©OM Mm De Nassau's eer bewezen Defensie wil Waalhaven niet hebben Radioprogramma De royale vrijer Hij kon alle concurrentie slaan Valsche munter gearresteerd Rupsen een goed volksvoedsel Bij Wijntje en Trijntje door IEDGAR RlCEj BURROUGHSI j i1" No. 82. Abdoel Kamak reed op de karavaanweg, die naar het Noorden naar het dichtstbijzijnde Franse garnizoen leidde. Achter hem kwamen de soldaten van de Sheik, die echter al spoedig de achtervolging opgaven en naar huis terug keerden. Het geluid van hun galoperende paar den klonk in de oren van een eenzame, blanke man, die zijn weg zocht over de vlakte. Zwak van de lange uren in de boom, liep Morison Baynes ver van de plek, waar Korak hem had achtergelaten en trachtte een spoor van de aap man te vinden. Te laat om zich te verbergen, zag Baynes, dat hij ontdekt was. De Arabieren kwamen naar hem toe, stelden hem allerlei vragen in hun eigen taal, die hij niet verstond. Ze ontwapenden hem, hun aanvoerder tilde hem op een paard en weg galoperden ze naar het dorp van de Sheik. Dat zijn soldaten in- plaats van met Abdoel Kamak met een ge wonde en onbruikbare Engelsman terugkwa men, deed de oude Sheik in woede ontsteken. Maar een ogenblik later bedacht hij, dat de Engelsman misschien toch niet zo helemaal waardeloos was. De Sheik schold vreselijk tegen Baynes. „Wie ben je?" vroeg hij in het Frans. „Ik ben de Hor. Morison Baynes van Londen", antwoordde de gevangene. De titel beloofde wat en opeens kreeg de oude dief vizi- oenen van rijkdom. Zijn houding veranderde. Hij wilde een verder onderzoek instellen. „Wat doet U in mijn land?" vroeg hij. Baynes besloot zo weinig mogelijk te vertellen. „Ik zocht een jonge vrouw, die van haar volk gestolen is", antwoordde hij. De Sheik keek hem doordrin gend aan en bracht hem bij een tent. „Is dit het meisje?" vroeg hij. Baynes keek in de aan geduide richting en was verbaasd. „Meriem", riep hij ujt, terwijl hij naar haar toe wilde gaan. Doch hij werd ruw teruggetrokken. Me riem sprong op, toen ze haar naam hoorde noemen. „Zo. dus jij bent de Christenhond, die mijn dochter stal?" riep de Sheik uit. „Dat zal je met de dood bekopen, Engelsman, maar als je voor je leven kunt betalen, zal ik het je schenken". De grafkelder der laatste leden van de geslachten van Nassau en Oranje-Nassau gesloten. Een daad van piëteit. In het gerestaureerde gedeelte van de Groote of Onze Lieve Vrouwe-kerk op de Markt te Breda heeft gisteren een bijzon dere plechtigheid plaatsgehad. De grafkelder van de laatste leden der geslachten van Nassau en Oranjc-Nassau is in tegenwoordig heid van verschillende autoriteiten gesloten met een nieuwen sluitsteen, welke thans duidelijk de plaats aangeeft, waar de stoffelijke resten van de laatste Nassau's zijn bijge zet. Men zal zich herinneren, hoe het zoeken naar onderaardsche gangen en gewelven in de Groote Kerk leidde tot de ontdekking* van een grafkelder, waarin drie groote en een kleine kist werden aangetroffen. Deze kelder bevond zich onder het grafmonument van Engelbrecht III en diens gemalin, doch na uitgebreid historisch en anatomisch on derzoek bleek, dat in den ontdekten kelder niet de overblijfselen van Engelbrecht en zijn gemalin waren ter aarde besteld. Toen eenmaal de toegangstrap tot den kelder was blootgelegd, vond men, dat de kelder bestond uit twee gedeelten: een groote kelder en een kleine, op welken laat- stcn het grafmonument was opgericht. De plaats, waar de trap zich bevond, was aangegeven zoo ontdekte men later door een vloertegel, waarin een kruis was uitgehouwen. In den eersten kelder lagen op ijzeren rekken de kisten met de stoffe lijke overblijfselen van Hendrik III, graaf van Nassau en een vriend van Karei V, die in 1538 is overleden, en van Reneé van Chalon, prins van Oranje, graaf van Nas sau, die in het jaar 1544 is ontslagen. De kleine grafkelder onder het monument bevatte de overblijfselen van Anna van Eg- mond, gravin van Buren, eerste gemalin van prins Willem van Oranje, die in 1558 overleed, en van haar dochtertje Maria, het eerste jong gestorven kind van prins Wil lem I. Met de uiterste zorg heeft men deze bei de kelders gerestaureerd, in zooverre dit noodig was. want omdat de kelder inder daad hermetisch gesloten was, is alles bui tengewoon gaaf bewaard gebleven. Óm de iooden kisten met de stoffelijke resten der overleden voorouders van ons Vorstenhuis waren eikenhouten sierkistcn gemaakt. Deze bleken echter bij de onera ving totaal vergaan. Men heeft thans om deze oude looden kisten nieuwe laten ma ken van gebronsd rood-koper, waarop in geel-koperen plaatjes de namen der begra- venen zijn gegraveerd. Op deze wijze zijn de stoffelijke resten der vorstelijke personen voor het nageslacht geconserveerd. De kisten worden geplaatst zooals op het nieuwe grafschrift staat aangegeven. Op dezen steen, uit een stuk hardsteen gehou wen, staat als opschrift; Sluitsteen van den grafkelder van de laatste leden der geslachten van Nassau en Oranje-Nassau, die te Breda zijn bijgezet, waarop de namen volgen. Om zijn meisje geschenken kunnen geven, leegde hij muntmeters! De Haagsche politie heeft den 27-jarigen loodgieter H. W. B. gearresteerd, die van een reeks muntmeter- en kcukendiefstallen verdacht wordt. B. is recidivist en zonder werk. Het had de aandacht getrokken, dat hij den laat- sten tijd zijn meisje en toekomstige schoon ouders met nogal prijzige geschenken ver blijdde. De politie heeft hem eens gevolgd op zijn fietstochtjes door de stad. Het bleek de politie toen, dat B. gewoonlijk een brand gang naast een huis binnenging en zoo den tuin bereikte. Als hij aan de keuken deur gehoord werd verzon hij een smoesje om zijn aftocht te dekken. Hij vroeg dan bijvoorbeeld: „Woont hier mijnheer A Als hij niet te woord werd gestaan sloeg hij zijn slag. In een keuken van een villa in den Ja- cob de Graafflaan nam hij eens vier gul den weg. Het dienstmeisje zag hem later door den tuin wandelen en heeft toen de politie haar B.'s joto toonde, hem herkend. Hij is op het hoofdbureau opgesloten en zal heden voor den officier van Justitie worden geleid. B. blijft ontkennen. Zijn werkgever voor honderden guldens bestolen. In een rijwielzaak te Amsterdam is een achttienjarige knecht er in geslaagd in den loop van de laatste maanden uit het maga zijn rijwielonderdeelen tot een bedrag van eenige honderden guldens moe te nemen. Hij verkocht deze aan een twintigjarig jong mensch, die er op zijn beurt een handeltje mee dreef in West. De politie van het bureau Linnaeusstraat heeft 't tweetal thans aangehouden en inge sloten. Een groot deel van het gcstolene heeft de politie in tweedehandszaakjes te ruggevonden. Rotterdam werkte onvoldoende mede. B. en W. van Botterdam hebben den ge meenteraad in kennis gesteld van een twee tal ministerieele brieven met betrekking tot den verkoop van*liet vliegveld Waalha ven en de stichting van een nieuw vlieg veld. In den brief van den minister van defen sie van 20 Juli j.1. deelt deze mede, dat hij zich niet meer gebonden kan achten aan het aankoopen van het vliegveld Waal haven, zooals in beginsel was overeengeko men. Defensie had belang bij het zoo spoe dig mogelijk beginnen met den bouw van hangars en Rotterdam wilde daarvoor geen toestemming geven, zonder dat het Rijk vergunning had verleend voor de stichting van een nieuw burgervliegveld in den Zes- tienhovenschen polder. Op 24 Augustus is gevolgd een schrijven van den minister van Waterstaat. Deze herinnert er. aan. dat de toezegging om de toestemming tot aanleg van een lucht vaartterrein bii Overschie niet langer te onthouden indien mocht worden afgezien van den aaleg van een Centraal vliegveld, was gegrond on de overneming van Waal haven door Defensie. Nu die grondslag ontbreekt acht de minister zich niet meer ver plicht, hoe ook de beslissing om trent het Centrale vliegveld moge uitvallen, mede te werken aan het verloenen van toestemming tot over plaatsing van de burgerlijke lucht vaart van Waalhaven naar een door Rotterdam te stichten vlieg veld. Op hecterdaad betrapt. Op aanwijzing van een sigarenwinkelier heeft de Haagsche politie den 3-4-jarigen timmerman H. A. K. gisternacht gear resteerd. De w inkelier betrapte K. toen deze met valsche kwartjes sigaretten uit de automaat haalde. Bjj fouilleering vond de politie op K. 2 valsche kwartjes. 10 doosjes sigaretten, een hoeveelheid koekjes en chocolade, een nijptang en een looper. In de automaat zaten nog 13 valsche kwartjes. Ook arresteerde de politie nog den 32- jarigen C. W. uit Voorburg, boschwachter van beroep die als K. 's medeplichtige werkte. Ten huize van W. vond de politie twee matrijzen en een lepel voor het gieten van lood en een voorraad valsche kwartjes. Beide arrestanten hebben bekend. Althans in Indië, ter afwisse ling van het sago-menu. Ter verdere Oriëntatie op het gebied der volksvoeding bereisden de doktoren Post mus en van Veen het eiland Ceram (Ned. Indië) waar de bevolking sago als lioofd- voedsel bezigt. De gezondheidstoestand, ook bij de jeugd maakt een gunstigen in druk, doch het menu wordt regelma tig aangevuld met groenten, wild, rupsen, larven, torren (die ook een marktwaarde hebben) en slangen, uit welk feit het voedingsevenwicht wordt verklaard. Nauwkeuriger waarnemingen zijn thans plaatselijk georganiseerd, waardoor het in stituut voor volksvoeding langzamerhand zal beschikken over gegevens betreffende de voeding in de bergstreek van den Preangcr de vischstreek bij Grissee en het Kctella- centrum bij Djokja. Binnenkort zal ook een bezoek worden gebracht aan Sumatra, ter bestudeering van het menu der lnheemsche kolonisten, het welk volgens ingekomen inlichtingen, spoe dig substantieele veranderingen met het oorspronkelijk menu op Java aantoont. Momenteel is nog een onderzoek gaande in Patjet. teneinde ook een volksmenu in een zeer welvarende streek nauwkeurig te observeeren. Vechtpartij in verdacht huis. Een dame van lichte zeden te Den Haag gaf gisternacht een partijtje, te haren huize in de Griftstraat. De gastvrouw tapte bier en wilde daarvoor geld hebben. Drie hee- ren wenschten niet te betalen en werden er uit gewerkt. Dat beviel hun niet en na dat zij eenige ruiten vernield hadden kwa men zij weer binnen om het meubilair kort en klein te slaan. De bewoonster belde de politie op die de vernielers arresteerde. Het waren den 27-jarigen koopman J. H. C. de \V„ den 29-jarigen grondwerker II. D. en den 28-jarigen loodgieter P. J. van D. Behalve deze drie gasten, die naar het hoofdbureau zijn gebracht, namen aan het partijtje de<d 3 dames en nog een heer. De vernielers hadden eenige snijwonden ge kregen. Op het hoofdbureau van politie kregen zij een verband en een proces-ver- baal. De bewoonster werd geverbaliseerd we gens overtreding van de drankwet. De drie arrestanten beweerden, dat de 41-jarige kellner J. van der G„ die ook van de partij was. hen met een bierflesch en een hamer had mishandeld. Ook van der G. kreeg een proces-verbaal. VRIJDAG 16 SEPTEMBER 1938. Hilversum I, 1875 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VAA. 10.40 VPRO. 11.0012.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten), 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.00 Orgelspel, 11.30 Esmeralda. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Berichten). 12.30 Het Amusementsorkest. I.30 Orgelspel. 2.00 Zang met pianobegeleiding. 2.30 Declamatie. 3.00 Gevarieerd programma. 4.005.00 Gramofoonmuziek. 5.05 Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel en gramofoonmuziek. 6.30 Literaire causerie. 7.00 Causerie „Stad en platteland". 7.20 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Causerie „Het Westland, een tuinbouw streek". 8.00 Pianovoordracht. 8.30 Causerie „De ontwikkelingsgang van ons nationaal landbouwvereenigingsleven", 9.00 Esmeralda m.m.v. solisten. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. II.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Jazzmuziek, (gr.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n, 301.5 en 415.5 m. Algemeen Programma, verzorgd door de KRO. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.15 Be richten). 10.00 Gramofoonmuziek. 11,30 Bijbelsche causerie. 12.00 'Berichten. 12.15 KRO-Melodisten en solist. (1.001.20 Gramofoonmuziek 2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek. 3.00 Gramo.oonmuziek. 4.15 KRO-orkest en solist, (e.o.). 4 45 Gramofoonmuziek. 5.15—6.00 KRO-orkest. 6.05 Land- en tuinbouwcauserie. 6.25 KRO-Melodisten en solist. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Het verloop der werkloosheid in dezen Zomer" 7.35 Musica Catholica. 8.00 Berichten ANP. 8.15 KRO-orkest. 8.45 Matrozenkoor „Hofstads Koorknapen" m. pianobegeleiding. 9.00 Vervolg orkestconcert. 9.20 Vervolg koorconcert. 9.35 Vervolg orkestconcert. 10.00 KRO-MelodLten en solist. 10.30 Berichten ANP. 10.40 John Kristel en zijn orkest. 11.2012.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON ETHEL M. DELl 44. HOOFDSTUK XXXVI. De herinnering aan het visioen was nog steeds bjj haar, toen ze langzaam terugkeerde. Oh, kon ze het maar met zich meenemen in haar droomen! Niets voelde ze nu voor een onderhoud met een vreemde. Maar ze had het zelf voorgesteld en ze kon er zich dus niet aan onttrekken. Ze liep langs het tuinpad, waarop het zilveren maanlicht scherpe schaduwen afteekende van de bladeren der boomen. Dicht bij huis gekomen meende ze iemand in de veranda te zien ze kon toch niet te laat zjjnVerbaasd riep ze plotseling uit: „Rollo, ben jrj dat?" Iemand met een stem, die dieper was dan die van Rollo, antwoordde: „Neen, het is Craven Ferrars U bent Lady Aubreystone Ze kwam met uitgestoken hand op hem toe. „Neemt U me niet kwalijk! Men kan zich in het duister licht vergissen. Ja, ik ben Rollo's moeder." „Het doet me genoegen kennis met U te mogen maken, Lady Aubreystone," zei Ferrars op koelen, eenigszins afgemeten toon. Molly vroeg zich af waarom hij zoo ver schrikkelijk vormelijk deed. Terwille van Rollo had ze de kennismaking met dezen man ge- wenscht, maar onwillekeurig huiverde ze en, weinig op haar gemak, zei ze: „Kom, laten we naar binnen gaan Het is kouder dan ik dacht: het schijnt dat er mist komt opzetten." Ze ging hen» voor in de kamer, draaide het licht aan en keek hem toen onderzoekend aan. Dit was dus (.eoffrey Asterby's meesterwerk. Haar eerste indruk was. dat ze tegenover een beeld stond een prachtig beeld, weliswaar, maar zondes riel zonder menschelijkheid. Maar toen ze in vjn oogen keek. wist ze niet meer wat ze van h«m denken moest Het leek wel of hjj midden in haar ziel zag met een alles door dringenden. «talen blik. Ze was geheel verbijs terd door di»« bük en, een beetje haperend, zei ze- „U bent heel goed voor mijn jongen ge weest. Vóór *Jles wil ik U daarvoor bedanken." „U behoeft mjj niet te bedanken," klonk het antwoord. De jongen heeft talent en ik heb het nu eenmaai in mjjn hoofd gezet dat hjj het ver zal brengen." „Bent U er werkelijk van overtuigd dat hij talent heeft?" vroeg Molly. Hij glimlachte even, maar het was een vreug- delooze glimlach. „Natuurljjk ben ik er van overtuigd! Het spreekt vanzelf dat hij nog ge heel gevormd moet worden en ik ben heel bljj dat nooit iemand eerder getracht heeft dit te doen." Een plotseling wantrouwen besloop haar Was de man een speculant, die Rollo's talent wenschte te exploiteeren ten eigen bate? Waarom had ze aan deze mogelijkheid niet eerder gedacht? Nu voelde ze er zioh plotse ling tegenover geplaatst en wist niet wat te doen. En deze man, met een gelaat als een ivoren masker, bracht haar heelemaal in de war. Zenuwachtig zei ze: „Er is zooveel, waar over ik eens met U zou willen praten. Neemt U toch plaats! Een sigaret? Ik zal even om wijn bellen." Ze schoof hem een doos sigaret ten toe en drukte daarna op de bel, trachten de dat ellendige gevoel van nervositeit den baas te worden. Met een kort woord van dank nam Craven Ferrars een sigaret, doch hjj bleef staan „Rookt U niet?" vroeg hjj. „Neen, dank U, Ik rook zelden van avond in ieder geval niet. Wilt U werkeljjk niet gaan zitten?" Zonder hierop te antwoorden, schoof hjj een stoel voor haar san en met een vreemd ge voel van uitputting liet ze zich hierin neer vallen. Ze begon in allen ernst spijt te krijgen van dit tête-k-tête, dat ze toch zelf had ge- wenscht. Was Rollo nu maar hier hij toch zou met zjjn vroolijkheid de spanning wel ver drijven. Ze voelde det hij haar, ofschoon hjj haar niet rechtstr.-eks aankeek, nauwkeurig stonu op te nemei en dit verhoogde nog het gevoel van nervositeit. Vergeefs zocht ze naar een luchthartige opmerking, die een eind aan deze ondiagelijke situatie moest maken. Toen begon ze zich af te vragen of hjj ook in dezelfde spanning verkeerde. Het scheen vreemd voor een beroemd man als hij n.aar toch ze zag hoe zijn vingers, die de sigaret vasthielden, beefden. „He*, is aardig van U heelemaal hierheen te koiuen." vond ze eindelijk. „Ik hoorde van Rollo dat U druk aan het werk bent." Hjj stond bjj het open raam en toen hjj antwoordde, was het alsof zijn stem van heel ver kwam. „Mijn werk bestaat op het oogen- blik hoofdzakelijk uit het voorbereiden van Uw zoon op de taak. die hem wacht. Voor de repetitie van aanstaanden Maandag moet hij in de perfectie zijn moedertaal spreken." Molly leunde achterover in haar stoel en keek strak naar die lichtelijk bevende, ge voelige hand. met de lange, fjjn gevormde vingers zooals die van Rollo zooals die van Roy. Uit zjjn gezicht, dat door sigaret tenrook omhuld was, kon ze niet wijs worden het was uitdrukkingloos, met iets hau tains. Maar die smalle vingers spraken een taal hoewel ze die nog niet kon verstaan „Ik ben bljj, dat het U gelukt is hem aan het werk te zetten." zei ze. „Dat is juist wat hjj noodig heeft. Hij is zoo vol er.ergie te veel energie vaak." De man bjj het raam knikte, ten teeken dat hjj haar begreep. Daar ging de deur van de kamer open en op den drempel verscheen Awkins met een blad, waarop karaffen en glazen stonden. Dit zette hij op een hoek van de tafel, dicht bjj Molly, nut de woorden: „De oude tuin baas en zrjn vrouw zjjn naar bed gegaan, my lady. Maar, indien U nog iets noodig mocht hebben, ben ik in ieder geval bij de hand." Bij het hooren van die stem keerde Craven Ferrars zich plotseling naar hem toe. „U en ik hebben elkaar al eens eerder ontmoet," zei h„ „Het is al jaren geleden dien dag dat de jongen van zijn paard viel." „Dat klopt, sir," antwoordde Awkins. „Ik was het die hein leerde rijden." „Dat lad ik begrepen." zei Ferrars. „Nu, hjj maakte een behoorlijke buiteling, maar gelukkig zonder schadelijke gevolgen. „Ilc vraag U w excuus, sir," zei Awkins. „Maar ik heb t. gevoel dat ik U voordien ook al eens gcz.en heb. U vindt misschien dat ik wat al te ver zoek maar ik heb gehoord, dat U er leelijk afgekomen bent in den o rlog. Was U misschien bjj de Cambri-' sche Lichte Infanterie? Vergeeft U het me als ik het mis heb, maar er is iets aan U, dat me heel sterk doet denken aan een jongen kerel, wiens gezicht stukgeschoten werd." „Goeie hemel, man!" Ferrars leunde tegen de raampost en lachte een korte, harde lach. „Vraag me niets over den oorlog! Al direct tjjdens de eerste ronde was ik uitgeteld en ik kan me er niets meer van herinneren ook niet waarbij ik ingedeeld was." „Ik begrjjp het, sir," zei Awkins beleefd maar in zjjn stem had ongeloof geklonken „Ik hoop, dat U het mjj niet kwaljjk zult ne men, dat ik er naar gevraagd heb." Waarom vertel je niet aan Mr. Ferrars dat je het V.C. gewonnen hebt, Awkins?" vroeg Molly. „Het zal ons beiden zeer inte resseeren daar meer van te hooren." Awkins keek haar dankbaar aan. doch hjj zei: ,Over zulke dingen spreekt men niet, my lady. Is er nog iets dat ik voor U kan doen?" „Niets, dank je, Awkins. Maar wil je wer kelijk niet wat bljjven en ons er over ver tellen?" Beslist schudde Awkins zjjn hoofd. „Ik moet Uw ladyship vragen mij te excuseeren," zei hij. „Ik zal nazien of alles goed gesloten is en ik wensch Uw ladyship goedennacht." „Goeden nacht," zei Molly en nu waardig verliet de sergeant-majoor het vertrek. „En nu. Mr. Ferrars, schenk Uzelf in, alstublieft. Wilt U citroen?" Ferrars bleef aan het raam staan, zijn ge zicht den nacht toegekeerd. „Ik zal eerst mijn sigaret oprooken, als ik mag." zei hjj. Ze liet hem begaan, bang dat door dit ge sprek met Awkins de spanning weer was teruggekeerd. Eindelijk wierp hjj het einde van zjjn siga ret in den tuin; hij draaide zich om en keek haar opnieuw aan met dienzelfden doordrin genden blik. Langzaam en met diepe stem sprak hjj: „Ik vraag mjj af wat U eigenlijk van mjj denkt." Ze dacht dat zjjn woorden betrekking had den op hetgeen tusschen hem en Awkins was voorgevallen en snel zei ze: „Ik vrees dat de sergeant-majoor zooals Rollo hem altijd noemt een beetje te vrijpostig was. Ik vermoed dat hjj, als oud-soldaat, vond dat hjj daartoe het recht had en ik hoop dat het U niet bezeerd heeft." Dat is niet wat ik bedoel," zei hjj scherp. ..Ik vraag* mij af voor wat voor soort avon- turier U mij houdt." Ze bloosde. „Oh, nu begrijp ik U U denkt dat ik I_ wantrouw. Nu, daar heb ik zc- ker geen reden voor en ik ben U zeer dank baar dat U zooveel voor Rollo doet.." „Mjjns inziens hebt U wel degelijk redenen om mij te wantrouwen. Alles wat U van mij weet is dat ik door Geoffrey Asterbey gevon den werd als een wrak en dat ik door hem als het ware ben opgebouwd. Wie en wat ik daarvoor was weet U niet. Hebt U dan geen redenen te wantrouwen?" {Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7