Wij lazen voor
Belasting-ontduikers
mild gestraft
Radioprogramma
j DOOR
j EDGAR RICL.
BURROUGHS
- Uit de Pers van heden
Voorspoedige sleep van
tin-baggermolen
Aufo vier maal over den kop
Dierenbeul veroordeeld
FEUILLETON
MAURICE WALSH
No. 6. tegen zijn arm, zodat de kogel een andere haar arm en trok haar vlug door de open- men. Tarzan wilde nu de Hindoe enkele vra-
Hjj richtte de loop van de revolver op richting uitvloog. „Niet doen... je mag Brian staande deur, die hij afsloot. Tarzan zette gen stellen, doch toen hij weer in de eerste
Tarzan's hart en op hetzelfde moment, dat Gregory niet doden!" gilde de vrouw. Tarzan zijn breede schouders tegen de deur, die even kamer kwam, bleek ook hij spoorloos ver
hij de trekker overhaalde, was Magra als een sprong naar voren en wilde zich op Atan later opensprong, doch de kamer was leeg, dwenen te zijn. De aapman stond voor een
panter naar hem toegeslopen en gaf een duw Thome werpen, doch deze greep Magra bij beide mensen waren langs het balcon ontko- raadsel!
HEEFT EEN MIDDENSTANDER WEL
BESTAANSVERANT WOORDELIJKHEID?.
„Het Volk" (S.D.A.P.) is het er niet mee
eens, als de Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant (Iib.) de middenstanders kapittelt om
het vrije spel der maatschappelijke krach
ten te verheerlijken.
Het liberale blad had geschreven: Aan
het stelsel van (vrije) voortbrenging had
de middenstand zijn welvaart in het ver
leden te danken. Vraagt deze maatschap
pelijke groep thans om hulp en steun, dan
handelt zij in strijd met het feit, dat hier
een groep van ondernemers is, die haar
plaats in de samenleving heeft kunnen ver-
overeren, juist dank zij de heerschappij van
het beginsel van de persoonlijke bestaans-
verantwoordelijkheid.
Neen, zegt Het Volk, het eene is al onjuis
ter dan het andere!
De liberale economisten, die in hun stel
sel nooit of te nimmer plaats hadden voor
bestaansmogelijkheid, laat staan bestaans-
peil! durven den middenstand te verwij
ten, dat hij geen bestaansverantwoordelijk
heid bezit.
Omdat de middenstand om maatre
gelen vraagt, die de bestaansmogelijkheid
een.igermate beschermen.
De middenstand, die zijn eigen belang
begrijpt, steune de welvaartspolitiek der
moderne arbeidersbeweging. De midden
stand strijde mee voor uitbanning van de
aanpasserij, voor werkloosheidsbestrijding
op groote schaal, voor WELVAART door
ARBEID!
NEDERLAND EN ZUID AFRIKA: GEEN
VRIENDSCHAP OP ANDERMANS
KOSTEN.
Het Algemeen Handelsblad (lib.) is zeer
te spreken over de treffende viering van
don Zuid-Afrikaanschen heldendag ook in
Nederlandschen kring. Als in een artikel
is uiteengezet, dat het saamhoorigheidsge-
voel tusschen Nederland en Zuid-Afrika
op traditie berust, lezen wij verder:
Maar het is bovendien diep en levend,
omdat de beide volken behalve door stam-
ook door karaktereigenschappen verbon
den worden. En in een tijd, waarin een
geenszins wetenschappelijk gefundeerd ras-
senbeginsel te dikwijls gespannen wordt
voor den wagen der imperialistische expan
sie, is het verheugend vast te stellen, dat
de eensgezindheid tusschen Nederland en
Zuid-Afrika uitsluitend op vreedzame
vriendschap is gebaseerd. Een plechtigheid
als die, welke heeft plaats gevonden op
den Zuid-Afrikaanschen heldendag stelt
deze gevoelens in het scherpe en volle
licht van het heden. Aan déze vriendschap
zal niemand aanstoot nemen, omdat zij in-
derdaad tegen niemand anders is gericht,
en zich nergens op andersmans kosten wil
doen gelden.
WAT IS DEMOCRATIE?
In het weekblad „De Groene" heeft Men-
no ter Braak een dichterlijke definitie gege
ven van dit veel gebruikte woord; en wel:
Voor mij is democratie in de eerste
plaats een atmosfeer, waarin iemand
kan leven, die de toekomst niet aan
een doode formule van het verleden
wenscht te binden.
Er behoeft verder geen woord aan ver
spild te worden, dat volgens deze begrips
bepaling de grimmigste dictator zich „demo
craat" kan noemen, oordeelt de Maasbode
(R.K.) Wat wel niet de bedoeling zal zijn
van den schrijver in dit vóór alles „demo
cratische" weekblad.
„OUD"-NIEUWS.
Het Volk (S.D.A.P.) is het geheel niet
eens met wat Mr. Oud, de nieuwe burge
meester van Rotterdam heeft geschreven
over het aanhouden van verschillende func
ties in zijn partij.
Hij mr. Oud zegt Het Volk, spreekt
daarbij van de groote beteekenis, welke het
voor „de waardeering en de doorwerking"
van de vrijzinnig-democratische beginselen
kan hebben, wanneer de leiding van de
tweede stad des lands aan een vrijzinnig
democraat wordt opgedragen.
De vereenigde burgerlijke pers hoort deze
woorden goedaardig zwijgend aan wij
moeten echter niet denken aan de opwin
ding, waarin zij zou komen zijn te verkee-
ren, als het eens een sociaal-democratisch
burgemeester van Rotterdam ware geweest,
die zoo partijbelang en stadsbelang identi
ficeerde.
Het is wel aardig voor de bond der ver
dwijnende leiders maar moest daarvoor
het onaantastbaar recht van het- sociaal
democratisch volksdeel worden miskend?,
besluit het orgaan van het Hekelveld.
BIJZ. VRIJW. LANDSTORM NU
REVOLUTIONNAIR?
Zooals bekend heeft de Bijzondere Vrij
willige Landstorm, ondanks het feit, dat het
defensieverbod voor S.D.A.P. en N.V.V. is
ingetrokken besloten geen leden dier organi
saties tot zijn gelederen toe te laten.
Immers de B.V.L. is in 1918 juist opge
richt na de revolutiepoging of wat daar
voor doorgaat der S.D.A.P. en zou dan
haar bestaansrecht verliezen, aldus een cir
culaire van de B.V.L.
Het Nationale Dagblad zegt spottend, dat
de B.V.L. nu hij in strijd met 'n regeerings
besluit handelt, zélf illegaal is geworden,
Aangezien een christelijke regee
ring natuurlijk nooit met twee ma
ten meet en een democratische re
geering het recht onvoorwaardelijk
handhaaft, mag alsnu een -regee-
ringsbesluit tegemoet gezien wor
den, waarbij aan ambtenaren verbo
den wordt lid te zijn van den illega
len B.V.L. lezen wij.
Het N.D.B. spreekt dan een woord van
troost: „Laat dit de leiding van den B.V.L.
niet verdrieten. Zij verkeert met zulk een
ambtenarenverbod in goed gezelschap... in
het gezelschap der nationaal-socialisten, die
wegens hun onverzoenlijke bestrijding van
het wereldmarxisme zoo gehaat zijn bij
diezelfde politieke partijen, die de S.D.A.P.
en het N.V.V. thans tot de weermacht heb
ben toegelaten."
De plaatsvervanger van de „Kan-
toeng" naar Banka.
Naar wij vernemen, is bij het departe
ment van koloniën telegrafisch bericht ont
vangen dat de nieuwe tinbaggermolen
Soengai Liat, welke in de plaats komt van
de destijds verongelukte Kantoeng, op 6 de
zer van Soerabaja naar Banka is gesleept
en daar Dinsdag te 6 uur 's middags be
houden is aangekomen.
De molen was besteld bij de werf Gusto te
Schiedam en in onderdeelen naar Soeraba
ja gezonden, waar zij door de Droogdok Mij.
„Soerabaja" is gemonteerd.
Bestuurder zwaar gewond.
Te Hillegom is Dinsdagavond een auto,
bestuurd door ir. J. E. A. von W. K. uit
Scheveningen, employé van de Bataafsche
Petroleunnmaatsohappij te 's-Gravenihage,
door onbekende oorzaak vier maal over
den kop geslagen.
De heer von W. K, die alleen in den
wagen zat, brak een arm op verschillende
plaatsen en liep hoofdwonden en een
schedelbasisfractuur op. In zeer ernstigen
toestand is hij naar het Diaconessenhuis te
Leiden vervoerd De wagen werd totaal ver
nield.
In verband met dit ongeluk verzoekt de
inspecteur van politie te Hillegom den be
stuurder van een vrachtauto, die voor den
verongelukten wagen reed, zich bii genoem
den inspecteur te melden voor het geven
van inlichtingen. Vermoed wordt, dat de
verongelukte auto voor den vrachtwagen
moest remmen.
Ondanks streng reguisitoir.
Het Haagsche gerechtshof deed gisteren
uitspraak in een drietal gevallen van be
lastingontduiking.
De huisschilder J. N. had zijn inkomen
en vermogen verscheidene jaren te laag op
gegeven, waarvoor de rechtbank hem een
maand onvoorwaardelijke gevangenisstraf
had opgelegd, van welke straf dé advocaat-
generaal in hooger beroep bevestiging vor
derde.
Het hof veranderde deze straf in een
voorwaardelijke gevangenisstraf van drie
maanden en een geldboete van f 300.subs.
een maand gevangenisstraf.
Eveneens wegens belastingontduiking heb
ben terecht moeten staan de administrateur
en de penningmeester van een verzeke-
ringsvereeniging, die een gedeelte van Ifun
salaris en het geheele bedrag, dat voor hun
pensioen gestort was, voor de belasting heb
ben verzwegen.
De rechtbank had ieder veroordeeld tot
een voorwaardelijke gevangenisstraf van
drie maanden en een geldboete van f 100.
subs. 25 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal achtte belasting
ontduiking in deze tijden zoo ernstig, dat
hij in hooger beroep een onvoorwaardelijke
gevangenisstraf van een maand vorderde.
Het hof bevestigde gisteren evenwel het
vonnis door de rechtbank gewezen.
Hond mishandeld.
De 37-jarige landbouwer H. H. uit Steen
deren heeft in Augustus de hond van zijn
buurman gecastreerd.
Bij deze behandeling was de hond zoo
ernstig toegetakeld onder handen van ver
dachte vandaan gekomen, dat de Zutphen-
sche politierechter en de officier van Justi
tie er schande van spraken.
Verdachte werd conform den eisch van
den officier van Justitie door den politie
rechter tot veertien dagen gevangenisstraf
veroordeeld.
DIE ARME SCHOOLKINDEREN!
Door den politieken toestand
uit het lood geslagen. Vacan-
tie en geen huiswerk!
Een half millioen Londensche schoolkin
deren kregen een dag vacantie om te be
komen van dé spannende dagen, welke ook
Engeland achter den rug heeft, lezen wij
in de Daily Express. Voorts werd besloten,
dat de kinderen in de eerste weken geen
huiswerk behoeven te maken, omdat zij
door den politieken toestand van Europa
geheel uit het lood geslagen zijn.
VRIJDAG 14 OCTOBER 1938.
Hilversum I. 1875 en 301,5 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
KRO.
8.oo9.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.)
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
1.20 The KRO-New Style Melodians.-
I.50 Gramofoonmuziek.
2.00 Orgelspel en gramofoonmuziek.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.10 KRO-orkest.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.15 KRO-Kamerorkestm.m.v. solist.
6.00 Land- en tuinbouwpraatje.
6.20 KRO-orkest.
7.00 Berichten.
7.15 Luchtvaartpraatje.
7.35 Musica Catholica.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Het Rotterdamsche Phi'harmonisch
orkest en koor, m.m.v. solirtcn.
9.15 KRO-Orkest.
9.45 Declamatie.
10.00 Solistenconcert.
10.30 Berichten ANP.
10.40 KRO-Melodisten, m.m.v. soliet. (11.00
II.10 Gramofoonmuziek).
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 415,5 m,
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA
10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Bericht,).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Gramofoonmuziek.
11.00 Declamatie.
11.20 Orgelspel.
12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 iiten)
12.30 Het AVRO-Amusementsorkest en soliste.
I.30 Het Renovakwintet (Opn.),
2.00 Kniples.
2.20 Viool en piano.
3.00 Variété-programma. Hierna Berichten.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.00 De Ramblers.
6.30 Literaire causerie.
6.50 Orgelspel.
7.00 Causerie „Opvoeding tot democratie'-.
7.20 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Causerie „Wat en hoe geloven wij
8.00 Zang en orgelbegeleiding.
8.30 Causerie „Onze vrienden in Ameriltr.'
9.00 „Sylvia", m.m.v. solist.
9.30 Radiotooneel.
10.00 „Esmeralda".
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwijding.
II.00 Klavier-Hans-concert.
11.20 Gramofoonmuziek.
11.30 Jazzmuziek (Gr.pl.).
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
11.
„Heel juist," zei Alistair vast. „Zet den hee-
len boel maar uit je hoofd."
„Neen. Ik heb verplichtingen tegenover jul
lie jullie veiligheid. Als we werkelijk op dit
moment willen besluiten, hoe het verder zal
gaan, is het absoluut noodig, dat jullie weten,
wat ik weetPer slot van rekening staat er
mij naar mijn idee eigenlijk maar één ding te
doen."
„Uitstekend!" zei Paddy Joe. „Ik geloof dat
je gelijk hebt, Stuart. Ga door."
3.
Dien vorigen avond was Rogan, toen hjj plot
seling het huis aan het einde van dat groote
grasveld had zien liggen, even stil blijven staan,
om het terrein te verkennen. Zoo als het daar
stond, omsluierd door het nachtelijk duister,
met torentjes en trapgeveltjes geprofileerd
tégen den nagloed boven de heuvels, maakte
het huis wel indruk, bezat het zelfs een zekere
waardigheid. De bovenverdiepingen waren don
ker, maar beneden waren hier en daar verlichte
vensters waar te nemen en door de glazen ron
ding van de groote vestibule, als een uitwas
aan den gevel aangebracht, zag men een rossig
schijnsel van een lantaarn In de hal. Links van
de vestibule waren een paar wijd opengeslagen
deuren, waaruit een sterke lichtbundel over het
gazon viel, die aan het groen van het gras een
helderen metaalglans verleende.
Hij was misschien 'en minuut zoo blijven
staan, terwijl hjj oogen en ooren den kost gaf.
Er bewoog zich niets, er ritselde geen blad; hij
besloot dus vlak voor het huis over te steken.
Over het gazon verspreid verrieden donkerder
plekken de aanwezigheid van bloemperken en
manshooge groepen rhododendrons; hij had zich
een weg gezocht, zoo, dat er steeds een perk
rhododendrons tusschen hem en het huis bleef,
en voor en na was hij aan de ander zijde van
de lichtstreep gekomen, waarna hij langzaam
aan het huis genaderd was. Waarom hjj dat
gedaan had, wist hij zelf niet. De verlichte
openslaande deuren hadden een wonderlijke
aantrekkingskracht op hem uitgeoefend. Hij
was niet van plan geweest, voor luistervink te
gaan spelen; hij wou alleen maar even naar bin
nen gluren, dan had hij misschien te weten
kunnen komen, of er ook leden van het gezel
schap mankeerden. Juist van pas had hij een
jonge ceder gevonden, die dicht bij de deur zijn
kegel verhief, naast een trapje van een paar
treden naar de deuren toe; hij had een schuil
plaats gezocht in en tusschen de donkere twij
gen, vanwaar hij juist in de kamer kon kijken.
De geur van de naalden was kruidig in zijn
neus gestegen, terwijl de scherpe punten hem
in zijn handen en zijn gezicht geprikt hadden.
Toen had hij een blik geslagen in een typi
sche mannenkamer, een samenstel van rook
kamer, kantoor en bibliotheek er waren
planken met veel leeren boekenruggen en aller
lei mappen en kantoorboeken aan den muur
recht tegenover hem, landkaarten en bouw
plannen aan de kopsche zijde, en in den versten
hoek een wit geschilderde deur met een ouder-
wetsche bronzen kruk. Groote club-fauteuils
stonden hier en daar verspreid en het zachte
licht, gezeefd door een schaal vlak onder het
plafond, kaatste weer in een zilveren blad, een
karaf met een goudgele vloeistof, een syphon
spuitwater en een paar leege glazen, op een
bureau-ministre midden in de kamer. Bjj het
zien van die koelglanzer-le syphon had Rogan
gerealiseerd, dat hij dorst had, want die zin
speelde duidelijk op wat een mensch op een
drukkend warmen avond noodig had druk
kend was het, zelfs daarbuiten. Als hij niet cor-
vée geweest was, had hij misschien de verlei
ding niet kunnen weerstaan om naar binnen te
stappen en den beiden mannen daarbinnen een
koelen dronk af te zetten.
Ja, twee mannen waren er in de kamer ge
weest, een van die beide was Ambrose Trant,
met zijn gladde haar en zijn jonge gestalte, een
warme blos hoog op de wangen en die speciale,
wonderlijke bleekheid om zijn mond hij had
er griezelig knap uitgezien in zijn avond-
kleedij en zijn onberispelijke witte overhemd.
Hij lag achterover in een rooden leunstoel aan
den anderen kant van de schrijftafel en zijn
lange vingers speelden nerveus met den steel
van één der leege glazen. De andere man ijs
beerde vlak voor de open deuren op en neer.
Dat ging langzaam, maar met een wonderbaar
lijke geruischlooze lenigheid en zijn breede
schouders deinden op de maat van zijn lichte
voetstappen. Hij was klein van stuk, zonder
gezicht. Zijn haar, donker behoudens een paar
grijze streepen boven de slapen, viel in een
koenen golf over zijn voorhoofd en in zijn
oogen tintelde een jeugdig vuur. Hij beet zijn
tanden stevig samen op een korte kersenhouten
póp en van tijd tot tijd tuitte zijn breede onder
lip onder den steel uit. Hij kon niemand anders
zijn, dan Sir Jerome Trant.
Rogan stond op het punt om weer in het
duister terug te glippen, toen het geluid van
glas tegen zilver den oudsten der twee het
hoofd om deed wenden.
„Beteekent dat, dat je nog een whiskey zoudt
willen hebben?" vroeg hg, en Rogan consta
teerde, dat hij de sisklanken eenigszins lispe
lend uitsprak.
„Nog een laatste op de valreep, vader." Er
klonk iets smeekends in Ambrose's stem en,
toen hij zijn hoofd omkeerde, keek Rogan in
de starende oogen van iemand, die ai vele
glazen te veel op heeft.
De vader wierp een blik op de dichte deur
aan het andere einde van de kamer en hij hield
het hoofd eenigszins gebogen, alsof hij stond
te luisteren. Toeri liep hij met groote stappen
vlug naar de tafel, legde zijn pjjp neer, greep
de karaf beet en goot een flinke hoeveelheid in
beide glazen. Rogan had voor dat uur van den
avond tenminste nog nooit een sterkere dosis
zien drinken; het sissend neerbruisen van het
spuitwater maakte, dat hij hoe langer hoe meer
dorst kreeg. „We zullen eerlijk gelijk op drin
ken, Amby," zei de vader.
„Zooals u wilt, Vader," stemde de zoon toe.
Er zijn twee manieren, waarop een aan den
drank verslaafd mensch zijn portie vergift tot
zich neemt; öf hij slaat het in één slok achter
over, óf hij streelt er, langzaam zuigend, zijn
verhemelte mee. Dat laatste was, wat Ambrose
deed; de ander nam één behoorlijken slok en
zette toen zijn glas weer neer. En weer was
Rogan, die zich niet aan nieuwe verleiding
bloot wilde stellen, op het punt, weg te slippen,
toen de vader begon te spreken en wat hij zei,
verbaasde Rogan zóó, dat hij zich niet ver
roeren kon. Sir Jerome leunde, gesteund op
zijn beide sterke, vierkante handen, over de
schrijftafel heen en sprak met een kalme,
luchtere, zakelijke stem.
„Ik vraag me wel eens af, Amby, hoe lang
k nog noodig zal hebben om je, al drinkend,
n.ar de verdoemenis te helpen?"
Terwijl hij sprak, bleef hij zoo onbewogen als
jen steen en zrjn woorden schenen Amby niet
zwaarder te wegen dan een pluisje.
„Reken daar maar niet op, Vader. Ik blijf
me er kiplekker bij voelen. U zult u blauw
vervelen onder het wachten, u en uw vriend,
Satan."
„Je vergist je, mijn jongen! Als er al goden
zijn, dan zullen die zich nog wel eens bedenken
voor zij mij 't kwalijk nemen, als ik probeer,
de wereld van je te verlossen, jouw zielig stuk
ongeluk!"
De kalme toon, waarop die vreeselijke woor
den uitgesproken werden, deden Rogan kippe-
vel krijgen. Indien hier werkelijk de vader
sprak tot den zoon, dan was in dit huis de
hel al losgebroken.
Nog steeds bleef Rogan talmen. Om de waar-
heid te zeggen, kón hij niet meer weg.
Terwijl Sir Jerome zjjn glas ophief, werd de
bronzen kruk van de witte deur omgedraaid;
haastig zette hij het glas weer neer. De deur
ging naar binnen toe open en daar stond de
jonge dame met het onzekere humeur me
vrouw Trant Jr. Zij keek de beide mannen
eens aan, ze keek naar het blad met de glazen,
zij sprak geen woord, maar, hoewel er op haar
gelaat geen spiertje vertrok, daalde er, als een
sluier een wonderlijke, stille wanhoop over
neer.
„We namen er net nog eentje op de valreep,
Else," zei de oudste der beide mannen op een
toon, alsof hij om vergeving vroeg.
„Dat zie ik," zei ze en er sprak uit haar stem
geen enkel gevoel. „Het is binnen erg warm
ik ga een luchtje scheppen."
Zij liet de deur achter zich open en liep
achter haar man's stoel om naar de openslaan
de deuren, zonder hem een blik waardig te
keuren.
En zij zag er heel aantrekkelijk uit. Vrouwen
vergeten nooit, dat ze bekoorlijk kunnen zijn,
al voelen zij zich ook nog zoo ongelukkig. Haar
donkere haar was onbedekt, losjes voegde zich
een zijden doek om de witte schouders en haar
lange, fijne armen riepen het beeld van een
lelie op.
Terwijl ze de paar treden af naar het gras
veld liep, raakte de franje van haar doek de
twijgen van den ceder aan, en Rogan hield zijn
adem in en bleef dien inhouden, want Jero
me Trant kwam naar de deur geloopen en bleef
haar achterna staan kijken, zooals ze voort
schreed over de lichtbaan, die zich verbreedde,
naarmate ze verder van het huis was. Hij stond
min of meer onvast op zijn voeten en Rogan
had zijn gefluisterde woorden duidelijk kunnen
verstaan.
„Alles komt terecht, Else, meid! Alles komt
terecht." En in de kamer achter hem begon
Ambrose Trant te lachen, hoog als een vrouw
een laeh dien men niet van hem verwacht
zou hebben, want er sprak een bittere spot uit.
(Wordt vervolgd.)