Abonneert II op dit bis' Kanker-sterfte in Den Helder in dalende lijn Tuberculose-sterfte blijft aandacht vragen Jan Sturk overleden Itoetkat Leerzame cijfers Uit het politierapport Jaarverslag Nutsspaarbank over 1937 Het muziekwonder in café „Het Hoekje'' Heden ouderavond Speeltuin- vereeniging Burgerlijke Stand HRC I-RCH I KFC II-HRC II KW II-HRC III Watervogels I-Schagen I VOOR ALLE VERZEKERINGEN „VRAAG EN AANBOD", tel. 300 Makelaar F. NYPELS Spoorstraat 9-11 Twee ziekten, die in de volksmond terecht als de meest gevreesde belagers der mensch- heid gelden, zijn de tuberculose en de kanker. Dank zij de vorderingen, die de medische wetenschap in de laatste tientallen jaren ge maakt heeft, en de sociaal-hygiènische ver beteringen, waartoe deze vorderingen mede den stoot hebben gegeven, heeft de tuber culose veel van haar verschrikking verloren, al blqft ze toch een ziekte, waarmede de et rijd onafgebroken moet worden voortgezet. Vooral in perioden van economischen neer gang, waarin de mogelijkheid van ondervoe ding een bedreiging vormt voor breede lagen der bevolking, is ook het gevaar voor toe name van de tuberculose met name onder de jeugd verre van denkbeeldig. Van over heidswege en van medische zijde wordt aan dit mogelijke crisis-gevolg dan ook nauw lettend aandacht geschonken. Met de kanker staat de zaak minder gun stig. Ondanks den onvermoeiden arbeid van tallooze onderzoekers over de geheele wereld is het wezen der ziekte ten deele een geslo ten boek» en terwijl de sterfte aan tuberculose in het algemeen gesproken afneemt, neemt de kanker als doodsoorzaak in beteekenis toe. Het kan zijn, dat dit een gevolg is van een veelvuldiger voorkomen dezer ziekte in de laatste jaren, maar het kan ook zijn en volgens een deel der deskundigen is het ook inderdaad zoo dat het steeds meer onderdrukken van andere ziekten als doods oorzaak wel een relatieve vermeerdering van het aantal sterfgevallen aan kanker veroor zaakt, zonder dat dit nochtans zou wijzen op een algemeener of nóg gevaarl ker worden van deze ernstige aandoening. Ook voor den leek is dit begrijpelijk: alleen reeds de sterke teruggang van de zuigelingensterfte moet noodwendig leiden tot een grooter aantal sterfgevallen aan alle ziekten, die pas op laterm leeftijd optreden. En aar mate weer meer van deze andere iekten met succes be streden of voorkomen kunnen worden^eischen de overblijvende uiteraard een grooter aantal slachtoffers. Hoe dit zij, in Ieder geval staat vast, dat de sterfte aan kanker ook in Den Helder aanmerkelijk hooger is dan aan tuberculose, niettegenstaande door chi rurgisch ingrjjpen en door bestraling in tal van gevallen goede resultaten bereikt worden, Vergelyken wij de sterftecijfers aan beide ziekten in onze -stad over de laat ste drie jaren met de gemiddelden van rijk en provincie, dan komen wij tot een slotsom, die ongetwijfeld de aandacht verdient. Uit onderstaande opgave blijkt hoe groot ln de jaren 1935, 1936 en 1937 de sterfte aan alle vormen van tuberculose per tienduizend inwoners in land, provincie en stad is ge weest. Sterfte aan tuberculose per 10.000 inwoners. 1935 1936 1937. Nederland 5,2 5,— 4,8 Noord-Holland 4,6 4,9 4,8 Den Helder 5,8 6,6 5,3 Ondanks den slechten economischen toe stand zien wij in de rijkscijfers de daling van voorgaande jaren zich nog verder voortzetten. Hoe gunstig dit verloop is, wordt duidelijk als daarbij bedacht wordt, dat omstreeks 1920 de sterfte aan tuberculose nog 7,5 en omstreeks 1890 zelfs nog 14,per tiendui zend en per jaar bedroeg. De provinciale cijfers vertoonen nog eenige schommeling, maar ze kwamen in de besproken periode toch niet boven het rijksgemiddelde uit. Dit is wel het geval met de cijfers betreffende onze stad. In een kleinere bevolkingsgroep, zooals de inwoners van één enkele stad vormen, oefenen min of meer toevallige omstan digheden op de statistische ïjfers gemak kelijk grootex» invloed. Nemen w\j daarom, liever dan de afzonderlijke jaarcijfers, het gemidde'de van de geheele besproken periode, dan komen wij tot een sterfte cijfer aan t.c.b. van 5,9 per tienduizend en per jaar, een cijfer, dat in zoo betee- kenende mate boven de gemiddelden van rijk en provincie ligt, dat het zorgvuldige aandacht vraagt. Hoe groot de sterfte aan kanker in de jaren 1935 tot en met 1937 gweest is, blijkt uit de volgende opgave. 1935 1936 1937 Sterfte aan kanker per 10.000 inw, Nederland 12,7 13,1 13,2 Noord-Holland 13,7 14,6 14,7 Den Helder 13,9 13,2 n'g De cijfers voor het geheele land blijken bijna driemaal zoo hoog te zijn als die betref fende de tuberculose. Bovendien, en dat is bedenkelijker, bewegen zij zich in niet in dalende, maar juist in stijgende lijn. Dit geldt ook voor de provinicale cijfers, die bovendien nog hooger zijn. In onze stad daarentegen vertoonen de sterftecijfers aan kanker in de besproken jaren een duidelijk dalende tendenz. In 1933 lagen zij nog boven het rijks- zoo wel ols boven het provinciale gemiddelde en bereikten zij bijna het rijksgemiddelde, terwijl zü over het laatstverloopen jaar op een aanmerkelijk lager niveau zijn aan geland en bij beide gemiddelden gunstig afsteken. Deze week namen vrij een kijkje in het café „Het Hoekje" van den heer Koekenbier en schreven over de inderdaad bijzondere eigen schappen van diens aangeschafte „muziek- machine". Er werd evenwel den indruk ge wekt, dat het hier een Philips-product betrof, hetgeen niet het geval is. Het radio-toestel is van Philips, doch de geheele verdere instal latie ontwierp en vervaardigde de firma Schaap en Besem te Amsterdam. Opvoering van het blijspel „Haar andere Man". Hedenavond wordt in het Casino, uitgaan de van de afdeeling Tuindorp der „Speeltuin- vereeniging Den Helder" een ouderavond ge geven, alwaar opgevoerd zal worden het drie- bedrijvige blijspel „Haar andere Man". van 7 October 1938. BEVALLEN: D. Halfweeg—Wit, z. G. A. P. GaerthéKlitsie, z. DAMESFIETS VERKRIJGBAAR. Bij de politie werd aangifte gedaan, dat een dames fiets aan een adres in de Spoorstraat als gevonden is gedeponeerd. OVERTREDING ARBEIDSWET. Een winkelier in de Koningstraat werd verbaliseerd wegens het overtreden van de Arbeidswet. NOG MEER OVERTREDERS. Een aantal personen werd bekeurd wegens het overtreden van de Motor- en Rijvvielwet. Verschenen is het jaarverslag over 1937 van de Nutsspaarbank. Wij ontieenen er het volgende aan. Algemeene beschouwingen. De druk der tijdsomstandigheden heeft in het boekjaar 1937 ook het spaarbankbedrijf in niet geringe mate beïnvloed. 1 Als gevolg van den tijdgeest heeft men het geld algemeen opgehoopt op die plaatsen der wereld, waar thans het grootste vertrouwen bestaat. Ook hier te lande is een groote geldruimte ontstaan, welke weer ten gevolge had, dat ook te onzen kantore veel gelden en van allerlei oorsprong werden aangeboden. Hoe gaarne het bankbestuur ook ziet, dat het publiek in steeds grooter mate van haar bedrijf gebruik gaat maken, werden in dit boekjaar belangrijke bedragen afgewezen, op grond, dat deze gelden eerder onder deposito- geld, dan onder spaarbankgeld gerekend moe ten worden; een maatregel, welke het pu bliek alleszins begrijpelijk voorkwam en uit eindelijk wist te waardeeren. Anderzijds had de ruimte op de geld- en en kapitaalmarkt ten gevolge, dat de op brengst van de beleggingen dusdanig daalde, dat het spaarbankbestuur genoodzaakt werd een verlaging van de inleggersrente onder de oogen te zien, waartoe in Maart van dit jaar werd overgegaan. Was het redelijk, indertijd de veronder steling te maken, dat de snelle toeneming van het aantal spaarders op den duur niet in dezelfde mate zou kunnen worden gehand haafd, thans schenkt het een genoegen te kunnen vaststellen, dat in 1937 het aantal spaarders weer met bijna 1000 is toegenomen. Ook het aantal posten van inlage vermeer derde dit jaar met 13 of met ruim 3600 en die van terugbetaling met 10 2600. Inleg. Ingelegd werd in 1937 een bedrag van 2.624.367,01, dit is 248.049,58 meer dan in 1936. Terugbetaling. Terugbetaald werd in 1937 2.407.330,75, dit is 75.054,87 meer dan in 1936. Omzet. Totaal werd ingelegd en terugbetaald in 1937 5.031.697,76, dat is 323.104,45 meer dan in 1936. Aantal posten van inlage en terugbetaling. Het aantal posten van inlage bedroeg in 1937 31.378 (v.j. 27.695) en het aantal posten van terugbetaling 27.510 (v.j. 24.552). Uitgekeerde rente. Aan de inleggers is in 1937 82.614,34 aan rente vergoed, dat is 5.827,61 meer dan in 1936; hiervan werd tusschentijds (in den loop van het boekjaar) reeds een bedrag van 2.466,44 uitbetaald. Storting tegoed der inleggers. Het aan inleggers verschuldigde kapitaal (op 1 Januari 1937 2.915.869,69) steeg met 297.184,16 tot 3.213.053,85. Aantal nieuwe boekjes. In 1936 werden 1571 nieuwe boekjes uitge reikt (vorig jaar 1398), daarentegen 576 boekjes ingetrokken (vorig jaar 514). Aantal spaarders. Het aantal in omloop zijnde spaarbank boekjes bij den aanvang van het jaar 10.344, klom met 995 tot 11.339. Safeloketten. De verhuring van safeloketten, waarmede met de opening van, het nieuwe gebouw een aanvang werd gemaakt, verkrijgt langzamer hand de belangstelling van het publiek. Op 31 December waren 49 loketten verhuurd. Financieele uitkomsten. Na de volgende afschrijvingen: op meubilair en inventaris 4.548,11, op spaarbusjes 227,15, op gebouwen 10.104,59 en op de safe-inrichting 1.771,bedroeg de netto winst 32.803,61. Hiervan werd 5.000,aangewend voor een extra-reserve voor koersverschillen op effecten. Het res tant, ad 27.803,61 kon aan de reserve wor den toegevoegd. De rekening reserve steeg daardoor tot 245.112,53. Overzicht der beleggingen in effecten. Soort van fondsen: Staatsleeningen Nederland 122.000, Provinciale leeningen Nederland 14.000, Gemeenteleeningen Nederland 261.000, Staatsleeningen Nederl.-Indië 58.500, Gemeenteleeningen Nederl.-Indië 48.00o| Obligatieleeningen waterschap pen en verder publiekrechterlijke lichamen 32.000 Pandbrieven hypotheekbanken in Nederland .(alleen die door de Rijkspostspaarbank als beleg ging worden aangenomen) 11.000, VOOR DE MAATKLEERMAKERS. Het voorl. bestuur van de Technische Club voor Kleermakers te Den Helder noodigt in een adv. in dit nr., alle Maatkleermakers uit tot bijwoning van den technischen avond op Maandag 10 Oct. a.s., des avonds 8 uur, in hotel „De Toelast", Spoorstraat, waar als spreker zal optreden de heer Joh. de Bruin, met als onderwerp; „Waarom en wat is het meestersysteem". JAARVERGADERING „BEATRIX" In een advertentie in dit nummer maakt de Held. Baby- en Moederzorgvereen. „Beatrix" bekend, dat de jaarlijksche ledenvergadering zal worden gehouden op Dinsdag 11 October a.s., des avonds 8 uur in Casino. Voor do agenda zie men de advertentie. INDISCHE FEESTAVOND VAN HET M.S.F. 100 Indisch. Het bestuur van het M.S.F. verzoekt ons mede te willen deelen, dat aan den Indischen feestavond, welke morgenavond ten bate van het M.S.F. wordt gehouden, uitsluitend In dische krachten medewerking verleenen. Dit wordt ons medegedeeld om misverstand te voorkomen. Het is Zondag a.s. werkelijk een stukje Indië in het Casino. 850.500,— AMBACHTSSCHOOL VOOR DEN HELDER EN OMSTREKEN. Benoemd aan de Ambachtsschool alhier tot leeraar aan den winterdagcursus voor schil ders de heer P. J. Broos, leeraar aan de Am bachtsschool te Jubbega (Fr.) en in het bezit van de akten N.e. (schilderen en vaktheorie). N.IXa. (hand- en decoratief teekenen) en N.IIb (rechtlijnig- hand- en decoratiefteekenen). EINDE GELDIGHEIDSDUUR KINDERZEGELS-1933. De kinderpostzegels uitgegeven in 1933, waarop een kind, een lichtende ster dragend, is afgebeeld, worden, overeenkomstig de voor deze uitgifte geldende regelen, met ingang van 1 Januari 1939 buiten gebruik gesteld. Van dien datum af zijn deze zegels voor de fran keering derhalve waardeloos. Één der laatste ■r/v -yytty-- v vy Kratonmedaille-dragers Jan Sturk is overleden. Jan Sturk, een \an die populaire Nieu- wediepers, die een menschenleeftijd aan de haven gescharreld hebben, die de we reldzeeën hebben doorkruist van Noord naar Zuid en van Oost naar West. Jan Sturk dezelfde waarover wij het vorige jaar enkele artikelen schreven, welke tengevolge hadden dat er een actie op touw gezet werd, die beoogde den ouden baas den ouden dag gemakkelijker te maken. Zooals men weet, heeft die oproep van ons weerklank gevonden in de harten van vele. Het door Sturk zoo fel-begeerde „plukkie ta bak" werd een baaltje tabak, terwijl diverse Nederlanders Sturk voorzagen van eenigen geldelijken steun. Jan Sturk was iemand, die een avontuur lijk leven achter den rug heeft. Hij heeft de vermaarde inneming van de Kraton meege maakt, hij diende op de oude schepen van de Nederlandsche marine, en als men hem aan het vertellen kreeg, besefte men steeds weer wel een helderen geest er nog in dat oude ge bogen manneke stak. Nu is hij heengegaan. Het leven was niet gemakkelijk voor hem, hoewel zijn laatste levensjaren verlicht wer den zoowel door zijn familieleden als door die genen, die hem af en toe eens wat toestopten. Degenen die in den buidel getast hebben, zul len daar zeker geen spijt van gehad hebben. Aan de haven zullen ze 'm missen. Men kon hem daar bijna iederen dag zien ijebeeren. Pratend met de Nieuwediepers, kijkend naar de vletten en af en toe met het traditioneele „braadje' 'huiswaarts tijgend. Er was niemand aan den buitenkant, die Jan Sturk niet kon zetten. Iedereen mocht hem graag üjden. Hij wrs een man zonder vijanden. Dat merkten wij vooral de laatste jaren, toen Sturk ook van de partij was als de Blauwe Zeeridders hun reisje maakten of een vroolijken avond hadden. Dan zat Sturk met z'n dochter knus weggedoken in een achter- afje en glimlachend zag hij het alles aan. Stil- verheugd dat ook zijn verdiensten erkend werden. Ook heeft hij gestaan bij het Monument van het Nederlandsche Reddingwezen. Toen kwam de Koningin voorbij en ze heeft ook tot hem gesproken. Tot Jan Sturk, een der laat ste Kratonmedailledragers. Vannacht is Jan Sturk gestorven. Men zal hem niet meer zien, noch aan den buitenkant, noch zich koesterend in het zonnetje in het Julianapark, waar hij zoo gaarne zat, met z'n oude vrienden. Ook wij, van de krant, zullen hem missen. Want ook van ons was hij een vriend. Maandag" wordt Jan Sturk begraven van- uit zijn laatste woning aan den Brakkeveld- weg 130. Dan zal hij tcruste gelegd worden op het oude Huisduiner kerkhof, vlak bij de zee, die hij zoo lief nad en waarop hjj vele, vele jaren rondzwalkte. Hij zal er ris ten bq zijn vrienden en strijdmakkers, daar bij de muziek van de Noordzeebranding. Velen zullen hem Maandag gedenken. Jan Sturk... de Kr~+"nmcdailledrager. Een eenvoudige van ziel. Maar een man met een groot hart. (Aanvang half drie). Het HRC-elftal voor morgen is: J. Dijkshoorn van Pelt Selderbeek Leavey Stolk Zuidema Sanders Roomeyer Pirarc. de Jong Dissel HRC I komt dus a.s. Zondag voor het eerst in deze competitie volledig uït. HRC 2 komt morgen als volgt uit: W. Goudswaardt Siersma Buitenhuis Post van Dok Kok Heyblok de Vries Zymni Boonstra v. d, Berg Het elftal van HRC 3 is: P. W. Looy de Bruyne Dekker Stins Geervliet Darphorn Knol J. Bijl de Schipper Oom Snijders Het is het W.-bestuur gelukt, met mede» werking van Schagen, het aanvangsuur op 11 uur vastgesteld te krijgen. Het W-elftal is als volgt samengesteld: G. Kubbe J. Bontes F. Been R. Marsman L. Bosch S. Been S. Hoogvorst Gerritsen H. Been Tackema A. Kubbe Res. 2e kl. A. HRC 2 3 3 0 0 6 16—4 Ajax 3 3 2 1 0 5 11—5 DWS 2 3 2 0 1 4 13—3 OVVO 2 2 1 1 0 3 8—6 KFC 2 3 1 1 1 3 5—5 WFC 2 2 1 0 1 2 4—5 AFC 3 2 1 0 1 2 2—6 DWV 2 3 0 1 2 1 6—8 OSV 2 2 0 0 2 0 2—4 ZFC 3 3 0 0 3 0 3—24, Het programma voor morgen is: KFC 2—HRC 2; AFC 3—DWV 2; ZFC 3— OVVO 2; OSV 2—DWS 2; Ajax 3—WFC 2, Zooals men ziet „staat HRC 2 er dus mooi voor". Res. Se klasse A. W. Frisia 2 3 3 0 0 6 16—4 Helder 2 3 3 0 0 6 8—3 Alcmaria 2 3 2 0 1 4 11—7 Alkm. Boys 2 3 1 1 1 3 5—11 QSC 2 3 1 0 2 2 6—8 Hollandia 2 2 1 0 1 2 7—4 WFC 3 2 0 1 1 1 3—4 HRC 3 2 0 0 2 0 3—6 KW 2 3 0 0 3 0 4—16 Het programma voor morgen is: Helder 2—WFC 3; KW 2—HRC 3; QSC 2 Hollandia 2; Alkm. Boys 2Alcmaria 2. Door te winnen of gelijk te spelen kan Helder 2 dus morgen de leiding nemen, daar W. Frisia 2 vrij is. J. W. F. Werumeus Buning: „Ik zie, ik zie, wat g(j niet ziet", tweede tocht, Amsterdam 1938 (N.V. Em. Querido's Uitge versmij; prijs ingen. f f 3.75; geb. f 4.90). Wanneer de herfstzon na een geduchte regenbui zich met wat valsch licht nog even in Uw huiskamer waagt en wanneer Ge dan de afgevallen bladeren door den wind bij massa's buiten ziet voortdrijven, lijkt het U zeker niet den meest geschiklen tijd om een tochtje naar buiten voor te bereiden. Om dezelfde reden zou het bij de intrede van Herfst en Winter oogenschijnlijk dwaas schij nen een boek als dit in bespreking te bren gen. En tóch is het tegendeel waar. Leest U dit boek! Ik kan U verklaren, dat het een juweel is, maar dat ls een cliché uitdrukking, die tenslotte weinig indruk op U maakt. Daarom kom ik met de stelling, dat U dit boek gelezen moet hebben om in het komende reisseizoen (we leven snel en dus ligt dat dichterbij, dan U overweegt!) méér te genieten dan U tot dusverre op Uw reizen deed. Dit boek is een reisboek. Niet een uit het traditioneele soort als Gij U voorstelt: de gids rood of „bleu", respectievelijk over de Dolomieten of Parijs. Het is een modern boek, modern in zijn beste beteekenis, een boek dat U onder heel nieuwe visie veel laat zien en bijna laat proeven van het genot in het reizen voor hem, die reizen verstaat. Het is een uitmuntende gids, weliswaar zènder het ster retje, wanneer er iets van „eerste grootte" te aanschouwen is, maar vol met vondsten van aantrekkelijke hoekjes en vergeten plek jes van curieuze schoonheidHet is een Hollandsche gids in duidelijk Hollandsch over ons schoone Holland, dat wij nog maar steeds en zelfs spreekwoordelijk weinig kennen. De gids wijst U naar Uw land: wat ge zelf nim mer gezocht zoudt hebben, vindt ge met behulp van hem. Al wordt het ook winter, volgt U dezen dichter maar. Een kaart is niet noodig Als vanzelf brengt hij U langs den Gelderschen IJssel, naar stille gedeelten van Zeeuwsche en Noordzee-eilanden, een „HelT en een „He meltje", het „Land van Heusden" en de roem ruchte vesting Schenkenschans. Het Zomerland ziet ge vóór U: voor U de belofte in het komende jaargetijde! A. jjr. B. Het Bedrijfsleven tjjdens de Regeering van H.M. Koningin Wil- helmina, 189 819 38 (Amsterdam, J. Fr(jda). Veertig jaren! Hoeveel malen zijn wij in den laatsten tijd niet in woord en geschrift en in beeld herinnerd aan deze zegenrijke regee- ringsperiode van onze Koningin, met Wier beel tenis ook dit herinneringsboekwerk aanvangt. Lezer, meen nu niet, dat ge hier met één uit vele droge statistieken te doen hebt, die U thans wordt voorgezet. Het tegendeel geldt van dit boek, al bevat het dan ook veel statistisch materiaal. Zelfs hij, die in het geheel geen ge voel heeft voor techniek en die alle zakelijke relazen liefst zoo spoedig mogelijk overslaat, zal, na zich eenmaal aan het lezen gezet té hebben, moeten erkennen, dat deze lectuur toch werkelijk tot de verbeelding spreekt. Na een inleidend woord van den Minister van Economische Zaken volgt de materie in 35 hoofdstukken gesplitst. Elk hoofdstuk voor zich is beschreven door deskundigen, die op hun terrein tot de eersten van ons land ge rekend moeten worden. Een greep hieruit te doen en hier een afzon derlijk hoofdstuk eens nader onder de loupe te nemen, zou onbillijk zijn. Want, of wij nu het onderwerp de Tuinbouw kiezen, de Visscherij, het Mijnwezen, de Metaalindustrie, de Water - bouwkunde, de Gloeilampen- en Radioindustrie, de Scheepvaart, de Bouwkunst of de Lucht vaart: tutti quanti: het blijft alles interessant En begint men eenmaal met lezen, men gaat steeds geboeid verder. Immers, overal en qd elk gebied vinden we weer diezelfde „Vooruit gang in ieder hoofdstuk opnieuw terug, even als de fee van de „goede afloop" uit de roman. Een boek om iedereen aan te raden: zeer be langwekkend en bovendien ook nog fraai toe passelijk geïllustreerd.-Het is een boek dat on draagt UW algemeene ontwikkeling bij- A,° Mr. B. Quo Vadis?, door W. C. Sickesz (Am< sterdam, Holdert Co., luxe editie 1.—3 volksuitgave 0.25.) Iedere ernstige poging om de nog steeds in meerdere of mindere mate voortdurende we reldcrisis tot een einde te brengen, iedere po ging om het werkloosheidsvraagstuk op tfl lossen, is lofwaardig. En ieder, die ons richt lijnen geeft om deze doelen te bereiken, zij® wij erkentelijkheid verschuldigd. Zelfs al zou den wij het in geenen deele eens zijn met de voorgestelde schema's van opbouw, dan blijve nóg deze erkentelijkheid in ongewijzigd® vorm. De schrijver, een Amsterdamsch fabrikant/ gaat van de praemissie uit dat, wil het 'men- schelijk vernuft zich verder blijvend ont plooien, dit een dusdanige verdere sterke uit breiding der productiemogelijkheid ten ge volge moet hebben, dat de wereld óf die pro ductiemogelijkheid zal hebben te beteuge len öf het geproduceerde, zooals hij dat uit drukt, zal moeten vernietigen, dan wel wegschenken. Deze consequenties gaat de schrijver uit voerig na, ze splitsende in een „plan A'' „plan B" en „plan C", waarvan hij telken' in afzonderlijke hoofdstukken de economi sche- (en in het voorbijgaan ook de juridi sche) gevolgen in groote trekken beziet. Mocht door deze projecten de weg tot oe algemeene welvaart niet bereikt worden, z°° concludeert de schrijver, laat elkeen dan mf- dehelpen en mee-zoeken, opdat 's werelds bestuur eens in handen gelegd worde van ee bekwaam bedrijfsleider (niet-politicas!). ae gewenschte richting geve, éer de hel v&n e strijd opnieuw om zich grijpen zou... A. jir. B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 6