Wij lazen voor U j VERBODEN j R :N PI STTAID> Mijnen bedreigen koopvaardijvloot Radioprogramma i door I EDGAR RICL. j BURROUGHS - Uit de Pers van heden Italië verscherpt douanecontrole Onze Oost Toen de „Gier" landde.*.* feuilleton MAURICE WALSH No. 31. Met de snelheid van de wind spoedde Tar- zan van de Apen zich door de bomen voort, in de richting van het doordringende geluid van de tom-toms. Ieder ogenblik vreesde hij de laatste tonen te zullen horen, het sein, om het slachtoffer te doden... Arme Helen, ter wijl ze aan een paal gebonden stond, keek ze met berschrikte ogen naar het wilde schouw spel. De gillende vrouwen, de dansende krij gers, de gloed van de vuren leek haar een vreselijke nachtmerrie toe. Maar opeens be sefte ze de bittere werkelijkheid van haar toestand. Een der wilden sprong uit de rij' der dansers. Waarschijnlijk was hij de uitver korene om haar te doden, hij kwam naar haar toe en lichtte zijn speer op. Toen drukte hij de punt ervan in haar arm, juist diep genoeg om een bloedende wond te veroorzaken. Op het gezicht van het bloed van hun slachtoffer werden de kannibalen nog wilder. De drums klonken nog heftiger en de dansers sprongen steeds wilder in het rond. En uit de menigte klonk de kreet: „Doden! Doden! Nu!" De uitverkoren krijger kwam weer naar voren om zijn speer in het hart van Helen te steken. MINISTER OP DE PIJNBANK. Als de Haagsclhe Post een bloemlezing heeft gegeven van alles wat de leden van de Tweede Kamer vertellen over het beleid van den minister van Onderwijs, komt het rose blad tot de overtuiging dat Professor Slote- imaker de Bruine nu eenmaal niet in de gunst staat. Zelfs waar in het Verslag verdedigers aan liet woord zijn, is hun taal aarzelend, zon der overtuiging. Nu moet worden toegege ven: de onderwijs-toestanden zijn allesbe halve rooskleurig. Vooral de ontstellende werkloosheid onder de onderwijzers; de hooge leerlingenschaal en .de permanente weigering der regering om deze te verbete ren en aldus het onderwijs te dienen en dui zenden onderwijzers aan werk te helpen: het jammerlijke feit, dat zeer vele kweekelin- gen-met-aete dag in dag uit voor de klas staan zonder een cent salaris te ontvangen, het is alles troosteloos en beschamend. Maar wij hooren het den minister al zeggen: ik heb geen geld. „Zeer vele leden"; in de par lementaire taal beteekent dit: de meerder heid. En eenmaal staat er: „vrijwel alge meen." Als men zulk een verslag leest en men zich in de plaats stelt van den minister, die 69 jaar is en een lange, eervolle loop haan achter zich heeft, dan zullen velen zeggen: in stede van nu weer plechtig te repliceeren met een dikke Memorie van Antwoord en dan straks in het openbare t debat opnieuw op de pijnbank te worden gelegd, zou ik mijn steek afnemen, beleefd groeten, den dames en heeren een gezellig begrootingsdebat toewenschen, en mij in mijn mooie Wassenaar terugtrekken EEN EENVOUDIGE OPLOSSING. Het comm. Volksdagblad weet een radi caal antwoord te geven op het bekende adres der bekende negen Nederlanders. Het rekent voor, dat alle vennootschappen en banken, waarbij de negen heeren geïnteres seerd zijn al een kapitaal van bijna 2 mil- liard gulden vertegenwoordigen. Dit kapi taal gaf in 1937 ongeveer 5 pet. dividend, of wel ongeveer honderd millioen gulden winst per jaar! Behalve de bijverdiensten! En deze lieden schreeuwen van „staats bankroet", omdat er volgens hun berekening bijna tweehonderd millioen te kort zou zijn in de staatskas, cn willen dat de arbeiders klasse daarvoor moet opdraaien! De arbeiders leven op te hooge voet, vol gens hen. Maar wij zeggen: Hier met uw millioenenwinsten! Gij, rijken moet betalen opdat de druk kende lasten voor het volk verlicht worden, besluit het orgaan van de heeren Beuze- maker, Wijnkoop es. NOG IMMER ZIJN WIJ GUL VAN AARD. Het „Katholieke Schoolblad" schrijft; 't Is gebeurd in Nederland. In 1938. Degene, wie het betreft, weet niet, dat wij het weten. Haar weldoener houde dit wèl in het oog, opdat de goede daad, althans de goede intentie bij de daad, niet een onaan gename nasleep hebbe voor betrokkene. Of betrokkenen, als er meerderen zijn. klaar het geval is ons van zoo serieuze zijde medegedeeld, dat wij niet mogen twij felen aan de juistheid er van. Het verhaal is overigens kort. Men begrijpt natuurlijk, dat de hoofdper soon is een der vijftienduizend Der vijftien duizend, over wier lot weke lijks wordt geschreven. Der vijftienduizend, wier moeilijke positie toch zeker op zijn minst eischt een welwil lend begrijpen. De kweekeling dan van ons verhaal had een kans gekregen om tijdelijk waar te ne men. Ze was kind uit een groot gezin, waar voor de levensomstandigheden hard waren. Een gezin, dat reikhalzend naar inkomsten uitzag. Onze kweekelinge kreeg gelegenheid, om als tijdelijk onderwijzeres te fungeeren. Het was maar kort. Hoe kort, weten wij niet. Dat interesseert ons ook niet. Nu is de tijdelijke waarneming afgeloo- pen. De arbeid is gepresteerd. En het equiva lent voor die arbeid zal in handen van de gelukkige overgaan. Immers de arbeider (ook de vrouwelijke) is zijn loon waard. De gelukkige krijgt nu de keuze, wat be treft de vorm van het loon. „En wat heb je nu liever, een doos bon bons of een gulden!" De Maasbode teekent er bij aan: Het verhaal is schrijnend; men moet toch beseffen, hoeveel kwaad bloed zulke dingen zetten. En terecht: „Ziet, het achterstallige loon der arbeiders schreeuwt luid tegen u op; de kreten dringen door in de ooren des Heeren (Jac. 5, 4.) LOTSY, KEER TERUGI Na het teleurstellende spel van ons Ne- derlandsch elftal tegen de Denen in Kopen hagen heeft Het Volk den terugkeer van Karei Lotsy in de technische leiding van de K.N.V.B. bepleit. Het blad had veel instem ming en veel tegenwerking verwacht. Ze zijn beide gekomen, lezen wij thans. De kreet „Lotsy, kom terug!" heeft in breede kring weerklank gevonden cn tal- loozen, officieelen en buitenstaanders, heb ben het devies tot het hunne gemaakt. Daar naast echter hebben ook de tegenstanders zich niet stil gehouden. Is men misschien bang, dat Lotsy terug- keeren zal, vraagt het Vk. Worden daar mede soms gevoelige teenen geraakt, of is men misschien bevreesd, dat de glorie van Lotsy opnieuw die van vele anderen zal overstralen? Of... twijfelt men wellicht aan Lotsy's ca paciteiten? Wij zijn op dat punt voorzichtig geworden, sinds Hugo Meisl's Wundcrteam van Duitsche zijde niet langer aan diens groote kunde, doch aan het toeval toege schreven is. Meent men soms, dat Lotsy al leen maar onder een gelukkig gesternte ge werkt heeft? Als dat misschien de meening mocht zijn, lezen wij verder in de Hekelveldorgaan, dan kunnen wij slechts één advies geven: men ga alle spelers van het Nederlandsche elf tal eens af die uit de Lotsy-periode en vrage hen voor wien zij in die dagen ge speeld hebben zooals zij speelden! En als zij dan openlijk willen antwoorden: Leo Halle, Weber, Pauwe, Anderiessen, Van Heel, Wels, Vente, ja Bakhuys ook als hij een kerel zal zijn, Kik Smit en Van Nellen, dan zullen zij zeggen, wat wij zoo vaak reeds in particu liere gesprekken uit hun monden hoorde: dat het Lotsy was, die hen tot deze groote daden voerde! Hierin zit niets kleineerends voor Herberts en de zijnen. Het is toch geen schande geen Lotsy te zijn. Lotsy was de vriend, de per soonlijke vriend van alle spelers, niet al leen in hun voetbalgenoegens, maar ook in hun persoonlijk leven, hij leefde met hen mee in al hun particuliere leven, hij leefde met hen mee in al hun particuliere zorgen en genoegens en de natuurlijke reactie was, dat zij voor hem door het vuur gingen. Een z.g. mental-speech van Lotsy tegen „zijn jongens" had dubbele beteekenis: het was het woord van den leider die gezag had, doch tevens dat van den vriend! Een toeriste ontnam men haar sieraden. Naar de „Neue Zuercher Zeitung" meldt is de douanecontrole aan de Italiaansche grens sedert eenigen tijd uitermate streng verscherpt. Het komt volgens genoemd blad steeds veelvuldiger voor, dat toeristen zoo wel op de reis naar Italië als bij hun ver trek uit dit land door de douaneambtenaren geheel ontkleed worden, teneinde na te gaan of zij geen deviezen smokkelen. De vorige week reed een klein gezelschap per auto over de grens naar Italië, waarbij alle inzittenden van den wagen zonder uit zondering zich moesten ontkleeden. Het onderzoek leverde een volkomen negatief re sultaat op. In Italië ging het gezelschap uit een. Toen een der dames (geen Italiaansche en ook geen Jodin) langs denzelfden douane post het land wilde verlaten, werd zij ten tweeden male op gelijke wijze gevisiteerd... bovendien werden haar eenige sieraden, die zij op haar heenreis reeds b*ij zich had, ont nomen. Landingsgestel was niet geheel uitgetrokken. .Aneta verneemt inzake het oponthoud van de „Gier" te Bangkok, dat de schade aan de schroeven is veroorzaakt door een minder gelukkige landing doordat het landingsge stel nog niet geheel was uitgetrokken. De oorzaak hiervan is niet bekend. De schade beperkt zich in hoofdzaak tot de twee schroe ven. Ter vervanging zal een schroef van Bandoeng en de andere van elders worden betrokken. Of de „Gier" na reparatie zal doorvliegen naar Bandoeng, of naar Holland zal terugkeeren, zal, naar de N.R.Ct. meldt, door het hoofdkantoor van de K.L.M. in Ne derland worden beslist. Japan kan de scheepvaart op de Jangtse niet .vrijgeven. De Japansche minister van Buitenland- sche Zaken Arita, heeft gistermorgen nota's overhandigd, in antwoord op de nota's van Engeland, Frankrijk en de Ver. Staten van 7 Nov. j.1. betreffende de vrije scheepvaart op de Jangtse. Het antwoord komt hierop neer, dat Japan niet de vooropgezette bedoe ling heeft, de scheepvaart van derde mo gendheden op de Jangtse te belemmeren, doch dat de tijd nog niet daar is, om de Jangtse voor de vrije scheepvaart open te stellen en wel om de volgende redenen: 1. De scheepsroute ligt vol Japansche oor logsvaartuigen en de door do Chineezen ge legde versperringen zijn slechts in zooverre weggenomen, als de militaire operaties dit noodig maken; 2. Het toelaten van koopvaardijschepen zou de Japansche militaire bewegingen ern stig hinderen; 3. De Japansche oorlogsschepen worden nog voortdurend beschoten door Chineesche vrijscharen van beide oevers der rivier; 4. De Ghineezen leggen roekeloos drijven de mijnen in de Jangtse en brengen hierme de de scheepvaart in gevaar, BATALJON DAALT PER PARACHUTE. Modern troepentransport in Duitschland. Een Rcuter-telegram uit Berlijn meldt aan de Daily Express, dat een bataljon infan terie van Stendal naar Brunswijk, aldaar in tal van vliegtuigen arriveerde. Boven de kazerne sprongen de soldaten met een parachute uit de machines en kwamen precies voor de barakken op den beganen grond. Toen marcheerden zij, alsof er niets was gebeurd, kalm naar binnen. Een uiterst moderne wijze van troepen transport! WOENSDAG 16 NOVEMBER 1938. Hilversum I, 1873 en 415,5 m, NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijs» fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek (9.309.48 Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Vioolvoordracht* met pianobegeleiding, en gramofoönmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 De Eemlanders en gramofoonmuziek. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.252.55 Voor jeugdige postzegelverzame» laars. 3.00 Pianovoordracht. 3.45 Berichten, hierna Christelijk Liederen. uurtje. 4.45 Gelukwenschen. 5.00 Kinderuurtje. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.30 Taalles en causerie over het binnenaan» varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.45 Causerie over leerbewerking. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht, 8.15 „Ketting-Avond", m.m.v. sprekers, solis» ten en declamatieclubje. 10.00 Berichten ANP, actueel programma, causerie over Hongarije. 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum II, 301,5 m. VAT A-Uitzending, 10.0010.20 v.m. VPRO, 6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 VARA-Kalender. 8.05 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.16 Bericht.) 9.30 Wenken voor de keuken. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Conti nubedrijven. 11.40 Causerie „Stand van het ordeningsvraag» stuk". 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.17 „Esmeralda". 12.45—1.45 TrARA-Orkest. 2.00 Voor de vrouw. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 „Esmeralda". 6.006.25 Zang en orgel. 6.30 Causerie „Erfelijkheid, samenleving en verantwoordelijkheid", 7.00 Felicitaties. 7.05 Vocaal concert. 7.30 Causerie „Vernieuwing van opvoeding en onderwijs (IV)". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 Rotterdamsch Philharmonisch orkest, m. m.v. soliste. 9.15 Radiotooneel. 10.00 Berichten ANP. 10.45 VARA-Orkest en solisten. 11.3012.00 Orgelspel. 39. Hij vertelde ons in krachtige bewoordingen wie en wat we waren en noodigde ons uit, aan wal te komen, om de ons toekomende portie in ontvangst te nemen, maar natuur lijk bedankten we daar feestelijk voor in alle stilte. Toen deelde hij ons mee, dat hg ons zou laten omsingelen, en hij vertrok om daar de noodige maatregelen voor te gaan nemen. Maar Rogue, evenzoo verrast als wg zelf, zat op dat moment in elkaar gedoken naast het pad, een paar meter verder en voordat hij uit de voeten kon komen, was de man boven op hem gevallen en had hem op hetzelfde oogenblik in de lurven. Zoo is het gegaan." „Hebben ze toen gevochten. „Zoo kunt u het eigenlijk niet n°e™en Want Rogan, mevrouw Trant, heeft alleen maar het hoogst noodzakelijke gedaan om los te komen een paar stompen in de maag, waardoor uw man buiten adem kwam. Mgn vriend, die op den oever gesprongen waa heeft het gezien. Zoo gauw als uw man los liet en voordat hij weer op adem kon komen. zijn zij beiden weer in de boot, boven op mgn persoon komen tuimelen. Hier werd Paddy Joe's stem langzamer en nadrukkelijker, terwijl hij zijn oogen vast op haar ^evestisfd bleef houden. Te^ we zoo in de boot zaten, hoorden we snelle voetstappen over het iemand die heel licht en vlu- kwam aanloopen en op het moment, dat ze stil hielden bj de plek, waar Ambrose Trant lag, zetten w heel stil af, dreven een eind met den stroom mee en roeiden toen terug naar ons kamp. Meer weten we er niet van. Maar degene, die bg Ambrose Trant was blijven stilstaan, wie het dan ook geweest is, heeft hem daar willens en wetens laten liggen." Haar «ogen dwaalden geen seconde af. Zij ging door, waar hg was blijven steken. „En toen kwam u tot de conclusie, dat die lichte voetstappen, de voetstappen van een vrouw moesten zijn, de mijne, om kort te gaan? Ge zien hebt u niets? „Niets, het was alleen maai theorie, die we opgebouwd hadden, drie gekken van wijsgee- ren. Wij hadden het gevoel dat u niet tevre den en gelukkig was uw huwelijk was geen succes uw man was aan den drank en nqg jaloersch bovendien." Hier maakten haar schoudeis een beweging a1 van Dijn. „We -eden niets anders, dan ons in uw positie indenken, we ste' 'en ons voor, hoe u hem zoudt hebben gevonden hem op de been geholpen; we begrepen hoe kwaad hij zou zijn en hoe u hem wilde dwingen, ze terug te nemen, door hem naar de keel te "liegen w t heel natuurlijk was voor een hoogmoedige, drift.ge vrouw als u. Hij was verrot tot in hart en nieren. Na wat hij al te pakken had, was een vingerdruk voldoende om hem te dooden. Dat kon niet weten.... Zoo'n soort verhaal hadden we in elkaar gezet. We wa ren zoo /ast overtuigd, dat alleen een vrouw zich zoo licht kon bewegen. En we wisten, dat u ergens in het park was. Maar pas heel kort geleden, mevrouw Trant, heb ik ontdekt dat er mannen zgn die heel wat lichter op de voeten zijn, dan welke vrouw ook." Toen en niet eerder lieten haar oogen de zijne los en keken recht voor zich uit op den rand van het bureau neer; langzaam zakte ha~.r hoofd voorover, haar trekken verstrak ten en een droeve uitdrukking gleed er over heen; na verloop van enkele minuten zuchtte ze diep. „Ik moet u zeker nog dankbaar zijn ook dat u uw mond hebt gehouden," murmelde zy. „Wij hadden ook reden tot dankbaarheid, mijn waarde dame, alles welbeschouwd. U hebt er nooit iets van gezegd, dat u iemand in het park had aangetroffen." „Ik was veel te veel geschrokken," fluis terde zij, „en dan wat had het gegeven?" 4. Paddy Joe bukte zich naar zijn oude hoedje van tweedstof en stond op, zij hief vlug het hoofd op. „O, maar u gaat toch niet weg, mijnheer Long!" „I" heb u al lang ge.ioeg opgehouden, me vrouw Trant, dat spijt me zeer." „Maar u wilt misschien wei een kopje thee of een whiskey met soda anders. Toe, blijft u nog even!" Ze was bijna dringend in haa. uitnoodiging, zoodat hij begreep, dat ze nog iets op haar hart had, waar hij nog niet aan toe gekomen was. „Mijn vrouw heeft mij de gewoonte van de vier-uurs thee bijgebracht," zei hij. „Ik wil dus graag een kopje met u drinken, me vrouw Trant. Hij ging weer zitten en zij drukte op het electrische belletje, dat op het bureau lag. Haar dienstmeisje moest s' op dat sein heb ben staan wachten, want bijna onmiddellijk daarna kwam ze met het theeblad binnen. Paddy Joe kruiste zijn beenen over elkaar, nam een fgn porceleinen kopje aan met zgn lange, bruine handen en besloot het gesprek in ee lichteren toonaard te vervolgen. ,Ik heb gelezen dat u bezig was. over een paard te onderhandelen te Castleinch," zei hg. „Is er nog wat van gekomen?" ..Nu u het toch vraagt, ja," zei ze glim lachend. „Het was een heel knap paardje, den avond na ie rechtzitting ben ik naar Cof- fey's kamp gegaan en heb het gekocht." „Met een aardig partijtje loven en bieden op de koop toe met Jamesy Coffey?" ..Heelemaal niet. Ik heb hem tweehonderd vijftig dollars geboden of liever vijftig pond en dat heeft hij zonder meer aan genomen." „Zoo maar ineens?" „Zoo maar ineens!" „Drommels, Dan was er iets niet i~ de haak met Jamesyof liever dan was er iets niet in de haak met het paard wat was het aderspatten aan alle vier zgn pooten?" „Neen. Alles was in orde, behalve dat de eene schoft een tikje uit het lid was geweest, haast niet de moeite waard en al bijna over." „Hebt u hem al geprobeerd?" Ze aarzelde even en haar gezicht werd langzaam aan overtogen door een steeds die per wordende blos. Paddy Joe wendde zijn oogen af. „Neen. Hij is nog in Coffey's kamp," legde zij uit. „Ik had op dat moment geen gelegen heid hem mee te nemen, toen heeft Coffey beloofd, dat hij hem dezen herfst te eeniger tijd als het zoo uitkwam met zijn reisroute, bij mij zou afleveren." En dat zou niet zijn voordat Rogue McCoy uit de gevangenis terug was, overlegde Paddy Joe bij zichzelf. Vandaar soms die blos. jongejuffrouw? Wou je nog eens een oogje wagen aan mijn ketellappersmaatje? Nou maar, in zoo'n kopje thee kon al heel wat inspiratie zitten. Die zaak zullen we nog wel. eens verder onder de microscoop nemen, kleine zwartkop! Elspet Trant was onder de hand druk bezig conversatie te maken. „In het kamp was nog een knappe, donkere jongen, die tranen met tuiten huilde, omdat men hem, zooals hij zei, zijn Copaleen Rua onder zijn handen weg verkocht had. Het was zelfs zoo erg dat een opvallend knap meisje met vuurrood haar er aan te pas moest komen om hem te troos ten." „Dat waren Daheen Coffey en Julie Brien. Ter wille van die roode haren was het, dat Shamus Og een nieuw blaadje omgeslagen heeft om er dadelijk weer een groote klad op te gooien." „Die stakker. Ik hoop, dat alles voor hem terecht komt. Maar hg zal niet zonder medeminnaar zijn?" Het kwam er argeloos en gladjes uit. „Daar hoeft u niet aan te twijfelen," stem de Paddy Joe toe, „want waarvoor hebben de manlui dan anders oogen in hun hoofd? O, ja, wat ik zeggen wou. Vandaag of mor gen spreek ik Jamesy Coffey nog wel. Zal ik hem zeggen, dat hij niet te lang treuzelt met het paard?" „Ik heb niets geen haast!" zei ze snel. „Ik veronderstel, dat hij te vertrouwen is?" „Hij houdt er zijn eigen code op na. Het dier is bij hem zoo veilig als in uw eigen stal. Die oude baas Als P^ddy Joe eenmaal het thema van Jamesy Coffey bij den kop had, dan was er zoo gauw geen ophouden aan. Onze jonge dame probeerde ook niet, hem te doen op houden. Zij stelde beiang in wat hij vertelde en haar veerkrachtige gee-t, die alleen maar wat vreugde vroeg om opnieuw op te bloeien, stak aldra het hoofd weer op. Het duurde niet lang of hij had met 'ij- verhalen haar oogen aan het tintelen, terwijl ze vroolijk en lucht hartig begon te lachen. Het soort van leven, dat hij beschreef, de opvattingen, de origi- neele manieren brachten bij haar gelijkge stemde snaren aan het trillen. De manier waarop ze reageerde, deed Paddy Joe's ge moed pijn. „O!" riep ze uit, terwijl ze haar handen ophief met de beweging van iemand, die een juk van de schouders gooit, „dat is leven zoo leefde ik jaren lang met mijn vader in een land met een oneindig wijderen horizon en prikkelender atmosfeer." Toen zonk ze weer ineen en haar stem werd dieper. „Maar dat is allemaal voorgoed voorbij!" „Wie zal het zeggen, mijn beste mevrouw tje?" troostte Paddy Joe. „God is goed en ieder onzer heeft een aparten heelmeester voor den geest." Zij begreep dadelijk waar hij heen wou. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 11