jTARZAN j
I m©1
VERBODEN
Wij lazen voor
SM® I
Rijstoogst mislukt
Radioprogramma
- Uit de Pers van heden
Geen opzichter,
maar oplichter
Wilde dienst Alkmaar-
Amsterdam verboden
Aanmaak van 5000 gasmaskers
j DOOR
I EDGAR RICL.
1BURROUGHS
No. 22.
Eerst was Magra heimelijk verheugd toen
ze hoorde, dat ze in een gevaarlijke landstreek
waren. Nu zouden ze misschien langzamer
vooruit komen en dus Thome niet ontmoeten.
Maar in tegenstelling met haar verwachting
verlangzaamde hun gids het haastige tempo
niet. En Magra voelde haar onrust weer
groeien. Ze hield van den groten, blanken
reus, die voor haar uit liep. Ze wist, dat Hls
hij het pad van Thorne kruiste, om strijd op
leven en dood onvermijdelijk zou zijn. En ze
wist eveneens, dat Atan Thome een geweten
loze schurk wasOp datzelfde ogenblik
bereikte Thome triomfantelijk de plaats van
bestemmipg met Helen als zijn gevangene.
„Zo lang U mij vasthoudt," zei ze, „zal mijn
vader mij blijven zoeken." „Hm," gromde de
man, „die spillebeen zal mij nooit vinden."
„Maar Tarzan wel," verklaarde Helen. Thome
verbleekte. „Tarzan!" zei hij, „is Tarzan bi)
hen?" Helen knikte. Opgewonden wendde
Thome zich tot Lal Taask. „Laat een paar
mannen hen tegemoet gaan en als zij vreem
delingen tegen komen, schieten ze hen dood."
DE ONTHULLINGEN DER NEGEN
MANNEN.
Het schrijven van negen vooraanstaande
Nederlanders aan den Minister van Staat,
■waarin, onder ernstige critiek op de wijze
van samenstelling der Millioenennota, de
ware toestand der openbare financiën werd
onthuld (zie ons blad van Zaterdag j.1.)
heeft in de pers veel weerklank gevonden.
Het Handelsblad (lib.j schrijft:
De positie van onze overheidsfinanciën is
topzwaar geworden de negen mannen
becijferen 't werkelijk tekort op de begroo-
tiii 1939 niet op 61 millioen, zooals de
regeeering doet, maar op 198 millioen, naast
een toeneming van overwegende improduc
tieve staatsschuld van bijna P/9 milliard se
dert het crisisjaar 1929 en dit kan onze
toch reeds moeilijke positie nog slechts
verder benauwen.
Nog steeds, niettegenstaande alle z.g. be-
zuinieingsnoodzaak, is het overheidsappa
raat nog ingericht op een voet en een basis
als in de goede jaren 19251930. Aan de
hand van hetgeen de voorzitter van de
Centrale van Rijkspersoneel over bezuini-
gingswerk geschreven heeft, berekende
naar wij in de „Ned. Werkgever" lezen
een deskundige onlangs nog, dat er jaar
lijks ongeveer f 22 millioen zouden kunnen
worden bespaard door een betere organisa
tie van den staatsdienst mits ten minste de
goede wil er voor aanwezig is. Zal men dien
wil, in het belang van onze staats- en volks
huishouding, nog tijdig ontdekken en in
daden omzetten?
Nationaal verval.
Uit de Telegraaf:
Do negen mannen voorspellen dat onver
anderd voortzetten van het tegenwoordig
beleid het land naar den afgrond moet
voeren. Wat daaronder is te verstaan is
duidelijk. Het is de algemeene verarming
der talrijkste klasse, de vernietiging van
de spaarpenningen van honderdduizenden,
de noodgedwongen beëindiging van wat
men thans tot hulp dier klasse onderneemt,
de chaos en ontbinding op het gebied van
den Staat en op het gebied der Koloniën.
Wanneer de geldmiddelen van den
Staat, de Koloniën en de Gemeen
ten ontstellende tekorten vertoonen,
indien die tekorten niet door be
sparingen,- maar zoolang als het
gaat door leeningen, en wan
neer het niet meer gaat door be
drukt papier worden gedekt, dan
ligt daarin de meest zeker werken
de factor van nationaal verval.
De wijd verbreide wanhoop om
het stoffelijk bestaan zal dan doen
haken naar verandering, welke ook,
en staatkundige ontreddering, ja po-
FEUILLETON
MAUR1CE WALSH
28.
Hij had het gevoel, dat hij naast zijn eigen
persoonlijkheid stond en zichzelf bestudeerde
met een soort van medelijden, dat los van ai
het aardsche was en hoewel hij zich eigenlijk
een egocentrische dwaas vond, voelde hij on
willekeurig een soort van bewondering voor
den man. die hij was. Hij begreep best, dat hij
minder dan niets beteekende op dit wervelend
werelddatoom, maar toch moest hij blijven
doen alsof hij 't middelpunt ervan was Op aan
raden van een verstandig mensch, dien hy
niet langer dan één dag gekend had, had hij
zich voor een jaar onder een bepaald juk be
geven en dat juk was best te verdragen. Hij
kon nu praten als een zigeuner, drinken als
een zigeuner, komen in den gedachter.ga.ng
van een zigeuner en hij kon vechten als een
zigeuner ook... En in het kamp telde hij mee.
Dat vond hij het prettigst van alles.
Het kon hem tegenwoordig gebeuren, dat
hi) het gevoel had een levensdoel te hebben
gevonden. Hij wist dat hij niet te kort schoot,
niet enkel uit plichtsgevoel, maar omdat hij
het graag deed. Jamesy Offey werd al een
dagje ouder en steunde graag op zjjn oordeel
hoewel hij dat onder scherpe woorden verborg
Maag Carty stelde vertrouwen in hem en
hoefde zich dus nergens mee te bemoeien,
maar kon haar oogen gericht houden op de
ontwikkeling van de gebeurtenissen, die zij
°P een of andere bovenmenschelijke manier
kon zien aankomen; Daheen had een veelzij-
digen aanleg van hart zoowel als van verstknd.
het was mogelijk hem op te voeden tot een
litieke schokken, zijn bijna onvermij
delijk, als eenmaal aan bedrijfsleven
en geldwezen hun vaste grondslagen
ontvallen zijn.
Moge dit alles overdacht worden door
allen wier oogen thans door dit gezagheb
bend stuk vor den werkelijken staat van
zaken geopend zijn.
„Schaamtelooze rondborstigheid".
In het „Volk" (S.D.A.P.) lezen wij: De
heeren (bedoeld worden de negen opstellers
v.d. brief) zijn stuk v. stuk aanpassers van
het zuiverste water en, wanneer wij nu zien
hoe hun gansche verhandeling een doorloo-
pende jammerklacht vormt over de tot dus
ver gevolgde bezuinigingspolitiek, dan zou
men, als redelijk denkend mensch eer een
schroomvallige schuderkenning van hen
verwachten dan het, met begeleidend trom
petgeschal, uitspreken van een aanmatigend
laatste oordeel.
Hoe men dit (de bezuiniging) tot
stand zal brengen zonder een alge-
heele ontwrichting te bewerkstelli
gen is de heeren een zorg. Daarover
breken zij zich de hoofden niet. Met
een schaamtelooze rondborstigheid,
die alleen haar verklaring kan vin
den in een volledigen staat van ver
bijstering, bekenden deze financiers,
dat ook zij geen program van con
crete maatregelen bezitten. Dat moet
de regeering tezijnertijd maar op
knappen.
Verder schrijft hét Volk:
Ir. Mussert mag deze financiers wel in
eere houden. Indien hij ooit in Nederland
een kans mocht krijgen, dan zal het zijn,
indien het advies van dit gezelschap mocht
worden opgevolgd, of zelfs maar in een
eenigszins aanmerkelijke mate mocht door
werken. Het is weer het oude lied: men
kijkt uitsluitend naar de staatshuishouding
en heeft onvoldoende oog voor het wijdere
verband van de volkshuishouding. Men ziet
naar dorre cijfers en vergeet den levenden
mensch.
„Het einde der democratie na
dert!"
Het Nationaal Dagblad (N.S.B.) geeft het
volgende commentaar:
De negen mannen, de regeering, de poli
tieke partijen, zij zijn het allen oneens
onder elkaar. Er heerscht kapitalistische
broedertwist en radeloosheid.
Het einde der democratie nadert!
Het nationaal-socialisme slaat met
gekruiste armen dat ergerlijke
schouwspel gade. De N.S.B.
heeft
haar plannen gereed. Zij is bereid
de taak van dit ineenstortend* be
wind over te nemen.
Haar interesseeren deze boekhoudkun
dige debatten over begrootingstekorten niet;
deze leiders der democratie denken alleen
maar in geld, geld, geld.
De N.S.B. dehkt in arbeid!
De democratie heeft afgedaan! Het na
tionaal-socialisme komt!, zoo besluit de
Mussert-krant,
Met een nieuw colbertje, doch
zónder typiste naar het politie
bureau.
Een nieuw colbertje, een overhemd, een
das en een paar schoenen, dat was de buit,
die een ongeveer vijf en twintigjarige Arn-
hemsche jongeman in enkele dagen tijds in
Tiel wist te maken, door zich uit te geven
voor opzichter bij den Rijkswegenbouw.
Daarenboven wist hij op zijn eerlijk gezicht
en niet in het minst door het noemen van
zijn functie en den naam van zijn pension,
bij twee groote garages auto's op rekening
te huren en bij een horlogemaker twee, ove
rigens goedkoope, armbandhorloges op zicht
te krijgen.
De jongeman, een zekere S. G. van der
Horst, die zich niet alleen eens goed in de
nieuwe spullen gestoken heeft, maar ook
een advertentie voor een typiste in een
Tielsch blad geplaatst had en zelfs met een
makelaar een huis aan het uitzoeken was
voor zijn kantoor, zou ongetwijfeld zijn rol
van opzichter nog vel'der voortgezet hebben
als de Tielsche politie niet zoo snel ingegre
pen had. De politie liet zich door de perti
nente ontkenningen van den opzichter niet
van de wijs brengen en wist hem zoodoende
tenslotte tot een bekentenis te brengen. De
rijksopzichter, die naar achteraf gebleken is
ook nog getracht heeft een schrijfmachine
te pakken te krijgen, is ter beschikking van
de justitie gesteld en naar Arnhem overge
bracht.
Een tegenvaller voor de Noord-
Holland Express.
De president van de Amsterdam-
sche rechtbank heeft gisteren weder
om uitspraak gedaan in twee korte
gedingen, door de spoorwegen aan
hangig gemaakt tegen wilde auto
busdiensten. Hij verbood den dienst
Amsterdam-Arnhem, die onderhou
den wordt door de Universeele
Automobielhandel „Unah" en de
Noordholland Express, die den
dienst Amsterdam-Alkmaar onder
houdt.
Onze Oost
Verruiming werkgelegenheid
door verbetering vliegveld.
In de onderafdeelingen Seulimeum en
Koetaradja is plaatselijk de padi-aanplant
1937/1938 in vrij sterke mate mislukt. In
totaal bedroeg de oogstderving naar schat
ting 2000 tons rijst.
Hoewel oogstderving in Groot-Atjeh, spe
ciaal in de XXVI Moekims, een veel voor
komend euvel is en bevolking daarop voor
een groot deel is ingesteld, kan deze oogst
derving een meer bijzondere worden ge
noemd.
Waar de Moekims weinig inkomstenbron
nen heeft, werd zekerheidshalve verruiming
van de arbeidsgelegenheid noodzakelijk ge
acht. In verhand hiermede heeft het be
stuur aan de regeering financieele steun
verzocht voor werkgelegenheid, c.q. ver
betering van het vliegveld Lhonga nabij
Koetaradja.
De regeering ging, naar de N. R. Ct.,
meldt, met dit voorstel accoord en stelde
een bedrag van f 10.000 beschikbaar waarme
dc wordt geacht dat aan de maatregelen in
verband piet de plaatselijk min of meer
ongunstige economische situatie in vol
doende mate wordt tegemoetgekomen.
Order binnenkort te wachten.
De Soerabajasche rubberfabriek te Nga-
gel verwacht binnenkort een order van den
dienst voor luchtbescherming voor den aan
maak van 5000 volksgasmaskers.
Verder worden, aldus de N.R.Ct., nog be
sprekingen gevoerd over de levering van
15.000 gasmaskers.
Ten slotte kan nog worden medegedeeld
dat in het laboratorium proeven worden
genomen met een nieuw type masker.
DONDERDAG "3 NOVEMBER 1938.
Hilversum L 1875 en 415,5 m.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO,
2.00—12.00 NCRV.
8.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Ber.)
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstige causerie.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 KRO-orkes1 (1.151.30 Gramofoon
muziek).
2.002.55 Handwerkuurtje.
3.00 Voor de vrouw.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Berichten, hierna: Bijbellezing.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.00 Cursus handenarbeid voor de jeugd.
5.30 Orgelspel.
6.40 Causerie: „Wat doet het Leger des Heil»
in Nederlandsch-Indië
7.00 Berichten.
7.15 Journalistiek weekoverzicht.
7.45 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber.
8.15 Dankstond voor het Gewas.
9.45 Gramofoonmuziek.
1 .00 Berichten ANP, hierna: Actueele uit
zending.
10.30 Gramofoonmuziek.
10.45 Gymnastiekles.
11.00 Pianovoordracht.
11.25 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum II. 301,5 m.
AVRO-uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten),
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gr.pl.).
10.30 Voor de vrouw.
10.35 Omroeporkest en soliste (In de pauze:
Declamatie. Om ca. 12.15 Berichten).
12.30 AVRO-Amusementsorkest.
I.15 Bert van Dinteren's ensemble.
2.00 Voor de vrouw.
2.30 Vervolg concert.
3.00 Cursussen voor de vrouw
3.45 Berichten, Gramofoonmuziek.
4.00 Ziekenhalfuur.
4.30 Pianospel.
5.00 AVRO-Weekkaleidoscoop.
5.20 Gelukwenschen.
5.30 AVRO-Aeolian-orkest.
6.30 Sportpraatje.
7.00 Voor de kinderen.
7.05 De Staalmeesters.
7.30 Engelsche les.
8.00 Berichten ANP. Radiojournaal en mede-
deelingen.
8.20 AVRO-Vaudeville-orkest en solist.
9.00 Radiotooneel.
9.30 Concertgebouw-orkest en solist.
10.30 Ensemble Goulesco.
II.00 Berichten ANP.
11.10 Canaro-Tango-orkest.
11.3012.00 Eddy Oliver's orkest.
beerip van allerlei dingen, die hem later van
dienst zouden kunnen zijn. En Julie Brien
dan
Julie Brien, het slanke roodharige meisje
met haar gemengde bloed! Wat kon hij doen
voor haar? Niets? Wat wist hij van vrouwen,
en wat zij verlangden? Er was een tvjd dat
hij gedacht had een vrouw te kennen, maar
Kapitein Butler had hem wel anders geleerd
Hier liever niet over denken... Blyf bij Julie
Brien. Julie zou haar eigen weg gaan, zou
mannen kunnen maken en breken zou hi)
een van die mannen zijn, die zij niet zou kun
nen makm en breken? Om eerlijk te bljjven
zij wou het niet. Er zat veel in haar ja, was
dat zoo? In haar hart leefden hartstochtelijke
gevoelens genoeg, ze was bang van zichzelf, ze
was bang voor Shamus Og alleen als zijn
naam maar genoemd werd. begon dat adertje
in haar hals te kloppen. Met hemzelf ging ze
losjes en vriendschappelijk om en zij wasch-
te zijn hemd aan flarden. Een lieve meid. fiin
in haar opvattingen. Ofschoon, wat wist hij
er eigenlijk van? Maar hij zou blijven probee-
ren, haar gevoel van eigenwaarde te verster
ken: verder zou hij haar laten gaan waar het
lot haar voerde.
Fn hijzelf zou verder gaan. Hij zou niet
langer in de toekomst zitten turen, hoewel hij
dat" tegenwoordig kon doen zonder wild van
wanhoop te worden.
En op den duur zou hij weer leeren slapen,
zonder die droomen! Kom, vooruit, hij zou
het pak weer opnemen. En achterom kijken
zou hij ook niet meer, want als hij achterom
keek, voelde hij zijn hart weer vergaan van
verlangen naar zijn klein meisje, dat zoo'n
vreeselijken dood gevonden had... Maar van
daag was gebleken, dat er nog iets in hem
pijn kon doen, zooals zoo pas in Dounbeg. Een
paar momenten daar voor het hotel was hij
dol geweest, letterlijk dol. Maar dat kwam,
omdat alles zoo onverwachts was toen was
er een oud instinct uit het verleden weer
boven gekomen. Op dit oogenblik zou hij tegen
over Eudmon Butler kunnen staan en hem
kalmweg taxeeren voor den schoelje die hij
was... Wonderlijk om Elspeth Trant ineens
weer tegen het ljjf te loopen! Zou ze het ge
merkt hebben. Er was een plotselinge schrik
in haar oogen geweest. Als dat zoo was, dan
was hij de gevonden speld in Paddy Joe's
hooiberg, dan was zijn baantje bij de lanjjjloo-
pers niets waard. Hij moest vandaag nog een
woordje aan Paddy Joe schrijven. Neen, van
avond had hij te veel op. Morgen, voor de
markt begon. Wat zou ze doen? Wat had ze
al gedaan? Er waren vier maanden voorbij,
de moord leek wel vergeten door de politie
en door haar! Misschien werd ze te veel in
beslag genomen door Eudmon Butler, om zich
druk te maken over dingen die allang dood
waren of menschen. Hij zag Butler nog
met dat air van bezitter naar haar toe gebo
gen staan, hij hoorde den vleienden klank van
zijn stem maar al te goed kende hij dat
alles van vroeger. Pas op je tellen, kind! Je
speelt met vuur. Vier maanden geleden was
je alleen maar niet heel gelukkig en de dood
verbrak je boeien. Maar nu, is het lot nu
bezig, je in gevaarlijker webben in te spin
nen? Zoo doet het lot gewoonlijk. Het lot laat
zijn slachtoffers nooit los... hij was zelf één
van die slachtoffers....
Verdraaid zonde. Iets was er in haar, waar
hij zich mee verwant voelde iets in haar
bloed, haar afkomst. Denk maar eens aan die
nacht in Dounbeg, toen een oud Keltisch
klaaglied hen in staat gesteld had elkander
diep in het hart te zien. Toen waren zij heel
even samen innig verbonden en van de bui
tenwereld geïsoleerd geweest, gehuld in een
mantel van geestelijke en lichamelijke warm
te. Hij had invloed op haar. Zij was als een
harp, waarop hij zijn eigen wijs zou spelen
zijn eigen wijs
Wijdbeensch bleef hij staan, midden op den
weg. lichtzwaaiend op beide voeten; met de
bittere helderziendheid, die alcohol geven kan.
zag hij zichzelf dien invloed aanwenden, hij
zag zich haar weglokken van Eudmon Butler,
haar gebruiken als werktuig van zjjn gerechte
wraak... Wat een kostelijke, duivelsche mop!
Hij wierp het hoofd achterover en begon te
lachen, om zichzelf, om haar, om Eudmon
Butler om het heele leven. Want te midden
van zijn bitter-ironische beschouwingen had
hij een wonderlijken gloed over zich voelen
komen, en in zijn hart had zich iets bewogen...
Naar de maan konden ze loopen met zijn
allen. Het ging hem alles niets verder aan.
Het leven van landloopers en zigeiiners was
een zuiverder leven, met grove, simpele harts
tochten, waar harde, maar eenvoudige pro
blemen aan de orde van den dag waren.
Een landlooper. Dat was hij immers! Een
landlooper, die naar zijn kampement terug-
zwaait, onbezwaard door de kleine dagelijk-
sche zorgen, fleurig vervuld van de vroolijke
plannen voor morgen. En waarom zou hij er
dan maar niet eens een liedje bfj zingen, om
zijn lastige voeten op het rechte pad te hou
den. Hij wierp het hoofd achterover en zijn
zuivere, volle bariton verbrak de rustige stilte
om hem heen:
Och, had ik maar een goede hand
Met zilver in mijn zak,
Dan liep ik hier niet op den weg
Naar huis op mijn gemak.
Ik ging weer t'rug vanwaar ik kwam
En kocht me nog een slok
En zong een liedje met mijn maats,
Dat klonk gelijk een klok!
Maar 't loopt nu nergens meer op uit,
Want ik bezit geen rooien duit!
Stil, daar kwam iemand van den anderen
kant. En een vrouw nog wel. Misschien Julie
Brien wel, die half wenschte, half vreesde, dat
hij Shamus Og zor meebrengen. Maar Shamus
was allang in zjjn eigen wagen aan den ande
ren kant van Catleinch en Shamus Og was
nu niet bepaald frisch. Toch zat er wel wat
goeds in Shamus Og, als het er maar uitge
haald werd. Neen. dat was Julie Brien niet,
hoewel ze even slank en Jicht leek als Julie.
Dit was een dame in het'zwart met een klein
zwart hoedje en een klein stukje zwarte
voile tot even over haar neus. Ja, die dame
was Elspeth Trant, op haar eentje "bij den
weg en een beste weg ook, maar of ze dat
wist?
Hij zwaaide op zij om haar te laten passee-
ren, maar zij zwenkte naar den zelfden kant
en bleef vlak voor hem staan. Hij hield met
een ruk stil, plantte zijn voeten stevig op den
grond en hief een hand tot groet. Hij was
heelemaal nuchter, o, heelemaal, maar hij
voelde een lichte neiging om achterover te
zwaaien. Zij keek hem met gefronste wenk
brauwen aan; en hoewel zijn gezicht niets ver
ried, bleven zijn oogen waakzaam. Zij was er
du niet ingeloopen. Ze was even elegant en
slank als ooit te voren en in het halve licht
zag hij, voor zoover de voile het toeliet, hoe
fijn, teer, ja haast breekbaar de ljjnen van
haar gezicht waren.
Ze maakte geen omwegen.
„Bent u Rogan Stuart?" Ze dacht er niet
aan, om er „meneer" aan toe te voegen, maa:
hij begreep, dat ze met die vrije manieren geen
grootschigheid bedoelde. Weer hief hij de hand
op. „Neen, dame in 't zwart. Ik ben Rogan
McCoy, landlooper op weg naar elders."
..Maar ben je Rogan Stuart geweest?"
Ze liet dus niet los! Hij glimlachte en zonder
dat hij het wist, vertelde die verdraagzame,
wijze glimlach haar alles wat zij weten wilde.
„Ik ben de speld in den hooiberg... Rogan
McCoy, ketellappersmaat. Wat bent u verder
van plan
Zij schudde ongeduldig het hoofd. '„Is dat
daarginds uw kamp?
„Dat is een vraag, waarbjj me 't antwoord
in den mond gegeven wordt, dame!"
„Waar dat knappe meisje met het roode haar
aan den weg zit?"
„Meisjes met rood haar zijn er hier evenveel
als bramen langs den weg, gelukkig!" zei hij
dwars.
(Wordt vervolgd.)