HET HOOGST IN KWALITEIT HET LAAGST IN PRIJS TARZAN EN Pi IRBODEN i ITAO Wij lazen voor Groote fabrieksbrand te Denrne Actie tegen den handkus Radioprogramma i DOOR i EDGAR RICL. j BURROUGHS Uit de Pers van heden Huiszoekingen te Sofia 2320 vliegtuigen voor de Ver. Staten FEUILLETON MAURICE WALSH 12. No. 7. Tarzan stond verwonderd bij de plek, waar Lal Taask enkele ogenblikken geleden nog was geweest. Terwijl hg bewusteloosheid voorwendde, had de irmn de eerste gelegen heid de beste aangegrepen om te ontkomen. Daar stond de aapman nu zonder een enkele aanwijzing over de geheimzinnige vgand, die hem had willen doden. In Iet oerwoud zou hg zijn belagers hebben neergeslagen en gestraft, maar hier in de stad had hij niets aan z(jn geweldige spierkracht. Tarzan zat gevangen in een warnet van intriges. Hij accepteerde de uitdaging. Te zijner tijd zou hij zich wre ken. Tarzan vertelde niets van het zoo juist beleefde avontuur aan zgn vrienden, uit angst hen te verontrusten. Zij wilden de volgende dag naar Bonga zenlen, daarna doorreizen naar Athair, de verboden stad. Helen had echter op het laatste oogenblik nog allerlei boodschappen te doen. „Zal k met je mee gaan?" vroeg Lavac, „alleen is het misschien niet veilig voor je". Het meisje lachte. „Ik wil geen man om me heen hebben, als ik aan het winkelen ben, tenzij hg mgn rekeningen wil betalen," antwoordde ze. „Dag! Dag!" Vlug verdween ze en liep regelrecht in de val, die voor haar uitgezet was. SPIJKERS MET KOPPEN. Aan het slot van een artikel, waarin de Nieuwe Rotterd. Crt. (lib.) constateert, dat Nederland op het punt van de luchtbe scherming niet paraat is, schrijft het blad: Bij de komende behandeling van rijks- en gemeentebegrootingen zul len spijkers met koppen moeten worden geslagen. Er moet klaar heid komen ten aanzien van de luchtbescherming. Mocht blijken, dat de bestaande organisatie te groote lasten op de gemeenten led, dan moet zij worden herzien Nieuw uitstel moet echter tot eiken prijs worden vermeden. N.S.B. EN VRIJMETSELARIJ. De Maasbode (r.k.) schrijft, dat in „Aan val en Verweer" (een wekelijksche uitga ve van de N.S.B.) elke verbinding tusschen nationaal-socialisme en vrijmetselarij wordt afgewezen. Dat is, aldus de Msb., heel aardig, maar neemt niet weg: 1. dat de gewezen katholieke heer Kos ter, propagandist van de N.S.B., lid was van de Haagsche vrijmetselaarsloge „L'uiion royale". 2. dat ook de heer Fahrwerck een zeer hoogen graad bekleedde in de zeer radica le „Maconnerie mixte" en eveneens een vooraanstaande positie inneemt in de N.S.B. 3. dat de heer Mussert de helft van het bij Prinses Juliana's hu welijk verzamelde geld zijner par- tijgenootcn, toen het door de Prin ses geweigerd werd, schonk aan een stichting in Indië, welks bestuur in meerderheid uit vrijmetselaars bestaat. En nu willen wij, zegt he't Katholieke blad er nog dit bij zeggen: wie oude vrijmetse laarstijdschriften leest stuit keer op keer op programpunten, welke juist het natio naal-socialisme als kernpunten kenmerken. De parallel tusschen de school- en ver- ecnigingspolitiek van nationaal-socialisme en vrijmetselarij is zóó sterk, dat men ge rust kan zeggen wat het eerste waar het meester is, doet, heeft de vrijmetselarij al tijd en overal als ideaal gepractiseerd. DAT KLOPT NIET. Uit het „Volk" (S.D.A.P.): Zijn wij goed ingelicht, dan zal de regeering zich bij het komende debat op het standpunt stellen, dat er nog maar om-en-nabij zesduizend acte-bezitters werkloos zijn. Hoe zij daartoe komt? Wel, er zijn tegenwoordig ontelbare be voegde leerkrachten, die om in 's he melsnaam toch maar wat te kunnen ver dienen uit nood tijdelijk een ander baantje hebben gezocht, kantoorbediende a dertig gulden in de maand, boerenknecht, stukadoor, magazijnbediende, kellnerin Al die jonge menschen hebben dus werk gevonden, aldus de departementale kron kel redeneering. De duizenden, die als„kwee- keling met acte" volwaardig werk doen zonder betaling of voor een fooi? Die zijn in deze gedachtengang óók niet werkloos meer Tegenover dit gegoochel stellen wij, aldus het blad, de cijfers. In de laatste tien jaren hebben in totaal 25.702 jongelieden de onderwijzers- acte behaald. Slechts een zeer ge ring aantal van dezen heeft een vaste aanstelling gekregen. Trekken wij nu niet minder dan 40 pet. af voor hen, die in of buiten het on derwijs aan de slag zijn gekomen, die gestorven zijn of (bij de meisjes) die in het huwelijk zijn getreden enz., dan komen wij bij deze zéér ruim genomen berekening toch bij 15.000 terecht. VENLO, DANK HITLER! In het Nat. Dagblad (N.S.B.) treffen wij het volgende stukje aan: Een middenstander zag zich genoodzaakt tot tweemaal toe in de Nieuwe Venlosche Courant onderstaande advertentie te plaat sen: BEKENDMAKING. Hiermede maakt Radio Theunisz bekend, dat de hakenkruisvlag, wel ke j.1. Zondag aan huis, Gr. Kerkstr. 23 hing, niet door Theunisz, doch door de boven ons wonende Duit- schers is uitgehangen. Wij hopen voor den man, dat de door de Nieuwe Venlosche tegen Duitschland opge hitste burgerij zijn bekendmaking heeft gelezen. Geld om een flinke advertentie op de voorpagina te plaatsen had hij zeker niet meer. Want dank zij de hetze heeft de middenstand in Venlo, dat zijn opkomst en vroegere welvaart aan Duitschland te dan ken heeft, het bijzonder slecht. De tuinbouwproducten willen de heeren wel graag kwijt aan Duitschland. Maar als ze een Duitsche vlag zien worden ze wild. Met alle gevolgen van dien... Aldus het fascistendagblad. Sohade beloopt in de tienduizenden guldens. Ongeveer 300 arbeiders en arbeidsters zonder werk. In den vorigen nacht heeft een zware brand,' vermoedelijk door kortsluiting veroorzaakt, de fabriek der N.V. de Wit's Dekenindustrie te Deurne, gedeeltelijk verwoest. De nachtploeg, die, toen de brand te on geveer half één uitbrak, aan de arbeid was, alarmeerde ijlings de Deurnsche vrij willige brandweer. De spuitgasten hadden den heelen nacht werk om het vuur te blusschen. De schade wordt op tienduizen den guldens geschat. Het bedrijf is op beurspolis ver zekerd. Voorloopig is de fabriek stopgezet, waardoor ongeveer drie honderd arbeiders en arbeidsters zijn gedupeerd. Opsporing van personen, die geen verblijfsvergunning hebben. Het Bulgaarsche telegraafagentschap pu bliceerde gisteren de volgende officieele me- dedeeling: „Krachtens een besluit van den ministerraad zullen vandaag in de hoofd stad huiszoekingen verricht worden door detachementen van het garnizoen om perso nen op te sporen, die geen verblijfsvergun ning hebben. Het verkeer op straat is ver boden, tenzij het noodzakelijk is voor de voedselvoorziening of anderzins. De bevol king wordt aangemaand haar kalmte te bewaren en het werk der soldaten en poli tie te vergemakkelijken. Het einde der huis zoekingen zal per radio-omroep bekend wor den gemaakt." Anti-handkus insignes voor Letlandsche mannen. De Letlandsche Bond voor Volks gezondheid heeft besloten een be roep te doen op de manlijke be volking, een dame voortaan niet meer bij begroeting of afscheid de hand te kussen. Men was van meening, dat deze gewoonte van hoffelijkheid bijdroeg tot de ver spreiding van besmettelijke ziek ten en daarom diende te worden afgeschaft. Teneinde nu echter de Letlandsche mannen te vrijwaren voor de verdenking van onwelle vendheid heeft de bond besloten de officieele goedkeuring aan te vragen voor den verkoop van spe ciale „anti-handkus insignes". Van een man die zulk een insigne in zijn knoopsgat draagt, mag een dame niet verwachten dat hij haar hand kust. Grooter snelheid werpers. voor bommen- Generaal Henry Arnold, de nieuwe com mandant der Amerikaansche luchtmacht, heeft bij de aanvaarding van zijn functie verklaard, dat het militaire luchtcorps, wan neer in 1940 het huidige programma zal zijn voltooid, 2320 vliegtuigen zal bezitten. De generaal voegde eraan toe, dat het in de bedoeling ligt de snelheid der toestellen nog op te voeren, en dat weldra bommenwerpers zullen worden afgeleverd, welke 450 k.m. per uur kunnen halen. PRO 24-0419* ZATERDAG 15 OCTOBER 1938. Hilversum I. 1875 en 301,5 m. KRO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.15 Berichten). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkest. (1.001.20 Gramofoonmuziek). 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.454.00 Kinderuur. 4.05 Gramofoonmuziek. 4.15 KRO-Boys en solist. (4,354.55 Gramofoonmuziek). 5.15 Gramofoonmuziek. 5.30 Esperantonieuws. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6,45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Chemische strijdmiddelen (2)", 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlgsting. 8.35 KRO-orkest. 9.00 KRO-Melodisten en solisten. (Om ca. 9.45 „Intermezzo"). 10.30 Berichten ANP. 10.40 Internationale sportrevue. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n. 415,5 m, VARA-TJitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30 —8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor Arbeiders in de Continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Berichten). 2.00 Causerie „Het Joodsche werkkamp in de Wieringermeer". 2.1a Pianovoordracht. 2.45 „Fantasia". 3.15 Voor dam-Liefhebbers. 3.30 Reportage. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 Esperanto-uitzending. 4.50 Residentie-orkest (opn). 5.30 Filmland. 6.00 Orgelspel. 6.30 Koorconcert (opn.). 7.00 Gramofoonmuziek. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.15 VARA-orkest en soliste. 9.00 Toespraak. 9.15 „En nu... Oké" (opn.). 10.30 Damnieuws. 10.35 Berichten ANP. 10.40 The Four Blue Stars en solist. 11.00 Orgel en trompet. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Zijn vader keerde zich langzaam om', de kamer weer in. Rogan's blik volgde hem en een gevoel van ijselijke kou sneed als een mes door zijn ziel. Dat gevoel van kou deed zijn lippen opkrullen, zoodat hij al zijn tanden liet zien en de spieren van wang en kaak vertrokken in een kramp. Hij voelde, dat hij zachtjes beefde, even herstelde hij zich, toen begon het beven weer opnieuw. In de open deur aan den ande ren kant van de kamer, stond tegen een don keren achtergrond, een derde persoon, een hooge gestalte, smal van heupen, met buig zame schouders, een gezicht met een teint van gezonde bleekheid, met dichte, zwarte krullen boven een blank voorhoofd maar uit de hel dere oogen keek, ter nauwernood bedwongen, de duivel zelf. De openstaande deur verborg hem, zoodat vader en zoon hem niet konden zien. Rogan Stuart kende dien man. Hij kende hem maar al te wel. Dat was Kapitein Eud- mon Butler, de zwarte hoofdman, „een ware duivel, even goed in het gevecht als in de lief de" zooals Paddy Joe gezegd had. Daar stond hg. den blik op de open deuren gevestigd, een glimlach kwam plotseling om zijn mond spelen een glimlach, die sprak van begeerte, zelf verzekerdheid, een berekenende glimlach, de glimlach van een bezitter. Toen stapte hij zacht jes achteruit, terug in de duisternis achter hem zonder eenig geluid te maken. Misschien bleef hij daar in het donker staan luisteren, mogelijk was hg weggeglipt naar 't park waar ook de vrouw moest zijn door een andere deur. Rogan bleef doodstil achter zijn ceder staan. Hij had de macht over zijn leden verloren. In zijn hoofd gonsde het en af en toe schokte zijn geheele lichaam van de trillingen, die het door liepen. Wat er daarna nog in de kamer gebeur de, kwam als een droom tot hem. Ambrose stond nog steeds bitter te lachen, terwijl zijn vader hem van onder zijn gefronste wenkbrauwen aankeek. „Maakt u zich maar niet bezorgd, ouwe heer," zei de zoon. „Ik lach alleen maar om die hel hier, die ons huis is." „Wat mankeert er aan dit huis?" „Aan de hel zou ook niets mankeeren, als de verloren zielen er niet waren!" Voor het eerst klonk er iets als karakter uit zijn stem een mengelmoes van uitdaging, haat en wanhoop. „Ik zeg u, een hel is dit huis! Een vader, die alles doet om te maken, dat zijn zoon zjch dood zal drinken en die bovendien nog verliefd is op de vrouw van zijn zoon!" Vlug als een jongen liep Jerome Trant met zijn gewonen lichten stap de kamer door en boog zich over Ambrose heen, zijn hoofd drei gend naar voren, sprekend met een stem als een rasp. „Wit zeg je daar?" Wie zal zeggen of het de drank was ofc zijn haat, die den jongste der twee een oogenblik- kelijke sterkte verleende? Hij schokte overeind pal tegenover zijn vader, zijn gezicht vlak bij diens gezicht. „Het is zoo!" schreeuwde hij bijna. „U weet, dat het zoo is. Het staat in uw oogen te lezen. U houdt van De vader stompte met zijn groote, tot een vuist gebalde hand tegen de borst van zijn zoon en duwde hem met een bons terug in zijn leeren stoel. „Jou stomme jongen, met je lage gedachten!" De kracht van zijn vaders vuist bracht zijn zoon tot zwijgen, hij werd wat kalmer. Hij staarde zijn vader aan en schudde machteloos het hoofd. Zijn vader zei op dreigenden toon: „Dat zweer ik je, als je nog ooit weer mijn naam tegelijk met dien van je vrouw in den mond durft nemen, dan ga je er aan!" Zgn woedende oogen staarden neer op Am brose, die den strengen blik er in niet kon uit houden. Nadat hij een poos zoo had gestaan, knikte de vader eens, en schudde daarna het hoofd. Hij had met woorden niet duidelijker kunnen zeg gen: „Wat geeft het ook allemaal?" Toen liep hij rondom de schrijftafel naar zijn vorige plaats terug, een sombere uitdrukking op zijn gezicht. „Er is niets, dat we kunnen doen, Am brose," zei hij, nu gansch terneergeslagen, „hee- lemaal niets, je bent een hopeloos geval. Stuk voor stuk is alles, wat ik geprobeerd heb om te bewijzen, dat er nog wel een man in je steekt, misgegaan. Je bent een futlooze schoelje met een knap gezicht. Elspeth Conroy heeft het ongeluk gehad, met een wassen pop van een man te trouwen, maar ze is goed en trouw. Kun je nu heusch geen remedie bedenken, Amby „Ik zou niet weten, wat," zei Amby de slappe „Toch wel," zei zijn vader zacht. „Laat haar vrij!" „Om u vrij spel te geven of Eudmon Butler?" „Wel alle-menschen! Ik heb je toch gewaar schuwd. Neen, ik tel niet mee. En als je gevaar lijk gezelschap in huis haalt, dan is dat jouw schuld en het risico is voor haar. Stel je eens even voor, hoe ongelukkig een frissche, onder nemende jonge vrouw zich moet voelen, die voor haar leven aan jou vast zit! Jij moest het veld ruimen en haar haar eigen leven laten leven. Zij is niet de eerste de beste. Ik ga met je mee. Luister, we zouden er stilletjes van door kunnen gaan, zonder iets te zeggen. Ik weet een eiland in de Mautopas witte stran den onder palmen heerlijke zonneschijn, drank, wat je maar zou willen Je hoefde je er maar te laten drijven, zonder zorgen. Ambrose! Ik zal je niet in den steek laten, maar bij je blijven, tot je het bijltje er bij neer legt, als het niet al eerder mijn beurt is. Doe je het?" Er kwam een gevoel van bewondering voor Sir Jerome Trant bij Rogan op. Dat was ten minste een man; maar hij had evengoed tegen de lucht kunnen spreken. Ambrose bleef daar maar ineengedoken in zijn stoel zitten met het hoofd in de handen; zijn vingers woelden wan hopig in zijn gladde haren rond. „Neen, neen!" fluisterde hij, „dat kan ik niet!" „Waarom niet?" „Ik weet niet, waarom. Ik kan niet bij haar weg. Zij is het eenige, wat ik nog heb op de wereld. Ik kan het niet geloof me, ik kan niet." Rogan begon te begrijpen, wat hg bedoelde. Zij was het eenige goede, dat hij nog in zijn leven had en hij moest zich aan haar vast klampen. Maar de vader lachte, een akeligen wanhopigen lach. „Ach, menschen, nog an toe! Dat is het laatste fiasco. Dat is het einde, Am brose. Basta dan maar!" Met een plotseling ge baar schoof hg het blad op zij en boog zich heelemaal over de schrijftafel heen. „Nog één ding, jongen! Ik wensch niet in mijn eigen ach ting te dalen, en ook niet in die van Elspeth; als je nog eens ons beider namen in hetzelfde verband in één adem durft te noemen, sta ik voor de gevolgen niet in. Heb je me goed ver staan?" „Ik heb het gehoord!" „O, jij! Kom maar niet met beloften. Die heb je nog nooit gehouden." En onder den dwang van een onweerstaan- baren impuls gaf Sir Jerome zijn zoon met zijn open hand een stevige klap om de ooren. De zoon dook nog dieper in zijn stoel en bleef daar als een hoopje ongeluk zitten; de vader richtte zich in zijn volle lengte op en liep naar den haard, zoodat hij niet langer in zijn zoon's gezichtsveld was. Na een paar minuten, hief Ambrose het hoofd op, en streek zijn haar glad, terwijl zijn hand tastte naar het blad, waarop zijn glas nog stond, met misschien een centi meter whiskey er in. Toen liet Rogan de beide mannen alleen. Meer wilde hij niet hooren. Wat hij had gehoord en gezien was de ruwe grondstof voor een tra gedie, wachtende op den weefstoel van het noodlot. Indien Rogan Stuart op dat moment met zijn pluvierenkreet zijn vrienden had geroepen, dan was het nachtelgk avontuur wellicht zonder verdere gevolgen gebleven. Maar Rogan Stuart had zijn gewone bedaard heid geheel verloren. Alleen het gezicht maar van Eudmon Butler was voldoende geweest om de ijzeren kalmte, die hij zich met zooveel moei te verworven had, in splinters uiteen te doen spatten en hg begon nu te begrgpen, dat die kalmte niet veel meer was geweest dan een dun aardlaagje over een gloeiende vulkaan, waarin alle oude martelingen en de doodelijke wraakzucht van weleer klaar lagen om uit te barsten bij de verschijning van den man, die hem zulk groot onrecht aangedaan had. Eenmaal weer op het donkere grasveld aan gekomen, zette hij zich schrap en greep met de handen naar het hoofd. Ach, ach! Wat hielp het allemaal! Dat heele ellendige verleden had dood moeten zijn en begraven. Geen macht ter wereld kon het verlies weer herstellen, of maken, dat hg zich weer een levend mensch zou gaan gevoelen; waarom sprong er dan die vlam in hem op, die hem dreef, waarheen? Beheersch je toch, man, je leeft immers niet meer! Woest beet hij zijn tanden op elkaar. Wat kom je hier eigenlijk doen? Je staat hier op den uitkijk voor een paar flinke kerels, die denken, dat ze op je aan kunnen. Doe je plicht dan, denk alleen daar aan. Nu was er al be halve hij tenminste één mensch in het park, en binnen wie weet hoe kort, kon er één bij komen. Vastbesloten overwon hij de rillingen, die hem door de leden liepen en verdween in de duisternis, rustig dekking zoekend achter de verschillende rhododendrongroepen, tot hij het grasveld weer over was. Hij was nu heel voor zichtig, heel erg op zijn hoede, heel erg gespan nen maar diep in zijn hart wist hij, waarom hij gespannen was. Elspeth Trant moest ergens in het park zijn, dat wist h(j; en als Eudmon Butler zichzelf gelijk was gebleven, dan was hg nu niet ver uit de buurt; en b(j het idee, dat hij ergens in het donker tegen Eudmon Butler aan zou kunnen loopen, grinnikte er een dui veltje in het diepst van Rogan Stuart's ziel (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7