Abonneert II op dit bis'
Kanker-sterfte in Den Helder
in dalende lijn
Tuberculose-sterfte blijft aandacht vragen
Jan Sturk overleden
Itoetkat
Leerzame cijfers
Uit het politierapport
Jaarverslag Nutsspaarbank
over 1937
Het muziekwonder in café
„Het Hoekje''
Heden ouderavond Speeltuin-
vereeniging
Burgerlijke Stand
HRC I-RCH I
KFC II-HRC II
KW II-HRC III
Watervogels I-Schagen I
VOOR ALLE VERZEKERINGEN
„VRAAG EN AANBOD", tel. 300
Makelaar F. NYPELS Spoorstraat 9-11
Twee ziekten, die in de volksmond terecht
als de meest gevreesde belagers der mensch-
heid gelden, zijn de tuberculose en de kanker.
Dank zij de vorderingen, die de medische
wetenschap in de laatste tientallen jaren ge
maakt heeft, en de sociaal-hygiènische ver
beteringen, waartoe deze vorderingen mede
den stoot hebben gegeven, heeft de tuber
culose veel van haar verschrikking verloren,
al blqft ze toch een ziekte, waarmede de
et rijd onafgebroken moet worden voortgezet.
Vooral in perioden van economischen neer
gang, waarin de mogelijkheid van ondervoe
ding een bedreiging vormt voor breede lagen
der bevolking, is ook het gevaar voor toe
name van de tuberculose met name onder
de jeugd verre van denkbeeldig. Van over
heidswege en van medische zijde wordt aan
dit mogelijke crisis-gevolg dan ook nauw
lettend aandacht geschonken.
Met de kanker staat de zaak minder gun
stig. Ondanks den onvermoeiden arbeid van
tallooze onderzoekers over de geheele wereld
is het wezen der ziekte ten deele een geslo
ten boek» en terwijl de sterfte aan tuberculose
in het algemeen gesproken afneemt, neemt
de kanker als doodsoorzaak in beteekenis toe.
Het kan zijn, dat dit een gevolg is van
een veelvuldiger voorkomen dezer ziekte in
de laatste jaren, maar het kan ook zijn
en volgens een deel der deskundigen is het
ook inderdaad zoo dat het steeds meer
onderdrukken van andere ziekten als doods
oorzaak wel een relatieve vermeerdering van
het aantal sterfgevallen aan kanker veroor
zaakt, zonder dat dit nochtans zou wijzen op
een algemeener of nóg gevaarl ker worden
van deze ernstige aandoening. Ook voor den
leek is dit begrijpelijk: alleen reeds de sterke
teruggang van de zuigelingensterfte moet
noodwendig leiden tot een grooter aantal
sterfgevallen aan alle ziekten, die pas op
laterm leeftijd optreden. En aar mate weer
meer van deze andere iekten met succes be
streden of voorkomen kunnen worden^eischen
de overblijvende uiteraard een grooter aantal
slachtoffers.
Hoe dit zij, in Ieder geval staat vast,
dat de sterfte aan kanker ook in Den
Helder aanmerkelijk hooger is dan aan
tuberculose, niettegenstaande door chi
rurgisch ingrjjpen en door bestraling in
tal van gevallen goede resultaten bereikt
worden,
Vergelyken wij de sterftecijfers aan
beide ziekten in onze -stad over de laat
ste drie jaren met de gemiddelden van
rijk en provincie, dan komen wij tot een
slotsom, die ongetwijfeld de aandacht
verdient.
Uit onderstaande opgave blijkt hoe groot
ln de jaren 1935, 1936 en 1937 de sterfte aan
alle vormen van tuberculose per tienduizend
inwoners in land, provincie en stad is ge
weest.
Sterfte aan tuberculose
per 10.000 inwoners.
1935
1936
1937.
Nederland
5,2
5,—
4,8
Noord-Holland
4,6
4,9
4,8
Den Helder
5,8
6,6
5,3
Ondanks den slechten economischen toe
stand zien wij in de rijkscijfers de daling van
voorgaande jaren zich nog verder voortzetten.
Hoe gunstig dit verloop is, wordt duidelijk
als daarbij bedacht wordt, dat omstreeks
1920 de sterfte aan tuberculose nog 7,5 en
omstreeks 1890 zelfs nog 14,per tiendui
zend en per jaar bedroeg.
De provinciale cijfers vertoonen nog
eenige schommeling, maar ze kwamen in
de besproken periode toch niet boven het
rijksgemiddelde uit. Dit is wel het geval
met de cijfers betreffende onze stad. In
een kleinere bevolkingsgroep, zooals de
inwoners van één enkele stad vormen,
oefenen min of meer toevallige omstan
digheden op de statistische ïjfers gemak
kelijk grootex» invloed. Nemen w\j daarom,
liever dan de afzonderlijke jaarcijfers,
het gemidde'de van de geheele besproken
periode, dan komen wij tot een sterfte
cijfer aan t.c.b. van 5,9 per tienduizend
en per jaar, een cijfer, dat in zoo betee-
kenende mate boven de gemiddelden van
rijk en provincie ligt, dat het zorgvuldige
aandacht vraagt.
Hoe groot de sterfte aan kanker in de
jaren 1935 tot en met 1937 gweest is, blijkt
uit de volgende opgave.
1935 1936 1937
Sterfte aan kanker per 10.000 inw,
Nederland 12,7 13,1 13,2
Noord-Holland 13,7 14,6 14,7
Den Helder 13,9 13,2 n'g
De cijfers voor het geheele land blijken
bijna driemaal zoo hoog te zijn als die betref
fende de tuberculose. Bovendien, en dat is
bedenkelijker, bewegen zij zich in niet in
dalende, maar juist in stijgende lijn. Dit
geldt ook voor de provinicale cijfers, die
bovendien nog hooger zijn.
In onze stad daarentegen vertoonen de
sterftecijfers aan kanker in de besproken
jaren een duidelijk dalende tendenz. In
1933 lagen zij nog boven het rijks- zoo
wel ols boven het provinciale gemiddelde
en bereikten zij bijna het rijksgemiddelde,
terwijl zü over het laatstverloopen jaar op
een aanmerkelijk lager niveau zijn aan
geland en bij beide gemiddelden gunstig
afsteken.
Deze week namen vrij een kijkje in het café
„Het Hoekje" van den heer Koekenbier en
schreven over de inderdaad bijzondere eigen
schappen van diens aangeschafte „muziek-
machine". Er werd evenwel den indruk ge
wekt, dat het hier een Philips-product betrof,
hetgeen niet het geval is. Het radio-toestel is
van Philips, doch de geheele verdere instal
latie ontwierp en vervaardigde de firma
Schaap en Besem te Amsterdam.
Opvoering van het blijspel „Haar
andere Man".
Hedenavond wordt in het Casino, uitgaan
de van de afdeeling Tuindorp der „Speeltuin-
vereeniging Den Helder" een ouderavond ge
geven, alwaar opgevoerd zal worden het drie-
bedrijvige blijspel „Haar andere Man".
van 7 October 1938.
BEVALLEN: D. Halfweeg—Wit, z. G. A.
P. GaerthéKlitsie, z.
DAMESFIETS VERKRIJGBAAR.
Bij de politie werd aangifte gedaan, dat een
dames fiets aan een adres in de Spoorstraat
als gevonden is gedeponeerd.
OVERTREDING ARBEIDSWET.
Een winkelier in de Koningstraat werd
verbaliseerd wegens het overtreden van de
Arbeidswet.
NOG MEER OVERTREDERS.
Een aantal personen werd bekeurd wegens
het overtreden van de Motor- en Rijvvielwet.
Verschenen is het jaarverslag over 1937
van de Nutsspaarbank. Wij ontieenen er het
volgende aan.
Algemeene beschouwingen.
De druk der tijdsomstandigheden heeft in
het boekjaar 1937 ook het spaarbankbedrijf
in niet geringe mate beïnvloed. 1
Als gevolg van den tijdgeest heeft men het
geld algemeen opgehoopt op die plaatsen der
wereld, waar thans het grootste vertrouwen
bestaat. Ook hier te lande is een groote
geldruimte ontstaan, welke weer ten gevolge
had, dat ook te onzen kantore veel gelden
en van allerlei oorsprong werden aangeboden.
Hoe gaarne het bankbestuur ook ziet, dat
het publiek in steeds grooter mate van haar
bedrijf gebruik gaat maken, werden in dit
boekjaar belangrijke bedragen afgewezen, op
grond, dat deze gelden eerder onder deposito-
geld, dan onder spaarbankgeld gerekend moe
ten worden; een maatregel, welke het pu
bliek alleszins begrijpelijk voorkwam en uit
eindelijk wist te waardeeren.
Anderzijds had de ruimte op de geld- en
en kapitaalmarkt ten gevolge, dat de op
brengst van de beleggingen dusdanig daalde,
dat het spaarbankbestuur genoodzaakt werd
een verlaging van de inleggersrente onder de
oogen te zien, waartoe in Maart van dit
jaar werd overgegaan.
Was het redelijk, indertijd de veronder
steling te maken, dat de snelle toeneming
van het aantal spaarders op den duur niet in
dezelfde mate zou kunnen worden gehand
haafd, thans schenkt het een genoegen te
kunnen vaststellen, dat in 1937 het aantal
spaarders weer met bijna 1000 is toegenomen.
Ook het aantal posten van inlage vermeer
derde dit jaar met 13 of met ruim 3600
en die van terugbetaling met 10 2600.
Inleg.
Ingelegd werd in 1937 een bedrag van
2.624.367,01, dit is 248.049,58 meer dan in
1936.
Terugbetaling.
Terugbetaald werd in 1937 2.407.330,75,
dit is 75.054,87 meer dan in 1936.
Omzet.
Totaal werd ingelegd en terugbetaald in
1937 5.031.697,76, dat is 323.104,45 meer
dan in 1936.
Aantal posten van inlage en terugbetaling.
Het aantal posten van inlage bedroeg in
1937 31.378 (v.j. 27.695) en het aantal posten
van terugbetaling 27.510 (v.j. 24.552).
Uitgekeerde rente.
Aan de inleggers is in 1937 82.614,34 aan
rente vergoed, dat is 5.827,61 meer dan in
1936; hiervan werd tusschentijds (in den
loop van het boekjaar) reeds een bedrag van
2.466,44 uitbetaald.
Storting tegoed der inleggers.
Het aan inleggers verschuldigde kapitaal
(op 1 Januari 1937 2.915.869,69) steeg met
297.184,16 tot 3.213.053,85.
Aantal nieuwe boekjes.
In 1936 werden 1571 nieuwe boekjes uitge
reikt (vorig jaar 1398), daarentegen 576
boekjes ingetrokken (vorig jaar 514).
Aantal spaarders.
Het aantal in omloop zijnde spaarbank
boekjes bij den aanvang van het jaar 10.344,
klom met 995 tot 11.339.
Safeloketten.
De verhuring van safeloketten, waarmede
met de opening van, het nieuwe gebouw een
aanvang werd gemaakt, verkrijgt langzamer
hand de belangstelling van het publiek. Op
31 December waren 49 loketten verhuurd.
Financieele uitkomsten.
Na de volgende afschrijvingen:
op meubilair en inventaris 4.548,11, op
spaarbusjes 227,15, op gebouwen 10.104,59
en op de safe-inrichting 1.771,bedroeg de
netto winst 32.803,61. Hiervan werd
5.000,aangewend voor een extra-reserve
voor koersverschillen op effecten. Het res
tant, ad 27.803,61 kon aan de reserve wor
den toegevoegd. De rekening reserve steeg
daardoor tot 245.112,53.
Overzicht der beleggingen in
effecten.
Soort van fondsen:
Staatsleeningen Nederland 122.000,
Provinciale leeningen Nederland 14.000,
Gemeenteleeningen Nederland 261.000,
Staatsleeningen Nederl.-Indië 58.500,
Gemeenteleeningen Nederl.-Indië 48.00o|
Obligatieleeningen waterschap
pen en verder publiekrechterlijke
lichamen 32.000
Pandbrieven hypotheekbanken in
Nederland .(alleen die door de
Rijkspostspaarbank als beleg
ging worden aangenomen) 11.000,
VOOR DE MAATKLEERMAKERS.
Het voorl. bestuur van de Technische Club
voor Kleermakers te Den Helder noodigt in
een adv. in dit nr., alle Maatkleermakers uit
tot bijwoning van den technischen avond op
Maandag 10 Oct. a.s., des avonds 8 uur, in
hotel „De Toelast", Spoorstraat, waar als
spreker zal optreden de heer Joh. de Bruin,
met als onderwerp; „Waarom en wat is het
meestersysteem".
JAARVERGADERING „BEATRIX"
In een advertentie in dit nummer maakt de
Held. Baby- en Moederzorgvereen. „Beatrix"
bekend, dat de jaarlijksche ledenvergadering
zal worden gehouden op Dinsdag 11 October
a.s., des avonds 8 uur in Casino.
Voor do agenda zie men de advertentie.
INDISCHE FEESTAVOND VAN HET M.S.F.
100 Indisch.
Het bestuur van het M.S.F. verzoekt ons
mede te willen deelen, dat aan den Indischen
feestavond, welke morgenavond ten bate van
het M.S.F. wordt gehouden, uitsluitend In
dische krachten medewerking verleenen. Dit
wordt ons medegedeeld om misverstand te
voorkomen. Het is Zondag a.s. werkelijk een
stukje Indië in het Casino.
850.500,—
AMBACHTSSCHOOL VOOR DEN HELDER
EN OMSTREKEN.
Benoemd aan de Ambachtsschool alhier tot
leeraar aan den winterdagcursus voor schil
ders de heer P. J. Broos, leeraar aan de Am
bachtsschool te Jubbega (Fr.) en in het bezit
van de akten N.e. (schilderen en vaktheorie).
N.IXa. (hand- en decoratief teekenen) en N.IIb
(rechtlijnig- hand- en decoratiefteekenen).
EINDE GELDIGHEIDSDUUR
KINDERZEGELS-1933.
De kinderpostzegels uitgegeven in 1933,
waarop een kind, een lichtende ster dragend,
is afgebeeld, worden, overeenkomstig de voor
deze uitgifte geldende regelen, met ingang van
1 Januari 1939 buiten gebruik gesteld. Van
dien datum af zijn deze zegels voor de fran
keering derhalve waardeloos.
Één der laatste
■r/v -yytty-- v vy
Kratonmedaille-dragers
Jan Sturk is overleden.
Jan Sturk, een \an die populaire Nieu-
wediepers, die een menschenleeftijd aan
de haven gescharreld hebben, die de we
reldzeeën hebben doorkruist van Noord
naar Zuid en van Oost naar West. Jan
Sturk dezelfde waarover wij het vorige
jaar enkele artikelen schreven, welke
tengevolge hadden dat er een actie op
touw gezet werd, die beoogde den ouden
baas den ouden dag gemakkelijker te
maken.
Zooals men weet, heeft die oproep van ons
weerklank gevonden in de harten van vele.
Het door Sturk zoo fel-begeerde „plukkie ta
bak" werd een baaltje tabak, terwijl diverse
Nederlanders Sturk voorzagen van eenigen
geldelijken steun.
Jan Sturk was iemand, die een avontuur
lijk leven achter den rug heeft. Hij heeft de
vermaarde inneming van de Kraton meege
maakt, hij diende op de oude schepen van de
Nederlandsche marine, en als men hem aan
het vertellen kreeg, besefte men steeds weer
wel een helderen geest er nog in dat oude ge
bogen manneke stak.
Nu is hij heengegaan.
Het leven was niet gemakkelijk voor hem,
hoewel zijn laatste levensjaren verlicht wer
den zoowel door zijn familieleden als door die
genen, die hem af en toe eens wat toestopten.
Degenen die in den buidel getast hebben, zul
len daar zeker geen spijt van gehad hebben.
Aan de haven zullen ze 'm missen.
Men kon hem daar bijna iederen dag zien
ijebeeren. Pratend met de Nieuwediepers,
kijkend naar de vletten en af en toe met het
traditioneele „braadje' 'huiswaarts tijgend.
Er was niemand aan den buitenkant, die
Jan Sturk niet kon zetten. Iedereen mocht
hem graag üjden. Hij wrs een man zonder
vijanden.
Dat merkten wij vooral de laatste jaren,
toen Sturk ook van de partij was als de
Blauwe Zeeridders hun reisje maakten of een
vroolijken avond hadden. Dan zat Sturk met
z'n dochter knus weggedoken in een achter-
afje en glimlachend zag hij het alles aan. Stil-
verheugd dat ook zijn verdiensten erkend
werden.
Ook heeft hij gestaan bij het Monument
van het Nederlandsche Reddingwezen. Toen
kwam de Koningin voorbij en ze heeft ook tot
hem gesproken. Tot Jan Sturk, een der laat
ste Kratonmedailledragers.
Vannacht is Jan Sturk gestorven. Men zal
hem niet meer zien, noch aan den buitenkant,
noch zich koesterend in het zonnetje in het
Julianapark, waar hij zoo gaarne zat, met z'n
oude vrienden. Ook wij, van de krant, zullen
hem missen. Want ook van ons was hij een
vriend.
Maandag" wordt Jan Sturk begraven van-
uit zijn laatste woning aan den Brakkeveld-
weg 130.
Dan zal hij tcruste gelegd worden op
het oude Huisduiner kerkhof, vlak bij de
zee, die hij zoo lief nad en waarop hjj
vele, vele jaren rondzwalkte.
Hij zal er ris ten bq zijn vrienden en
strijdmakkers, daar bij de muziek van de
Noordzeebranding.
Velen zullen hem Maandag gedenken.
Jan Sturk... de Kr~+"nmcdailledrager.
Een eenvoudige van ziel.
Maar een man met een groot hart.
(Aanvang half drie).
Het HRC-elftal voor morgen is:
J. Dijkshoorn
van Pelt Selderbeek
Leavey Stolk Zuidema
Sanders Roomeyer Pirarc. de Jong Dissel
HRC I komt dus a.s. Zondag voor het eerst
in deze competitie volledig uït.
HRC 2 komt morgen als volgt uit:
W. Goudswaardt
Siersma Buitenhuis
Post van Dok Kok
Heyblok de Vries Zymni Boonstra v. d, Berg
Het elftal van HRC 3 is:
P. W. Looy
de Bruyne Dekker
Stins Geervliet Darphorn
Knol J. Bijl de Schipper Oom Snijders
Het is het W.-bestuur gelukt, met mede»
werking van Schagen, het aanvangsuur op
11 uur vastgesteld te krijgen. Het W-elftal
is als volgt samengesteld:
G. Kubbe
J. Bontes F. Been
R. Marsman L. Bosch S. Been
S. Hoogvorst Gerritsen H. Been
Tackema A. Kubbe
Res. 2e kl. A.
HRC 2
3
3
0
0
6
16—4
Ajax 3
3
2
1
0
5
11—5
DWS 2
3
2
0
1
4
13—3
OVVO 2
2
1
1
0
3
8—6
KFC 2
3
1
1
1
3
5—5
WFC 2
2
1
0
1
2
4—5
AFC 3
2
1
0
1
2
2—6
DWV 2
3
0
1
2
1
6—8
OSV 2
2
0
0
2
0
2—4
ZFC 3
3
0
0
3
0
3—24,
Het programma voor morgen is:
KFC 2—HRC 2; AFC 3—DWV 2; ZFC 3—
OVVO 2; OSV 2—DWS 2; Ajax 3—WFC 2,
Zooals men ziet „staat HRC 2 er dus mooi
voor".
Res. Se klasse A.
W. Frisia 2
3
3
0
0
6
16—4
Helder 2
3
3
0
0
6
8—3
Alcmaria 2
3
2
0
1
4
11—7
Alkm. Boys 2
3
1
1
1
3
5—11
QSC 2
3
1
0
2
2
6—8
Hollandia 2
2
1
0
1
2
7—4
WFC 3
2
0
1
1
1
3—4
HRC 3
2
0
0
2
0
3—6
KW 2
3
0
0
3
0
4—16
Het programma voor morgen is:
Helder 2—WFC 3; KW 2—HRC 3; QSC 2
Hollandia 2; Alkm. Boys 2Alcmaria 2.
Door te winnen of gelijk te spelen kan
Helder 2 dus morgen de leiding nemen, daar
W. Frisia 2 vrij is.
J. W. F. Werumeus Buning: „Ik zie, ik
zie, wat g(j niet ziet", tweede tocht,
Amsterdam 1938 (N.V. Em. Querido's Uitge
versmij; prijs ingen. f f 3.75; geb. f 4.90).
Wanneer de herfstzon na een geduchte
regenbui zich met wat valsch licht nog even
in Uw huiskamer waagt en wanneer Ge dan
de afgevallen bladeren door den wind bij
massa's buiten ziet voortdrijven, lijkt het U
zeker niet den meest geschiklen tijd om een
tochtje naar buiten voor te bereiden. Om
dezelfde reden zou het bij de intrede van
Herfst en Winter oogenschijnlijk dwaas schij
nen een boek als dit in bespreking te bren
gen. En tóch is het tegendeel waar.
Leest U dit boek! Ik kan U verklaren, dat
het een juweel is, maar dat ls een cliché
uitdrukking, die tenslotte weinig indruk op
U maakt. Daarom kom ik met de stelling,
dat U dit boek gelezen moet hebben om in
het komende reisseizoen (we leven snel en dus
ligt dat dichterbij, dan U overweegt!) méér
te genieten dan U tot dusverre op Uw reizen
deed.
Dit boek is een reisboek. Niet een uit het
traditioneele soort als Gij U voorstelt: de
gids rood of „bleu", respectievelijk over de
Dolomieten of Parijs. Het is een modern boek,
modern in zijn beste beteekenis, een boek dat
U onder heel nieuwe visie veel laat zien en
bijna laat proeven van het genot in het reizen
voor hem, die reizen verstaat. Het is een
uitmuntende gids, weliswaar zènder het ster
retje, wanneer er iets van „eerste grootte"
te aanschouwen is, maar vol met vondsten
van aantrekkelijke hoekjes en vergeten plek
jes van curieuze schoonheidHet is een
Hollandsche gids in duidelijk Hollandsch over
ons schoone Holland, dat wij nog maar steeds
en zelfs spreekwoordelijk weinig kennen. De
gids wijst U naar Uw land: wat ge zelf nim
mer gezocht zoudt hebben, vindt ge met
behulp van hem.
Al wordt het ook winter, volgt U dezen
dichter maar. Een kaart is niet noodig Als
vanzelf brengt hij U langs den Gelderschen
IJssel, naar stille gedeelten van Zeeuwsche en
Noordzee-eilanden, een „HelT en een „He
meltje", het „Land van Heusden" en de roem
ruchte vesting Schenkenschans.
Het Zomerland ziet ge vóór U: voor U de
belofte in het komende jaargetijde!
A. jjr. B.
Het Bedrijfsleven tjjdens de
Regeering van H.M. Koningin Wil-
helmina, 189 819 38 (Amsterdam, J.
Fr(jda).
Veertig jaren! Hoeveel malen zijn wij in den
laatsten tijd niet in woord en geschrift en in
beeld herinnerd aan deze zegenrijke regee-
ringsperiode van onze Koningin, met Wier beel
tenis ook dit herinneringsboekwerk aanvangt.
Lezer, meen nu niet, dat ge hier met één uit
vele droge statistieken te doen hebt, die U
thans wordt voorgezet. Het tegendeel geldt van
dit boek, al bevat het dan ook veel statistisch
materiaal. Zelfs hij, die in het geheel geen ge
voel heeft voor techniek en die alle zakelijke
relazen liefst zoo spoedig mogelijk overslaat,
zal, na zich eenmaal aan het lezen gezet té
hebben, moeten erkennen, dat deze lectuur toch
werkelijk tot de verbeelding spreekt.
Na een inleidend woord van den Minister van
Economische Zaken volgt de materie in 35
hoofdstukken gesplitst. Elk hoofdstuk voor
zich is beschreven door deskundigen, die op
hun terrein tot de eersten van ons land ge
rekend moeten worden.
Een greep hieruit te doen en hier een afzon
derlijk hoofdstuk eens nader onder de loupe te
nemen, zou onbillijk zijn. Want, of wij nu het
onderwerp de Tuinbouw kiezen, de Visscherij,
het Mijnwezen, de Metaalindustrie, de Water -
bouwkunde, de Gloeilampen- en Radioindustrie,
de Scheepvaart, de Bouwkunst of de Lucht
vaart: tutti quanti: het blijft alles interessant
En begint men eenmaal met lezen, men gaat
steeds geboeid verder. Immers, overal en qd
elk gebied vinden we weer diezelfde „Vooruit
gang in ieder hoofdstuk opnieuw terug, even
als de fee van de „goede afloop" uit de roman.
Een boek om iedereen aan te raden: zeer be
langwekkend en bovendien ook nog fraai toe
passelijk geïllustreerd.-Het is een boek dat on
draagt UW algemeene ontwikkeling bij-
A,°
Mr. B.
Quo Vadis?, door W. C. Sickesz (Am<
sterdam, Holdert Co., luxe editie 1.—3
volksuitgave 0.25.)
Iedere ernstige poging om de nog steeds in
meerdere of mindere mate voortdurende we
reldcrisis tot een einde te brengen, iedere po
ging om het werkloosheidsvraagstuk op tfl
lossen, is lofwaardig. En ieder, die ons richt
lijnen geeft om deze doelen te bereiken, zij®
wij erkentelijkheid verschuldigd. Zelfs al zou
den wij het in geenen deele eens zijn met de
voorgestelde schema's van opbouw, dan blijve
nóg deze erkentelijkheid in ongewijzigd®
vorm.
De schrijver, een Amsterdamsch fabrikant/
gaat van de praemissie uit dat, wil het 'men-
schelijk vernuft zich verder blijvend ont
plooien, dit een dusdanige verdere sterke uit
breiding der productiemogelijkheid ten ge
volge moet hebben, dat de wereld óf die pro
ductiemogelijkheid zal hebben te beteuge
len öf het geproduceerde, zooals hij dat uit
drukt, zal moeten vernietigen, dan wel
wegschenken.
Deze consequenties gaat de schrijver uit
voerig na, ze splitsende in een „plan A''
„plan B" en „plan C", waarvan hij telken'
in afzonderlijke hoofdstukken de economi
sche- (en in het voorbijgaan ook de juridi
sche) gevolgen in groote trekken beziet.
Mocht door deze projecten de weg tot oe
algemeene welvaart niet bereikt worden, z°°
concludeert de schrijver, laat elkeen dan mf-
dehelpen en mee-zoeken, opdat 's werelds
bestuur eens in handen gelegd worde van ee
bekwaam bedrijfsleider (niet-politicas!).
ae gewenschte richting geve, éer de hel v&n
e strijd opnieuw om zich grijpen zou...
A. jir. B.