Langedijk, v< cL Heiden
en Koops naar Davos
Geen verlaging van de
leerlingenschaal
Postvluchten op Indië
Spoorwegvervoer door
wilde bus afgeroomd
Wat Nederland
voor de Joden doet
BERGEN
Provinciale kampioenschappen te Anna Paulowna
JAARVERGADERING VAN DEN KON. NED.
SCHAATSENRIJDERSBOND TE BERGEN.
Twee en dertig afdeelingen ver
tegenwoordigd.
Zaterdagmiddag waren bestuur en afge
vaardigden van den Kon. Nederl. Schaat-
senrijdersbond de gasten van de Berger IJs-
sport\ ereeniging. Immers, in onze gemeente
werd in de 'groote zaal van de Rustende Ja
ger de 57e jaarlijksche algemeene vergade
ring van genoemden Bond gehouden.
De wanden der zaal waren versierd met
toepasselijke schilderijen van den Berger
kunstenaar Jaap Min, terwijl van de zolde
ring een versiering neerdaalde, welke den
indruk wekte, alsof een dichte sneeuwbui
naar omlaag dwarrelde. Van de deuren hin
gen ijspegels af. De versieringen waren aan
gebracht door mevr. v. d. Berg. Op de be
stuurstafel prijkte een fraai bloemstuk in de
Berger kleuren. Het was een welkom van
de V.V.V. te Bergen aan den K.N.S.B.
32 Afdeelingen waren vertegenwoordigd.
De Voorzitter Mr. C. P. Eecen uit Oud
karspel, opende de vergadering en bracht
dank aan de V.V.V. te Bergen voor haar
mooie bloemenmand.
De jaarverslagen.
Het jaarverslag van den secretaris, den
heer M. van Haaften, was den leden toege
zonden. Geen der aanwezigen bleek daarop
aanmerkingen te hebben, waarna de voor
zitter den secretaris dank bracht voor zijn
keurig jaarverslag.
Uit het finantieel verslag bleek, dat de
gewone dienst sloot met een totaal aan ont
vangsten van f 4.663.08 en aan uitgaven van
f 3.772.27. Saldo credit f890.81.
De uitgaven buitengewonen dienst bedroe
gen f 191.91 en de ontvangsten f92.—. Blijft
debet f 99.91.
In totaal credit derhalve f890.81 f99.91
f790.91. Debet-saldo kassier 19361937
f 661.40, blijft dus een credit-saldo bij den
kassier van f 129.50.
De commissie tot het nazien der rekening
stelde voor den penningmeester te déchar-
geeren en hem dank te zeggen voor zijn
keurig finantieel beheer. Aldus werd beslo
ten. (Applaus).
Benoeming kascommissie
Tot leden der commissie voor het nazien
van de rekening en verantwoording over het
boekjaar 1938'39 werden met algemeene
stemmen benoemd de afdeelingen: Gronin
gen, Heiloo en Rotterdam.
Plaats 58e algemeene vergade
ring.
Daarna werd als plaats voor de algemee
ne vergadering in November 1939 aangewe
zen 's Gravenhage.
Bestuursverkiezing.
Vervolgens volgde benoeming van drie
bestuursleden ter vervulling van de perio
dieke vacatures van de heeren VV M.. van
Haaften. mr. C. H. Thiebout en C. G. J. van
Lanschot, die herkozen werden.
Tot nieuwe bestuursleden werden gekozen
de heeren mr. Nijhoff (Groningen) en G.
Wit (Den Haag).
Het verleenen van credieten.
Het volgende punt van de agenda was het
verleenen van credieten voor wedstrijden
enz. Het bestuur kreeg een crediet van
f 500 voor wedstrijden en f 1500 voor uitzen
ding van Nederlandsche rijders naar het
buitenland.
De voorzitter deelde mede, dat het
uitzenden van rijders naar 't bui
teland op bescheidener schaal zal
geschieden. Uitgezonden zullen wor
den de rijders Langendijk, v. d. Hei
den en Kcops. Deze zullen trainen
in Davos.
Voorts werd een crediet verleend van
f 1000.voor het congres van de- Inter
nationale eislauf vereiniging hetwelk in
Juni 1939 te Amsterdam zal worden gehou
den.
De afgevaardigde uit Utrecht, de heer
Terpstra, hield een pleidooi voor indoor-
training voor schaatsenrijders.
MR. C. P. EECEN GZN.
Spr. stelde voor, dat het bestuur een com
missie in het leven zou roepen, welke zou
onderzoeken in hoeverre er iets gedaan kon
worden voor de lichamelijke opvoeding
voor de schaatsenrijders. Deze commissie
zou dan op de voigende jaarvergadering
rapport uitbrengen.
De voorzitter, antwoordde, dat het z.i. niet
op den weg lag van den Bond om de licha
melijke opvoeding tei hand te nemen. Wat
betreft het in 't leven roepen van een com
missie, daarvan verwachtte spr. niets.
De heer Klomp meende, dat de Bond een
representatieve taak had te vervullen ,nu
het congres hier in het land wordt gehou
den. Wat de woorden van den heer Terpstra
betreft, meende spr., dat de lichamelijke
opvoeding enz. door de plaatselijke vereeni-
gingen diende te worden verzorgd.
Vaststelling wedstrijden.
Daarna kwam aan de orde de
vaststeling der bondswedstrijden in
het winterseizoen 1938'39. Wat onze
provincie betreft, zullen de provin-'
ciale kampioenschappen worden ver
reden te Anna Paulowna.
Het kampioenschap voor Nederland, hard
rijden werd toegewezen aan Groningen, de
kampioenschappen schoonrijden voor da
mes en heeren werden tuegewezen resp. aan
Leiden en Zwolle Het provinciaal kampioen
schap voor N.-Holland voor dames werd toe
gewezen aan Loosdrecht en voor heeren
aan Haarlemmermeer.
De proefwedstrijden voor N.-Holland wér
den toegewezen -aan: Aalsmeer, Beemster
en Oudkarspel.
De wedstrijden om den Wisselbeker wer
den aan Groningen toegewezen.
Reclame-commissie.
De heer A. van Recnen, voorzitter van de
Berger IJssportvereeniging werd gekozen in
de Commissie voor Reclame. (Applaus.)
Z.K.H. Prins Bernhard bescherm
heer K.N.S.B.
Vervolgens deelde de voorzitter mede, dat
het Z.K.H. Prins Bernhard had behaagd het
beschermheerschap van den Bond te aan
vaarden. Een geste, welke buitengewoon
werd op prijs gesteld. (Applaus.)
De Voorzitter dankte vervolgens den eere
voorzitter, den heer Van Laar, voor den groo-
ten steun welke hij van hem mocht onder
vinden.
Rondvraag.
De heer Klomp vroeg, of er niet wat meer
eenheid kan komen in de ijsvereenigingen
in ons land. en drong vooral aan op een
samenwerking tusschen den Ijsbond Noord-
Hollands Noorderkwartier en den K.N.S.B.
De Voorzitter antwoordde, dat hier gaarne
naar zal worden gestreefd; vooral ook, omdat
genoemde bond onder nieuwe leiding is ge
komen.
De heer Siem Heiden vroeg hem een
kans te geven uitgezohden te wor
den naar het buitenland. Door een
conflict met den vroegeren voorzitter
den heer Van Laar, was hem hiertoe
in de laatste drie jaren geen gelegen
heid toe gegeven.
Na breedvoerige discussie zegde de voor
zitter toe, deze zaak in de e.v. bestuursver
gadering onder de oogen te zullen zien.
Nadat nog enkele huishoudelijke bespre
kingen waren gevoerd, volgde sluiting.
De Feestavond.
In de avonduren bood het bestuur der Ber
ger IJssportvereeniging aan zijn gasten en
aan de leden der vereeniging met hunne da
mes een feestavond aan, waarop het buiten
gewoon gezellig toeging.
Daan Pool en zijn ensemble traden op en
zij wisten met hun ernstige en vroolijke lied
jes de rechte stemming er in te brengen.
Maar die stemming openbaarde zich eerst
recht, toen om half twaalf het bal aanving.
Het werd toen een echt vroolijk feest, dat tot
drie uur in den nacht duurde.
Rest ons nog te melden, dat de voorzitter
van de B.IJ.v! den avond met een kort toe
passelijk woord opende en dat ook onze bur
gemeester het feest bijwoonde.
MINISTER BESTRIJDT, DAT GEEN OP
BOUWEND WERK BIJ HET ONDERWIJS
WORDT VERRICHT.
Blijkens de Memorie van Antwoord
aan de Tweede Kamer inzake de
begrooting van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, acht de minis
ter het niet verantwoord, het on
derwijsbudget met belangrijke be
dragen te verhoogen door het on
gedaan maken van bezuinigings
maatregelen. Een voorstel tot verla
ging der leerlingenschaal is niet te
verwachten. Dat de onderwijzers
hets lachtoffer zouden worden van
den tegenwoordigen toestand, ziet
de minister niet in. Het aantal
ziekteverloven stijgt immers niet
onrustbarend, zegt de bewindsman.
De bewering, -jat de minister van O. K.
en W. te weinig opbouwend werk verricht,
rust op gronden, die wel is waar in het
voorloopig verslag warden aangevoerd,
doch die bij onderzoek ondeugdelijk blijken
Zoowel voor het Hooger als voor het Mid
delbaar onderwijs zijn verschillende maat
regelen in overweging; zoo bijv. is bijv. de
post aanschaffing leermiddelen in nood
lijdende gemeenaen verhoogd en het exa
mengeld voor de hoofdacte verminderd.
De lichamelijke opvoeding.
De leden, die met betrekking tot de li
chamelijke opvoeding in de school vier en'
een hajf uur verplicht willen gesteld zien
en vakoncberwijzers evenals, assisteutriu-
specteurs willen benoemd zien, verzuimen
de primaire vraag te beantworden, door
den minister meer dan eenmaal opgewor
pen, namelijk: of het verdedigbaar is, in
een tijd van budgetaire zorgen en terwijl
verlaging der begrooting' eerder dan ver
hooging moet woeden nagestreefd, ter zake
van de lichamelijke opvoeding nieuwe of
meerdere offers van de publieke kassen te
vragen. Do minister beanwoordt deze
vraag ontkennend.
De spelling.
Medewerking in de richting, dat onze taal
op den duur „geslachtloos' worden zal, is
op meer dan een grond van den minister
niet te verwachten.
De leerlingenschaal.
Zeker niét minder dan de hier aan
het woord zijnde leden betreurt de
minister het, dat het hém niet mo
gelijk is een voorstel te doen tot
verlaging van de huidige leerlingen
schaal.
^De eerste gedacKte geldt ooor
de beste. JÜaar tule met ouer-
Kaastlrtg of met trage sckroom-
ualligh.ei.dl handelt, doet uaalc
uerkeerd. cDan Ls das de tioéède
gedachte de beste. <5.a als de
eerste gedachte leuertraan ls,
zal "Dralsma pan. Valkenburg's
leuertraan de beste zijn.
Het doet den minister ernstig leed
dat een zoo groot aantal aktebezit-
ters niet in de gelegenheid is een
benoeming tot onderwijzer te ver
krijgen. Andermaal wil hij gaarne
erkennen, dat deze aktebezitters
door hun werkzaamheid in de
school in vele gevallen het onder
wijs zeer ten goede zijn gekomen.
Deze waardeering verhindert echter
den minister niet, op te merken, dat
een zoo groot aantal aktebezitters,
als thans bij het lager onderwijs
aanwezig is, uit onderwijskundig
oogpunt niet noodzakelijk kan wor
den geacht
Dat de onderwijzers het slachtoffer
van den huidigen toestand zijn ge
worden, kan de minister niet toege
ven. Van 'n onrustbarende toeneming
van het aantal ziekteverloven is»
hem niet gebleken.
Onderwijzers moeten niet al te
knap worden!
De minister is van meening dat de onder
wijsopleiding zich sinds 1924 steeds meer
van de praktijk verwijderd heeft. \oor al
les moet de onderwijzer zelf zijn taal goed
kunnen lezen en schrijven. Schijngeleerd
heid moet op de kweekscholen niet worden
aangeleerd, voor alles moet de onderwijzer
met twee beenen in de praktijk staan!
Het vraagstuk van de moeilijk herplaats
bare wachtgelders heeft reeds geruimen tijd
de volledige aandacht van den minister.
De minister betwijfelt of de door somnngc
leden aanbevolen vrijwillige pensionneering
van onderwijzers, in het bijzonder onderwij
zeressen, op 55-jarigen leeftijd in de practijk
wel van voldoende belang zou zijn.
Geen esperanto!
De minister kan geen vrijheid vin
den de invoering van het esperanto
als facultatief vak in het zevende
leerjaar te bevorderen.
De Mulo-scholen.
De minister sluit zich geheel aan bij de
vele leden, die met voldoening hadden ge
zien, dat het onderwijs aan de U.L.O.-scho-
len zich snel aanpast aan de nieuwe be
hoeften van de practijk, in verband met de
minimum eischen van handelskennis door
de vestigingswet kleinbedrijf gevorderd.
Ook de handelsavondscholen houden bij
haar onderwijs meer en meer rekening met
de eischen, welke aan de leiders van kleine
bedrijven moeten worden gesteld. Verschil
lende yan die scholen geven reeds thans
een rechtstreeksche voorbereiding voor het
examen, hetwelk de middenstandsbonden
krachtens de vestigingswet kleinbedrijf af
nemen.
Een millioen reeds bijeen.
Voor kosten van onderhoud en huis
vesting der Joodsche vluchtelingen
heeft het comité voor bijzondere
Joodsche belangen de regeering reeds
een bankgarantie van een millioen
gulden kunnen verstrekken.
Nederlandsche moeders doen
een poging.
Van de vele' verzoeken, die dagelijks onze
regeering bereiken, is wel het meest tref
fend, dat van vele Nederlandsche moeders.
Heden zal een delegatie den minister van
Justitie een verzoek aanbieden tot onmid
dellijke openstelling van de Nederlandsche
grenzen voor alle kinderen, die om toelating
vragen.
Een demonstratie van moeders in Den
Haag is verboden.
Journalisten vragen hulp.
Met algemeene stemmen heeft de verga
dering van den Nederlandschen journalis
tenkring een resolutie aangenomen, waarin
een ernstig beroep wordt gedaan op den
ministerraad en op den minister van justi
tie in het hijzonder om, de grootst mogelijke
ruimhartigheid te betooncn in de verleening
van gastvrijheid aan de slachtoffers van de
Jodenvervolgingen buitenslands, den kinde
ren en ouden van dagen in de eerste plaats.
Nederlandsche Joden vergaderen
Gistermiddag zijn vertegenwoordigers der
Nederlandsche Joden te Amsterdam bijeen
geweest. Dank werd gebracht aan het Neder
landsche volk en tot nieuwe actie opgewekt,
daar nog millioencn noodig zijn.
Een resolutie is aangenomen, waarbij
openstelling van Palestina voor de Duit-
sche vluchtelingen wordt gevraagd.
Oehoe
(terugreis)
Ibis
(heenreis)
Emoe
(terugreis)
Pelikaan
(heenreis)
Valk
(heenreis)
Zilverreiger
(terugreis)
Vertrek van
Athene 20 Nov.
Rang. 20 Nov.
'Jodhp. 20 Nov.
Basra 20 Nov.
Napels 20 Nov.
Medan 20 Nov.
Aankomst
Mars. 20 Nov.
Medan 20 N0Vi
Bagd. 20 Nov,
Jodhp. 29 N0v,
Al ex.. 20 Nov,
Rang. 20 Nov
„De aanwezigheid van den spoor,
weg is de bestaansmogelijkheid der
goedkoope wilde bussen". geil
verdediging.
De Nederlandsche Spoorwegen zenden
ons een schrijven, waarin zij hun inzicht in
het wilde-bussenjvraagstuk uiteenzetten.
In dit schrijven wordt een vergelijking
gemaakt tusschen de lasten en risico's
van het trein- en busvervoer. Wat het
treinvervoer betreft, is het noodzakelijk,
veelal met een belangrijke reserve aan zit-
plaatsen te rijden, teneinde onverwachte
stooten in het zich aanbiedende vervoer te
kunnen opvangen. Voorts noodzaakt zij; de
spoorwegen, een regelmatigen dienst te
onderhouden, zoowel op minder drukke
lijnen als op tijden van gering vervoer op
de overige lijnen. Voor het hoogste te ver-
wachten topvervoer moet materieel lbo-
schikbaar zijn.
De door den minister van Waterstaat
goedgekeurde tarieven hebben gelijke prij
zen per km. voor alle lijnen als gponi
slag. Hierdoor wordt ook het reizen op
minder drukke lijnen tegen redelijke prij-
zen mogelijk. Het is duidelijk, dat op deze'
lijnen de kosten per reizigerskilometer
hooger zijn dan op de drukke.
Evenzeer zal het op geen tegenspraak
stuiten, dat de spoorwegen op de lijnen
met druk verkeer (door de wilde bussen
met voorliefde als arbeidsveld uitgekozen),
gemakkelijk hun prijzen zouden kunnen
verlagen, indien alleen deze lijnen door hen
geëxploiteerd werden.
Wilde bus heeft geen verwoer-
plicht.
De wilde bus daarentegen heeft noch ver-
voerplicht, noch aan de goedkeuring van
den Minister van Waterstaat onderworpen
arbeidsvoorwaarden, noch heeft zij magere
trajecten te bedienen.
De wilde bussen oefenen hun bedrijf dus
uit met aanmerkelijk minder kosten dan
voor de spoorwegen mogelijk is.
Hetgeen hierboven is uiteengezet voor de
spoorwegen geldt, zij het niet in dezelfde
mate, ook voor de tramwegen en de gecon
gessioneerde bussen. Men doet dus ver
keerd, den strijd tegen de wilde bussen als
^en strijd van de spoorwegen tegen de auto,
resp. als een van de rail tegen den weg te
zien. Het is de strijd van het geconc«spio
neerde vervoer tegen het vervoer, dat door
de mazen van de wet kruipt, en het mag
gezien hel bovenstaande, toch wel als van
zelfsprekend worden beschouwd, dat de ge-
concessioneerde ondernemingen de ga
schetste concurrentie als oneerlijk beschou
wen en met de hun ten dienste staande wet
telijke middelen trachten te bestrijden.
Afroomen,
De concurrentie der wilde bussen is ech
ter niet alleen oneerlijk, maar ook parasrtail
Zij kunnen n.1. alleen gedijen, zoolang de
parallelverbinding per spoorweg, waarvan
zij het verkeer afroomen, bestaat. De aan
wezigheid van den spoorweg is de bestaans
mogelijkheid der goedkoope wilde bussen;
zij zijn goedkoop zoolang de spoorweg blijft
Want wat doen zij anders dan zich een vol
ledige bezetting verschaffen door afrooming
van het spoorwegvervoer, terwijl zij dit!
laatste de verkeersstooten laten opvangen.
Geen economisch risico.
Het wilde busbedrijf wordt dus practisch.
zonder eenig economisch risico gedreven,
Zoolang de capaciteit maar behoorlijk blijft
beneden het minimum vervoer op de even
wijdig loopende spoorlijn is men van eeü
hoogen bezettingsgraad der bussen verze
kerd. De lofzangen op dit „krachtige initia
tief" zijn er dan ook naast. Hier wordt geen
ondernemersrisico gedragen, alleen een ci
viel of strafrechtelijk risico.
De Spoorwegen wijzen er tenslotte o.mt
op, dat zij als.bedrijf, dat verplicht is zijn
eigen werkloosheidslasten te dragen, eek
unieke positie innemen.
FEUILLETON
MAURICE WALSH
44.
„Allemenschen", kreet hij. „Zijn hier roovers
in het gezelschap. Daheen, jij ben je met je
handen in mijn zakken geweest?"
„Misschien zit er wel <^en gat in", veronder
stelde Rogue.
„Dief dat je bent! Wat heb je daar in je
knuist, Rogue McCoy? Laat eens zien?"
„Stil dan maar! Hier heb je je ouwe tabak
weer terug. Hij is gemeen genoeg om er een
hond mee te vergeven." Zoo zeggende, stopte
hij Jamesy de heele zak in de hand nadat hij
er één blik op geworpen had, hield Jamesy
het stuk in de hoogte en begon te razen:
De duivel zal je halen! Een minuut geleden
was het nog een mooi gaaf, heel stuk en nou
mankeert er maar liefst de helft aan." Woe
dend keerde hij zich naar Rogue. „Daar doe
die helft maar bij de andere, en ik hoop, dat
je er je tong aan verbanden zult. Jamesy
Coffey is ook niet van gisteren, die doet ook
al zijn eieren ..iet in één mandje! Gelukkig,
dat een mensch twee zakken heeft!"
Paddy Joe wierp het hoofd op den langen
ne': achterover en begon te lachen, een pret-
tigen, weldadig aandoenden lach. Hy begreep,
dat hij reden tot dankbaarheid had. Rogue
McCoy was goddank weer een man onder de
mannen, eenvoudige mannen, goedwillende
mannen, mannen, die gewoonlijk zonder er by
te denken de vreeselijkste taal uitsloegen,
maar toch mannen, die hun warme, groot
moedige harten nooit zouden verloochenen.
Wat hij dan ook in zyn leven verkeerd ge
daan mocht hebben, toen hij Rogan Stuart in
de leer deed bij Jamesy Coffey, had hij niet
ver misgegrepen.
„Waarom lacht die knul?" wilde Jamesy
weten.
„Om een zekeren Jamesy Coffey natuur
lijk," zei Rogue.
„Ik wou, dat hy er in blééf!"
„En evenzeer om een zekeren Rogue
McCoy," zei Paddy Joe.
„Dat kan geen kwaad," vond Jamesy.
Rogue zat rustig en nadenkend aan zyn
pijpje te trekken. Nu riep er nog één pro
bleem luid om een oplossing en hij wist niet
goed, hoe hy er over moest beginnen; maar
hy besloot, maar dadelyk eens een vlieger te
laten opgaan.
Daheen, wat een prachtig kampeerterrein
is dit!"
„Dat vind ik ook," stemde Daheen vol
mondig in. „Vanmorgen vroeg heb ik daar
ginds in het bosch een fanzantenhaan hooren
roepen."
„Heel waarschijnlijk. En dien kant uit zul
len wel hazen zitten. Jy en ik kon wel wat
dommers doen, dan ons hier te vestigen tot
ongeveer den eersten Januari."
„Dan zul je onder de heg moeten slapen,"
zei Jamesy grimmig. Vandaag nog ga ik weg
uit dit gat, den kant van Shannon op."
„Hartelooze oude Turk, dat je bent! Nu
moet je eens hooren, Daheen. Vanmorgen
toen ik de gevangenis uitkwam, voelde ik mij
zoo vreeselijk alleen tot er ineens een
goede vriend voor me stond, toen was ik niet
langer alleen. En zie nu eens hier die
groote berg daarginds, als ik dien nu eens
op me had liggen gehad dan zou die me
niet zwaarder gewogen hebben, dan dat ge
voel van alleen zijn tot ik de stem van mijn
vriend hoorde; maar daarna, wel toen had ik
in elke hand wel zoo'n berg kunnen optillen,
werkelijk waar!"
„Ik weet, waar je heen wilt," zei Jamesy
Coffey, met iets onwilligs in zijn stem. „Ik
weet het afgeduvels best. Maar een ding kan
ik je vertellen. Shamus Og had zyn zakken
vol geld, de laatste maxi, dat ik hem gezien
heb, en daar kan hij zich een kaartje voor
koopen, naar Limerick, waar hij zoo graag
heen wil."
„Hoor je dat, Daheen? Shamus Og zit
daarginds opgeborgen, omdat hy een ouden
schurk heeft willen helpen, een paard te ver-
koopen omdat hij ons allemaal heeft willen
h !pén en nu zal niepiand
Julie Brien, haar oogen vol stormachtige
verwarring, liet zich vl'-o- bij het trapje langs
glijden, zocht een stuk of wat boren bij
elkaar, liep er mee naar het waterstraaltje
uit de draineerbuis en begon, met haar rug
naar het gezelschap gekeerd, ijverig te spoe
len.
'ogue McCoy liet zijn blikken een oogen-
blik op het gebogen roode hoofd rusten en ging
toen onvervaard verder.
„Om dien tijd is het de donkerste tijd van
het jaar, van dat echte koude, miezerige
Kerstweer. Acht uur 's morgens, de zon is
net aan het opkomen, de wind blaast kil en
de regen striemt hem in het gezicht. Zoo is
Strandleigh in December, zelfs de eenden
zijn beu van het water. Hebben we dan geen
var allen een hart in het lyf En vanmorgen
was het nog wel ten mooie zonnige morgen,
en mij stond het huilen nader dan het
lachen."
Jamesy Coffey hield Julie Brien eveneens
in de gaten.
„Het geeft allemaal niets, Rogue McCoy.
De heele maand December zullen we vast
zitten op het eiland Tarbert, dertig mylen
hier vandaan. Ik heb daar een oud stuk boot
gekocht, die zal daar gesloc pt worden. Daar
mee basta!"
„Ook goed!" zei Rogue berustend. „De
geheele wereld weet, wat voor een oude
tiran je bent, die alleen aar gelukkig is, als
hij zyn zin krijgt. Maar één ding wil ik je
zeggen, en het kan me niet schelen, wie me
hoort, maar Shamus Og verdient wat beters.
Het mag dan waar zijn, dat hij in een booze
bui bij je weggeloopen is en wie zal het
zeggen, of hij daar reden toe had of niet
maar je moet niet vergeten, dat hrj bewezen
heeft, dat hy ergens toe in staat was en
da<: bij op geen enkele - manier
gebonden is!" De laatste woorden had
hij langzaam en met nadruk gesproken. „Hy
heeft een heel aardig spul bij elkaar gebracht
en toen is hij hierheen gereisd om eigen men-
schen op te zoeken en een poosje bij zijn
familie in de buurt te zijn en anders heeft hij
ook al niet op de wereld wil er nu niemand
een helpende hand toesteken en niemand
een vriendelijk woord voor hem over heb
ben
De klinkende stem van Maag Carty brak
zyn woordenstroom af.
„Neem niet te veel hooi op je vork, schat-
Je weet niet wat een narigheid je aanhaalt-
terwille van een kort moment plezier."
„Dat is natuurlijk mogelijk," zei Rog"e
somber. „Maar weet je dat zeker, bruina
moeder?"
„De toekomst ligt in het duister. Ik ben
niet gerust."
„Ik wel," zei Rogue beslist.
Bij deze woorden keek Julie om en lachta
tegen hem.
Nu was de beurt aan Paddy Joe, die tegen
Jamesy begon:
„Ik heb een boodschap voor je, Jamesy!"
„Van wie?"
„De jonge mevrouw Trant van Dounbeg-
Ze zou graag willen, dat je dat paard, dat z*
van je gekocht heeft, in Castleinch kwam
brengen. Kon je misschien niet langs Doun-
beg gaan op weg naar Tabert?"
„Dat zou ik wel kunnen, dan laat ik haf-
voor zijn onderhoud opkomen. Goed, we zU
len een ommetje maken, dien kant uit."
„Ga maar op je gemak," zei Paddy J°e'
terwijl hij het trapje afkwam r.aar benei-en.
Met een zijwaartschen knik wenkte hij
om mee te komen, waarop de beide mam116
het weitje afwandelden, den weg op.
(Wordt vervolgd)