IT AIRZAN
Abessinië voedden guerilla-oorlog
Weer denaturafie-
toeslag voor rogge
Voortdurend geheim verzet
Radioprogramma
V&M
EDGAR RICEj
j BURROUGHS 1
Prins Bernhard bij kampvuur
ETHEL M. DELl
«•«••••(•iltiiatiMk
DOOR
i
No. 79.
„Hier is geen blank meisje", zei Malbihn.
Korak ging dreigend een stap naar de Zweek
toe, die in elkaar kromp voor de woede op het
gezicht van de aapman. „Vertel me de waar
heid!" zei hjj. „Spaar me", jammerde Malbihn,
„ik zal alles vertellen wat ik weet. „Ze ont
vluchtte me over de rivier. Het was slechts
voor de beloning, die ik hoopte te kragen. Ze
is voor de dochter van de Sheik doorgegaan,
sinds haar jeugd, maar zij was dat net zo min
als ik. Dood me en je zult het geheim nooit
te weten komen". Malbihn moest bij zichzelf
lachen toen hij de verbazing van Korak zag.
„Alleen de oude Sheik en ik weten waar ze
vandaan komt en hij zal het niet vertellen".
Malbihn voelde zich niet op zijn gemak; de
stekelige, kleine ogen van de olifant maakten
hem nerveus. Korak ging de tent binen om
zich er van te overtuigen, dat het meisje daar
niet was. Toen hij verdween, deed Tantor een
stap naar de Zweed toe. Hij ging met zjjn
slurf over de man, die in elkaar kromp van
angst. Tantor uitte een laag, brommend ge
luid toen hij de man berook. Zijn kleine ogen
schoten vonken. Eindelijk had hij het schepsel
gevonden, dat jaren geleden zijn wijfje dood
geschoten had. Tantor, de olifant vergeet en
vergeeft nooit iets! Malbihn zag het woedende
dier boven zich en gilde om hulp. Voordat
Korak de woedende olifant kon tegenhouden,
had deze zijn slurf over het slachtoffer ge
slagen en gooide de mon hoog de lucht in.
Trompettend en schreeuwend slingerde hij de
man over de palissade, de jungle in. Korak
keek bedroefd naar het drama. Kg hield niet
van de Zweed, maar hij had hem willen red
den, omdat hij het geheim kende. Tantor, nu
weer gekalmeerd, tilde Korak op zijn nek.
Vanuit hun schuilplaatsen zagen de mannen
van de Zweed de vreemde, blanke krijger met
de olifant in de jungle verdwijnen.
GROOT ITALIAANSCH BEZETTINGS
LEGER OP DE BEEN.
De Manchester Guardian is begonnen
jnet een serie van vier artikelen over den
huidigen toestand in Abessinië. Het libe
rale orgaan luidt deze artikelen in met een
hoofdartikel, waarin het o.a. schrijft:
„De plotselinge instorting van het Abes-
sijnsche verzet in het voorjaar van 1936
en de snelle opmarsch van de Italiaansche
troepen naar Addis Abeba kwam als een
schok tot de buitenlandsche waarnemers.
Het leek ongelooflijk, dat de oorlog zoo
spoedig tot een einde zou zijn gekomen en
dat de trotsche Amharische stammen zich
zoo gemakkelijk zouden hebben overge
geven, zelfs nog voordat de invaller hun
gebied had bezet."
„De waarheid is, dat het binnen
dringen van de Italianen te Addis
Abeba niet het einde van den oor
log heeft beteekend en zelfs niet het
einde van georganiseerd verzet. Het
beteekende misschien de ineen
storting van de centrale regeering
en het einde van den modernen
staat, welken de Keizer zoo snel
had opgericht op den ouden feo-
dalcn grondslag. Maar dat is dan
ook alles. De oorlog ging voort en
gaat nog steeds voort, met het
©enige verschil, dat in het eerste
jaar de loop er van uitvoerig (zij
het niet altijd even juist) in de
dagbladen werd weergegeven, ter
wijl zijn loop van de laatste twee
jaar verborgen en geheim is ge
bleven, onbekend voor iedereen, be
halve de Italiaansche generaals en
soldaten, die in dezen oorlog heb
ben gevochten."
Kleine georganiseerde legers.
„Er is geen ander woord om hetgeen
tlians in Abessinië geschiedt, te beschrij
ven dan oorlog. Het Abessijnsche verzet is
niet dat 'van ongeregelde „sjifta's" of roo-
vers, (hoewel die er ongetwijfeld ook ve
len ziin), maar van kleine georganiseerde
legei's, die vechten onder het bevel van
Amharische edelen en hoofden, lieden, voor
dien allerminst gewend aan ©en leven van
hardheid en oorlogvoeren. Zij vechten niet
om stoffelijk voordeel, maar voor de vrij
heid en onafhankelijkheid van hun land.
De Italanen zelf miskennen den
omvang van hun tafk niet. Zij on
derhouden in het land een leger
van 200.000 man (100.000 Italianen
en 100.000 inboorlingen), 300 vlieg
tuigen en 10.000 vrachtauto's voor
het vervoer van troepen en benoo-
digdheden.
De geweldige kosten van een dergelijk
bezettingsleger, welke de Italiaansche
schatkist amper kan dragen, zijn het beste
bewijs van zijn noodzakelijkheid. Men mag
er van overtuigd zijn, dat het werk zou
geschieden met minder troepen en minder
vliegtuigen, wanneer dat mogelijk ware."
Verborgen geweren.
„Het verzet, waarop men thans in be
paalde provincies stuit, is even koppig
als wanneer ook tevoren en over twee-der
de des lands woedt een voortdurende gu-
erilla. In Sjoa is een leider opgestaan, Ba-
lambaras Ababa Aragai, die een held is
geworden voor de Amharische krijgslieden.
Er zijn tijden, dat hij een leger van 10.000
man onder zijn bevelen heeft en hij be-
heerscht voortdurend een streek van 3000
vierkante mijlen. Men kan zelfs moeilijk
zeggen, dat de Italianen dezen oorlog win
nen, die al twee jaar geleden uit had moe
ten zijn. Het vooruitzicht is nog weinig
beter. Er zijn nog altijd vele geweren ver
borgen in Abessinië, ondanks onverzwakte
pogingen om het volk te ontwapenen.
De Italiaansche terreur heeft de
onverschilligen gewekt tot deelne
ming aan de rebellie en de executie
op groote schaal van hoofden heeft
degenen, die ontsnapt zijn, slechts
versterkt in de overtuiging, dat
verzet hun ecnige hoop is.
Tengevolge van het voortdurende ge
vecht, van slecht beheer en een verkeerde
politiek is de handel verminderd en de
landbouw in verval geraakt. Dat heeft des
te meer mannen vrij gemaakt om zich bij
het verzetsleger te voegen, terwijl anderen
er door gedwongen zijn, zich als roover
een bestaan t© verzekeren. De Galla's en
de Amharen, de Kopten en Mohammeda
nen, schijnen allen evenzeer hun verovc
raars te verafschuwen".
Een riskante situatie.
„Wanneer zoowel de omvang van het
militaire verzet als de oeconomische crisis
in aanmerking wordt genomen, is liet am
per te veel gezegd, dat Italië's bozit van '1
land allerminst veilig is.
Zoolang Italië niet in een oorlog
is betrokken, zal het bezettingsleger
ongetwijfeld in staat zijn zich te
handhaven, maar in geval van een
oorlog in Europa of een financi-
eele instorting in Italië zou de toe
stand ernstig zijn. Abessinië kan
zich zelf niet onderhouden en alle
aanvoeren moeten geschieden door
het Suezkanaal, dat aan een blok
kade kan worden blootgesteld".
Tot zoover het hoofdartikel. Het eerste
artikel van een reeks, welke met dit hoofd
artikel is ingeleid, deel, aldus de N. R.
Crt., mede, dat de kleine regenperiode van
Januari en Februari dit jaar achterwege is
gebleven, terwijl de groote regens in plaats
van half Juni eerst eind Juli zijn begon
nen, waardoor Abessinië bedreigd wordt
met een volslagen mislukking van den
oogst. Voor het eerst in zijn geschiedenis
moet Abessinië zijn eerste levensbehoeften,
meel, rijst en durra kafferkoren) bij groo
te hoeveelheden over Massawa en Dzjiboeti
invoeren.
De besten des lands vechten.
De schrijver van het artikel geeft ver
volgens een indrukwekkende lijst van aan
voerders der opstandelingen, met opgave
van de stroken, waar bij opereeren. Het
zijn allen volgens zijn zeggen lieden, die
behooren tot de eerste families, niet iden
tiek met de roovers, die vroeger de kara
vanen in A!>essinië lastig vielen. Het roo-
verswezen van dezen aard vindt men al
leen nog in het afgelegen Zuiden en Zuid
westen. Het zijn allen of nagenoeg allen
Amharen en zij treden ook op in Amhara.
Aanvankelijk hebben de meeste voorname
families uit Amhara zich na de verove
ring van Addis Abeba slil gehouden. Onder
liet regime van Badoglio als onderkoning
traden de Italianen niet te hard op. De
executies na de plundering van Addis
Abeba in Mei 1930 waren militaire maat
regelen van den ouden aard, welke zooal
niet aannemelijk dan toch begrijpelijk wa
ren voor de Abessijncn. Na het vertrek van
Badoglio echter hebben de Italianen een
warre terreur ontketend, en dat heeft aan
leiding gegeven tot een hernieuwd en krach
tig verzet, vooral ook omdat in de eerste
plaats de oude hoofden als slachtoffers
van deze terreur zijn gevallen.
Bezoek aan de rationale koe-
poelan der Ned. Padvinders
Vereeniging.
Z.K.II. Prins Bernhard heeft Zaterdag
avond laat een bezoek gebracht aaa de na
tionale koempoelan der Nederlandschc
Padvinders Vereeniging, welke in het con
ferentie-oord te Lunteren wordt gehouden.
De Prins arriveerde omstreeks half elf,
slechts vergezeld van zijn chauffeur Hij werd
begroet door den waarnemend hoofdcom
missaris der Nederlandsche Padvindersver-
ecniging, den heer A. Oosterlee, die zijn
vreugde erover uitsprak, dat Z.K.H. die
in padvindersuniform was gekleed als
padvinder op deze koempoelan wilde ver
schijnen. In den geest van den Prins werd
het even onderbroken programma op nor
male wijze voortgezet, waarbij Zijne Ko
ninklijke Hoogheid zich later bij de padvin
ders om het kampvuur voegde.
Omstreeks elf uur keerde de Prins, die
herhaaldelijk daverende toejuichingen in
ontvangst had te nemen, naar Amsterdam
terug.
Geen dorschtoeslag voor gerst,
—r Regeering hoopt de richtprij
zen weer te bereiken.
Met ingang van 11 Sept. zal we
derom worden overgegaan tot invoe
ring van een denaturatievergoeding
voor rogge.
De vele voorbereidingen, die deze maat
regel vraagt, zullen het niet mogelijk ma
ken om onmiddellijk de gelegenheid tot de-
naturatie open te stellen. De Nederlandsche
Akkerbouwcentrale zal bekend maken, wan
neer en waar de gelegenheid daartoe zal
worden geopend. Men mag aannemen, dat
overal binnen 14 dagen daartoe de gelegen
heid zal bestaan.
Het ligt daarbij in de bedoeling om de
monopolieheffing voor ongcdcnaturccrde
rogge met ingang van 11 Sept. te verhoo-
gen met f 0.50 per 100 Kg., terwijl de dena-
turatiepremie wordt vastgesteld op 1.50 per
100 Kg. Hierdoor worde in dc practij'k be
reikt, dat de monopolieheffing op gedena
tureerde rogge en mais even hoog wordt.
Heffing op gerst onveranderd.
De heffing op gerst blijft onveranderd. Aan
te nemen is, dat de gerstprijs na verloop van
eenigen tijd gelijk zal worden aand en bui-
tenlandschen gerstprijs plus monopoliehef
fing. Het ligt niet in de bedoeling voor gerst
wederom een steun door dorschtoeslagen in
te stellen. Wel wordt aan de mogelijkheid
gedacht, mocht de aanpassing van den bin-
nenlandschen prijs aan dien van de import
gerst plus monopolieheffing onvoldoende
snel geschieden, om door andere middelen
daarin verbeterincr te brengen. Hierbij kan
worden gedacht aan aankoop door of van
wege de Nederlandsche Akkerbouwcentrale.
Do regeering hoopt met dezo maat
regelen uiteindelijk de toegezegde
prijzen voor rogge en gerst te doen
bereiken.
Mocht de algcmccnc daling op de graan
markt doorzetten, dan zal zij den maatregel
toepassen. De omstandigheden zullen moe-
den beslissen tot welken maatregel de regee
ring haar toevlucht zal moeten nemen.
DINSDAG 13 SEPTEMBER 1938.
Hilversum I, 1875 m.
AVRO-Uitzendhig. 6.30—7.00 RVU.
8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Het Omroeporkest.
11.00 Huishoudelijke wenken.
11.30 Het Omroeporkest. (Om ca. 12.15 Ber.)
12.30 Gramofoonmuziek.
12.45 Het Amusementsorkest.
1.30 Pianovoordracht.
I.50 Het Omroeporkest.
2.40 Gramofoonmuziek.
2.55 Orgelconcert.
3.15 Disco-Variété.
4.00 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
4.30 Kinderkoorzang.
5.00 Kinderhalfuur.
5.30 Het AVRO-Aeolian-orkest.
6.30 Causerie „De strijd om de vrijheid in
onze dagen".
7.00 Het AVRO-Dansorkest.
7.35 Causerie: „Spreekt U Uw Nederlandsch
zuiver?" (met gramofoonplaten).
8.00 Berichten ANP.
8.15 Orgel en zang.
8.45 Radiotooneel.
9.30 Het Amusementsorkest.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.35 Het Renovakwintet (Om 11.00 Berich
ten ANP)'
II.30 Gramofoonmuziek.
11.4512.00 Orgelspel.
Hilversum n, 801.5 en 415.5 m.
KRO-uitzending.
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.15
Berichten).
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Melodisten en solist (1.001.20
Gramofoonmuziek).
2.00 Vrouwenuur.
3.00 Zang met pianobegeleiding.
3,30 Vervolg zang.
3.40 Gramofoonmuziek.
4.00 KRO-Kamerorkest.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.00 KRO-Orkest.
5.456.05 Felicitatiebezoek.
6.10 KRO-Melodisten en solist.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „De vrouw en het reddings
werk".
7.35 Sportpraatje.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.30 Larry Edwin en zijn Tripica-orkest.
8.55 Liedjes aan den vleugel.
9.05 Vervolg van 8.30.
9.3p KRO-orkest.
10.00 KRO-Boys en solist.
10.20 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Sportreportage.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.10 KRO-Boys en solist.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
F E I L L E T O N.
HOOFDSTUK XXXIII.
Een Smeekbede.
Bg haar aankomst in Londen liet Molly zich
rechtdoor naar het ziekenhuis rijden, hoewel
ze eigenlijk liever eerst even naar haar hotel
had willen gaan, waar ze verwachtte Rollo te
zullen vinden.
Xvor was veel beter; hij zat rechtop in zijn
bed, flink gesteund door een heele stapel kus
sens, en verwelkomde haar met meer warmte
dan ze van hem gewend was.
Ze had bloemen voor hem meegebracht,
maar hij legde ze op zij en trok haar haastig
naast zich neer. „Ik ben zoo blij dat je er weer
bent, mijn liefste," zei hij. „Ik heb je ontzet
tend gemist."
Diep getroffen drukte ze zijn grijze hoofd
tegen zich aan en kuste hem teeder. „Wat ben
ik blij dat je zooveel beter bent, lieveling,"
zei ze.
„Ja," zei hij, „ik ben bijna zoover dat ik hier
weg kan. Zal ik je eens vertellen wat ik dan
graag zou willen?"
„Natuurlijk!" antwoordde ze en ging op den
rand van het bed zitten. „En reeds van te vo
ren zijn je wenschen vervuld, tenminste als ze
zoo zijn. dat de dokter er zijn goedkeuring aan
kan hechten."
Met vochtige oogen keek hij haar aan.
„Lieve vrouw," zei hij, „jij bent de eenige. die
ik noodig heb. Ik zou met jou een tijdje ergens
heen willen gaan met jou alleen."
Molly begon zich onzeker te gevoelen. Zoo
had hij nog nooit tegen haar gesproken, zoo
zacht, zoo teeder. Ze glimlachte naar hem en
hield zijn handen stevig vast. „Dat zou niet
zoo moeilijk te regelen zijn," zei ze. „Weet je
dat ik in dien geest een plannetje bedacht
had? Het lijkt me zoo heerlijk om een tijdje
met je naar Aubreys te gaan, zoodra je sterk
genoeg bent om de reis te maken. We zouden
dan Awkins en Rose Masters kunnen meene
men. Er kunnen nog heel wat mooie dagen
komen en het hindert niets dat ze al zooveel
korter worden, want we zullen je toch vroeg
in bed moeten stoppen. Denk je dat je het
prettig zou vinden? Den eersten tijd zouden
we een verpleegster kunnen nemen, als je dat
wilt."
„Ik heb geen verpleegster noodig," zei Ivor.
„Alleen jou jij bent altijd zoo rustig en
zacht en je zorgt altijd zoo goed voor me."
Molly bloosde als een schoolmeisje, bij dit
onverwachte compliment. „Oh, Ivor! Wat lief
van je om dat te zeggen!"
„En je plan lijkt me prachtig. Ik zie niet in
waarom we het nog al te lang zullen uitstellen.
De dokter was vanmorgen hier en hij zei dat
ik een verandering noodig had en het treft al
heel toevallig dat hij me de zeelucht aan
raadde."
„Maar dat is prachtig!" riep Molly uit. „Wat
zullen we het prettig samen hebben. Je bent
nog nooit lang achter elkaar in Tregant ge
weest en je weet niet half hoe heerlijk het daar
is, vooral als de zon schijnt!"
„Nu, laten we dan maar hopen dat ze er
voor ons wil schijnen," zei Ivor. „En ik zal er
op letten dat je dan eens flink room drinkt
je bent den laatsten tijd werkelijk veel mager
der geworden."
„Wat een nonsens!" zei ze lachend. „Ik ben
goed gezond, hoor! Maar we zullen het er
prettig hebben en je zult eens zien hoe gauw
je weer sterk en gezond bent. Als we dan
terugkomen op Aubreystone Castle, kun je
weer alles doen."
„Daar verlang ik heelemaal nog niet naar."
de eerstvolgende weken heelemaal voor mij
zei hij zacht haar hand streelend. „Ik zal jou
alleen hebben meer wensch ik niet. Oh ja,
dat is waar ook," een lichte rimpel was op
zijn voorhoofd verschenen „wat gebeurt er
nu met Rollo Ik neem aan dat hij over enkele
dagen naar Cambridge terug gaat."
Molly maakte onwillekeurig een afwerende
beweging. „Ik heb nog geen gelegenheid ge
had daarover met je te praten," zei ze. „Hij
heeft zijn zinnen op heel iets anders gezet,
Ivor iets, waarmee je misschien niet al te
zeer zult zijn ingenomen, maar waarvoor ik
graag zou willen dat je je toestemming geeft.
Ikzelf heb het hem ook nie. kunnen weigeren
hij is zoo verlangend nu eindelijk eens aan
den slag te gaan."
„Heb je dien jongen niet iets kunnen wei
geren?" vroeg Ivor en de rimpel op zijn
voorhoofd werd dieper.
„Oh Ivor!" smeekte ze. „oordee' niet nu
reeds voor je nog iets weet."
„Ben jij ,ran mij vooroordeelen gewend?"
vroeg hij een tikje scherp.
„Wil je alsjeblieft heel geduldig zijn, lieve
ling?" p.eit'e ze. „Ik rek je liefde voor
■>i --je weet hoeveel Rollo's toekomst voo:
mij beteekent."
De uitdrukking op zijn gezicht werd zach
ter. „Je hebt mijn zwakke plek geraakt", zei
hij. „Vertel maar op. liefste. Wat is dat voor
een gek plan. waarmee de jongen, rondloopt?
Wil hij misschien optreden in een variété
theater of wil hij bü een circus?"
„Neen. Ivor, nee'" Ze hield zijn hand vast
en streelde die zachtjes. „Het is ge'ukkig iets
beters. Die acteur, die uit Amerika overge
komen is. ziet veel in Rollo. Craven Ferrars
heet hii je hebt misschien wel over hem
gelezen."
„Wat! Die man m dat opgelapte gezicht?
Natuurlijk heeft hij daaraan zijn populariteit
te danken Maar ik betwijfel het of Rollo daar
veel voordeel van zal hebben. En nu wenscht
die jongen zijn lot in handen te stellen van
dien avonturier! Hij verwacht daarvan na-
'uurl.k schitterende resultaten! En wat zal
gebeuren, als ik vragen mag. als het een mis
lukking wordt?"
Molly keek hem heel ernstig aan. „Ik
vraag je niet hem te helpen, als dat mocht
gebeuren alleen vraag ik je nu niet hard
voor hem te zijn. Ik weet dat hij zijn oplei
ding aan de universiteit er aan zal moeten
geven en van jouw standpunt bezien is dat
natuurlijk heel erg. Maar Rollo ziet dit heel
andere hij zegt dat dit zijn groote levens
kans is en dat hg die niet mag laten voor
bijgaan. Hij vindt..."
Kr'bbig viel Ivor haar in de rede. „Het
spijt me," zei hij, „maar ik kan werkelijk
niet langer naar die nonsens luisteren. Zoo
als gewoonlijk is je hart weer met je hoofd
op den loop."
Mo'ly's "gen stonden vol tranen. „Toe
Ivor, wees alsjeblieft niet boos", smeekte ze,
„De jeugd wil nu eenmaal haar eigen weg
gaan, precies zooals wg vroeger. Och toe,
Ivor, vees nu niet boo
Zijn blik verzachtte zich. „Je bent nog
altijd zoo'n kind, Mary," zei hij, nauwelijks
een dag ouder dan toen ik je leerde kennen.
Weet je nog hoe je er tegen opzag om met
me te trouwen? Herinner je je dat nog? En
wist ik niet.wat het beste voor je was? Heb
je er ooit spijt van gehad?"
Ze huiverde bij de herinnering aan dien
eersten moeilijken tijd en aarzelend ant
woordde ze: „Ja. ik geloof wel dat je gelijk
had. Ons huwelijk is tenminste geen misluk
king geworden, wel?"
„Een mislukking!" zei hij en hij trok haar
dichter naar zich toe en kuste haar op de
lippen. „Duizend maal neen, liefste! Ik ben
zooveel van je gaan houden; ik kan eenvou
dig niet meer zonder je! Wat zullen we het
heerlijk samen hebben! En misschien komt
er nog wel eens een baby! Zou je dat niet
gelukkig maken?"
Ze verborg haar gezicht tegen zijn schou
der en hij voelde hoe een siddering door haar
heen ging. ,Zou je het niet prettig vinden
nog weer eens een baby te kragen?"
„Oh nee. Ivor. dat niet!" zei ze wanhopig.
„We hebben toch al zorgen genoeg, vind je
niet?"
„Ik verwacht met onze kinderen heelemaal
geen moeilijkheden," zei hij. „Voor zoover ik
kan zien beloven ze veel goeds voor de toe
komst."
„Daar kunnen we nog zoo weinig van zeg
gen, Ivor. Ze zijn nog zoo jong! Maar laten
we ons geen zorgen maken voor den tijd.
Het eenige wat ik je wilde vragen is te
trachten Rollo te verdragen, terwille van mij.
Ik smeek je niet hem te helpen alleen
zou ik zoo graag willen dat je niet meer
boos op hem was. Hij is heusch niet zoo on
dankbaar als hij schijnt, hij wil alleen zoo
grasg een onafhankelijk mensch worden."
„Dat heb ik begrepen." zei Ivor. „Maar
als hij er op staat tegen mijn wenschen in
te handelen, kan ik niets meer voor hem
deen en dat heb ik hem ook gezegd."
„Dat «eet ik wel maar laat het geen
definitieve breuk tusschen jullie zijn. Toe
Ivor, alsjeblieft!"
Nog nooit had ze hem zoo dringend om
iets gesmeekt. En de tegenstand van den
man, in wiens armen ze lag, brak. Hij was
verbaasd over zijn eigen zwakheid sinds
d;en keer dat hij met Rollo die woordenwis
seling had gehad, was hij vastbesloten ge
weest hem niet meer onder zijn oogen te
laten komen. Maar, zooals ze daar pleitte,
kon hij haar onmogelijk weerstaan. Mis
schien hadden de lange uren van eenzaam
heid en do gedwongen rust in het ziekenhuis
hem c'oen beseffen hoeveel deze vrouw hem
eigenlijk waard was.
Plotseling boog hij zich over haar heen en
kuste haar lang en hartstochtelijk op haar
mond, haar oogen, haar heele gezicht.
„Mgn liefste meisje!" zei hij innig. „Mijn
kleine vrouw! Hoe zou ik jou iets kunnen
weigeren jjj, die altijd alles, alles geeft!"
.,Je zult me dus ook dit niet weigeren?"
fluisterde ze.
„Nee, liefste, nee," zei hij en hij kuste haar
telkens en telkens weer. „Zal dit ons ver
blijf in Tregant prettiger voor je maken?"
Stil legde ze haar armen om zijn hals en
gaf hem zijn kussen terug.
(Wordt vervolgd.)