Landrotten op Marine-schepen
Het juiste woord De étalage wedstrijd
De versierde
straten
Een volk ontdekt
z'n Marine
Maandag 5 September 1938
Tweede Blad
ifitadArv^iuM
demonstratie van de zeezijde meegemaakt
Het programma voor
vandaag
Reigerstraat, Hoogstraat en
Molenstraat krijgen eerste prijzen
Onze magazijnen zijn
morgen (nationale
feestdag) om 1 uur
eslofen.
V D en Herschel winnen
eerste prijzen
De Julianadorpers in actie
Het oordeel van het legioen der
honderdduizenden
Heldersche Courant
verschijnt vroeger
Morgen (Dinsdag) zal in
verband met den feestdag de
Heldersche Courant reeds
vroeg bezorgd worden. Op
drachten voor dien dag moe
ten uiterlijk hedenmiddag
5 uur in ons bezit zijn. Wij
rekenen gaarne in deze op
de medewerking van H.H.
Adverteerders.
Onze bureaux zijn op den
Nationalen Feestdag den
geheelen dag gestoten.
Directie Held. Crt.
Een herinnering aan het 40 jarig
jubileum van H.M. de Koningin
Burgelijke stand van Den Helder
Oud Katholieke kerk
Ken vriendelijke uitnoodiging had ons
een plaatsje bezorgd aan boord van de
„Sumatra" om van zee uit de vloot-
demonstratie mee te maken.
Elders in dit blad vindt men een ver
slag van de grootsche demonstratie voor
Scheveningen, die tienduizenden belang
stellenden trok. Hieronder geven we
slechts flitsen van onze belevenissen.
De „Z 7" heeft ons, van IJmuiden uit, dan
send naar de „Sumatra" gebracht. Je voelt je
op zoo'n ,,Z"-boot als een jongen, die voor het
eerst op een paard zit, dat een tik tegen z'n
achterwerk gekregen heeft. Je grijpt je vast
aan alles in je onmidd Uijke nabijheid, die
natuurlijk juist geschilderd zijn. Want het is
precies of Jan de Kladder aan boord van de
.Marineschepen, den heelen dag z'n kwast
zwaait. Alles glimt en glanst dan ook en toch
woi'dt je aan boord ongelooflijk vies en vet
Het koper glanst als goud, tot in het Mars
huisje van den Artillerie-officier, 30 meter
hoog, dat je langs een wenteltrap, die je dans-
aspiraties bezorgd, bereikt, is de boel netjes
opgepoetst, Hollandsche zindelijkheid?
i
De ontvangst aan boord van de „Sumatra",
waar kolonel L. F. Klaassen het bevel voert,
was zeer hartelijk. De luit. ter zee le kl. j. a'.
Rauws was aan de pers toegevoegd en met
de bekende Marinehoffelijkheid „diende" hij
de persmuskieten.
We voelen ons natuurlijk wat vreemd
op deze drijvende kazerne. In de laby-
rinth van gangen, in deze doolhof, weet je-geen
weg, maar de onbekendheid deelen we met het
grootste deel van de bemanning, die kersversch
aan boord zit. Voor het meerendeel zijn offi
cieren en minderen voor het eerst aan boord
geplaatst. Sinds twee dagen zijn er 106 jon
gens van Vlissingen, die hier tot matroos ge
bombardeerd moeten worden en dan op de
schepen geplaatst worden.
Het gaat vrij gemoedelijk aan boord toe.
Niet zoo militair stram als je dat aan den wal
wel denkt. Natuurlijk, dienst is dienst, maar het
is niet zoo," dat de officier aan boord ongenaak
baar is voor dep mindere. Integendeel, er zijn
verscheidene officieren, die het vertrouwen van
de jongens hebben en die hun door de moeilijk
heden heen helpen. Want zoo'n eerste tijd aan
boord valt niet mee. Het vreemde van het
varen, de eeuwige deining die je alsmaar het
gevoel geeft of je teveel gedronken helpt, het
van huis zijn, het moet alles nog wennen. Maar
de geest aan boord is goed, dat merk je wel
als je vooruit wat rondloopt en geniet van den
humor van de Jantjes.
„Hé, majoor", vraagt zoo'n nieuweling aan
zijn zeevader, voelt u u niet wat akelig nu u
voor tien dagen van ïuis bent?"
„Wat, jo, als we morgen in Amsterdam aan-
komme, staat rrt'n vrouw al op het Centraal
Station en dan blijft ze ook die tien dagen in
Mokum en als we dan naar Vlissingen gaan,
nou, dan gaat ze ook weer mee en in het bui
tenland reist ze me ook nog achterna".
„Ah, dat kost veel te veel, majoor".
„Welnee, jo, ik heb een rijke familie en iede
re week gaat er eentje tuschenuit en deelen
we de buit. Pas op, dat je het niet tegen de be
lasting zegt.
De tamboer blaast baksgewijs.
„Te tèète tèè".
Van alle kanten komen de manschappen aan
hollen en stellen zich aan bakboord en stuur
boord op. Het werk voor den middag wordt be
kend gemaakt, 't Is Zaterdag en dus een ge
makkelijke middag.
„Mandieën en lappen naaien", commandeert
de schipper, nadat hij op z'n bootsmansfluitje
een scherp attentie-signaal gegeven heeft.
Oefenen, dat is anders den ganschen dag het
parool. Oefenen met de kanonnen, met de zoek
lichten, met de rollen, met honderd en één din
gen, waarvan de leek geen verstand heeft,
maar als hij soms denkt, dat de dagen aan
boord van de schepen in luiheid worden doorge
bracht, dan vergist hij zich deerlijk.
De schipper deelt ondertusschen nog mee,
dat er een portemonnaie gevonden is, 't is er
een met een uitpuilende buik, die aan een van
de jongens, toen hij zijn middagdutje aan dek
pikte, waarschijnlijk uit z'n zak geglipt is en
de eerlijke vinder heeft hem direct in handen
gesteld van den schipper, den tusschenpersoon
tusschen den eersten officier en de manschap
pen. En zoo komt het eigendom weer in handen
van den lichtmatroos, die zich even later om
zijn eigendom komt melden.
We zijn onder al die bedrijven door tot voor
Scheveningen gekomen. Er is spanning aan
boord of er belangstelling zal zijn. En ja, hoor,
reeds als we om twee uur voorbijvaren, is het
een mierenhoop op den Boulevard, t Krioelt
er, we kijken elkaar aan boord glunder aan.
Dat wordt goed!
Het programma van vandaag ziet er als
volgt uit:
Hedenmiddag kinderspelen op de terreinen
van de beide voetbalvereenigingen „Racing" en
„Helder". Men verwacht hier circa 4 V-, duizend
kinderen die aan een aantal bijzonder aardige
wedstrijden kunnen deelnemen.
Om 8.30 u. vanavond een vocaal concert in
de muziektent Julianapark verzorgd door „Hel
ders Mannenkoor" en „Helders Katholiek Ge
mengd Koor".
Eveneens te 8.30 uur vangt de feestavond der
Algemeene Oranjevereeniging aan in Casino,
waar een zeer aantrekkelijk programma aan
geboden wordt.
De toegang voor leden d-r Alg. Or. V er. i9
vrij, terwijl zij voor 25 cent introducé s kun
nen meenemen.
Om 9 uur groot vuurwerk op het terrein
S porti aan (hoek Pasteurstraat) uitgaande van
het feest comité „Tuindorp"#
Een fel roode tweedekker, een sportvliegtuig,
schiet vlak over de „Sumatra" heen en ronkt
dan verder over de „Tromp", die voor ons
vaart, over de „0"-booten en mijnenvegers, die
ons flankeeren.
Een enkele zeiler en wat plezierbooten zijn
naar buiten gegaan om het voorbijvaren van
dichtbij te zien en een Scheveningsche botter
heeft goed geld gemaakt met een afgeladen
vol schip, vol enthousiaste passagiers. Ze
juichen ons toe en vooral de Jantjes zijn
spontaan in hun wedergroet.
„Dag schat, doe je de groeten thuis?"
„Ik kom je vanavond halen, hoor!"
In de kombuis zingen de koks „O mama."
't Is ook inderdaad weer om in de beste
stemming te zijn. De wolkenbanken, die van
morgen nog grotesk boven ons schip hingen,
zijn door de zon weggejaagd en het is een
strak blauw azuur geworden, de wind is in het
Westen weggekropen en de zon zilvert nu over
het licht bewogen water, waarop onze „Suma
tra" zacht op en neer wiegt. Drie kilometer
oostelijk ligt Scheveningen. De masten van
Scheveningen-haven zijn omfloerst door de
zeedamp, die alle vormen verdoezeld.
„Wat een afschuwelijke badplaats", merkt
een van de journalisten op, „en dat noemen ze
nu de parel van de Noordzee".
Inderdaad, Scheveningen van zee uit gezien
levert een allesbehalve fraai aspect op. On-
aestetisch en lomp van vorm. Het Kurhaus, het
Oranjehotel, het Seinhuis. Groote massale
klompen steen.
De marschformatie, waarin we van IJmui
den zijn gevaren, is nu verbroken en we varen
nu in kiellinie. De „Tromp", met zijn krachtig
uitgesproken vorm, je zou, als je hem zoo ziet
waarlijk denken, dat hij offensieve neigingen
heeft, al is zelfs aan zijn defensieve
waarde in Marinekringen nogal eens getwij
feld, vaart voor ons en wij met onze
„Sumatra" volgen in zijn boegwater en slui
ten de rij.
Heelemaal vooraan, dikke rookwolken uit
blazend, jagen de Z.-booten, vlugge rakkers,
die waarlijk nog verdienste hebben voor onze
defensie, niettegenstaande hun hoogen leef
tijd. Vanmorgen nog, toen de ,,Z 7" even
„een boodschap" moest doen, we weten waar
lijk niet waarheen, was hij vlug als water,
't Was een lieve lust om hem weg te zien
hollen en hoe gauw hij ook het eskader weer
had ingehaald.
Maar wij varen, en nu dicht langs Scheve
ningen, 800 meter van den wal. Ja, nu zien
we duidelijk hoe ontzaglijk de belangstelling
is. Duizenden, tienduizenden staan daar langs
den langen boulevard. En het moet onge
twijfeld een imponeerend gezicht zijn, de
Nederlandsche vloot voorbij te zien trekken.
Al zou hetzelfde schouwspel, met Texel als
achtergrond ongetwijfeld" grootscher geweest
zijn. De wijdheid van den horizon hier in
Scheveningen moet het beeld nog teveel „ver
kleind" hebben.
De indrukken, die men van den walkant
gekregen heeft, leest men elders.
Wij demonstreeren met onze vloot, met de
onderzeebooten, die een lichtsignaal tot snel-
duiken krijgen, met de kanonnen, die uit zeven
monden tegelijk hun daverend huldelied zin
gen. De flanken van de „Sumatra" trillen en
wij schrikken bij iedere ontlading, ook al heb
ben we watjes in onze ooren. Het ruikt
branderig achter de vuurmonden en de leege
patroonhulzen komen er rookend uit.
Nog trekken de watervliegtuigen om de
schepen en leggen een rookgordijn en demon
streeren de C. VII W. kisten, maar dat alles
gaat snel en reeds danst de motorbarkas aan
den loefkant van de „Sumatra" om de jour
nalisten weer naar den wal te brengen. Het
is een sprong van de dronkemansladder in het
heftig dansende motorbootje daar beneden,
dat telkens een poging waagt om je tusschen
schip en reeling plat te drukken. Doch wij
komen veilig binnenboord en even veilig aan
„Onze positie in de wereld wordt be
paald door onze status als zeevarende en
koloniale mogendheid. Die positie staat
of valt met de instandhouding van den
band met het schoone eilandenrijk, dat
,#ich daar slingert rond den evenaar als
een gordel van smaragd".
Het is de Koninklijke Marine, die de
allerbelangrijkste taak heeft te vervullen
bij de verdediging en instandhouding van
den band tusschen die eilandenwereld en
het Nederlandsche volk"
aldus vice-admiraal J. T. Furstner.
den wal, dankbaar voor de genoten gastvrij
heid en voor het vriendelijk geleide van den
luit. t. zee Rauws, die ons een blik gegeven
heeft in het hart van dit technisch wonder,
dat „Sumatra" heet. En dan te denken, dat
deze kruiser reeds tot een verouderd type
behoort.
Hedenmorgen werd door de jury van den
wedstrijd voor de versierde straten in onze
stad de uitslag, reeds met spanning door
duizenden bewoners verwacht, medegedeeld.
Men heeft de deelnemende straten onder
ling verdeeld in een 3-tal groepen, a, b en c.
In de groep a werden ondergebracht Hoofd
gracht, Havenplein, Keizerstraat, Spoorstraat,
Koningstraat, Kanaalweg, Loodsgracht, Rei
gerstraat, Kerkgracht.
De eerste prijs verkreeg hier de Reiger
straat.
Groep b was als volgt verdeeld: Breewater-
straat, Bothastraat, Herzogstraat, Molen
straat (boomged.), Molengracht, Sluisdijk
straat, Tuindorp en Weezenstraat.
De le prjjs kreeg de Molenstraat
(boomgedeelte), de 2e pr. de Bothastraat.
Tenslotte groep c: Emmastraat, Govers-
straat, Hoogstraat (ged. Koningdwarssïraat),
Torenstraat. Vlamingstraat, le en 2e Vroon
straat, Wilhelminastraat, de Ruyterstraat,
Steengracht, Kroonstraat, Schagenstraat en
Pijlsteeg.
Hier luiden de prijzen: 1. Hoogstraat
(ged. Koningdwarsstraat), 2. Vlaming
straat, 3. le Vroonstraat,
Versierde gebouwen.
Gekampt om een prijs werd vervolgens door
een drietal met smaak versierde gebouwen, nl.
het gebouw van „Onderling Belang" op den
Kanaalweg, dat van de Ver. Technici der Kon.
Marine en de Nutsspaarbank.
Het' was de zetel van „Onderling Be
lang" die zich als eerste prijswinnaar
uitverkoren zag.
Wat den étalage-wedstrijd van het „Neder-
landsch Fabrikaat" betreft, ook hiervan ver
nemen wij hedenmorgen den uitslag.
Bij de beoordeeling was men aan een voor
geschreven reglement gehouden, waarbij het
doorslaggevend was op welke wijze men het
doeltreffendst het Nederlandsch fabrikaat
naar voren had gebracht. Daarbij werd even
eens gelet op de verkoopkracht der étalage's,
terwijl tenslotte het „algemeen aanzien" van
belang was.
De pryzen, door de jury toegekend,
luiden: 1ste prijs Vroom en Dreesman,
2de prijs Wijnhandel Tielemans, 3de prijs
Manufacturenbedrijf Claessen, Sluisdijk
straat, 3de prijs b Fa. Koozenkrans.
Overige pryzen.
Er zijn daarnevens nog een 4-tal prijzen uit
geloofd, waarvan 2 ter beschikking gesteld
door de K.S.K. en 2 door het Centraal Oranje
Bestuur. Als maatstaf had men hiervoor aan
genomen de meest verzorgde étalage.
De prijzen kregen:
1. Modehuis S. Herschel, Koningstraat.
2. Fa. Bujjtendjjk, Spoorstraat.
3a. G. Wind, Keizerstraat.
3b. Fa, KwastBuysse, Keizerstraat.
Zij hierbij tenslotte nog vermeld, dat de
eveneens smaakvolle étalage van de Fa. Nypels
op verzoek niet voor prijsverwerving in aan
merking wenschte te komen.
Met praalwagens naar Den Helder.
Om 11 uur Zaterdagmorgen stonden reeds
vele belangstellenden langs den Brakkeveld-
weg geschaard in afwachting van de incomste
der Julianadorper praalwagens. En hoe meer
het naar twaalf uur liep, hoe grooter het aan
tal belangstellenden werd, zoodat tenslotte een
dikke haag van wachtenden was opgesteld.
Doordat van een der wagens, die blijkbaar
een weinig je te zwaar was beladen, een wiel
afliep, werd het kwart over twaalf voordat de
stoet in zicht kwam.
Voorop reed een eerewacht van dertien rui
ters, keurig in gelid. Een oranjesjerp stak
helder af tegen een witte blouse. Hierachter
volgden de praalwagens. Het was een fraai
gezicht en de Julianadorpers hebben op hun
tocht door de stad alle eer ingeoogst.
De wagens bevatten producten van land
bouw, tuinbouw en nijverheid, door noesten
vlijt aan den bodem onttrokken.
Men zag een gemaal, geschoeid op de meest
moderne leest, en daarachter de oude molen
bemaling.
Voorts een groep oogstwagens, buitenge
woon fraai opgemaakt, een wagen speciaal
voor tuinbouwproducten. De zuivelbereiding
was ook niet vergeten, hier ook weer de tegen
stelling tusschen oude en nieuwe wijze van be
reiding. Het pluim veebedrijf was vertgenwoor-
digd door een wagen, waarop liefst een vol
ledige kippenren. Van koren tot bood was een
wagen, die het bakkersbedrijf demonstreerde.
Fraai was de. Godin van den landbouw „Ceres",
die door de oude Romeinen speciaal als Godin
van het koren werd vereerd.
Ook al wat gedaan werd in verband met de
t.b.c.-bestrijding onder het vee, was door mid
del van een aardige opstelling naar voren ge
bracht.
Een feit is het, dat de heer Schroevers c.s.
eer hebben ingeoogst met het werk, dat zij in
verband met deze feestweek hebben verricht.
Zelfs de paarden voor de wagens waren op
een aardige wijze met oranje en linten ver
sierd.
De geestige noot ontbrak ook niet. Er waren
een tweetal wagens, die op een bijzondere
wijze een boerenbruiloft weergaven. Er werd
gezongen, gejoeld en de bruiloftsgasten waren
in stemming. Over den Brakkeveldweg, door
Sluisdijkstaat, Keizerstraat, Spoorstraat, over
Een onzer eigen verslaggevers was Za
terdag by de vloot-revue voor Schevenin
gen aanwezig, om uit den mond der
duizenden en duizenden toeschouwers het
oordeel te vernemen.
Hy schreef ons daarover liet volgende:
Neen, Schevingen was Scheveningen niet
meer!
Scheveningen. het Hollandsche Nice, had op
eens alle belangstelling laten varen voor de
knalrood geschilderde teen-nagels der vacan-
tie-houdende filmsterren, het hoordé niet naar
de luidsprekers, die daverend verkondigden,
dat 's avonds Gretha Keiler zou croonen, en
het keek niet op of om naar het mondaine
schouwspel, dat nu eenmaal een wereldbadoord
doorgaans aan verbaasde provinciale oogen
pleegt te geven.
Provincialen, ja... die waren er. Duizenden
en duizenden, en dat was maar goed ook. want
het was vooral voor hen belangrijk, dat ze
eens te zien kregen, waartoe eigenlijk die Ne
derlandsche Marine, „waarvoor ze zooveel be
lasting moeten betalen", in staat is.
De Hagenaars, de Amsterdammers en Rot
terdammers, de Vlissingers en Nieuwediepers,
och, die wisten wel zoo ongeveer wat hen te
wachten stond, maar die provincialen... zij die
gekomen waren uit Limburg en Utrecht, met
de extra-treinen uit Overijsel en Gelderland!
Voor hèn was deze vlootrevue zeer belangrijk.
Op de Boulevard.
Het leek aanvankelijk op een groote kermis.
Er waren negorsnten, di" groote brillen ver-
Kochten, en „zee kijkeio (twee kwartjes per
stuk) en bankjes. Voorts handige jongens, die
noga, pinda's en zure bommen aan den man
brachten en niet te vergeten de ijsco-venters,
die dien avond rijk naar huis gingen, dank zij
de Nederlandsche voot.
Heel dien morgen vergaapte men zich op
den boulevard aan het afweergeschut, waarbij
de recruten voor volksonderricht zorgden. De
monden vielen open, als men hoorde, dat die
„dingen" een projectiel wel 8000 meter ver
konden wegschieten. „Acht duizend meter...!"
„Stel je dat eens voor". Er waren dan buiten
lieden, die zeiden wat er gebeurde als er vlieg
tuigen kwamen, die 9000 meter hoog gingen,
waarop prompt geantwoord werd, dat dat
nooit zal gebeuren.
Om half vier begon de vlootrevue.
De honderdduizenden vergaapten zich. In de
verte, wazig en onduidelijk, kwam de vloot
aan. Achter elkaar de schepen, in de ganzen-
marsch. En ineens kon men constateeren, hoe
bedroefd weinig de gemiddelde vaderlander
toch nog van diezelfde vloot afweet. Het bleek,
dat voor de meesten slagschepen, kruisers en
jagers volkomen identiek zijn. Een mijnenveger
heet in den volksmond hier een „strijkijzer",
terwijl twee Amsterdamsche dames met klem
beweerden tot de eerbiedig luisterende omstan
ders, dat de „Tromp" in marine-taal „monitor"
genoemd wordt. Ze hadden zelf een broer, die
in Indië bij de mariniers was en die had het
geschreven.
Kanonnen bulderen
Inmiddels paradeerde de Nederlandsche
vloot en de honderdduizenden keken toe. Men
vond het wel aardig, maar het échte enthou
siasme bleef toch nog uit. Men vond dat het
te langzaam ging en veronderstelde zeker, dat
men in kiellinie zoo om en nabij de 80 mijl zou
varen.
Totdat... volkomen bij verrassing, de
„Tromp" en „Sumatra" hun kanons aan
't werk zetten. Een rilling doorliep de
rijen op de Scheveningsche stranden, op de
terrassen, op de pier en op het Kurhaus.
Haéééé... rikt was nog een je ware! En
bij eiken donderenden knal rilde men. Het
was zooals de meneer zei tegen z'n weder-
helft:\,Da's nou echt oorlog. Cor... wat 'n
slagen, hè?!" En dat was eerst het begin.
De zenuwen van het legioen zouden nog
veel en veel meer moeten doorstaan voor
het avond was.
Als in den oorlog.
Lang duurde het niet. Met donderend geweld
wiekte de X 13, een Dornier bommenwerper,
over de hoofden en ontzet hield men elkaar
vast. Die vloog waarachtig recht tegen de pier
an... daar kwam ie nooit meer overheen...
doodstil was het. Natuurlijk vloog de X 13
niet tegen de pier, maar dat wist men ten
slotte niet van te voren.
Ineens brak het enthousiasme los. Dat was
tenminste een vlootparade, nu de schepen op-
stoomden, nu een 15-tal vliegmachines elkaar
achtervolgden, en de afweerbatterijen op den
boulevard om het hardst stonden te knallen.
Zoo lauw de stemming aanvankelijk was,
zoo opgewonden raakte men nu. Men
porde elkaar in den rug, men kreeg» ruzie
met z'n voorbuurman, omdat die zich zoo
uitrekte, men klom op ekaars schouder,
kortom... ineens had men daar de Neder
landsche vloot ontdekt.
Op den Boulevard rammelden de ruiten en
een oud manneke voor me informeerde bij de
omstanders „wat ze op die skepies deje asset
zoo dreunde?" Waarop men vertelde, dat de
scheepskanonnen op voetstukken van rubber
staan, die als schokbrekers werken. Hetgeen
iedereen geloofde.
Er is iets veranderd.
Op een andere plaats tusschen het enorme
publiek stond een moeder wier zoon in Vlissin
gen in de opleiding bleek te zijn. Ze was de
vraagbaak van de heele omgeving met een
straal van 10 meter en ze groeide van trots
als ze weer een 18-karaat technische opmer
king wist te plaatsen.
Totdat er een défaitist op kwam dagen, die
tusschen twee voltreffers van de „Sumatra"
door venijnig in het midden bracht: „Nou moe
der, je zal die revue het vollegend jaar as je je
belasting ken schokken, an je portemonnaie
voelen".
Verontwaardiging allerwegen, en het was
een plezierige ervaring te merken dat er in
het hart van het Nederlandsche volk thans
Raadhuis, waar ondanks het ongunstige tijd
stip, het was n.1. één uur geworden, zeer veel
belangstelling bestond.
Het was de Burgemeester, die staande op
bordes, de stoet opwachtte.
De deelnemers stelden zich rond het bordes
op en de heer Ritmeester sprak hen op een
hartelijke wijze toe.
Gaarne, zoo zei hij, wilde hij een enkel woord
tot de aanwezigen en wel speciaal tot het Co
mité, dat de feesten op Julianadorp zoo uit
stekend georganiseerd heeft, richten. Juliana
dorp komt wel uit den hoek. Ik wil U een
woord van lof en dank brengen. Het verheugt
mij zeer, dat gij in den kom der gemeente zijt
gekomen. Gij hebt het aan het groote aantal
belangstellenden kunnen merken, dat wij U
daarvoor erkentelijk zijn. Het is een mooie ge
dachte om op een dergeijke wijze naar voren
te brengen de veelzijdigheid van Uw beroep.
De burgemeester spreekt de hoop uit, dat
allen een prettigen dag mogen hebben en
tevens een tot weerziens op Dinsdag a.s.
De stoet zet zich dan weer in beweging en
langs de Kerkgracht, Koningstraat, Spoor
straat, Parallelweg gaat men Julianadorp-
waarts.
De schoolgaande jeugd heeft hedenmorgen
een herinnering, in den vorm van een medaille
voor de jongens en een speld voor de meisjes,
ontvangen in verband met het 40-jarig jubi
leum van H. M. de Koningin.
Het feit als zoodanig werd door den onder
wijzers of onderwijzeres gereleveerd* waarna
medaille of speld werd uitgereikt.
Op de voorzijde van de medaille staat de
naam van H. M. de Koningin, op de keerzijde
40-jarig jubileum, terwijl de speld een W be
vat met de data 18981938.
Deze uitreiking heeft op alle scholen'plaats
gevonden. De jongelui kunnen nu twee dagen
lang genieten van de vreugde van het feest
vieren.
van 3 September.
BEVALLEN: J. J. van der Graaff—Hesse,
2 d.; J. M. J. van Linden—Wieffering, z.; T. van
EetenBakker, z.; A. M. van EgmondRoos,
zoon.
OVERLEDEN: E. Heijblok, m„ 63 jaar.
Ook de O.K. kerk zal hedenavond een her
denkingsdienst houden, aanvang 7 uur.
Voor de andere diensten zie men de predik
beurten van Zaterdag.
toch we iets aan het veranderen is. Tien jaar
geleden was die meneer de vertolker van de
fox populi. Thans was hij een uitzondering.
Dè torpedo.
Het rookgordijn was, met het kanongedreun
en de laag over het strand ronkende vlieg
tuigen, het non plus ultra van sensatie. Er
werd zicht- en hoorbaar genoten. Niemand
scheen ooit geweten te hebben, dat we daar in
Nieuwediep en Vlissingen een vloot hebben.
Niemand scheen ooit onderzeebooten te hebben
zien duiken en toen op een schoon moment een
der Dorniers zoo maar doodgewoon midden in
de lucht een torpedo „afstak"... toen kende
het enthousiasme geen genzen meeren maakte
de Nederlandsche marine een beurt, zooals ze
de laatste halve eeuw misschien nog niet ge
maakt heeft.
Er waren lieden die zeiden dat dat ding
vol schietkatoen zat. Anderen wisten te
vertellen, dat ze d'r soms een leerling-
torpedomaker instoppen om 'm te bestu
ren, terwijl nog anderen wisten, dat ze
met één zoo'n sigaar heel „Skeveninge"
konde opblaze. Dat het een houten oefen
torpedo was scheen niemand te beseffen,
maar dat was, gezien het magnifieke
effect, maar goed ook.
Men vond het alles spannender dan de span
nendste wild-west film, vooral natuurlijk de
„binnenlanders", die den anderen dag in hun
contreien wel wonderlijke verhalen opgehangen
zullen hebben. Men raakte er niet over uitge
praat, met uitzondering natuurlijk van de aan
wezige Nieuwediepers, die tegen iedereen ver
telden, dat ze zooiets in Den Helder iederen
dag zien en dat ze alleen gekomen waren om
Scheveningen eens te bekijken
Het is prettig te mogen constateeren, dat
dien avond vele duizenden Nederlanders naar
bed gegaan zijn in de overtuiging, thans yoor
het eerst hun marine gezien te hebben.
Het is bewezen dat ze noodig zijn.
Want onbekend maakt onbemind en zelfs
een zoo waardig en sterk apparaat als de Ne
derlandsche Marine kan en mag de volksgunst,
voor eigen bestwil, niet ontberen.'