eerewacht van dertien rui ters, keurig in gelid. Een oranjesjerp stak helder af tegen een witte blouse. Hierachter volgden de praalwagens. Het was een fraai gezicht en de Julianadorpers hebben op hun tocht door de stad alle eer ingeoogst. De wagens bevatten producten van land bouw, tuinbouw en nijverheid, door noesten vlijt aan den bodem onttrokken. Men zag een gemaal, geschoeid op de meest moderne leest, en daarachter de oude molen bemaling. Voorts een groep oogstwagens, buitenge woon fraai opgemaakt, een wagen speciaal voor tuinbouwproducten. De zuivelbereiding was ook niet vergeten, hier ook weer de tegen stelling tusschen oude en nieuwe wijze van be reiding. Het pluim veebedrijf was vertgenwoor- digd door een wagen, waarop liefst een vol ledige kippenren. Van koren tot bood was een wagen, die het bakkersbedrijf demonstreerde. Fraai was de. Godin van den landbouw „Ceres", die door de oude Romeinen speciaal als Godin van het koren werd vereerd. Ook al wat gedaan werd in verband met de t.b.c.-bestrijding onder het vee, was door mid del van een aardige opstelling naar voren ge bracht. Een feit is het, dat de heer Schroevers c.s. eer hebben ingeoogst met het werk, dat zij in verband met deze feestweek hebben verricht. Zelfs de paarden voor de wagens waren op een aardige wijze met oranje en linten ver sierd. De geestige noot ontbrak ook niet. Er waren een tweetal wagens, die op een bijzondere wijze een boerenbruiloft weergaven. Er werd gezongen, gejoeld en de bruiloftsgasten waren in stemming. Over den Brakkeveldweg, door Sluisdijkstaat, Keizerstraat, Spoorstraat, over Een onzer eigen verslaggevers was Za terdag by de vloot-revue voor Schevenin gen aanwezig, om uit den mond der duizenden en duizenden toeschouwers het oordeel te vernemen. Hy schreef ons daarover liet volgende: Neen, Schevingen was Scheveningen niet meer! Scheveningen. het Hollandsche Nice, had op eens alle belangstelling laten varen voor de knalrood geschilderde teen-nagels der vacan- tie-houdende filmsterren, het hoordé niet naar de luidsprekers, die daverend verkondigden, dat 's avonds Gretha Keiler zou croonen, en het keek niet op of om naar het mondaine schouwspel, dat nu eenmaal een wereldbadoord doorgaans aan verbaasde provinciale oogen pleegt te geven. Provincialen, ja... die waren er. Duizenden en duizenden, en dat was maar goed ook. want het was vooral voor hen belangrijk, dat ze eens te zien kregen, waartoe eigenlijk die Ne derlandsche Marine, „waarvoor ze zooveel be lasting moeten betalen", in staat is. De Hagenaars, de Amsterdammers en Rot terdammers, de Vlissingers en Nieuwediepers, och, die wisten wel zoo ongeveer wat hen te wachten stond, maar die provincialen... zij die gekomen waren uit Limburg en Utrecht, met de extra-treinen uit Overijsel en Gelderland! Voor hèn was deze vlootrevue zeer belangrijk. Op de Boulevard. Het leek aanvankelijk op een groote kermis. Er waren negorsnten, di" groote brillen ver- Kochten, en „zee kijkeio (twee kwartjes per stuk) en bankjes. Voorts handige jongens, die noga, pinda's en zure bommen aan den man brachten en niet te vergeten de ijsco-venters, die dien avond rijk naar huis gingen, dank zij de Nederlandsche voot. Heel dien morgen vergaapte men zich op den boulevard aan het afweergeschut, waarbij de recruten voor volksonderricht zorgden. De monden vielen open, als men hoorde, dat die „dingen" een projectiel wel 8000 meter ver konden wegschieten. „Acht duizend meter...!" „Stel je dat eens voor". Er waren dan buiten lieden, die zeiden wat er gebeurde als er vlieg tuigen kwamen, die 9000 meter hoog gingen, waarop prompt geantwoord werd, dat dat nooit zal gebeuren. Om half vier begon de vlootrevue. De honderdduizenden vergaapten zich. In de verte, wazig en onduidelijk, kwam de vloot aan. Achter elkaar de schepen, in de ganzen- marsch. En ineens kon men constateeren, hoe bedroefd weinig de gemiddelde vaderlander toch nog van diezelfde vloot afweet. Het bleek, dat voor de meesten slagschepen, kruisers en jagers volkomen identiek zijn. Een mijnenveger heet in den volksmond hier een „strijkijzer", terwijl twee Amsterdamsche dames met klem beweerden tot de eerbiedig luisterende omstan ders, dat de „Tromp" in marine-taal „monitor" genoemd wordt. Ze hadden zelf een broer, die in Indië bij de mariniers was en die had het geschreven. Kanonnen bulderen Inmiddels paradeerde de Nederlandsche vloot en de honderdduizenden keken toe. Men vond het wel aardig, maar het échte enthou siasme bleef toch nog uit. Men vond dat het te langzaam ging en veronderstelde zeker, dat men in kiellinie zoo om en nabij de 80 mijl zou varen. Totdat... volkomen bij verrassing, de „Tromp" en „Sumatra" hun kanons aan 't werk zetten. Een rilling doorliep de rijen op de Scheveningsche stranden, op de terrassen, op de pier en op het Kurhaus. Haéééé... rikt was nog een je ware! En bij eiken donderenden knal rilde men. Het was zooals de meneer zei tegen z'n weder- helft:\,Da's nou echt oorlog. Cor... wat 'n slagen, hè?!" En dat was eerst het begin. De zenuwen van het legioen zouden nog veel en veel meer moeten doorstaan voor het avond was. Als in den oorlog. Lang duurde het niet. Met donderend geweld wiekte de X 13, een Dornier bommenwerper, over de hoofden en ontzet hield men elkaar vast. Die vloog waarachtig recht tegen de pier an... daar kwam ie nooit meer overheen... doodstil was het. Natuurlijk vloog de X 13 niet tegen de pier, maar dat wist men ten slotte niet van te voren. Ineens brak het enthousiasme los. Dat was tenminste een vlootparade, nu de schepen op- stoomden, nu een 15-tal vliegmachines elkaar achtervolgden, en de afweerbatterijen op den boulevard om het hardst stonden te knallen. Zoo lauw de stemming aanvankelijk was, zoo opgewonden raakte men nu. Men porde elkaar in den rug, men kreeg» ruzie met z'n voorbuurman, omdat die zich zoo uitrekte, men klom op ekaars schouder, kortom... ineens had men daar de Neder landsche vloot ontdekt. Op den Boulevard rammelden de ruiten en een oud manneke voor me informeerde bij de omstanders „wat ze op die skepies deje asset zoo dreunde?" Waarop men vertelde, dat de scheepskanonnen op voetstukken van rubber staan, die als schokbrekers werken. Hetgeen iedereen geloofde. Er is iets veranderd. Op een andere plaats tusschen het enorme publiek stond een moeder wier zoon in Vlissin gen in de opleiding bleek te zijn. Ze was de vraagbaak van de heele omgeving met een straal van 10 meter en ze groeide van trots als ze weer een 18-karaat technische opmer king wist te plaatsen. Totdat er een défaitist op kwam dagen, die tusschen twee voltreffers van de „Sumatra" door venijnig in het midden bracht: „Nou moe der, je zal die revue het vollegend jaar as je je belasting ken schokken, an je portemonnaie voelen". Verontwaardiging allerwegen, en het was een plezierige ervaring te merken dat er in het hart van het Nederlandsche volk thans Raadhuis, waar ondanks het ongunstige tijd stip, het was n.1. één uur geworden, zeer veel belangstelling bestond. Het was de Burgemeester, die staande op bordes, de stoet opwachtte. De deelnemers stelden zich rond het bordes op en de heer Ritmeester sprak hen op een hartelijke wijze toe. Gaarne, zoo zei hij, wilde hij een enkel woord tot de aanwezigen en wel speciaal tot het Co mité, dat de feesten op Julianadorp zoo uit stekend georganiseerd heeft, richten. Juliana dorp komt wel uit den hoek. Ik wil U een woord van lof en dank brengen. Het verheugt mij zeer, dat gij in den kom der gemeente zijt gekomen. Gij hebt het aan het groote aantal belangstellenden kunnen merken, dat wij U daarvoor erkentelijk zijn. Het is een mooie ge dachte om op een dergeijke wijze naar voren te brengen de veelzijdigheid van Uw beroep. De burgemeester spreekt de hoop uit, dat allen een prettigen dag mogen hebben en tevens een tot weerziens op Dinsdag a.s. De stoet zet zich dan weer in beweging en langs de Kerkgracht, Koningstraat, Spoor straat, Parallelweg gaat men Julianadorp- waarts. De schoolgaande jeugd heeft hedenmorgen een herinnering, in den vorm van een medaille voor de jongens en een speld voor de meisjes, ontvangen in verband met het 40-jarig jubi leum van H. M. de Koningin. Het feit als zoodanig werd door den onder wijzers of onderwijzeres gereleveerd* waarna medaille of speld werd uitgereikt. Op de voorzijde van de medaille staat de naam van H. M. de Koningin, op de keerzijde 40-jarig jubileum, terwijl de speld een W be vat met de data 18981938. Deze uitreiking heeft op alle scholen'plaats gevonden. De jongelui kunnen nu twee dagen lang genieten van de vreugde van het feest vieren. van 3 September. BEVALLEN: J. J. van der Graaff—Hesse, 2 d.; J. M. J. van Linden—Wieffering, z.; T. van EetenBakker, z.; A. M. van EgmondRoos, zoon. OVERLEDEN: E. Heijblok, m„ 63 jaar. Ook de O.K. kerk zal hedenavond een her denkingsdienst houden, aanvang 7 uur. Voor de andere diensten zie men de predik beurten van Zaterdag. toch we iets aan het veranderen is. Tien jaar geleden was die meneer de vertolker van de fox populi. Thans was hij een uitzondering. Dè torpedo. Het rookgordijn was, met het kanongedreun en de laag over het strand ronkende vlieg tuigen, het non plus ultra van sensatie. Er werd zicht- en hoorbaar genoten. Niemand scheen ooit geweten te hebben, dat we daar in Nieuwediep en Vlissingen een vloot hebben. Niemand scheen ooit onderzeebooten te hebben zien duiken en toen op een schoon moment een der Dorniers zoo maar doodgewoon midden in de lucht een torpedo „afstak"... toen kende het enthousiasme geen genzen meeren maakte de Nederlandsche marine een beurt, zooals ze de laatste halve eeuw misschien nog niet ge maakt heeft. Er waren lieden die zeiden dat dat ding vol schietkatoen zat. Anderen wisten te vertellen, dat ze d'r soms een leerling- torpedomaker instoppen om 'm te bestu ren, terwijl nog anderen wisten, dat ze met één zoo'n sigaar heel „Skeveninge" konde opblaze. Dat het een houten oefen torpedo was scheen niemand te beseffen, maar dat was, gezien het magnifieke effect, maar goed ook. Men vond het alles spannender dan de span nendste wild-west film, vooral natuurlijk de „binnenlanders", die den anderen dag in hun contreien wel wonderlijke verhalen opgehangen zullen hebben. Men raakte er niet over uitge praat, met uitzondering natuurlijk van de aan wezige Nieuwediepers, die tegen iedereen ver telden, dat ze zooiets in Den Helder iederen dag zien en dat ze alleen gekomen waren om Scheveningen eens te bekijken Het is prettig te mogen constateeren, dat dien avond vele duizenden Nederlanders naar bed gegaan zijn in de overtuiging, thans yoor het eerst hun marine gezien te hebben. Het is bewezen dat ze noodig zijn. Want onbekend maakt onbemind en zelfs een zoo waardig en sterk apparaat als de Ne derlandsche Marine kan en mag de volksgunst, voor eigen bestwil, niet ontberen.'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 5