Wij lazen voor
RADIO
TM1AI
De werklooze onderwijzer
moet nog wachten
Moskou paraat
E
i B
D G A R R I C
U R R O U G H
S
- Uit de Pers van heden
Goering weer beter
PROGRAMMA
V
ETHEL M. DELL
DOOR
....J
No. 86.
De Sheik keek lange tijd naar Korak zonder
te spreken. Hij dacht aan welke vorm van
marteling hij de voorkeur gaf om dit schepsel
te pijnigen, dat zich tweemaal tussen hem en
Meriem had gesteld. Van achter de palissade
klonk het getrompetter van een olifant. Er
gleed een lachje over het gezicht van Korak
en hij uitte een lage, wilde kreet, voordat een
van de zwarte bewakers hem dit kon beletten.
Niemand wist de beteekenis van deze roep
behalve Tantor in de jungle, die met zijn oren
flapte op het geluid van Koraks stem. Hij be
reikte de palissade en terwijl hij zijn slurf
omhoog stak. snoof hij. De Sheik in zijn tent
stond eindelijk op en terwijl hij naar het ge
bonden slachtoffer wees, zei hij tegen twee
van zijn grootste slaven. „Verbrand hem!
Dadelijk!" Zij droegen Korak naar een paal
op een open plek in het midden van het dorp
en bonden hem daar stevig aan vast. Daarna
haalden zij brandhout, dat zij hoog rondom
hem opstapelde. De Sheik kwam naar het
gebeuren zien. Maar Korak vertrok geen spier
van zijn gezicht, zelfs niet toen de vlammen
omhoog schoten. Weer uitte hij dezelfde lage
kreet en deze keer antwoordde de olifant.
Buiten de palissade had Tantor zijn kop tegen
de houten spijlen gezet en drukte er tegen,
maar de palissade was sterk en gaf slechts
weinig mee onder de druk. Het geluid van
Koraks stem, die hem riep en de lucht van
mensen, zijn Vijanden, vervulde het grote dier
met woede en wrok tegen deze barrière, die
hem tegen hield. Hij drukte nogmaals tegen
de houten binten. Dan keerde hij zich om,
hief zijn slurf op en terwijl hij door luid ge
trompetter uiting gaf aan zijn woede, liep hij
in volle vaart met gebogen kop als een
levende stormram van vlees, beenderen en
spieren recht op de sterke afscheiding toe, die
krakend ineen viel.
ZONDER KOUSEN.
A. B. K. (Klecrekooper) wijdt een „op-
roerigen krabbel" in het Volk (S.D.A.P.)
aan de klachten, welke thans in de pers
de ronde doen over onvoldoende zomer-
kleedij der dames.
A. B. K. is het niet eens met de klagers
en zegt dat de jonge vrouwen die zonder
kousen („ook niet met van die korte kou
sen") wandelen, veeleer een frisch en seri
eus dan een lichtzinnig type vertoonen. De
schrijver laakt om de methode dergenen,
die tot handhaving der openbare eerbaar
heid hun heil bij gemeentelijke strafveror
deningen willen zoeken.
Dit komt, aldus het blad, bij al zulke
dingen neer op een verscheidenheid van
regeling, die in zichzelf een kwaad is. Bo
vendien op de willekeur van enkelen, die
aan behoefte om te getuigen overhouden
wath un aan breedte van inzicht en kennis
van de wereld ontbreekt. Alle beschikbare
voorbeelden zijn even zoovele waarschuwin
gen te^cn deze locale methode. Het regelen
van de volkszeden in een zaak van den
algemeenen wetgever en behoort aan de
zen te worden voorbehouden.
DWAASHEDEN.
De Standaard (anti-rev.) betoogt, dat het
volk in dezen „tijd van geestelijke verwar
ring" de werkelijkheid niet meer kan on
derscheiden en de „gewone rhan" schèfrht
met alerlei „revolutionnaire frazen", ter
wijl de „normale weg tot genezing in pen
dichten nevel wordt gehuld."
Zoo hoorden wij, aldus het blad, van „ver
lossende woorden", die moeten worden ge
sproken, van risico, d.w.z. buitengewone in
het dagelijksche leven onhoudbare dingen,
die wij voor den Staat moeten aandurven,
soms zelfs met de bijvoeging „met God"
Alsof Hij ons in Zijn Woord had geleerd
Hem te verzoeken. Wij vernemen van koop
kracht theorieën en van denkbeelden om
trent het geld en zijn kracht, die in den
grond der zaak de dwaasheid zelve zijn.
Het groote kwaad ook van onzen tijd is.
dat de menschen de werkelijkheid van het
leven niet meer kunnen zien. En dat komt,
omdat zij, zoo besluit de Standaard, de ge
hoorzaamheid aan het Woord des Hoeren
hebben verlaten. De Schrift zegt: „wat wijs
heid zouden zij dan hebben?"
.GELEGENHEIDSWETGEVING."
Naar aanleiding van het voornemen der
regeering, de Landbouw-Crisiswet 1933 te
gebruiken voor de voedselvoorziening in tij
den van oorlog, merkt mr. dr. C. Ch. A. v.
Haren onder het motto „Gelegenheidswet
geving" in de Maasbode (r.k.) o.m. op:
Wij hopen dat het vastkoppelen van twee
doelstellingen het belang van den land
bouw en de voorraadvorming van voedsel
voor oorlogstijden aan één wet, niet tot
onverwachte gevolgen aanleiding zal geven.
Het is allerniinst fraai, aan de voorwaar
den, waaronder een crisisproduct krachtens
de Landbouw-Crisiswet kan worden ge
steund, een voorwaarde te verbinden die
met den steun en met den landbouw niets
heeft te maken.
Het beroep op het dringende van den tijd
gaat niet op. Wie weet wat er gebeuren kan
eer de Regeering met het aangekondigde
ontwerp betreffende de economische verde
diging gereed is!
Daarom deed zij o.i. beter ook daar
voor in een sober gehouden mach
tigingswet onverwijld de noodige
volmachten aan te vragen. In een
dergelijke, hoe sober ook gehouden
wet, zou meer met de rechtszeker
heid en de belangen van importeurs
en anderen rekening kunnen worden
gehouden, dan in dit ontwerp is ge
daan.
WE DURVEN NIET MEER.
Dat ons volk ,dicp gezonken", ,ver van
huis" verdwaald, „verworden", enz. is, kan
men dagelijks in de N.S.B.-pers lezen. Wie
mocht denken, voldoende moed te bezitten,
zich uit zijn droevigen staat op te kunnen
richten, vergist zich terdege, want, verwor
den als hij is, bezit hij zelfs niet meer die
meest Hollandsche van alle Hollandsche
eigenschappen: durf! Lees maar wat het
Nat. Dagblad, scbriift:
pe K.L.M- sukkelde reeds lang aan een
tekort van geroutineerde vliegers. De Knilm
is thans eveneens in de markt; Land- en
Zeemacht vragen voortdurend om personeel
Niettemin blijkt uit alles dat het Holland
sche volk nog niet voldoende „air-minded"
is; het was reeds jaren geleden te voorzien
dat er plaats zou zijn voor vele goede pilo
ten.
Er zit niet zooveel pit en durf meer
in als in vroegeren tijd, en een
zeer lange welvaartsperiode heeft
een goed deel van ons volk bevreesd
gemaakt voor de mogelijkheid - men
mag zelfs niet zoggen: waarschijn
lijkheid van een tijdelijk tekort
aan comfort en materieel genot. De
ondernemingszin ging sterk achter
uit.
Onderhoud met Horthy.
Maarschalk Göring. die hersteld is, heeft
heden te Alt-Sternberg een uitvoerig onder
houd met den Hongaarschen rijksbestuur
der Horthy gehad. Horthy verblijft sedert
ccnige dagen als gast van Göring in *t jacht
gebied van- Sternberg.
Rijksbegrooting heeft weinig
perspectief.
Slechts mag de aktebeziïter niet
ongeschikt worden,,,.
Voor de Onderwijsbegrooting 1939
wordt geraamd f 116.026.570. Toege
staan voor 193S is f 112.361.033, zoo
dat meer wordt aangevraagd
f 3.665.537.
Ten einde ook de belangen van het onder
wijs in de constitutioneele geschiedenis van
het Koninkrijk in Europa en overzee tot
uitdrukking te doen komen, stelt de minister
voor de instelling van een buitengewoon
hoogleeraarschap te Utrecht.
Ook worden gelden aangevraagd voor de
benoeming van een gewoon hoogleeraar in
den vliegtuigenbouw aan de Technische
Iloogcschool te Delft.
Diepzeeonderzoek.
De naam van dr. ir. F. A. Vening Mci-
nesz is wegens zijn vermaarde expedities
voor het diepzeeonderzoek alom bekend ge
worden. Als hoogleeraar aan de Rijksuni
versiteit te Utrecht werd hem ook onderwijs
opgedragen aan de Technische Hoogeschool.
Het is geheel in overeenstemming met de
werkelijke situatie, dat dit laatste uitdruk
king vindt in 'n post op de begrooting voor
deze Hoogeschool.
Door den minister van Sociale Zaken en
den minister van Onderwijs is een interde
partementale commissie ingesteld om na te
gaan of en, zoo ja, op welke wijze werk
looze jonge onderwijzers van Regeerings-
wege zouden kunnen worden geholpen,
langs nog andere wegen dan dit van nor
male tewerkstelling in de school. Hoewel de
commissie er nog niet in is geslaagd een op
lossing voor deze moeilijke materie te vin
den, vertrouwt de minister niettemin, dat
het haar zal gelukken een weg te vinden,
waarlangs eenigermate aan de nooden van
de ---vioozc aktebezitters zal kunnen wor
den tegemoet gekomen.
Het is den minister bekend, dat de com
missie een oplossing zoekt in de richting,
waarin do stichting tot verruiming van
werkgelegenheid voor academiscn gevorm-
den werkzaam is. Deze oplossing beoogt
het nemen van maatregelen, waardoor
wordt voorkomen, dat de akteliezitter, in
het tijdvak, dat hij nog niet als onderwij
zer werkzaam is, in geschiktheid voor het
vervul ien van de betrekking van onderwij
zer inboet.
Het komt den minister mogelijk,
voor dat 't arbeidsveld dezer stich
ting. welke zich tot dusver uitslui
tend hezig houdt met de academici
en daarmede gelijkgestelden (zooals
de bezitters van M. O. akten) zou
kunnen worden uitgebreid met bo
venbedoelde hulp voor de werkloo
ze aktebezitters.
Uit bovenstaande zal blijken, dat het op
dit oogenblik nog niet mogelijk is een be
drag aan te geven, dat met een en ander
zal zijn gemoeid. Daar de minister er niet
temin prijs op stelt van een en ander mede-
dec'-'ng aan de Staten Generaal te doen,
heeft hij het voorstel gedaan het betreffen
de artikel met f 1.te verhoogen.
Bij ongewijzigde aanneming van dit arti
kel door de Staten Generaal zal de minis
ter zich gerechtigd achten de noodige uit
gaven voor het boven aangegeven doel te
doen.
Constant op oorlog voorbereid.
Er zijn geen teekenen, die erop wijzen,
dat Rusland zichd oor middel van bijzon
dere militaire maatregelen voorbereid
houdt. In verband hiermede zij echter her
innerd «an woorden van Stalin; „De Sovjet
Unie moet constant op een oorlog voorbe
reid ziin, zoodat zij niet onvoorbereid over
vallen zal kunnen worden."
Een deel van de roode vloot ligt, zegt Un.
Press, momenteel.in de Baltische en Zwar
te Zee, een ander deel in den Stillen Oce
aan, waar de jaarlijksche manoeuvres wor
den gehouden.
Het staande leger telt 1.300.000 man, waar
van meer dan de helft in Europa, voorna
melijk langs de grens bij de Wit-Russischo
Ockraine. waar maehtige versterkingen zirh
van de Baltische Zee naar Zwarte Zee uit
strekken.
De routinc-luchtoefeningcn en die tegen
luchtaanvallen worden geregeld gehouden,
doch men ziet niet meer uniformen dan ge
woonlijk in de straten.
De sovjet-delegatie deelt mede, dat de
Russische regeering aan Ts.jecho-Slowaki.je
de verzekering gegeven heeft, dat Rusland
zal vechten, indien Frankrijk eveneens be
reid is. de wapens op te nemen.
Op de desbetreffende vraag der Tsjechi
sche regcering heeft Rusland geantwoord,
dat het zijn verplichtingen zal nakomen,
indien Frankrijk hetzelfde doet.
Roemenië zal Tsjecho Slowakije
niet helpen.
Aan deze Russische toezegging Heeft Praag
zeer weinig, omdat het Tsjecho Slowaak-
sche grondgebied van het Russische is ge
scheiden door Polen en Roemenië.
Zoolang de Kleine Entente voldoende
krachtig was moest men aannemen, dat
Roemenië aan de Sovjettroepen doorgang
over zijn gebied zou verleencn, maar de mi
litaire macht van het Derde Rijk en de aar
zelende houding van Frankrijk en Engeland
hebben ook deze Kleine Entente uit elkaar
doen vallen, zoodat Rusland slechts langs
onwettige wegen Praag te hulp zou kunnen
komen.
DONDERDAG 22 SEPTEMBER 1988.
Hilversum I, 1875 m.
AVRO-Uitzendii.g.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten),
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Omroeporkest en declamatie.
(Om 12.15 Berichten).
12.30 Gramofoonmuziek.
I.15 De Palladians.
2.00 Interview.
2.30 Ensemole Jonny Kroon en gramofoonmuz,
4.00 Voor de zieken.
4.30 Vioolvoordracht met pianobegeleiding.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 AVRO-Amusementsorkest.
6.30 Sportpraatje.
7.00 AVRO-Dansorkest m.m.v. soliste.
7.30 Causerie ,,Ls Pan-Arabië het levens,
werk van Ibn-Saoed een utopie?"
8.00 Berichten ANP, Mededeelingen.
8.15 Omroeporkest, de Koninklijke Oratorium,
vereeniging „Kerkgezang" en solisten.
9.15 Radiotooneel.
9.45 „VRO-Amusementsorkest m.m.v. soliste,
10.30 Gramofoonmuziek met toelichting.
II.00 Berichten ANP, Gramofoonmuziek.
11.45—12.00 Orgelspel.
Hilversum U, 301,5 en 415,5 m.
8.00—9.15 I'.RO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.0012.00 NCRV.
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.),
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstige causerie.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 KRO-orkest.
(1.001.20 Gramofoonmuziek).
2.00 Handwerkuurtje.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.00 Cursus .ïandenarbeid voor de „iug:'.
5.30 Orgelspel. (6.006.05 Pauze).
6.30 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Journalistiek weekoverzicht.
7.45 Reportage, eventueel gramofoonmu
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Berichten
8.15 NCRV-orkest.
8.30 Causerie „Waarom een Christelijke Pad-
vindersvereeniging
8.45 Vervolg concert.
9.05 Causerie over het werk van de Nederland-
sche Christ. Vereeniging van Padvinders.
9.20 Vervolg concert.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Vervolg concert.
10.45 Gymnastiekles.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
FEUILLETON.
49.
Maar zijn houding dwong haar als het ware
en met veel moeite gelukte het haar zich te
beheerschen. Het zou laf zijn zich zoo te
laten gaan en wat moest Ivor wel van haar
denken
Ze keek naar hem op met een zwak glim
lachje. „Ik ben alweer in orde," zei ze. >-Wer-
kelijk, er is niets aan de hand vergeef het
me maar! En jij mag zoomaar niet opstaan.
Weet ie wel heel zeker dat er niet iets ver-
ke'èrd jg iets met Rollo bijvoorbeeld?
vroeg hij, haar scherp aankijkende.
Nee werkelijk niets." verzekerde ze na
drukkelijk. „Ik ben alleen maar moe. Maar
vind je dat niet toevallig? Rollo ^was ook in
Tregant. Zaterdag gaan ze weg."
„Ze?" vroeg Ivor.
Zonder aarzelen zei ze: „Ja, hjj. Dr. Asterby
en Mr. Ferrars - ze waren alle drie in de
herberg gelogeerd. Rollo is hard aan het werk,
hjj moet zijn rol leeren voor het stuk, waarin
hij binnenkort zijn debuut zal maken. Aan
staande weok beginner de repetities.
Het ging gemakkelijker met ieder woord,
dat ze zei. Ze was weer teruggekeerd in de
kooi en elke gedachte aan die vlucht in de
open lucht moet verbannen worden.
En Ivor geloofde l.aar. „Ik ben blij dat de
Jongen nu werkt en een kans krijgt. zei hij.
„Maar je had jezelf niet zoo mogen vermoeien
dat was heelemaal niet noodig."
„Oh, let maar niet op mij!" zei ze snel. „Ver
tel me liever eens iets over jezelf en hoe je het
tijdens mijn afwezigheid gehad hebt."
Graag ging hjj hierop in. Hij had haar aan
dacht gemist en wilde zich daarvoor nu scha
deloos stellen.
Nadat ze thee gedronken hadden, wilde hij
per sé dat ze heel rustig in haar stoel zou
blijven zitten.
„Ik zal bljj zijn als Rose er is om voor je
te zorgen," zei hij.
„Vrijdag komt ze naar de stad," zei Molly.
„Dan zijn al de kinderen weer naar school."
„Dat herinnert mij er aan dat Vivian gis
teren hier bij mij geweest is," zei Ivor. „Hij
moest toevallig in Londen zijn om een school
vriend te ontmoeten. Ik vind dat hij gegroeid
is; hij ziet er uitstekend uit en ik geloof dat
hij veel belooft voor de toekomst."
„Ik ben blij dat hrj je opgezocht heeft," zei
Molly en ze voegde er niet aan toe hoezeer dit
bezoek haar verraste.
Ivor glimlachte. „Ja, ik was ook big. Je
kunt trotsch op je zoon zijn, mijn lieve; hjj
zal het Hu's Aubreystone eer aandoen."
„Ik ik hoop het," stotterde Molly.
Opnieuw voelde ze hoe alles, wat ze zoo
graag weg had willen duwen, weer met kracht
op haar kwam aanstormen. Vivian Aldyth
allemaal nauwelijks had ze aan hen ge
dacht...
„Ik ben heel blij dat hij bij je geweest is,"
herhaalde ze zwakjes.
„Ik ben heel tevreden over hem." zei Ivor
nadrukkeljjk. „Hij zal de oude tradities hand
haven. Ik moet zien Caroline over te halen
hem in te wijden in het beheer van het land
goed. wanneer hij weer vacantie heeft."
Molly mompelde iets, ze wist zelf niet wat:
maar hjj verwachtte ook geen antwoord. Hij
wilde dat ze stil zou blijven zitten en wat pro-
beeren uit te rusten van de reis.
Hg bleef zoo een tijdlang doorpraten over
de familie-aangelegenheden en hieruit leidde
ze af dat hij gedurende zijn ziekte meer over
zijn kinderen had nagedacht dan ooit daar
voor.
Toen het eindelijk tijd was om te gaan,
kwam hij onverwachts op het onderwerp Rollo
terug.
„Het doet mij pleizier voor jou dat je hem
gezien hebt," zei hij. „Ik hoop dat je nu wat
geruster bent op zijn toekomst. En die acteur
wat is hjj voor iemand? Heb je iets meer
over hem te weten kunnen komen?"
De vraag kwam onverwacht en ze voelde
een hevige ojjn in haar hart. Maar ze wist zich
te beheerschen en rustig antwoordde ze: „Hij
is heel betrouwbaar en ik ben er van over
tuigd dat hij in staat is het beste uit Rollo te
halen wat in hem zit."
„Heb je hem ontmoet?" vroeg Ivor.
„Ja, ik heb hem ontmoet."
„En wat is hjj voor een man?"
„Hjj ziet er precies zoo uit als de foto's in
de bladen hem weergeven."
„Nu, ik twijfel er aan of hjj er in zal slagen
het Engelsche publiek voor zich te winnen.
De tijd zal het moeten leeren," merkte Ivor
op. „Nu. mijn lieve, ik hoop dat je goed zult
slapen. Ik zou maar eens vroeg naar bed gaan
als ik jou was."
Ze beloofde het en nam afscheid van hem.
Nog nooit had ze zoo naar de eenzaamheid
verlangd als nu. De gebeurtenissen van den
dag hadden haar erg aangepakt. Vooral deze
vuurproef was meer geweest dan haar krach
ten konden dragen. Ze had gedacht bjj Ivor
een toevlucht te vinden. Hoe was het mogeljjk
dat ze niet beseft had hoe moeilijk een ont-
ontmoeting met hem moest zijn!
In haar kamer in het hotel liep ze op en
neer als een opgejaagd dier. Wat moest ze
doen Waar moest ze heen Zou haar leven
in de toekomst een warnet van leugens zijn?
Ze wist geen uitweg meer ze wist niet
waarheen zich te wenden! Haar vertrouwen
was geschokt en ze wist niet hoe ze den moed
moest vinden verder te leven.
Haar eenige troost lag in het feit dat ze
Rollo veilig wist. Ze had hem toevertrouwd
aan den eenigen mensch ter wereld, voor wien
zjjn welzijn evenveel beteekende als voor haar
zelf. Die last tenminste en het was een
zware last geweest was van haar schou
ders genomen. Maar dien last had ze oh zoo
gaarne gedragen, want het was juist Rollo
geweest die het leven voor haar de moeite
waard had gemaakt het leven, dat ze ge
kozen had terwille van hem! Voor hem had ze
zichzelve geofferd. Nu was hjj van haar weg,
maar ze zou zichzelve moeten bljjven offeren...
Hoe moest ze dit dragen nu ze alles wist
Hoe kon ze nu nog verder leven? Ze was ge
bonden met knellende banden en alleen de
dood kon haar van die banden verlossen. Als
ze had kunnen bidden, zou ze gesmeekt hebben
te mogen sterven.
HOOFDSTUK XL.
De Keuze.
Ze had willen doen, wat ze Ivor beloofd had
en vroeg naar bed gaan, maar ze was daar
veel te onrustig voor. Een attent kamermeisje
had haar wat eten op een blad boven gebracht,
maar het bleef onaangeroerd in een hoek op
een tafeltje staan - ze kon er zelfs niet naar
krjken.
Van vermoeidheid viel ze eindelijk neer op
de sofa, te uitgeput om nog langer zoo heen
en weer te bljjven loopen. Maar de pjjnigende
gedachten lieten haar niet met rust; ze zat
met haar hoofd in haar handen en steunde
luid. Oh, als ze toch maar kon sterven als
ze toch maar kon sterven!
Het was negen uur toen plotseling het luide
gerinkel van de telefoonschel haar deed op
schrikken. Bevend ging ze naar het toestel
toe en nam den hoorn van den haak.
„Molly. ben jjj dat?" hoorde ze. „Je spreekt
met Geoffrey. Ik ben toch vandaag al naar
Londen gekomen. Mag ik je nog komen be
zoeken, of ben je te moe?"
Een weldadig gevoel van warmte door
stroomde haar. Geoffrey! Ze had Geoffrey ver
geten! En hjj wist alles, daar was ze zeker
van: hii zou haar misschien kunnen helpen!
Ze slikte een paar tranen weg en haperend
zei ze: „Oh. Geoffrey ja! Kom gauw zoo
gauw als je kunt!"
„Goed," antwoordde hjj en direct belde hjj
af. zonder verder woorden te verspillen.
Even later klopte de liftjongen aan en met
zijn schrille, hooge jongensstem zei hjj: „Hier
is Dr. Asterby om U te bezoeken, my lady!"
De tijd van wachten had haar eindeloos lang
toegeschenen. Met knikkende knieën stond ze
op en ontsloot de deur. Daar stond Geoffrey
voor haar, geleund op zijn stokken. Hij knikte
haar vriendelijk toe en onwillekeurig wilde ze
hem haar hand reiken. Het was vreemd, maar
bij hem vergat ze alljjd dat hjj invalide was.
Nu raakte haar hand zijn schouder aan en
het contact gaf haar een gevoel van rust.
„Kom gauw binnen," zei ze. „Er is daar in
dien hoek gedekt. Wil je niet eerst wat eten?"
„Dat heb ik in den trein al gedaan," ant
woordde Geoffrey. „Maar ik zie dat jjj nog
niets gegeten hebt. Zoo moet je niet doen,
Molly. Het is maar goed dat ik hier gekomen
ben."
Stil knikte ze. Ze wist dat als ze nu zou
spreken, ze zich niet langer goed zou kunnen
houden. Ze sloot de deur achter hem af en
wees hem een stoel.
„Dank je dat je me hebt toegestaan te
komen," zei hrj. „Nu moet je eerst wat eten,
Molly ik zal toezien."
Ze trachtte te weigeren, maar daar wilde
hij niet van weten en met trage tanden at ze
wat. om hem genoegen te doen.
„Zoo is het beter," zei hjj. nadat ze haar
maal beëindigd had met- een glas water, dat
ze gulzig leegdronk. „Straks zul je nog wat
eten. Ja. dank je. ik zal hier gaan zitten. Zeg,
Mollv. het wordt tijd dat Je wat beter op
jezelf past."
Ze voelde een brok in haar keel. dat ze met
moeite wegslikte. Hoe goed was het te weten
dat ze iemand had. op wien ze kon steunen
iemand, die alles wist. Ze zat naast hem
neer en zei: „Wat prettig dat je gekomer
bent."
(Wordt vervolgd.)