Ons volk kan Chamberlain zet toenaderings» A politiek voort A De Siegfried-linie DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER de verzwaarde belastingdruk Geen opheffing van het bankgeheim KJJ KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER. TELEFOON 50 (2 LIJNEN) WOENSDAG 2 NOVEMBER 1938 66e JAARG. No. 8454 Opheffing personeele belasting voor café s enz. Dit nummer bevat 8 pagina's Loopt van Nederlandsche grens tot Zwitserland EERBERICHT DE BILT SEINT, HELDEKSCHE COURANT Uitgave der Uttg. MR. HoHandi Noorderkwartier N.V. te Den Helder Blijkens de cijfers, in de Millioe- nennota verstrekt, zal de Nederland- sche schuld in de eerstvolgende ja ren nog aanmerkelijk stijgen. AN- leen voor het jaar 1939 zal die stij ging naar raming omstreeks f 180 millioen bedragen. Daarbij valt de Jaarlijksche aflossing van f 59 mil lioen in het niet, aldus de Memorie van Antwoord op de beschouwingen der Tweede Kamer over de Rijksbe- grooting 1939. Het zal heel wat moei te en inspanning kosten om den kapitaaldienst voor het jaar 1940 om laag te krijgen, gezien den aandrang die van verschillende zijden op de regeering wordt uitgeoefend om op groote schaal, door middel van het Werkfonds, openbare werken ter hand te nemen. In haar verdere financieele beschouwingen zegt de regeering, dat de vraag, welke al leen gesteld kan worden, deze is: kan in nog sterkere mate dan dit reeds is geschied, vooruitgeloopen worden op een toekomstige welvaartsperiode, op inkomsten dus, welke in de toekomst nog verdiend moeten worden. Naar de meening der regeering is dit niet mogelijk. Intusschen merkt zij op, dat, on danks deze conclusie, gedurende de periode, waarin weder behoorlijke verhoudingen op financieel gebied moeten worden nagestreefd nog noodgedwongen op de toekomst zal moeten worden vooruitgeloopen, doordat nog tal van uitgaven zullen moeten worden ge daan, waarvoor geen dekking aanwezig is, zooals voor de uitgaven, welke op de be- begrooting voor 1939 geen dekking nog kun nen vinden, voor nagelaten stortingen in de fondsen en voor kapitaalsuitgaven, welke op den gewonen dienst behooren te worden gebracht. Bij het opstellen van haar saneerings- plannen voor het budget is de regeering tot de conclusie gekomen, dat zij nóch door be zuiniging alleen, nóch door bolastingverhoo- ging alleen, haar doel kan bereiken. Beide middelen in combinatie met elkaar, zullen hiervoor noodig zijn. Aller belang ls er mee gemoeid. Na nauwgezette overweging, is de regee ring tot de overtuiging gekomen, dat de be lastingmaatregelen. die zij heeft aangekon digd, het minst bezwaarlijk zullen zijn voor het economisch leven, en dat ook de bevol king langs dezen weg de middelen, die thans noodig zijn, het best kan opbrengen. Bij de beoordeeling van deze belasting plannen moet wel in het oog worden gehou den, dat de nationale inkomsten- en winst belasting bestemd is om te dienen tot dek king van een tekort, dat in hoofdzaak wordt veroorzaakt door de bijzondere uitgaven ten behoeve van de defensie en ter bestrijding van de werkloosheid. Deze belangen raken 't geheele volk, zoodat het billijk is, dat ledereen in de daartoe noodzakelijke uitga ven naar vermogen bijdraagt, In verband met het systeem der bestaande belastingen is dit alléén te bereiken langs den weg van heffingen bij de bron. Geen verhooging successierechten. Wat de maatregelen, die in het voorloo- pig verslag in de plaats van de nationale inkomsten en winstbelasting worden aanbe volen betreft, is de regeering. evenals voor heen, van meening. dat het recht van suc cessie, waarop thans reeds 20 tijdelijke op centen worden geheven, zonder schade voor de volksgemeenschap, niet voor verdere ver hooging vatbaar is. Tot opheffing van het z.g. bankge heim. kan. met het oog op nadeelige gevolgen van economischen aard. waarop van regeeringswege reeds herhaaldelijk de aandacht is geves tigd, niet worden overgegaan. Het tarief van een winstbelasting die, ter vervanging van de dividend- en tantieme- belasting, het dubbele van de opbrengst van laatstgenoemde belasting zou moeten op e- veren, zou niet onaanzienlijk hooger moeten worden gesteld dan 8 pet., waartegen onge twijfeld bezwaren zouden rijzen. De regeering blijft dan ook van oordeel, dat het door haar voorgestane stelsel de min ste bezwaren heeft. Zij is van meening, dat de nieuwe belastingverzwaring in ernstige mate op het volk zal drukken, maar dat toch het aloemeen welvaartspeil in Nederland van dien aard is> dat zil kan worden gedragen. De nieuwe maatregelen. Onder de maatregelen, welke »enon^° zullen worden om t e zwaren belastingdruk te voorkomen, noemt de regeenng behalve de reeds aangekondigde: Afschaffing van den geslachtaccijns ge paard gaande met verhooging van omzetbe lasting van de artikelen waarop de accijns drukt van 4 op 6 pet.; vrijstelling van omzetbelasting van var- kensvleesch, paardenvleesch, e.d.; afschaffing van den zoutaccijns; verlaging van de omzetbelasting op thee en benzine; herziening van den grondslag dienstboden in de personeele belasting in dien zin, dat één dienstbode steeds vrij zal zijn en ver laging van de tarieven en tenslotte verlaging van den druk van de personeele belasting op motorrijtuigen. Naar aanleiding van een in het voor- loopig verslag gemaakte opmerking, dat de belastingdruk sedert het intre den van de crisis met ongeveer f200 millioen is gestegen, zij er op gewezen, dat naast het feit van de belastingverhoogingen staat de min dere opbrengst van andere belastin gen en dat het totaal-bedrag aan be lastingen, dat op de bevolking drukt, vergeleken met 1929. afgezien van de crisisheffingen, niet hooger is gewor den. De regeering stelt zich voor daarnaast nog enkele maatregelen van fiscalen aard te ne men ter stimuleering van het bedrijfsleven. Zoo zal worden voorgesteld geen personeele belasting meer te heffen van winkels, ho tels, café's en restaurants, van biljarten en van pleziervaartuigen, terwijl ook in over weging is de personeele belastinn voor mo torrijtuigen aanzienlijk te verminderen of deze heffing af te schaffen met gelijktijdi ge invoering van een geringe verhooging van de andere belastingen, welke op het motorrijtuigenverkeer drukken. Daarnaast ligt het in de bedoeling den gedistilleerd- en bieraccijns te verlagen. De afschaffing van de zakelijke bedrijfsbelasting is door de regee- ENGELSCH-ITALIAANSCH AC- COORD OFFICIEEL AANGE- KONDIGD. De labouroppositie wenscht econo mische samenwerking tusschen de democratiën. Zwaardere bewape ning. EEN MINISTERIE VAN LUCHT BESCHERMING. Zooals reeds werd verwacht heeft Chamberlain gisteren in het Lager huis officieel de inwerkingtreding van het Engelsch-Italiaansch ver drag aangekondigd. Verder heeft hij medegedeeld dat het accoord van Muenchen de eenige oplossing was. Engeland zal hoewel het naar be perking door overleg blijft streven nog zwaarder gaan bewapenen. Chamberlain gaf voorts te kennen dat men er aan gewend moet raken, dat andere landen andere regeerings vormen hebben en samenwerking ook juist met deze landen dringend geboden en mogelijk is. De arbei dersafgevaardigde Attlee hekelde de behandeling van Tsjecho Slowakije en drong op economische samenwer king van alle democratiën aan. ring buiten het verband van de on derhavige voorstellen in overweging genomen. De gemeenten zijn er óók nr^j Met betrekking tot het systeem van de aan de gemeenten te verleenen compen satie voor hetgeen zij als gevolg van de herziening der personeele belasting verlie zen, kunnen thans, daar deze zaak nog in een stadium van voorbereiding verkeert, nog geen mededeelingen worden gedaan. Ten slotte wordt medegedeeld, dat de uitwerking van de verschilende belasting- ontwerpen zich in een zoodanig stadium bevindt, dat de regeering goede hoop koes tert voor het einde van het jaar deze ont- wemen bij den Raad van State aanhangig te kunnen maken. Attlee, die de debatten opende, begon re kenschap te vragen over Tsjecho Slowakije en vestigde de aandacht op wat hij de groo te nederlaag -van Frankrijk en Engeland noemde, de nederlaag van het recht en de orde. Ten aanzien van de nieuwe Tsjechi sche grenzen handhaafde Attlee zijn mee ning, dat deze nog slechter zijn, dan ze te Godesberg waren vastgesteld. Men heeft Hit- Ier nog meer gegeven dan hij vroeg, meende de leider der Labouroppositie. Duitschland en Italië verdoelen den buit meende Attlee. Zal Tsjechoslowakije werke lijk een onafhankelijken staat kunnen wor den? Welke garantie geeft Engeland? Wie zijn de andere garanten? Behoort Rusland daar ook toe? Al deze vragen zag Attlee graag zonder omwegen beantwoord. Ook in verband met de leening van Tsje- cho-Slowakije stelde Attlee de vraag, of men zeker kon zijn van een onafhankelijk Tsje choslowakije, dat geen vazalstaat van Duitschland zou zijn. Men moet het kuiken geen overvloedig voedsel geven, als het door de vos zal worden opgegeten! Wat de vluchtelingen betreft: hoe meer de Duitsche invloed ih Europa doordringt, des te ernstiger zal het probleem der verjaagde volken wor den. Het vluchtelingenprobleem is een bloedende wonde in Europa. Verder sprak Attlee nog over het kolo niale vraagstuk en pleitte tenslotte voor economische samenwerking met de demo cratieën, vooral ook met Amerika. CHAMBERLAIN SPREEKT. Warm applaus ontving Chamberlain, die aanving te verklaren, dat men in Mün- chen geen nederlaag voor Engeland en Frankrijk moest zien. Het is geen karakter trek van de totalitaire staten, hun eigen nest te bezoedelen. Ik heb de strengste af keuring voor alle verklaringen, afgelegd door menschen op verantwoordelijke of zelfs op niet verantwoordelijke posten, die van de gelegenheid gebruik maken om de wereld te verkondigen, dat hun eigen land in staat van verval is (toejuichingen bij de ministers). München was een poging om door be spreking tusschen twee vertegenwoordigers der autocratische en twee der democrati sche staten een oplossing te vinden voor een probleem, dat anders, naar het ons toe scheen, slechts door geweld zou zijn opge lost. In plaats van op gewelddadige wijze is de overeenkomst op ordelijke wijze ten uitvoer gelegd. i' 4 A HET ONTSTAAN VAN DEZE GEWELDIGE VERSTERKINGS- WERKEN IN WEST-DUITSCH- LAND. Onzichtbare tegenstander door pantser en beton beschermd. De leider der persafdeeling van het hoofdkwartier der Duitsche weermacht, ma joor v. Wedel, publiceert in het tijdschrijft „die Wehrmacht' een artikel over het ont staan der versterkingswerken in het westen des lands. Hij constateert, dat de Fuehrer, ondanks de dreigingen der westelijke mogendheden reeds in April 1936 op dracht heeft gegeven de noodige voorbereidingen te treffen voor de versterking der Duitsche westgrens. Hierboven een beeld van de Siegfriedlinie. Op den voorgrond ziet men een deel van een straatversperring en daarachter de honderd tallen betonblokken als hindernissen tegen tankwagens. Reeds in 1936 zijn op de belangrijk ste plaatsen de eerste 118 betonnen blokhuizen en hindernissen aange legd. Sinds 1936 is de beslissing ge nomen inzake den bouw der verster kingen tusschen Moezel en Rijn. In 1937 werden 500 betonnen blokhui zen aangelegd. In Mei 1938. aldus het artikel, werd de Fuehrer door de Tsjechische crisis voor de noodzakelijkheid geplaatst voor het geval van een ingrijpen der Westelijke mogend heden tegen Duitschland de Duitsche verster kingen in het westen in den kortst moge lijken tijd te vervaardigen in een omvang, welkp de absolute zekerheid waarborgt te gen het binnendringen van eenigen vijand in Duitschland, Daarbij werd o.m. de rijks- arbeidsdienst te werk gesteld met ongeveer 100.000 man om in de eerste plaats hinder nissen aan te leggen, terwijl ongeveer 800.000 arbeiders van den militairen vestingbouw de in aanleg zijnde werken, in de eerste plaats de groote pantserwerken, moesten gereed maken. Daarenboven hebben nog sterke afdeelin- gen van het leger, infanteriedivisies en in het bijzonder bataljöns pioniers meege werkt om veldversterkingen en hindernis sen aan te leggen. Afdeelingen van het luchtwapen hebben een z.g. luchtverdedi gingszone aangelegd, welke in de eerste plaats bestemd is voor de veilige opstelling van luchtdoelartillerie. Voor den winter zal het stelsel dezer verdedigingswerken vol tooid zijn. „Onoverkomelij k" Onder het opschrift „onoverkomelijk" zegt de schrijver o.a. verder: „De gebieden van de nieuwe versterkingen aan de Duitsche westgrens strekken zich allereerst uit te genover de Nederlandsche grens in de vlak te van den Beneden-Rijn. De versterkingen gebruiken verder de boschrijke Schnee- Eifel en verder naar het Zuiden loopen zij langs de steile wanden der dalen van de Our en de Sauer, dicht bij de Luxemburg- sche grens beginnend. En zoo vervolgens langs Moezel, Saar en de Fransche Noorde lijke Vogezen. Het gebied van de versterkingen van den Bovenrijn strekt zich uit tot aan het neu trale Zwitserland. Het wordt beheerscht dooi den Rijn, die over een breedte van ongeveer 250 tot 300 m. tusschen de Duitsche en de Fransche versterkingen heen stroomt en voor beide zijden als een sterke hindernis dient. In de Zuidelijke helft van de Rijn vlakte verheft zich als een vesting de Kai- serstuhl. In den sector van den Bovenrijn wordt het vestinggebied door het Zwarte Woud dieper gemaakt. Een vijand die gelooft verrassend de Duit sche rijksgrens, wellicht met snel bewege lijke krachten en vechtwagens te kunnen overschrijden, zal zeer spoedig alleronaange naamst verrast worden. Over groote diepte aangelegde en verdedigde versperringen van allen aard zullen z,ijn oprukken tegenhou den en hem bloedige verliezen toebrengen. M eldra zal de aanvaller onder het vuur van talrijke goedbeschutte batterijen liggen. Is het d<m aanvaller wellicht gelukt de Duitsche versterkingen te naderen, dan be- \indt hij zich tegenover een onzichtbaren te genstander, die hem, beschermd door pant ser en beton, beschut tegen vechtwagens en gas, achter de sterkste hindernissen van den meest verschillenden aard, bloedige verlie zen toebrengt. Het geweldige aantal pantser- en beton- installaties is verbonden door een bomvrij aangelegd kabelnet dat met andere midde len voor berichten wordt aangevuld. Het ka belnet heeft een lengte van vele duizenden kilometers. Verwachting: Matige tot krach tige, W. tot Z.W. wind, zwaar bewolkt met opkla ringen, enkele regenbuien, kouder. Verdere vooruitzichten: Waar schijnlijk weer regen. Alles goedgekeurd heeft niemand, maar men had te kiezen tusschen twee kwade dingen. Het vluchtelingenvraagstuk. Daar de houding van Frankrijk nog niet bekend is, kon Chamberlain thans niet in gaan op de leeningsplannen van Tsjecho- Slowakije. De regeering heeft nu het lid der commissie-Bunciman, Stopford, tot, ver bindingsofficier te Praag benoemd. Diens taak zal zijn inlichtingen te verkrijgen over het aantal en de sociale groepeering der vluchtelingen in Tsjecho-Slowakije en de omstandigheden, waarin degenen verkee- ren, die zouden willen emigreeren, doch niet kunnen. Ten aanzien van de staatloozen was Chamberlain overtuigd dat de wereld geen oplossing zal vinden om het lot dezer on- a-elukkigen te verzachten. Vervolgens deel de Chamberlain mede. dat Engeland niet den wensch heeft de Zuid-Europeesche lan den voor Duitschland te blokkeeren. Laten wij niet veronderstellen, aldus Chamberlain dat er noodzakelijk een econo mische oorlog moet zijn tusschen Duitsch land en ons. Concurrentie is het waar wij voorspoed door hebben gehad in het verle den. DE LANDSVERDEDIGING. Ons land is soms nogal moeilii' g le krijgen, aldus de premier, maar wanneer hef op gang is. werkt het in dubbel snel temno en de hoeveelheid werk, die verzet is tijdens de crisis, geeft de aanwijzing, dat de luchtbeschermingsmaatregelen niet zulk een volledige mislukking geweest zouden ziin als sommigen blijkbaar denken. Wij zijn thans gewaarschuwd en kunnen nu een heter beeld van den geheelen toestand heb ben. Waar de luchtbescherming zulke reusachtige afmetingen heeft aange nomen is het noodig gebleken een speciale minister daarvoor te benoe men. Daarvoor is uitgenoodigd Sir John Anderson, die als grootzegelbewaar der een niet te zware werkkring heeft. Een minister voor de voorraden achtte Chamberlain niet noodig. De minister-president herhaalt, dat Enge land- geen agressieve bedoelingen heeft. De eenige zorg van de regeering is het beveili gen van de imperiale verbindingswegen en zoo sterk te zijn, dat de Britsche diplomatie met andere mogendheden op voet van ge lijkheid kan onderhandelen. Aan het slot van zijn redevoering kwam Chamberlain weer op München terug. Attlee is vergeten, zeide hij, dat Hitier een verklaring van „nimmer geen oorlog met Engeland" heeft geteekend. Toch bergt deze verklaring kans vooreen nieuwen tijd van vrede in Europa in zich. De Minister-president is overtuigd, dat deze verklaring overeenkomt met het ver langen van de meerderheid van de bevol king. zoowel in Engeland als in Duitsch land. Men moet positief pogen 't vertrouwen in Europa te herstellen. Het is moeilijk dit in overeenstemming te brengen met het opvoe ren van de bewapening, daarom streeft de regeering naar een overeenkomst tot be perking van de bewapening. Eenzijdige ont wapening zou niet helpen, zoo verklaarde de minister-president verder. Hij is over tuigd, dat hijzelf deze overeenkomst tot be perking van de bewapening niet zal zien, doch dit is geen reden om niet de eerste stappen te zetten op den weg, welke hier heen zal leiden. Men zal het op dezen weg evenwel niet ver brengen, wanneer men zich niet went aan het denkbeeld, dat demo cratische en totalitaire staten niet in twee kampen tegenover elkaar staan, doch dat zij, indien zij dit wenschen, kunnen samen werken. Voldoeaing te Berlijn. an officieuze Duitsche zijde wordt ver klaard, dat de uiteenzetting van Chamber lain in het Lagerhuis in Berlijnsche poli tieke kringen sterk de aandacht hebben ge trokken. Men schijnt er een bevestiging in te zien, dat de reeeerin'g van Chamberlain bereid is de te München ingeleide politiek van toenadering der beide assen voort te zetten en ook begrip te toonen jegens de belangen van anderen. Het besluit der Britsche regeering de Engelsch-Italiaansche overeenkomst thans van kracht te laten worden, wordt te Berlijn begroet als een verheugend teeken voor „real-politieke" op vattingen en als een verdiende waardeering voor de houding van Italië,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 1