Waarom dragen wij bont? Omdat het ons goed staat! RADOX Coquet gekleed, bij winterkou en herfstregen Avondcape en hoofdbedekking van Astrakan Vierde blac Vrouwen, door haar vriendinnen benijd GEEN VETPUISTJES MEER In crêpe en satijn Een kakelkunstenares Onder de bontjas (door onze Kook- en Huishoudspecialiste.) ENKELE CROQUETTENRECEPTEN. Een vorig maal bespraken we de berei ding van croquetten in het algemeen, nu nog enkele speciale recepten. Vooreerst vleeschcroquetten van vleeschresten. Het beste is rundvleesch hiervoor te gebruiken. Ook wat overgebleven jus kan heel goed benut worden. Voor 4 personen heeft men noodig: 3 ons koud vleesch, 7 dL. verdunde jus (deze mag niet te zout zijn), 2 kruidnagels, iets laurierblad, peper, 100 gram bloem, 100 gram boter of boter vermengd met vet, 2 eieren, paneermeel, iets slaolie. Het vieesch wordt heel fijn gesneden of gemalen en daarna nog eenige tijd gestoofd in de jus, waaraan ook de kruiderijen toe gevoegd zijn. Hierna zeeft men het mengsel, haalt de kruiderijen uit het vleesch, wat men bewaart en maakt van de jus met de bloem en boter of vet op de bekende manier een gebonden saus. Met wat peper kan de ze op smaak afgemaakt worden. Heeft men geen of niet voldoende jus, dan kan men de ze geheel of gedeeltelijk vervangen door een opgelost bouillonblokje. Het overgehou den vleesch wordt nu aan de saus toege voegd en dit mengsel wordt op een bord uitgespreid, om zoo spoedig mogelijk af te koelen. Is het koud en stijf, dan vormt men er met de hand de croquetten van, paneert deze door ze eerst door paneermeel te wen telen, daarna door ei, losgeklopt met iets sla olie en daarna weer door paneermeel. Bak de croquetten in een pan, die niet meer dan voor de helft, met dampend heet fri tuurvet gevuld is. laat ze uitlekken op grauw papier en dien ze op op een schaal, bedekt met een servetje en versierd met wat peterselie. Inplaats van restrn vleesch kan men ook versch vleesch gebruiken. Bijv. poulet, waarvan men dan eerst bouillon trekt, on der toevoeging van enkele kruiderijen als foelie, wortel, ui, peterselie, selderie, die dan na het zeven verwijderd worden. Wil men gelatine gebruiken, dan moet deze van te voren geweekt worden in ruim koud water. Men neemt op genoemde hoe veelheden 4 bladen gelatine, die dan onge veer 20 gram bloem vervangen. Het beste kan men de geweekte gelatine toevoegen, nadat de saus klaargemaakt is met de bloem. Croquetten van bruine boonen. Ook van peulvruchten kan men goedkoo- pe en smakelijke croquetten maken. Zoo bijvoorbeeld boonencroquetten, die zoowel van witte, als van bruine boonen gemaakt kunnen worden. Voor vier personen heeft men noodig: pond boonen, in rauwen toestand of V2 pond resten van gekookte boonen; ;2V2 dL. kooknat, 30 gram bloem, 30 gram boter, wat peper, zout, nootmuskaat, kruidnagel en laurierblad. De boonen worden van te voren geweekt en daarna gaar gekookt in ruim weekwater met wat zout en de kruidnagelen en lau rierblad. Men zorgt behalve de gare boo nen nog 2y2 dL. kooknat over te houden. Maakt men de croquetten van overgebleven boonen, dan moet men daar ook kookwater bij bewaren. Van het kooknat maakt men nu met de boter en de bloem, al of niet onder vervanging van een deel van de bloem door gelatine, een dikke saus. Hierdoor mengt men de gekneusde boonen of andere peul vruchten, waarna men het geheel met pe per, zout en nootmuscaat op smaak af maakt Van deze massa vormt men nu na bekoe ling de croquetten, die men op de beken de manier paneert en bakt. Uit deze enkele voorbeelden zal vermoe delijk al wel duidelijk geworden zijn, dat men croquetten kan maken van alle moge lijke „restjes", mits men maar genoeg fan tasie bezit, om bij elk „restje" een passen de saus te maken, DE BEVER STOND ZIJN HUID VOOR NE VENSTAANDE KOSTBARE KLEEDIJ AF! DOORSCHIJNENDE REGENMANTELS ZIJN MODE1 doch een frissche gave huid door geregeld gebruik van.Radox in Uw waschwater 1 Bij apothekers en erkende drogisten i f0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. 'V 't Blauw, rood of Schotsch De regenmantels zijn dit seizoen kleuriger dan ze ooit geweest zijn. Niet langer is een. regenmantel een somber kleedingstuk; dc groene, gele en beige, „ziekelijke" tinten hebben voorgoed afgedaan. Nu is een regen mantel blauw, rood of Schotsch, elegant en vroolijk, en practisch bovendien» Maar de gunst der jongeren onder ons gaat naar den doorschijnenden regenmantel uit. Die is ze ker niet nieuw. Vijftien jaar geleden ik was toen nog maar een heel jeugdige bak- visch droeg ik er reeds een, en ik herin ner me nog de geweldige trots, die me be zielde, als mijn glanzend-paarse transparan te kleedingstuk iemands laat ons hopen, bewonderende blikken tot zich trok. Luchtige gratie. Nu is de doorschijnende regenmantel op nieuw in zwang. Hij geeft ons de gelegen heid onze kostbare persoontjes als bonbons in een doorzichtig cellophaan-omhulsel te verpakken; hij verleent ons een luchtige gratie, een transparante charme, die een ondoorzichtige mantel zeker nooit zal kun nen geven. Als ik u dus iets raden mag, zou 't dit zijn: schaf u zoo'n transparanten man tel aan; hij beschermt u tegen het hemel water zeker even goed als een ondoorzich tige, en verleent u daarenboven een coquet- te aantrekkelijkheid; die op mistroostige re gendagen maar al te gemakkelijk .verloren gaat. Het dragen van een regenmantel maakt de paraplüie nog niet overbodig. Ook de beste regenmantel beschermt het gelaat niet noch den hoed. Dat doet alleen de pa raplüie. De moderne paraplüie is intus- schen zoo klein zij gaat in een grooten handtasch, dat zij zonder eenig bezwaar meegenomen worden kan. Zij heeft ook niets sombers meer; haar baleinen zijn kleurig en met een kleurige stof overtrok ken. Geen naargeestigheid meer, maar ook niet in -den regen! Die past niet bij het op timisme, waaraan wij onder alle omstandig heden trouw blijven. GERTRUDE. Maar al te gaarne kijken wij naar de weelderige toiletten, die filmsterren plegen te dragen! In geen twee scènes vertoonen zij zich in dezelfde jurk, zij hebben „altijd iets om aan te trekken" De bekoorlijke Frances Mercer demonstreert in de nieuwste RKO- rolprent ..The Mad Miss Manton om. een beelderige jurk van wijn- roode crêpe, gegarneerd met satij nen zoom en sjerp, Filmsterren, die het publiek niet kent. Wanneer wij een film zien, letten wij Hij Het lezen van de rolverdeeling en de na men der andere medewerkers hoofdzakelijk op de voornaamste acteurs en actrices en op den regisseur. In de bijrollen en het technisch personeel stellen wij gewoonlijk in het geheel geen belang, vaak ten on rechte, want velen van hen zijn onmisbaar ,voor een goede film. Doch zelfs, wanneer wij alle namen le zen, welke op het witte doek verschijnen, dan nog zullen wij nooit de namen lezen van diegenen, die we niet zien, doch vaak hooren in de film en die ware meesters in Hun vak zijn. Zoo heeft Hollywood: een „lachster", die haar kunst ver- Huurt voor 35 dollar per dag; zij kan op el ke gewenschte manier en toon lachen of giechelen: aanstellerig, verlegen, verge noegd, bedroefd, aanstekelijk, proestend, enz. een „schreeuwster", wier doordringen de, hartverscheurende kreten duur worden betaald. een „snurker", wiens slaapgeluiden zoo buitengewoon écht zijn, dat hij ongeveer evenveel verdient als de lachster en schreeuwster tezamen. een „niezer", die hoofdzakelijk in tee kenfilms (b.v. in „Sneeuwwitje") een groo- te bankrekening bij elkaar heeft geniest. een „kakelkunstenares", die vroeger operazangeres was, doch na een keelopera tie bijna haar stem geheel verloor; kakelen kan zij echter zoo natuurlijk, dat men ge- Heel geen verschil hoort tusschen haar ka kelen en dat van een echte kip. Zij werkt Hoofdzakelijk in gekleurde teekenfilms. Het bont wacht niet langer op werkelijk- koude dagen om zijn triomfantelijke intrede te doen. Wie verwondert er zich nog over! Wij zijn, in onze levenshaast, de seizoenen altijd een paar maanden vooruit. In Janu ari zetten wij een strooien zomerhoed op en in Augustus dragen wij een viltje. Het is zaak nooit te laat te zijn, te vroeg is beter. Kou is gezond! Zoo kleeden we ons dan op de schoonste herfstdagen in beestenvellen. Waarom? Ze ker niet om ons tegen de koude te be schermen. Een moderne jonge vrouw maalt niet om een beetje kou. Haar hygiënische onderkleeding beschermt haar zóó voldoende tegen de aanvallen van een guren wind dat zij het zich veroorloven kan zich aan de oppervlakte te kleeden op een wijze, die onzen grootmoeders kippevel bezorgt en den schrik om het oude, en toch zoo vrien delijke en bezorgde hart doet slaan. Wij lachen om haar bezorgdheid. Wij weten wel dat de koude niet onze vijandin is. De prikkelende winteratmosfeer verft onze wangen met een blos van gezondheid, aan trekkelijker en frisscher dan het kleurtje dat wij uit een potje crème opdelven, en noopt one met kordate pasjes langs de wegen te stappen, zoodat ons bloed snel en krachtig stroomen gaat. De koude? Op een welverzorgd goed-gevoed lichaam heeft de koude geen vat; koud-zijn is minder waardig zijn, en hebben wij er niet alles voor over onze minderwaardigheidscom plexen te bestrijden? Wij dragen dan ook geen bont om het nu eens „echt prettig warm" te hebben. Althans niet in deze zalige herfstdagen. Wij dragen bont omdat wij weten dat het ons goed staat, omdat het onze aantrekkelijk heid verhoogt. Wij weten het wel: niets heeft grooter charme dan een blank-en-roze gezichtje, dat, als een bloem, uit de bruine of zwarte omlijsting van een bontkraag kijken, komt., niets geeft ons-zelf en ande ren meer de illusie van zachte weelde dan de bonttooi, die onze wintermantels siert. Die mantel kan op zich zelf een heel sim pel kleedingstuk zijn. De meeste mantels zijn dit seizoen ook heel eenvoudig. De mode-ontwerpers hebben de schatten van hun verbeelding waarlijk niet aan den win termantel verspild. Maar ook de meest-so- bere mantel wordt chic als de bontgarnee- ring niet ontbreekt. Knap uw ouden mantel op. Hebt S nog een wintermantel van verle den jaar, een mantel, die nog goed draag baar is en geen al te zichtbare sporen van slijtage vertoont? Schaf u dan geen nieu wen aan, maar „verjong" hem met een nieuwe bontversiering. Op een mantel van donker laken kunt u bijvoorbeeld, met goed resultaat een astrakan-garneering aanbren gen. Vindt u dat zwart astrakan meer een dracht voor „dames op leeftijd" is, neem dan tot grijs astrakan uw toevlucht. Gar neer den mantel volgens eigen fantasie; laat die u in den steek, wendt u dan tot een vrouw-van het-vak. Zij zal uw astrakan in smalle banen om kraag en revers aan brengen en u zoo een kleedingstuk verschaf fen, dat, al is het ook al een seizoen gedra gen, toch weer alle aantrekkelijkheid van het nieuwe heeft. Hebt u een bruinen man tel, neem dan tot beverbont uw toevlucht. Op een fluweelen mantel past alleen blauw of grijs vossenbont. Op één ding moet ik nog wijzen: verzwaar uw mantel niet met een breede strook bont langs derf zoom. verschuilen zich de ori gineelste jurken... want het warme beestenvel dient niet slechts tot be dekkina van een luch tig avondgewaad, doch ook overdag draagt de vrouw met trots haar bontmantel over een aardige middag jurk. Tweedeelige japonnen zijn voor het visite-toi let bijzonder in de mo de; lederen appligué's geven aan deze school- meisjes-achtige dracht iets aparts Een heerlijk-warme, elegante pels van persianer. Een grillige vilthoed is het nog een hoed? completeert dit charmante wintertoilet. Zoo'n strook is uit de mode; geen enkele der nieuwe modellen is er van voorzien. Dan maar wat minder kostbaar... Nu zijn astrakan, bever en vossenbont, van goede kwaliteit, bontsoorten, die niet in het bereik van iedere beurs liggen. Maar dat is van weinig belang. Zoogoed als de vroutv, die zich geen armband van echte diamanten of een snoer van wezenlijke oes terparels aanschaffen kan, zich tooien kan met sieraden van half-edelgesteenten, zoo goed laat astrakan zich door lamsbont ver vangen, zibeline door kolinski, chinchilla door rat en breitschwanz door molbont. De bontbewerkingstechniek heeft in de laatste jaren zóó enorme vorderingen gemaakt, dat de vereischte effecten zeker even goed door middel van goedkoope imitatie-velletjes als met de peperdure echte bereikt kun nen worden. De tijden, waarin een kleeding stuk het vele seizoenen uithouden moest, liggen, waarschijnlijk voorgoed, achter ons. Onze bontchic behoeft ten slotte maar één enkelen winter te duren; 't volgend jaar dragen wij immers weer iets andere? Aan een gekleurd konijnenvelletje kan men nu eenmaal niet dezelfde cischen van duur zaamheid als aan een beverhuid stellen,- maar wel kan men verlangen dat het ko nijntje een winter lang ons een weelderig en warm kleedingstuk verschaft, waarin wij ons met welbehagen kunnen hullen en met trots aan anderen kunnen laten zien. En dat verlangen vervult het konijntje ten volle. Als het regent Maar het is niet altijd zonnig, koud en droog. Het regent, maar al te dikwijls. En op een regendag is een bontmantel, of zelfs een met bont gegarneerden mantel, volko men onbruikbaar. Niets ziet er armzaliger uit dan nat, verregend, piekerig bont. Een regenmantel is een onmisbaar kleedingstuk. Hoe zien onze regenmantels er dit najaar uit? Zij zijn tamelijk wijd, zoodat ze gemak kelijk over ieder ensemble gedragen kun nen worden, ze sluiten, van boven naar be neden, met een reeks knoopen, die niet al te ver van elkaar geplaatst zijn, ze hebben omgeslagen platte kragen en lange rechte mouwen. Sommige hebben ceintuurs, maar het meerendeel wordt zonder ceintuur ge dragen. De ceintuur toch breekt de lange gracieuze lijn van mantel en silhouet en flatteert dus niet. De platte kraag kan» daar enboven door een aan den hals gehechten capuchon vervangen worden. De cape, die door sommige vrouwen geprefereerd wordt, gaat altijd van een capuchon vergezeld,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 9