Wij lazen voor U
j VERBODEN j
R
:N PI
STTAID>
Mijnen bedreigen
koopvaardijvloot
Radioprogramma
i
door
I EDGAR RICL.
j BURROUGHS
- Uit de Pers van heden
Italië verscherpt
douanecontrole
Onze Oost
Toen de „Gier" landde.*.*
feuilleton
MAURICE WALSH
No. 31.
Met de snelheid van de wind spoedde Tar-
zan van de Apen zich door de bomen voort,
in de richting van het doordringende geluid
van de tom-toms. Ieder ogenblik vreesde hij
de laatste tonen te zullen horen, het sein, om
het slachtoffer te doden... Arme Helen, ter
wijl ze aan een paal gebonden stond, keek ze
met berschrikte ogen naar het wilde schouw
spel. De gillende vrouwen, de dansende krij
gers, de gloed van de vuren leek haar een
vreselijke nachtmerrie toe. Maar opeens be
sefte ze de bittere werkelijkheid van haar
toestand. Een der wilden sprong uit de rij'
der dansers. Waarschijnlijk was hij de uitver
korene om haar te doden, hij kwam naar haar
toe en lichtte zijn speer op. Toen drukte hij
de punt ervan in haar arm, juist diep genoeg
om een bloedende wond te veroorzaken. Op
het gezicht van het bloed van hun slachtoffer
werden de kannibalen nog wilder. De drums
klonken nog heftiger en de dansers sprongen
steeds wilder in het rond. En uit de menigte
klonk de kreet: „Doden! Doden! Nu!" De
uitverkoren krijger kwam weer naar voren
om zijn speer in het hart van Helen te
steken.
MINISTER OP DE PIJNBANK.
Als de Haagsclhe Post een bloemlezing
heeft gegeven van alles wat de leden van de
Tweede Kamer vertellen over het beleid van
den minister van Onderwijs, komt het rose
blad tot de overtuiging dat Professor Slote-
imaker de Bruine nu eenmaal niet in de
gunst staat.
Zelfs waar in het Verslag verdedigers aan
liet woord zijn, is hun taal aarzelend, zon
der overtuiging. Nu moet worden toegege
ven: de onderwijs-toestanden zijn allesbe
halve rooskleurig. Vooral de ontstellende
werkloosheid onder de onderwijzers; de
hooge leerlingenschaal en .de permanente
weigering der regering om deze te verbete
ren en aldus het onderwijs te dienen en dui
zenden onderwijzers aan werk te helpen: het
jammerlijke feit, dat zeer vele kweekelin-
gen-met-aete dag in dag uit voor de klas
staan zonder een cent salaris te ontvangen,
het is alles troosteloos en beschamend. Maar
wij hooren het den minister al zeggen: ik
heb geen geld. „Zeer vele leden"; in de par
lementaire taal beteekent dit: de meerder
heid. En eenmaal staat er: „vrijwel alge
meen." Als men zulk een verslag leest en
men zich in de plaats stelt van den minister,
die 69 jaar is en een lange, eervolle loop
haan achter zich heeft, dan zullen velen
zeggen: in stede van nu weer plechtig te
repliceeren met een dikke Memorie van
Antwoord en dan straks in het openbare
t debat opnieuw op de pijnbank te worden
gelegd, zou ik mijn steek afnemen, beleefd
groeten, den dames en heeren een gezellig
begrootingsdebat toewenschen, en mij in
mijn mooie Wassenaar terugtrekken
EEN EENVOUDIGE OPLOSSING.
Het comm. Volksdagblad weet een radi
caal antwoord te geven op het bekende
adres der bekende negen Nederlanders. Het
rekent voor, dat alle vennootschappen en
banken, waarbij de negen heeren geïnteres
seerd zijn al een kapitaal van bijna 2 mil-
liard gulden vertegenwoordigen. Dit kapi
taal gaf in 1937 ongeveer 5 pet. dividend, of
wel ongeveer honderd millioen gulden winst
per jaar!
Behalve de bijverdiensten!
En deze lieden schreeuwen van „staats
bankroet", omdat er volgens hun berekening
bijna tweehonderd millioen te kort zou zijn
in de staatskas, cn willen dat de arbeiders
klasse daarvoor moet opdraaien!
De arbeiders leven op te hooge voet, vol
gens hen. Maar wij zeggen: Hier met uw
millioenenwinsten!
Gij, rijken moet betalen opdat de druk
kende lasten voor het volk verlicht worden,
besluit het orgaan van de heeren Beuze-
maker, Wijnkoop es.
NOG IMMER ZIJN WIJ GUL VAN AARD.
Het „Katholieke Schoolblad" schrijft;
't Is gebeurd in Nederland.
In 1938.
Degene, wie het betreft, weet niet, dat wij
het weten. Haar weldoener houde dit wèl in
het oog, opdat de goede daad, althans de
goede intentie bij de daad, niet een onaan
gename nasleep hebbe voor betrokkene. Of
betrokkenen, als er meerderen zijn.
klaar het geval is ons van zoo serieuze
zijde medegedeeld, dat wij niet mogen twij
felen aan de juistheid er van.
Het verhaal is overigens kort.
Men begrijpt natuurlijk, dat de hoofdper
soon is een der vijftienduizend
Der vijftien duizend, over wier lot weke
lijks wordt geschreven.
Der vijftienduizend, wier moeilijke positie
toch zeker op zijn minst eischt een welwil
lend begrijpen.
De kweekeling dan van ons verhaal had
een kans gekregen om tijdelijk waar te ne
men. Ze was kind uit een groot gezin, waar
voor de levensomstandigheden hard waren.
Een gezin, dat reikhalzend naar inkomsten
uitzag.
Onze kweekelinge kreeg gelegenheid, om
als tijdelijk onderwijzeres te fungeeren.
Het was maar kort. Hoe kort, weten wij
niet. Dat interesseert ons ook niet.
Nu is de tijdelijke waarneming afgeloo-
pen.
De arbeid is gepresteerd. En het equiva
lent voor die arbeid zal in handen van de
gelukkige overgaan. Immers de arbeider
(ook de vrouwelijke) is zijn loon waard.
De gelukkige krijgt nu de keuze, wat be
treft de vorm van het loon.
„En wat heb je nu liever, een doos bon
bons of een gulden!"
De Maasbode teekent er bij aan:
Het verhaal is schrijnend; men moet toch
beseffen, hoeveel kwaad bloed zulke dingen
zetten. En terecht: „Ziet, het achterstallige
loon der arbeiders schreeuwt luid tegen u
op; de kreten dringen door in de ooren des
Heeren (Jac. 5, 4.)
LOTSY, KEER TERUGI
Na het teleurstellende spel van ons Ne-
derlandsch elftal tegen de Denen in Kopen
hagen heeft Het Volk den terugkeer van
Karei Lotsy in de technische leiding van de
K.N.V.B. bepleit. Het blad had veel instem
ming en veel tegenwerking verwacht. Ze
zijn beide gekomen, lezen wij thans.
De kreet „Lotsy, kom terug!" heeft in
breede kring weerklank gevonden cn tal-
loozen, officieelen en buitenstaanders, heb
ben het devies tot het hunne gemaakt. Daar
naast echter hebben ook de tegenstanders
zich niet stil gehouden.
Is men misschien bang, dat Lotsy terug-
keeren zal, vraagt het Vk. Worden daar
mede soms gevoelige teenen geraakt, of is
men misschien bevreesd, dat de glorie van
Lotsy opnieuw die van vele anderen zal
overstralen?
Of... twijfelt men wellicht aan Lotsy's ca
paciteiten? Wij zijn op dat punt voorzichtig
geworden, sinds Hugo Meisl's Wundcrteam
van Duitsche zijde niet langer aan diens
groote kunde, doch aan het toeval toege
schreven is. Meent men soms, dat Lotsy al
leen maar onder een gelukkig gesternte ge
werkt heeft?
Als dat misschien de meening mocht zijn,
lezen wij verder in de Hekelveldorgaan, dan
kunnen wij slechts één advies geven: men
ga alle spelers van het Nederlandsche elf
tal eens af die uit de Lotsy-periode en
vrage hen voor wien zij in die dagen ge
speeld hebben zooals zij speelden! En als zij
dan openlijk willen antwoorden: Leo Halle,
Weber, Pauwe, Anderiessen, Van Heel, Wels,
Vente, ja Bakhuys ook als hij een kerel zal
zijn, Kik Smit en Van Nellen, dan zullen zij
zeggen, wat wij zoo vaak reeds in particu
liere gesprekken uit hun monden hoorde:
dat het Lotsy was, die hen tot deze groote
daden voerde!
Hierin zit niets kleineerends voor Herberts
en de zijnen. Het is toch geen schande geen
Lotsy te zijn. Lotsy was de vriend, de per
soonlijke vriend van alle spelers, niet al
leen in hun voetbalgenoegens, maar ook in
hun persoonlijk leven, hij leefde met hen
mee in al hun particuliere leven, hij leefde
met hen mee in al hun particuliere zorgen
en genoegens en de natuurlijke reactie was,
dat zij voor hem door het vuur gingen. Een
z.g. mental-speech van Lotsy tegen „zijn
jongens" had dubbele beteekenis: het was
het woord van den leider die gezag had,
doch tevens dat van den vriend!
Een toeriste ontnam men haar
sieraden.
Naar de „Neue Zuercher Zeitung" meldt
is de douanecontrole aan de Italiaansche
grens sedert eenigen tijd uitermate streng
verscherpt. Het komt volgens genoemd blad
steeds veelvuldiger voor, dat toeristen zoo
wel op de reis naar Italië als bij hun ver
trek uit dit land door de douaneambtenaren
geheel ontkleed worden, teneinde na te
gaan of zij geen deviezen smokkelen.
De vorige week reed een klein gezelschap
per auto over de grens naar Italië, waarbij
alle inzittenden van den wagen zonder uit
zondering zich moesten ontkleeden. Het
onderzoek leverde een volkomen negatief re
sultaat op. In Italië ging het gezelschap uit
een. Toen een der dames (geen Italiaansche
en ook geen Jodin) langs denzelfden douane
post het land wilde verlaten, werd zij ten
tweeden male op gelijke wijze gevisiteerd...
bovendien werden haar eenige sieraden, die
zij op haar heenreis reeds b*ij zich had, ont
nomen.
Landingsgestel was niet geheel
uitgetrokken.
.Aneta verneemt inzake het oponthoud van
de „Gier" te Bangkok, dat de schade aan de
schroeven is veroorzaakt door een minder
gelukkige landing doordat het landingsge
stel nog niet geheel was uitgetrokken. De
oorzaak hiervan is niet bekend. De schade
beperkt zich in hoofdzaak tot de twee schroe
ven. Ter vervanging zal een schroef van
Bandoeng en de andere van elders worden
betrokken. Of de „Gier" na reparatie zal
doorvliegen naar Bandoeng, of naar Holland
zal terugkeeren, zal, naar de N.R.Ct. meldt,
door het hoofdkantoor van de K.L.M. in Ne
derland worden beslist.
Japan kan de scheepvaart op de
Jangtse niet .vrijgeven.
De Japansche minister van Buitenland-
sche Zaken Arita, heeft gistermorgen nota's
overhandigd, in antwoord op de nota's van
Engeland, Frankrijk en de Ver. Staten van
7 Nov. j.1. betreffende de vrije scheepvaart
op de Jangtse. Het antwoord komt hierop
neer, dat Japan niet de vooropgezette bedoe
ling heeft, de scheepvaart van derde mo
gendheden op de Jangtse te belemmeren,
doch dat de tijd nog niet daar is, om de
Jangtse voor de vrije scheepvaart open te
stellen en wel om de volgende redenen:
1. De scheepsroute ligt vol Japansche oor
logsvaartuigen en de door do Chineezen ge
legde versperringen zijn slechts in zooverre
weggenomen, als de militaire operaties dit
noodig maken;
2. Het toelaten van koopvaardijschepen
zou de Japansche militaire bewegingen ern
stig hinderen;
3. De Japansche oorlogsschepen worden
nog voortdurend beschoten door Chineesche
vrijscharen van beide oevers der rivier;
4. De Ghineezen leggen roekeloos drijven
de mijnen in de Jangtse en brengen hierme
de de scheepvaart in gevaar,
BATALJON DAALT PER PARACHUTE.
Modern troepentransport in
Duitschland.
Een Rcuter-telegram uit Berlijn meldt aan
de Daily Express, dat een bataljon infan
terie van Stendal naar Brunswijk, aldaar
in tal van vliegtuigen arriveerde. Boven de
kazerne sprongen de soldaten met een
parachute uit de machines en kwamen
precies voor de barakken op den beganen
grond. Toen marcheerden zij, alsof er niets
was gebeurd, kalm naar binnen.
Een uiterst moderne wijze van troepen
transport!
WOENSDAG 16 NOVEMBER 1938.
Hilversum I, 1873 en 415,5 m,
NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijs»
fonds voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek (9.309.48
Gelukwenschen)
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Vioolvoordracht* met pianobegeleiding,
en gramofoönmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 De Eemlanders en gramofoonmuziek.
2.00 Gramofoonmuziek.
2.252.55 Voor jeugdige postzegelverzame»
laars.
3.00 Pianovoordracht.
3.45 Berichten, hierna Christelijk Liederen.
uurtje.
4.45 Gelukwenschen.
5.00 Kinderuurtje.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.30 Taalles en causerie over het binnenaan»
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.45 Causerie over leerbewerking.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht,
8.15 „Ketting-Avond", m.m.v. sprekers, solis»
ten en declamatieclubje.
10.00 Berichten ANP, actueel programma,
causerie over Hongarije.
10.30 Gramofoonmuziek.
10.45 Gymnastiekles.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum II, 301,5 m.
VAT A-Uitzending, 10.0010.20 v.m. VPRO,
6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO.
8.00 VARA-Kalender.
8.05 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.16 Bericht.)
9.30 Wenken voor de keuken.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Conti
nubedrijven.
11.40 Causerie „Stand van het ordeningsvraag»
stuk".
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 Berichten.
12.17 „Esmeralda".
12.45—1.45 TrARA-Orkest.
2.00 Voor de vrouw.
3.15 Voor de kinderen.
5.30 „Esmeralda".
6.006.25 Zang en orgel.
6.30 Causerie „Erfelijkheid, samenleving en
verantwoordelijkheid",
7.00 Felicitaties.
7.05 Vocaal concert.
7.30 Causerie „Vernieuwing van opvoeding en
onderwijs (IV)".
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 Rotterdamsch Philharmonisch orkest, m.
m.v. soliste.
9.15 Radiotooneel.
10.00 Berichten ANP.
10.45 VARA-Orkest en solisten.
11.3012.00 Orgelspel.
39.
Hij vertelde ons in krachtige bewoordingen
wie en wat we waren en noodigde ons uit,
aan wal te komen, om de ons toekomende
portie in ontvangst te nemen, maar natuur
lijk bedankten we daar feestelijk voor in
alle stilte. Toen deelde hij ons mee, dat hg
ons zou laten omsingelen, en hij vertrok om
daar de noodige maatregelen voor te gaan
nemen. Maar Rogue, evenzoo verrast als wg
zelf, zat op dat moment in elkaar gedoken
naast het pad, een paar meter verder en
voordat hij uit de voeten kon komen, was de
man boven op hem gevallen en had hem op
hetzelfde oogenblik in de lurven. Zoo is het
gegaan."
„Hebben ze toen gevochten.
„Zoo kunt u het eigenlijk niet n°e™en
Want Rogan, mevrouw Trant, heeft alleen
maar het hoogst noodzakelijke gedaan om los
te komen een paar stompen in de maag,
waardoor uw man buiten adem kwam. Mgn
vriend, die op den oever gesprongen waa
heeft het gezien. Zoo gauw als uw man los
liet en voordat hij weer op adem kon komen.
zijn zij beiden weer in de boot, boven op mgn
persoon komen tuimelen.
Hier werd Paddy Joe's stem langzamer en
nadrukkelijker, terwijl hij zijn oogen vast op
haar ^evestisfd bleef houden.
Te^ we zoo in de boot zaten, hoorden
we snelle voetstappen over het
iemand die heel licht en vlu- kwam aanloopen
en op het moment, dat ze stil hielden bj
de plek, waar Ambrose Trant lag, zetten w
heel stil af, dreven een eind met den stroom
mee en roeiden toen terug naar ons kamp.
Meer weten we er niet van. Maar degene, die
bg Ambrose Trant was blijven stilstaan, wie
het dan ook geweest is, heeft hem daar willens
en wetens laten liggen."
Haar «ogen dwaalden geen seconde af. Zij
ging door, waar hg was blijven steken. „En
toen kwam u tot de conclusie, dat die lichte
voetstappen, de voetstappen van een vrouw
moesten zijn, de mijne, om kort te gaan? Ge
zien hebt u niets?
„Niets, het was alleen maai theorie, die we
opgebouwd hadden, drie gekken van wijsgee-
ren. Wij hadden het gevoel dat u niet tevre
den en gelukkig was uw huwelijk was geen
succes uw man was aan den drank en nqg
jaloersch bovendien."
Hier maakten haar schoudeis een beweging
a1 van Dijn. „We -eden niets anders, dan ons
in uw positie indenken, we ste' 'en ons voor,
hoe u hem zoudt hebben gevonden hem op de
been geholpen; we begrepen hoe kwaad hij zou
zijn en hoe u hem wilde dwingen, ze terug te
nemen, door hem naar de keel te "liegen
w t heel natuurlijk was voor een hoogmoedige,
drift.ge vrouw als u. Hij was verrot tot in
hart en nieren. Na wat hij al te pakken had,
was een vingerdruk voldoende om hem te
dooden. Dat kon niet weten.... Zoo'n soort
verhaal hadden we in elkaar gezet. We wa
ren zoo /ast overtuigd, dat alleen een vrouw
zich zoo licht kon bewegen. En we wisten,
dat u ergens in het park was. Maar pas heel
kort geleden, mevrouw Trant, heb ik ontdekt
dat er mannen zgn die heel wat lichter op de
voeten zijn, dan welke vrouw ook."
Toen en niet eerder lieten haar oogen de
zijne los en keken recht voor zich uit op den
rand van het bureau neer; langzaam zakte
ha~.r hoofd voorover, haar trekken verstrak
ten en een droeve uitdrukking gleed er over
heen; na verloop van enkele minuten zuchtte
ze diep.
„Ik moet u zeker nog dankbaar zijn ook
dat u uw mond hebt gehouden," murmelde
zy.
„Wij hadden ook reden tot dankbaarheid,
mijn waarde dame, alles welbeschouwd. U
hebt er nooit iets van gezegd, dat u iemand
in het park had aangetroffen."
„Ik was veel te veel geschrokken," fluis
terde zij, „en dan wat had het gegeven?"
4.
Paddy Joe bukte zich naar zijn oude hoedje
van tweedstof en stond op, zij hief vlug het
hoofd op.
„O, maar u gaat toch niet weg, mijnheer
Long!"
„I" heb u al lang ge.ioeg opgehouden, me
vrouw Trant, dat spijt me zeer."
„Maar u wilt misschien wei een kopje thee
of een whiskey met soda anders. Toe,
blijft u nog even!"
Ze was bijna dringend in haa. uitnoodiging,
zoodat hij begreep, dat ze nog iets op haar
hart had, waar hij nog niet aan toe gekomen
was.
„Mijn vrouw heeft mij de gewoonte van de
vier-uurs thee bijgebracht," zei hij. „Ik wil
dus graag een kopje met u drinken, me
vrouw Trant.
Hij ging weer zitten en zij drukte op het
electrische belletje, dat op het bureau lag.
Haar dienstmeisje moest s' op dat sein heb
ben staan wachten, want bijna onmiddellijk
daarna kwam ze met het theeblad binnen.
Paddy Joe kruiste zijn beenen over elkaar,
nam een fgn porceleinen kopje aan met zgn
lange, bruine handen en besloot het gesprek
in ee lichteren toonaard te vervolgen.
,Ik heb gelezen dat u bezig was. over een
paard te onderhandelen te Castleinch," zei hg.
„Is er nog wat van gekomen?"
..Nu u het toch vraagt, ja," zei ze glim
lachend. „Het was een heel knap paardje,
den avond na ie rechtzitting ben ik naar Cof-
fey's kamp gegaan en heb het gekocht."
„Met een aardig partijtje loven en bieden
op de koop toe met Jamesy Coffey?"
..Heelemaal niet. Ik heb hem tweehonderd
vijftig dollars geboden of liever vijftig
pond en dat heeft hij zonder meer aan
genomen."
„Zoo maar ineens?"
„Zoo maar ineens!"
„Drommels, Dan was er iets niet i~ de haak
met Jamesyof liever dan was er iets niet
in de haak met het paard wat was het
aderspatten aan alle vier zgn pooten?"
„Neen. Alles was in orde, behalve dat de
eene schoft een tikje uit het lid was geweest,
haast niet de moeite waard en al bijna over."
„Hebt u hem al geprobeerd?"
Ze aarzelde even en haar gezicht werd
langzaam aan overtogen door een steeds die
per wordende blos. Paddy Joe wendde zijn
oogen af.
„Neen. Hij is nog in Coffey's kamp," legde
zij uit. „Ik had op dat moment geen gelegen
heid hem mee te nemen, toen heeft Coffey
beloofd, dat hij hem dezen herfst te eeniger
tijd als het zoo uitkwam met zijn reisroute,
bij mij zou afleveren."
En dat zou niet zijn voordat Rogue McCoy
uit de gevangenis terug was, overlegde
Paddy Joe bij zichzelf. Vandaar soms die blos.
jongejuffrouw? Wou je nog eens een oogje
wagen aan mijn ketellappersmaatje? Nou
maar, in zoo'n kopje thee kon al heel wat
inspiratie zitten. Die zaak zullen we nog wel.
eens verder onder de microscoop nemen,
kleine zwartkop!
Elspet Trant was onder de hand druk bezig
conversatie te maken. „In het kamp was nog
een knappe, donkere jongen, die tranen met
tuiten huilde, omdat men hem, zooals hij zei,
zijn Copaleen Rua onder zijn handen weg
verkocht had. Het was zelfs zoo erg dat een
opvallend knap meisje met vuurrood haar er
aan te pas moest komen om hem te troos
ten."
„Dat waren Daheen Coffey en Julie Brien.
Ter wille van die roode haren was het, dat
Shamus Og een nieuw blaadje omgeslagen
heeft om er dadelijk weer een groote klad
op te gooien."
„Die stakker. Ik hoop, dat alles voor
hem terecht komt. Maar hg zal niet zonder
medeminnaar zijn?" Het kwam er argeloos
en gladjes uit.
„Daar hoeft u niet aan te twijfelen," stem
de Paddy Joe toe, „want waarvoor hebben
de manlui dan anders oogen in hun hoofd?
O, ja, wat ik zeggen wou. Vandaag of mor
gen spreek ik Jamesy Coffey nog wel. Zal
ik hem zeggen, dat hij niet te lang treuzelt
met het paard?"
„Ik heb niets geen haast!" zei ze snel. „Ik
veronderstel, dat hij te vertrouwen is?"
„Hij houdt er zijn eigen code op na. Het
dier is bij hem zoo veilig als in uw eigen
stal. Die oude baas
Als P^ddy Joe eenmaal het thema van
Jamesy Coffey bij den kop had, dan was er
zoo gauw geen ophouden aan. Onze jonge
dame probeerde ook niet, hem te doen op
houden. Zij stelde beiang in wat hij vertelde
en haar veerkrachtige gee-t, die alleen maar
wat vreugde vroeg om opnieuw op te bloeien,
stak aldra het hoofd weer op. Het duurde niet
lang of hij had met 'ij- verhalen haar oogen
aan het tintelen, terwijl ze vroolijk en lucht
hartig begon te lachen. Het soort van leven,
dat hij beschreef, de opvattingen, de origi-
neele manieren brachten bij haar gelijkge
stemde snaren aan het trillen. De manier
waarop ze reageerde, deed Paddy Joe's ge
moed pijn.
„O!" riep ze uit, terwijl ze haar handen
ophief met de beweging van iemand, die een
juk van de schouders gooit, „dat is leven
zoo leefde ik jaren lang met mijn vader in
een land met een oneindig wijderen horizon
en prikkelender atmosfeer." Toen zonk ze
weer ineen en haar stem werd dieper. „Maar
dat is allemaal voorgoed voorbij!"
„Wie zal het zeggen, mijn beste mevrouw
tje?" troostte Paddy Joe. „God is goed en
ieder onzer heeft een aparten heelmeester
voor den geest."
Zij begreep dadelijk waar hij heen wou.
(Wordt vervolgd.)