Wij lazen voor RADIO TM1AI De werklooze onderwijzer moet nog wachten Moskou paraat E i B D G A R R I C U R R O U G H S - Uit de Pers van heden Goering weer beter PROGRAMMA V ETHEL M. DELL DOOR ....J No. 86. De Sheik keek lange tijd naar Korak zonder te spreken. Hij dacht aan welke vorm van marteling hij de voorkeur gaf om dit schepsel te pijnigen, dat zich tweemaal tussen hem en Meriem had gesteld. Van achter de palissade klonk het getrompetter van een olifant. Er gleed een lachje over het gezicht van Korak en hij uitte een lage, wilde kreet, voordat een van de zwarte bewakers hem dit kon beletten. Niemand wist de beteekenis van deze roep behalve Tantor in de jungle, die met zijn oren flapte op het geluid van Koraks stem. Hij be reikte de palissade en terwijl hij zijn slurf omhoog stak. snoof hij. De Sheik in zijn tent stond eindelijk op en terwijl hij naar het ge bonden slachtoffer wees, zei hij tegen twee van zijn grootste slaven. „Verbrand hem! Dadelijk!" Zij droegen Korak naar een paal op een open plek in het midden van het dorp en bonden hem daar stevig aan vast. Daarna haalden zij brandhout, dat zij hoog rondom hem opstapelde. De Sheik kwam naar het gebeuren zien. Maar Korak vertrok geen spier van zijn gezicht, zelfs niet toen de vlammen omhoog schoten. Weer uitte hij dezelfde lage kreet en deze keer antwoordde de olifant. Buiten de palissade had Tantor zijn kop tegen de houten spijlen gezet en drukte er tegen, maar de palissade was sterk en gaf slechts weinig mee onder de druk. Het geluid van Koraks stem, die hem riep en de lucht van mensen, zijn Vijanden, vervulde het grote dier met woede en wrok tegen deze barrière, die hem tegen hield. Hij drukte nogmaals tegen de houten binten. Dan keerde hij zich om, hief zijn slurf op en terwijl hij door luid ge trompetter uiting gaf aan zijn woede, liep hij in volle vaart met gebogen kop als een levende stormram van vlees, beenderen en spieren recht op de sterke afscheiding toe, die krakend ineen viel. ZONDER KOUSEN. A. B. K. (Klecrekooper) wijdt een „op- roerigen krabbel" in het Volk (S.D.A.P.) aan de klachten, welke thans in de pers de ronde doen over onvoldoende zomer- kleedij der dames. A. B. K. is het niet eens met de klagers en zegt dat de jonge vrouwen die zonder kousen („ook niet met van die korte kou sen") wandelen, veeleer een frisch en seri eus dan een lichtzinnig type vertoonen. De schrijver laakt om de methode dergenen, die tot handhaving der openbare eerbaar heid hun heil bij gemeentelijke strafveror deningen willen zoeken. Dit komt, aldus het blad, bij al zulke dingen neer op een verscheidenheid van regeling, die in zichzelf een kwaad is. Bo vendien op de willekeur van enkelen, die aan behoefte om te getuigen overhouden wath un aan breedte van inzicht en kennis van de wereld ontbreekt. Alle beschikbare voorbeelden zijn even zoovele waarschuwin gen te^cn deze locale methode. Het regelen van de volkszeden in een zaak van den algemeenen wetgever en behoort aan de zen te worden voorbehouden. DWAASHEDEN. De Standaard (anti-rev.) betoogt, dat het volk in dezen „tijd van geestelijke verwar ring" de werkelijkheid niet meer kan on derscheiden en de „gewone rhan" schèfrht met alerlei „revolutionnaire frazen", ter wijl de „normale weg tot genezing in pen dichten nevel wordt gehuld." Zoo hoorden wij, aldus het blad, van „ver lossende woorden", die moeten worden ge sproken, van risico, d.w.z. buitengewone in het dagelijksche leven onhoudbare dingen, die wij voor den Staat moeten aandurven, soms zelfs met de bijvoeging „met God" Alsof Hij ons in Zijn Woord had geleerd Hem te verzoeken. Wij vernemen van koop kracht theorieën en van denkbeelden om trent het geld en zijn kracht, die in den grond der zaak de dwaasheid zelve zijn. Het groote kwaad ook van onzen tijd is. dat de menschen de werkelijkheid van het leven niet meer kunnen zien. En dat komt, omdat zij, zoo besluit de Standaard, de ge hoorzaamheid aan het Woord des Hoeren hebben verlaten. De Schrift zegt: „wat wijs heid zouden zij dan hebben?" .GELEGENHEIDSWETGEVING." Naar aanleiding van het voornemen der regeering, de Landbouw-Crisiswet 1933 te gebruiken voor de voedselvoorziening in tij den van oorlog, merkt mr. dr. C. Ch. A. v. Haren onder het motto „Gelegenheidswet geving" in de Maasbode (r.k.) o.m. op: Wij hopen dat het vastkoppelen van twee doelstellingen het belang van den land bouw en de voorraadvorming van voedsel voor oorlogstijden aan één wet, niet tot onverwachte gevolgen aanleiding zal geven. Het is allerniinst fraai, aan de voorwaar den, waaronder een crisisproduct krachtens de Landbouw-Crisiswet kan worden ge steund, een voorwaarde te verbinden die met den steun en met den landbouw niets heeft te maken. Het beroep op het dringende van den tijd gaat niet op. Wie weet wat er gebeuren kan eer de Regeering met het aangekondigde ontwerp betreffende de economische verde diging gereed is! Daarom deed zij o.i. beter ook daar voor in een sober gehouden mach tigingswet onverwijld de noodige volmachten aan te vragen. In een dergelijke, hoe sober ook gehouden wet, zou meer met de rechtszeker heid en de belangen van importeurs en anderen rekening kunnen worden gehouden, dan in dit ontwerp is ge daan. WE DURVEN NIET MEER. Dat ons volk ,dicp gezonken", ,ver van huis" verdwaald, „verworden", enz. is, kan men dagelijks in de N.S.B.-pers lezen. Wie mocht denken, voldoende moed te bezitten, zich uit zijn droevigen staat op te kunnen richten, vergist zich terdege, want, verwor den als hij is, bezit hij zelfs niet meer die meest Hollandsche van alle Hollandsche eigenschappen: durf! Lees maar wat het Nat. Dagblad, scbriift: pe K.L.M- sukkelde reeds lang aan een tekort van geroutineerde vliegers. De Knilm is thans eveneens in de markt; Land- en Zeemacht vragen voortdurend om personeel Niettemin blijkt uit alles dat het Holland sche volk nog niet voldoende „air-minded" is; het was reeds jaren geleden te voorzien dat er plaats zou zijn voor vele goede pilo ten. Er zit niet zooveel pit en durf meer in als in vroegeren tijd, en een zeer lange welvaartsperiode heeft een goed deel van ons volk bevreesd gemaakt voor de mogelijkheid - men mag zelfs niet zoggen: waarschijn lijkheid van een tijdelijk tekort aan comfort en materieel genot. De ondernemingszin ging sterk achter uit. Onderhoud met Horthy. Maarschalk Göring. die hersteld is, heeft heden te Alt-Sternberg een uitvoerig onder houd met den Hongaarschen rijksbestuur der Horthy gehad. Horthy verblijft sedert ccnige dagen als gast van Göring in *t jacht gebied van- Sternberg. Rijksbegrooting heeft weinig perspectief. Slechts mag de aktebeziïter niet ongeschikt worden,,,. Voor de Onderwijsbegrooting 1939 wordt geraamd f 116.026.570. Toege staan voor 193S is f 112.361.033, zoo dat meer wordt aangevraagd f 3.665.537. Ten einde ook de belangen van het onder wijs in de constitutioneele geschiedenis van het Koninkrijk in Europa en overzee tot uitdrukking te doen komen, stelt de minister voor de instelling van een buitengewoon hoogleeraarschap te Utrecht. Ook worden gelden aangevraagd voor de benoeming van een gewoon hoogleeraar in den vliegtuigenbouw aan de Technische Iloogcschool te Delft. Diepzeeonderzoek. De naam van dr. ir. F. A. Vening Mci- nesz is wegens zijn vermaarde expedities voor het diepzeeonderzoek alom bekend ge worden. Als hoogleeraar aan de Rijksuni versiteit te Utrecht werd hem ook onderwijs opgedragen aan de Technische Hoogeschool. Het is geheel in overeenstemming met de werkelijke situatie, dat dit laatste uitdruk king vindt in 'n post op de begrooting voor deze Hoogeschool. Door den minister van Sociale Zaken en den minister van Onderwijs is een interde partementale commissie ingesteld om na te gaan of en, zoo ja, op welke wijze werk looze jonge onderwijzers van Regeerings- wege zouden kunnen worden geholpen, langs nog andere wegen dan dit van nor male tewerkstelling in de school. Hoewel de commissie er nog niet in is geslaagd een op lossing voor deze moeilijke materie te vin den, vertrouwt de minister niettemin, dat het haar zal gelukken een weg te vinden, waarlangs eenigermate aan de nooden van de ---vioozc aktebezitters zal kunnen wor den tegemoet gekomen. Het is den minister bekend, dat de com missie een oplossing zoekt in de richting, waarin do stichting tot verruiming van werkgelegenheid voor academiscn gevorm- den werkzaam is. Deze oplossing beoogt het nemen van maatregelen, waardoor wordt voorkomen, dat de akteliezitter, in het tijdvak, dat hij nog niet als onderwij zer werkzaam is, in geschiktheid voor het vervul ien van de betrekking van onderwij zer inboet. Het komt den minister mogelijk, voor dat 't arbeidsveld dezer stich ting. welke zich tot dusver uitslui tend hezig houdt met de academici en daarmede gelijkgestelden (zooals de bezitters van M. O. akten) zou kunnen worden uitgebreid met bo venbedoelde hulp voor de werkloo ze aktebezitters. Uit bovenstaande zal blijken, dat het op dit oogenblik nog niet mogelijk is een be drag aan te geven, dat met een en ander zal zijn gemoeid. Daar de minister er niet temin prijs op stelt van een en ander mede- dec'-'ng aan de Staten Generaal te doen, heeft hij het voorstel gedaan het betreffen de artikel met f 1.te verhoogen. Bij ongewijzigde aanneming van dit arti kel door de Staten Generaal zal de minis ter zich gerechtigd achten de noodige uit gaven voor het boven aangegeven doel te doen. Constant op oorlog voorbereid. Er zijn geen teekenen, die erop wijzen, dat Rusland zichd oor middel van bijzon dere militaire maatregelen voorbereid houdt. In verband hiermede zij echter her innerd «an woorden van Stalin; „De Sovjet Unie moet constant op een oorlog voorbe reid ziin, zoodat zij niet onvoorbereid over vallen zal kunnen worden." Een deel van de roode vloot ligt, zegt Un. Press, momenteel.in de Baltische en Zwar te Zee, een ander deel in den Stillen Oce aan, waar de jaarlijksche manoeuvres wor den gehouden. Het staande leger telt 1.300.000 man, waar van meer dan de helft in Europa, voorna melijk langs de grens bij de Wit-Russischo Ockraine. waar maehtige versterkingen zirh van de Baltische Zee naar Zwarte Zee uit strekken. De routinc-luchtoefeningcn en die tegen luchtaanvallen worden geregeld gehouden, doch men ziet niet meer uniformen dan ge woonlijk in de straten. De sovjet-delegatie deelt mede, dat de Russische regeering aan Ts.jecho-Slowaki.je de verzekering gegeven heeft, dat Rusland zal vechten, indien Frankrijk eveneens be reid is. de wapens op te nemen. Op de desbetreffende vraag der Tsjechi sche regcering heeft Rusland geantwoord, dat het zijn verplichtingen zal nakomen, indien Frankrijk hetzelfde doet. Roemenië zal Tsjecho Slowakije niet helpen. Aan deze Russische toezegging Heeft Praag zeer weinig, omdat het Tsjecho Slowaak- sche grondgebied van het Russische is ge scheiden door Polen en Roemenië. Zoolang de Kleine Entente voldoende krachtig was moest men aannemen, dat Roemenië aan de Sovjettroepen doorgang over zijn gebied zou verleencn, maar de mi litaire macht van het Derde Rijk en de aar zelende houding van Frankrijk en Engeland hebben ook deze Kleine Entente uit elkaar doen vallen, zoodat Rusland slechts langs onwettige wegen Praag te hulp zou kunnen komen. DONDERDAG 22 SEPTEMBER 1988. Hilversum I, 1875 m. AVRO-Uitzendii.g. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten), 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Omroeporkest en declamatie. (Om 12.15 Berichten). 12.30 Gramofoonmuziek. I.15 De Palladians. 2.00 Interview. 2.30 Ensemole Jonny Kroon en gramofoonmuz, 4.00 Voor de zieken. 4.30 Vioolvoordracht met pianobegeleiding. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 AVRO-Amusementsorkest. 6.30 Sportpraatje. 7.00 AVRO-Dansorkest m.m.v. soliste. 7.30 Causerie ,,Ls Pan-Arabië het levens, werk van Ibn-Saoed een utopie?" 8.00 Berichten ANP, Mededeelingen. 8.15 Omroeporkest, de Koninklijke Oratorium, vereeniging „Kerkgezang" en solisten. 9.15 Radiotooneel. 9.45 „VRO-Amusementsorkest m.m.v. soliste, 10.30 Gramofoonmuziek met toelichting. II.00 Berichten ANP, Gramofoonmuziek. 11.45—12.00 Orgelspel. Hilversum U, 301,5 en 415,5 m. 8.00—9.15 I'.RO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.0012.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.), 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 KRO-orkest. (1.001.20 Gramofoonmuziek). 2.00 Handwerkuurtje. 3.00 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Cursus .ïandenarbeid voor de „iug:'. 5.30 Orgelspel. (6.006.05 Pauze). 6.30 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Reportage, eventueel gramofoonmu 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Berichten 8.15 NCRV-orkest. 8.30 Causerie „Waarom een Christelijke Pad- vindersvereeniging 8.45 Vervolg concert. 9.05 Causerie over het werk van de Nederland- sche Christ. Vereeniging van Padvinders. 9.20 Vervolg concert. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Vervolg concert. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.5012.00 Schriftlezing. FEUILLETON. 49. Maar zijn houding dwong haar als het ware en met veel moeite gelukte het haar zich te beheerschen. Het zou laf zijn zich zoo te laten gaan en wat moest Ivor wel van haar denken Ze keek naar hem op met een zwak glim lachje. „Ik ben alweer in orde," zei ze. >-Wer- kelijk, er is niets aan de hand vergeef het me maar! En jij mag zoomaar niet opstaan. Weet ie wel heel zeker dat er niet iets ver- ke'èrd jg iets met Rollo bijvoorbeeld? vroeg hij, haar scherp aankijkende. Nee werkelijk niets." verzekerde ze na drukkelijk. „Ik ben alleen maar moe. Maar vind je dat niet toevallig? Rollo ^was ook in Tregant. Zaterdag gaan ze weg." „Ze?" vroeg Ivor. Zonder aarzelen zei ze: „Ja, hjj. Dr. Asterby en Mr. Ferrars - ze waren alle drie in de herberg gelogeerd. Rollo is hard aan het werk, hjj moet zijn rol leeren voor het stuk, waarin hij binnenkort zijn debuut zal maken. Aan staande weok beginner de repetities. Het ging gemakkelijker met ieder woord, dat ze zei. Ze was weer teruggekeerd in de kooi en elke gedachte aan die vlucht in de open lucht moet verbannen worden. En Ivor geloofde l.aar. „Ik ben blij dat de Jongen nu werkt en een kans krijgt. zei hij. „Maar je had jezelf niet zoo mogen vermoeien dat was heelemaal niet noodig." „Oh, let maar niet op mij!" zei ze snel. „Ver tel me liever eens iets over jezelf en hoe je het tijdens mijn afwezigheid gehad hebt." Graag ging hjj hierop in. Hij had haar aan dacht gemist en wilde zich daarvoor nu scha deloos stellen. Nadat ze thee gedronken hadden, wilde hij per sé dat ze heel rustig in haar stoel zou blijven zitten. „Ik zal bljj zijn als Rose er is om voor je te zorgen," zei hij. „Vrijdag komt ze naar de stad," zei Molly. „Dan zijn al de kinderen weer naar school." „Dat herinnert mij er aan dat Vivian gis teren hier bij mij geweest is," zei Ivor. „Hij moest toevallig in Londen zijn om een school vriend te ontmoeten. Ik vind dat hij gegroeid is; hij ziet er uitstekend uit en ik geloof dat hij veel belooft voor de toekomst." „Ik ben blij dat hrj je opgezocht heeft," zei Molly en ze voegde er niet aan toe hoezeer dit bezoek haar verraste. Ivor glimlachte. „Ja, ik was ook big. Je kunt trotsch op je zoon zijn, mijn lieve; hjj zal het Hu's Aubreystone eer aandoen." „Ik ik hoop het," stotterde Molly. Opnieuw voelde ze hoe alles, wat ze zoo graag weg had willen duwen, weer met kracht op haar kwam aanstormen. Vivian Aldyth allemaal nauwelijks had ze aan hen ge dacht... „Ik ben heel blij dat hij bij je geweest is," herhaalde ze zwakjes. „Ik ben heel tevreden over hem." zei Ivor nadrukkeljjk. „Hij zal de oude tradities hand haven. Ik moet zien Caroline over te halen hem in te wijden in het beheer van het land goed. wanneer hij weer vacantie heeft." Molly mompelde iets, ze wist zelf niet wat: maar hjj verwachtte ook geen antwoord. Hij wilde dat ze stil zou blijven zitten en wat pro- beeren uit te rusten van de reis. Hg bleef zoo een tijdlang doorpraten over de familie-aangelegenheden en hieruit leidde ze af dat hij gedurende zijn ziekte meer over zijn kinderen had nagedacht dan ooit daar voor. Toen het eindelijk tijd was om te gaan, kwam hij onverwachts op het onderwerp Rollo terug. „Het doet mij pleizier voor jou dat je hem gezien hebt," zei hij. „Ik hoop dat je nu wat geruster bent op zijn toekomst. En die acteur wat is hjj voor iemand? Heb je iets meer over hem te weten kunnen komen?" De vraag kwam onverwacht en ze voelde een hevige ojjn in haar hart. Maar ze wist zich te beheerschen en rustig antwoordde ze: „Hij is heel betrouwbaar en ik ben er van over tuigd dat hij in staat is het beste uit Rollo te halen wat in hem zit." „Heb je hem ontmoet?" vroeg Ivor. „Ja, ik heb hem ontmoet." „En wat is hjj voor een man?" „Hjj ziet er precies zoo uit als de foto's in de bladen hem weergeven." „Nu, ik twijfel er aan of hjj er in zal slagen het Engelsche publiek voor zich te winnen. De tijd zal het moeten leeren," merkte Ivor op. „Nu. mijn lieve, ik hoop dat je goed zult slapen. Ik zou maar eens vroeg naar bed gaan als ik jou was." Ze beloofde het en nam afscheid van hem. Nog nooit had ze zoo naar de eenzaamheid verlangd als nu. De gebeurtenissen van den dag hadden haar erg aangepakt. Vooral deze vuurproef was meer geweest dan haar krach ten konden dragen. Ze had gedacht bjj Ivor een toevlucht te vinden. Hoe was het mogeljjk dat ze niet beseft had hoe moeilijk een ont- ontmoeting met hem moest zijn! In haar kamer in het hotel liep ze op en neer als een opgejaagd dier. Wat moest ze doen Waar moest ze heen Zou haar leven in de toekomst een warnet van leugens zijn? Ze wist geen uitweg meer ze wist niet waarheen zich te wenden! Haar vertrouwen was geschokt en ze wist niet hoe ze den moed moest vinden verder te leven. Haar eenige troost lag in het feit dat ze Rollo veilig wist. Ze had hem toevertrouwd aan den eenigen mensch ter wereld, voor wien zjjn welzijn evenveel beteekende als voor haar zelf. Die last tenminste en het was een zware last geweest was van haar schou ders genomen. Maar dien last had ze oh zoo gaarne gedragen, want het was juist Rollo geweest die het leven voor haar de moeite waard had gemaakt het leven, dat ze ge kozen had terwille van hem! Voor hem had ze zichzelve geofferd. Nu was hjj van haar weg, maar ze zou zichzelve moeten bljjven offeren... Hoe moest ze dit dragen nu ze alles wist Hoe kon ze nu nog verder leven? Ze was ge bonden met knellende banden en alleen de dood kon haar van die banden verlossen. Als ze had kunnen bidden, zou ze gesmeekt hebben te mogen sterven. HOOFDSTUK XL. De Keuze. Ze had willen doen, wat ze Ivor beloofd had en vroeg naar bed gaan, maar ze was daar veel te onrustig voor. Een attent kamermeisje had haar wat eten op een blad boven gebracht, maar het bleef onaangeroerd in een hoek op een tafeltje staan - ze kon er zelfs niet naar krjken. Van vermoeidheid viel ze eindelijk neer op de sofa, te uitgeput om nog langer zoo heen en weer te bljjven loopen. Maar de pjjnigende gedachten lieten haar niet met rust; ze zat met haar hoofd in haar handen en steunde luid. Oh, als ze toch maar kon sterven als ze toch maar kon sterven! Het was negen uur toen plotseling het luide gerinkel van de telefoonschel haar deed op schrikken. Bevend ging ze naar het toestel toe en nam den hoorn van den haak. „Molly. ben jjj dat?" hoorde ze. „Je spreekt met Geoffrey. Ik ben toch vandaag al naar Londen gekomen. Mag ik je nog komen be zoeken, of ben je te moe?" Een weldadig gevoel van warmte door stroomde haar. Geoffrey! Ze had Geoffrey ver geten! En hjj wist alles, daar was ze zeker van: hii zou haar misschien kunnen helpen! Ze slikte een paar tranen weg en haperend zei ze: „Oh. Geoffrey ja! Kom gauw zoo gauw als je kunt!" „Goed," antwoordde hjj en direct belde hjj af. zonder verder woorden te verspillen. Even later klopte de liftjongen aan en met zijn schrille, hooge jongensstem zei hjj: „Hier is Dr. Asterby om U te bezoeken, my lady!" De tijd van wachten had haar eindeloos lang toegeschenen. Met knikkende knieën stond ze op en ontsloot de deur. Daar stond Geoffrey voor haar, geleund op zijn stokken. Hij knikte haar vriendelijk toe en onwillekeurig wilde ze hem haar hand reiken. Het was vreemd, maar bij hem vergat ze alljjd dat hjj invalide was. Nu raakte haar hand zijn schouder aan en het contact gaf haar een gevoel van rust. „Kom gauw binnen," zei ze. „Er is daar in dien hoek gedekt. Wil je niet eerst wat eten?" „Dat heb ik in den trein al gedaan," ant woordde Geoffrey. „Maar ik zie dat jjj nog niets gegeten hebt. Zoo moet je niet doen, Molly. Het is maar goed dat ik hier gekomen ben." Stil knikte ze. Ze wist dat als ze nu zou spreken, ze zich niet langer goed zou kunnen houden. Ze sloot de deur achter hem af en wees hem een stoel. „Dank je dat je me hebt toegestaan te komen," zei hrj. „Nu moet je eerst wat eten, Molly ik zal toezien." Ze trachtte te weigeren, maar daar wilde hij niet van weten en met trage tanden at ze wat. om hem genoegen te doen. „Zoo is het beter," zei hjj. nadat ze haar maal beëindigd had met- een glas water, dat ze gulzig leegdronk. „Straks zul je nog wat eten. Ja. dank je. ik zal hier gaan zitten. Zeg, Mollv. het wordt tijd dat Je wat beter op jezelf past." Ze voelde een brok in haar keel. dat ze met moeite wegslikte. Hoe goed was het te weten dat ze iemand had. op wien ze kon steunen iemand, die alles wist. Ze zat naast hem neer en zei: „Wat prettig dat je gekomer bent." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7