ZOON van TARZAN De vertrouweling van Chamberlain Wij lazen voor U £e° Uit de Pers van heden PROGRAMMA V EDG AR R I C E 1 BURROUGHS I DOOR .J Meriem reed met de ruiters van Bwana slechts korte tijd mee, tot zij een besluit had genomen. Ze riep de leider naast zich en deelde hem mede: „Ik ga terug naar Bwana". De zwarte schudde het hoofd. „Bwana zei, dat ik U thuis moest brengen", zei hij. Hij voelde, dat hij goed op haar moest passen. Meriem lachte bij zichzelf. Even later, toen het paard onder een laaghangende tak door gelopen was, zag de zwarte aanvoerder tot zijn ont steltenis, dat het zadel van het meisje leeg was. Een onderzoek naar haar bleek nutte loos en zij waren verplicht hun reis zonder haart voort te zetten, want Baynes ijlde van de koorts. Door de bomen rende Meriem te rug naar het punt, waar 'zij geloofde, dat Tantor heen was gegaan en waar de oliefan- ten dikwijls vergaderen, ten Oosten van het dorp van de Sheik. Zonder te rusten vervolg de zij uren lang haar weg. Haar instinct had haar niet in de steek gelaten, want opeens rook zij de lucht van Tantor. Tweemaal had zij de gewone roep van de grote apen gehoord. Meriem haastte zich nog meer. Spoedig kwam zij in het gezicht van de grote olifant, die de paal, waaraan Korak vastgebonden was, met zijn slurf omhoog hield. „Korak!" riep Me riem vanuit het gebladerte boven hem. De olifant legde zijn prooi op de grond en met een woedend getrompetter wilde hij de vijand van zijn vriend aanvallen. De aapman, die haar stem herkende, voelde een brok in zijn keel. „Meriem", riep hij terug.Gelukkig sprong het meisje op de grond en rende naar Korak toe om hem te bevrijden, maar Tantor boog zijn hoofd en uitte een waarschuwing. „Ga te rug! Hij zal je doden!" riep Korak. Hij tracht te het dier te kalmeren, beval hem weg te gaan, zodat het meisje hem kon bevrijden. Maar het was tevergeefs, Tantor stond nie mand toe Korak aan te raken. SIR HORACE WILSON, WIENS RAAD DOOR DEN ENGELSCHEN MINISTER PRESIDENT OP HOOGEN PRIJS WORDT GESTELD. (Van onzen Lona- 'xschen correspondent.) LONDEN, September 1938. Op zijn reizen naar Berehtesgadcn en Godesberg had Chamberlain, de Engelsche minister-president, slechts twee begeleiders. De een was een geroutineerd ambtenaar, de vroege re ambassaderaa 1 Strang. De ande re daarentegen ras een in den laatsten tijd steeds meer op den voorgrond tredende figuur van den eersten rang: sir Horace Wilson. 'Wanneer men verschillende verha len, die hier in omloop zijn, ge- looven mag, heeft men hier met ecu persoonlijkheid ie doen, die om zoo te zeggen de ..grijze eminentie" van de Engel-me buitenlandsche politiek geworden is. Sir Horace Wilson is eerste adviseur van de Britsche regeering voor industri- eele vraagstukken. Sir Horace Wilson is eerst onlangs meer algemeen bekend geworden. Eenige jour nalisten herinneren ?ich misschien nog een Zaterdagmorgen in net jaar 1926, toen een correct gekleed heer, van middelmatige lengte, met een -mal gezicht en hoog voorhoofd Downing streef verliet en op koe len toon verklaarde: „De onderhandelingen zijn mislukt Indertijd ging het niet om internationale onderhandelingen en nie mand had kunnen droomen, dat sir Horace Wilson op zekeren ag in de politieke we reld-arena zou optreden! Hij was indertijd permanent secretaii- \{in het ministerie van arbeid deze functie heeft hij tien jaren lang bekleed Cn op dezen Zater dag verkondigde hij bet vastloopcn van de onderhandelingen met de vakvereenigin- gen, die het signaal tot de algcmecne sta king in Engeland gaven. Door Baldwin ontdekt. In 1930 werd sir Horace Wilson na een weinig dramatische loopbaan tot eersten adviseur voor indu - rieele vraagstukken be- oernd. Eerst eenige jaren later, in 1935, haalde Stanley Baldwin hem naar Downing Street, onder den indruk van de „bemid- delaars"-eigen«chappen van dezen man, die in hemzelf een zoo sympathieken weerklank vonden. Sir Horace Wilson bleef ook ver der adviseur voor industriecle vraagstuk ken; maar dikwijls won Baldwin zijn raad in over dingen, die niet tofdit ressort be hoorden. En niet zelden werd Wilsons raacj dan opgevolgd. Baldwin „vermaakte" sir Horace Wilson aan Neville Chamberlain. Onder Baldwin was sir Ilorace Wilson slechts adviseur in den teclmischen zin van het woord ge weest. In het verkeer met Neville Chanv berlain werd hij echter diens ver trouweling en ongetwijfeld oefent hij sinds eenige maanden een zeke ren invloed op de buitenlandsche politiek van dc regeering uit. Wilson is vastberaden. Als uitstekend „scheidsrechter" en boven dien als man van heldere ideeën, beviel Wilson Neville Chamberlain door zijn vast beradenheid. Men is steeds veel preciezer in vraagstukken, die men minder beheerscht dan tegenover problemen, die men zijn le ven lang behandeld heeft; over kwesties, die men slechts oppervlakkig kent, heeft men steeds vastere meeningen. In dc buitenland sche politiek spreekt sir Horace Wilson nu vaste meeningen uit, die met de persoonlij ke tondentics van den minister-president goed overeenstemmen. Men kan in de verzoening even hardnekkig zijn als in de weigering. Chamberlains wensch naar een „arrangement" met Italië en Duitschland is met veel meer zelfverze kerdheid voorgedragen, dan Baldwin ooit zijn diep wantrouwen toonde. Chamberlain moet de baas zijn! De minister-president wil, om zijn poli tiek ten uitvoer te leggen, het ministerie van Buitenlandsche Zaken bcheerschcn, ter wijl Baldwin aan deze instantie met voor bedachten rade te veel de vrije hand liet. Sir Ilorace Wilson echter is, naar men hier vertelt, nog verder gegaan dan Chamber lain. Hij was het hij voorbeeld, die het voor stel deed, het persbureau van het Ministerie af te schaffen, wijl hij den invloed van de ze instantie op dc journalisten vreesde. Sir Ilorace Wilson, wiens ambts- vertrekken naast die van den mi nister-president liggen, heeft daar een klein „officieus" diplomatiek appa raat opgebouwd, waarvan men zegt, dat het dikwijls beter en sneller ge ïnformeerd zou zijn dan het minis terie van buitenlandsche zaken. De minister-president wint zijn raad nog in voor dien van den staatssecretaris van buitenlandsche zaken, eenvoudig wij!l hij „dichter bij de hand" is. Hij leest de docu menten, oordeelt en geeft raad. Zijn politiek is nog moeilijk te definiëeren. Even als de politiek van den minister-president, heeft ook de zijne zeer verschillende drijf- vecren gehad: probeeren wij het met een accoord met Italië om Duitschland te iso- leeren. Probeeren wij met Berlijn te onder handelen om voor het geval, dat de over eenkomst met Rome niet tot stand komt, tijd te winnen. En steeds in ieder geval het principe dat ook het accoord van Berchtesgaden bespoedigd heeft dat „on derhandelen niet schaadt." Tenslotte nog een opmerkelijke bijzonder heid: hij behoort tot de school van En- gelschen, die het continent slechts zeer wei nig betraden. Verwording bij het Onderwijs. De christelijke „Rotterdammer" schrijft over den nood der werklooze onderwijzers, voor wie, naar het blad opmerkt, de Troon rede nog geen hoopvolle toekomst heelt geopend, o.m. het volgende; Toet het bleek, dat de klassen al te groot werden, heeft men de kweekeling met akte te hulp geroepen. Maar dit instituut is ontaard: de kweeke ling met akte krijgt een eigen klas, treedt geheel zelfstandig op, doet het werk van een volwaardig onderwijzer, doch ont vangt geen loon of een vergoeding, welke in do meeste gevallen geen belooning mag heeten. Het is nu al zoover gekomen, dat men kwockclingen, niet met akte, maar met akten, vraagt; hoofdakte, taaiakten soms. Deed een particuliere patroon zoo iets, dan zou hem de critiok niet gespaard worden; thans doet het de Overheid cn hieruit blijkt wel, dat het zoo niet blijven mag. Hier vraagt, zoo besluit de Rotterdammer, ccn noodtoestand om voorziening. Ook als er géén kinderen zijn! De „Kath. Werkgever" wijdt een artikel aan het probleem: „Arbeid voor de ge huwde vrouw". Het blad deelt mede, dat het „Centre Internationale de Documenta- tion" te Parijs slechts een arbeidsverbod bepleit voor de gehuwde vrouw, indien zij moeder is van jonge kin- d r e n. Deze methode heeft, volgens de .Kath. Werkgever" een groote schaduwzijde: zij legt de grens niet tusschen de gehuwde cn de ongehuwde vrouw doch tusschen cje moe der van jonge kinderen ecnerzijds en de kinderlooze gehuwde en ongehuwde vrouw anderzijds. Voor degenen echter, die een zuiver prin cipieel standpunt innemen, behoort, volgens het blad, de gehuwde vrouw haar leven uit sluitend te wijden aan haar gezin of zich maar dan belangeloos bezig te houden met het welzijn van anderen. Het blad be sluit: Indien men dit doel voor oogen stelt, zal een dwang, waarvan Mi nister Rotnme de noodzakelijkheid bepleit, niet kunnen achterwege blij ven tenzij een andere zeer radicale mothode wordt toegepast, waarbij voor gehuwde vrouwen, die geen werk verrichten, ccn bijslag wordt verleend. Als de hel losbarst Naar aanleiding van de voorzorgen, die thans in verschillende Europeesche hoofd steden op het gebied der luchtbescherming worden genomen, vraagt het Volk (S.D.A.P.) „En. wij?" Hoewel tot het uiterste moet worden be proefd den vrede te handhaven, is het, al dus het blad „echter tegelijk gebiedende eisch in Nederland niets achterwege te laten dat de burgerbevolking zou kun nen beschermen, indien, alle goed willende pogingen ten spijt, de hel mocht losbarsten." Het is de schuld van de democra tie en het Marxisme. Uit het Nationaal Dagblad (N.S.B.): Dank zij de baldadigheid der jeugd moest dezer dagen de openstelling van het geres taureerde Palcis te Amsterdam althans tij delijk worden stopgezet, cn werd aan beide zijden van de galerij een militair geplaatst Er was zelfs sprake van er deuren aan te brengen, omdat de jeugd al begonnen was stukken uit de muren te halen... Ziedaar ten voeten uit de ergerlijke ver wording van de jeugd. Tuchteloos en bande loos, zonder eenig begrip van orde en net heid, het resultaat van slappe en lamlen dige democratische en vooral marxistische jeugdopvoeding, als men tenminste nog op voeding noemen kan. Hot is in één woord: diep treurig- RADIO DONDERDAG 29 SEPTEMBER 1938. Hilversum I, 1875 m. AVRO-uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.15 Ber.) 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Omroeporkest en soliste. 11.1511.40 Declamatie. Om 12.15 Berichten). 12.30 Gramofoonmuziek. 11.15 Orgelspel. I.45 Het Lyra-Trio. 2.30 Declamatie. 3.00 Het AVRO-Aeolian-orkest. 4.00 Ziekenhalfuur. 4.30 Viool en piano. 5.00 Voor groote kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 Het AVRO-Amusementsorkest. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Vocale duetten met pianobegeleiding. 7,30 Causerie: „Waarom is er onrust in Pa lestina?" 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Concertgebouw-orkest en solist. 9.15 Radiotooneel. 9.45 Het Renova-kwintet en soilsten. 10.35 Filmmuziek (gr.pl.). II.00 Berichten ANP, hierna: het AVRO- Dansorkest, 11.4512.00 Orgelspel. Hilversum II, 301,5 en 415,5 m. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV, 11.00 KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.45 KRO-orkest. (1.001.20 Gramofoon muziek). 2.00 Handwerkuurtje. 3.00 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Cursus handenarbeid voor de jeugd. 5.305.55 Gramofoonmuziek. 6.00 Causerie: „Jonge Christen-gemeenten iil een Mohammedaansch land", 6.30 Zang en piano. 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Reportage, eventueel Gramofoonmuz. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber. 8.15 Het Klein Christ. Gemengd Koor en gra mofoonmuziek. 9.00 Causerie „De bezwaren van den ouder dom". 9.30 De Gooilanders (10.0010.05 Ber. ANP). 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Vervolg concert. 11.30 Gramofoonmuziek. ca. 11.50—12.00 Schriftlezing. /EU ItLETON. ETHEL M. DELL Hij was in smoking gekleed, maar de spo ren van het grimeeren waren nog op zijn vroolijk, jongensachtig gezicht achtergeble ven. „Lieveling, wat zeg je er wel van!" riep hij enthousiast uit. ,.Was het niet schitte rend? Ik heb me nog nooit zoo opgetogen gevoeld! Ga nu mee naar Craven Ferrars, lieveling je moet hem toch gelukwenschen met zijn succes." Geo.'frey boog zich naar haar toe en zei: „Ik geloof dat je nogal moe bent. Wil je niet liever direct naar huis gaan?" Tot haar verbazing hoorde ze zichzelf ant woorden: „Nee, ik wil graag even naar Mr. Craven Ferrars toe om hem mijn compliment te maken." Het was alsof iemand anders voor haar gesproken had iemand, die haar met ge weld in een bepaalde richting voortdreef. Een onweerstaanbare behoefte nog eens van aan gezicht tot aangezicht te staan met den man. die het grootste geluk en het zwaarste ver driet van haar leven voor haar beteekend had, dwong haar. HOOFDSTUK XLIV. Liefde. Met Rollo's arm door de hare liep ze door gangen vol menschen. „Hij zal het beslist prettig vinden je te zien," zei de jongen met zijn opgewekte stem. „Ik zal je meteen naar zijn kleedkamer brengen, ofschoon hij daar, naar ik meen, nog niet is. Hoe vond je het stuk, Molly? Was het goed?" „Het was prachtig en jij hebt uitstekend gespeeld." Ze antwoordde automatisch ze wist nauwelijks wat ze zei. „Mooi zoo!" riep hij enthousiast uit. „Ik voelde zelf wel, dat het tamelijk goed ging. Het is me erg meegevallen; vóór we begonnen dacht ik, dat ik er niets van terecht zou bren gen. Craven Ferrars is een reuze acteur, vind je niet? Hij weet iedereen mee te sleepen de menschen in de zaal, zoowel als die op het tooneel. Ze willen hem nu voor de film enga- geeren ze vechten eenvoudig om hem." Zoo babbelde hij maar door met zijn jonge, enthousiaste stem. Hij bracht haar in een klein vertrek, waar allerlei kleedingstukken verspreid lagen. Overal lagen eindjes cigaret, die schijnbaar achteloos weggeworpen waren. „Ga jij hier zoolang zitten, lieveling," zei Rollo, een stoel voor haar leegmakende. „Hij zal wel direct komen. Geoffrey en ik zullen hem even voor je gaan zoeken." Hij deed behoedzaam de deur dicht en ze viel vermoeid neer op de stoel, die in een hoek stond voor een rommelige toilettafel. Ze keek onwillekeurig in den spiegel voor zich en schrok van haar doodsbleeke gezicht en starre oogen. Was zij dat? En een hevige angst beving haar plotseling. Wat deed ze hier eigenlijk Wat zou er nu verder met haar gaan gebeuren? Buiten de deur was een geroezemoes van stemmen en telkens hoorde ze het geluid van haastige voetstappen. Ze zou nog kunnen vluchten, weg van hier! Maar het leek we! alsof ze verlamd was, alsof iets, dat veel sterker was dan zij, haar aan haar stoel bond. Daar hoorde ze hem komen met zeker heid wist ze dat het zijn stap was, die na derde. De deur ging open ,ze durfde niet op kijken, maar ze hoorde hoe ze weer gesloten werd en de sleutel in het slot werd omge draaid. Langzaam hief ze haar oogen op en daar. voor zich in den spiegel, zag ze zijn gezicht dat lieve gezicht vlak boven het hare. Een pooslang zat ze onbewegelijk, als be- tooverd. Toen stond ze langzaam op en keer de zich naar hem toe. Hij stond heel stil op haar neer te kijken met angstig vragende oogen en het drong tot haar door dat hij daar op iets stond te wachten een woord van haar. En op dit moment voelde ze heel sterk dat een kracht buiten hun wil en sterker dan zij hen naar elkaar had toegedreven. Met een zachten kreet sloeg ze haar armen om hem heen. Het was alsof er nooit een scheiding was geweest geen bitter leed in dat eene moment was alles tusschen hen weggevallen. Ze voelde het hevige kloppen van zijn hart toen hun lippen elkaar vonden in een langen, innigen kus. Haar hoofd viel slap terug op zijn arm maar innerlijk trilde ze nog van emotie. „Oh, Roy! Roy, mijn lieveling!" Haar oogen waren nat van tranen, maar ze wist het niet totdat hij ze wegkuste. „Mijn liefste!" fluisterde hij. „Mijn eenige en groote liefde hart van mijn hart ziel van mijn ziel!" Zoo had hij heel vroèger ook tegen haar gesproken. Én met gesloten oogen luisterde ze naar zijn diepe, warme stem. „Ik weet, dat dit slechts een kort ooc.en- blik is van volmaakt geluk," zei hij. „Deze zaligheid kan en mag niet duren. Ik begrijp het, lieveling ik begrijp het. We zullen op nieuw moeten scheiden, maar jij bent de mijne en ik ben de jouwe voor altijd altijd!" „Oh, Roy!" snikte ze hartstochtelijk, „kun nen we dat verdragen? Oh, God helpe ons!" Zijn lippen sloten de hare; hij trok haar nog dichter tegen zich aan en zijn armen om knelden haar slanke gestalte. „Wat zal ik doen? Wat moet ik doen?" fluisterde ze. diep ongelukkig. Met rustige stem antwoordde hij: „Je moet teruggaan, liev Iing. Op het oogenblik is er geen andere oplossing. We moeten wachten totdat God ons den weg wijst." „Maar jij..." zei ze, „jij!" „Ik kan wachten zei hij, „nu ik weet!" Hartstochtelijk sloeg ze haar armen om zijn hals. „Oh, Roy, begrijp je het? Het was alleen terwille van Rollo, dat ik dit alles gedaan heb. Vader stierf bij een luchtaanval en ik was alleen achtergelaten. En we hadden heelemaal geen geld meer." Weer kuste hij haar hartstochtelijk op de lippen. „Vertel het mij niet," fluisterde hij. „Ik begrijp het en dan, het was mijn fout niet de jouwe." Lang stonden ze daar zwijgend, elkaar innig omstrengeld houdend. Toen, met een diepen zucht, liet hij haar langzaam los. „Je moet nu teruggaan, lieveling." Ze hield haar gezicht tegen zijn schouder verborgen. ..Ja, ik weet het," zei ze. „Ivor en de kinderen! Hij is goed voor me geweest dit zou hem het hart breken. En ook de kinderen mag ik hieraan niet opofferen is het wei, Roy?" „Je moet teruggaan," zei hij vast. „We hebben onzen zoon. Als we het kunnen verdragen, kunnen we elkaar misschien wel eens een enkelen keer zien als vrienden." Hij kuste haar weer op oogen en mond en toen duwde hij haar zacht van zich weg. „Mijn liefste", zei hij, „eindelijk eindelijk heb ik geleerd, dat er in liefde geen plaats voor egoïsme mag zijn." Hij nam haar handen en kuste ze met een gretigheid, die haar verraadde hoe hevig hij naar haar verlangde. „Dat is alles, lieveling," fluisterde hg heesch. „Keer je om en verlaat me nu! Laat me je niet zien gaan!" Toen ze langzaam naar de deur ging. wist ze, dat hjj bjj den stoel, waarop ze gezeten had, was neergezonken, met zijn hoofd op zijn armen. En met gebogen hoofd sloot ze de deur achter zich, in dat kleine vertrek a!les achter latende, wat het leven voor haar de moeite waard zou kunnen maken. HOOFDSTUK XLV. Middernacht. Buiten in de gang stond Geoffrey op haaf te wachten de eenige vriend, dien ze op dit moment zou hebben kunnen zien. „Iemand heeft beslag op Rollo gelegd," zei hij. „De een of andere filmmanager of too- neeldirecteur schijnt hem te willen engagee- ren. Hij heeft aardig succes bjj ziin eerste optreden." Ze glimlachte vaag de woorden slechts half begrijpend. „Wil je me nu naar huis brengen?" vroeg ze. „Natuurlijk!" zei Geoffrey heel vriendelijk. En even later zat ze naast hem in den auto en voort ging het door de glimmende, natte straten van Londen. Voor ze aan het hotel waren, had ze h1 zooverre haar zelfbeheersching terug, dat ze kon spreken. „Geoffrey," zei ze. „We hebben afscheid van elkaar genomen terwille van Ivor en de kinderen. Wil jij voor mij op hem passen?" Hij nam haar hand en hield die vast. ,.Ja. lieve vriendin," zei hg. Er schoot een brok in haar keel en met ha perende stem vervolgde ze: „We zullen elkaar misschien nog wel eens ontmoeten maar dan alleen als vrienden. Dat is alles. Wil je Rollo mg'n groeten overbrengen?" „Ja, ik zal het doen." „Morgen gaan we weer naar Aubreystone Castle terug en dan zal er misschien geen gelegenheid meer zijn hem te zien. Ik dank je, lieve Geoffrey: Wil je niet even met mg mee naar binnen gaan?" ..Het lijkt me beter dat ik maar meteen doorga," antwoordde hij. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 8