Langedijk, v< cL Heiden en Koops naar Davos Geen verlaging van de leerlingenschaal Postvluchten op Indië Spoorwegvervoer door wilde bus afgeroomd Wat Nederland voor de Joden doet BERGEN Provinciale kampioenschappen te Anna Paulowna JAARVERGADERING VAN DEN KON. NED. SCHAATSENRIJDERSBOND TE BERGEN. Twee en dertig afdeelingen ver tegenwoordigd. Zaterdagmiddag waren bestuur en afge vaardigden van den Kon. Nederl. Schaat- senrijdersbond de gasten van de Berger IJs- sport\ ereeniging. Immers, in onze gemeente werd in de 'groote zaal van de Rustende Ja ger de 57e jaarlijksche algemeene vergade ring van genoemden Bond gehouden. De wanden der zaal waren versierd met toepasselijke schilderijen van den Berger kunstenaar Jaap Min, terwijl van de zolde ring een versiering neerdaalde, welke den indruk wekte, alsof een dichte sneeuwbui naar omlaag dwarrelde. Van de deuren hin gen ijspegels af. De versieringen waren aan gebracht door mevr. v. d. Berg. Op de be stuurstafel prijkte een fraai bloemstuk in de Berger kleuren. Het was een welkom van de V.V.V. te Bergen aan den K.N.S.B. 32 Afdeelingen waren vertegenwoordigd. De Voorzitter Mr. C. P. Eecen uit Oud karspel, opende de vergadering en bracht dank aan de V.V.V. te Bergen voor haar mooie bloemenmand. De jaarverslagen. Het jaarverslag van den secretaris, den heer M. van Haaften, was den leden toege zonden. Geen der aanwezigen bleek daarop aanmerkingen te hebben, waarna de voor zitter den secretaris dank bracht voor zijn keurig jaarverslag. Uit het finantieel verslag bleek, dat de gewone dienst sloot met een totaal aan ont vangsten van f 4.663.08 en aan uitgaven van f 3.772.27. Saldo credit f890.81. De uitgaven buitengewonen dienst bedroe gen f 191.91 en de ontvangsten f92.—. Blijft debet f 99.91. In totaal credit derhalve f890.81 f99.91 f790.91. Debet-saldo kassier 19361937 f 661.40, blijft dus een credit-saldo bij den kassier van f 129.50. De commissie tot het nazien der rekening stelde voor den penningmeester te déchar- geeren en hem dank te zeggen voor zijn keurig finantieel beheer. Aldus werd beslo ten. (Applaus). Benoeming kascommissie Tot leden der commissie voor het nazien van de rekening en verantwoording over het boekjaar 1938'39 werden met algemeene stemmen benoemd de afdeelingen: Gronin gen, Heiloo en Rotterdam. Plaats 58e algemeene vergade ring. Daarna werd als plaats voor de algemee ne vergadering in November 1939 aangewe zen 's Gravenhage. Bestuursverkiezing. Vervolgens volgde benoeming van drie bestuursleden ter vervulling van de perio dieke vacatures van de heeren VV M.. van Haaften. mr. C. H. Thiebout en C. G. J. van Lanschot, die herkozen werden. Tot nieuwe bestuursleden werden gekozen de heeren mr. Nijhoff (Groningen) en G. Wit (Den Haag). Het verleenen van credieten. Het volgende punt van de agenda was het verleenen van credieten voor wedstrijden enz. Het bestuur kreeg een crediet van f 500 voor wedstrijden en f 1500 voor uitzen ding van Nederlandsche rijders naar het buitenland. De voorzitter deelde mede, dat het uitzenden van rijders naar 't bui teland op bescheidener schaal zal geschieden. Uitgezonden zullen wor den de rijders Langendijk, v. d. Hei den en Kcops. Deze zullen trainen in Davos. Voorts werd een crediet verleend van f 1000.voor het congres van de- Inter nationale eislauf vereiniging hetwelk in Juni 1939 te Amsterdam zal worden gehou den. De afgevaardigde uit Utrecht, de heer Terpstra, hield een pleidooi voor indoor- training voor schaatsenrijders. MR. C. P. EECEN GZN. Spr. stelde voor, dat het bestuur een com missie in het leven zou roepen, welke zou onderzoeken in hoeverre er iets gedaan kon worden voor de lichamelijke opvoeding voor de schaatsenrijders. Deze commissie zou dan op de voigende jaarvergadering rapport uitbrengen. De voorzitter, antwoordde, dat het z.i. niet op den weg lag van den Bond om de licha melijke opvoeding tei hand te nemen. Wat betreft het in 't leven roepen van een com missie, daarvan verwachtte spr. niets. De heer Klomp meende, dat de Bond een representatieve taak had te vervullen ,nu het congres hier in het land wordt gehou den. Wat de woorden van den heer Terpstra betreft, meende spr., dat de lichamelijke opvoeding enz. door de plaatselijke vereeni- gingen diende te worden verzorgd. Vaststelling wedstrijden. Daarna kwam aan de orde de vaststeling der bondswedstrijden in het winterseizoen 1938'39. Wat onze provincie betreft, zullen de provin-' ciale kampioenschappen worden ver reden te Anna Paulowna. Het kampioenschap voor Nederland, hard rijden werd toegewezen aan Groningen, de kampioenschappen schoonrijden voor da mes en heeren werden tuegewezen resp. aan Leiden en Zwolle Het provinciaal kampioen schap voor N.-Holland voor dames werd toe gewezen aan Loosdrecht en voor heeren aan Haarlemmermeer. De proefwedstrijden voor N.-Holland wér den toegewezen -aan: Aalsmeer, Beemster en Oudkarspel. De wedstrijden om den Wisselbeker wer den aan Groningen toegewezen. Reclame-commissie. De heer A. van Recnen, voorzitter van de Berger IJssportvereeniging werd gekozen in de Commissie voor Reclame. (Applaus.) Z.K.H. Prins Bernhard bescherm heer K.N.S.B. Vervolgens deelde de voorzitter mede, dat het Z.K.H. Prins Bernhard had behaagd het beschermheerschap van den Bond te aan vaarden. Een geste, welke buitengewoon werd op prijs gesteld. (Applaus.) De Voorzitter dankte vervolgens den eere voorzitter, den heer Van Laar, voor den groo- ten steun welke hij van hem mocht onder vinden. Rondvraag. De heer Klomp vroeg, of er niet wat meer eenheid kan komen in de ijsvereenigingen in ons land. en drong vooral aan op een samenwerking tusschen den Ijsbond Noord- Hollands Noorderkwartier en den K.N.S.B. De Voorzitter antwoordde, dat hier gaarne naar zal worden gestreefd; vooral ook, omdat genoemde bond onder nieuwe leiding is ge komen. De heer Siem Heiden vroeg hem een kans te geven uitgezohden te wor den naar het buitenland. Door een conflict met den vroegeren voorzitter den heer Van Laar, was hem hiertoe in de laatste drie jaren geen gelegen heid toe gegeven. Na breedvoerige discussie zegde de voor zitter toe, deze zaak in de e.v. bestuursver gadering onder de oogen te zullen zien. Nadat nog enkele huishoudelijke bespre kingen waren gevoerd, volgde sluiting. De Feestavond. In de avonduren bood het bestuur der Ber ger IJssportvereeniging aan zijn gasten en aan de leden der vereeniging met hunne da mes een feestavond aan, waarop het buiten gewoon gezellig toeging. Daan Pool en zijn ensemble traden op en zij wisten met hun ernstige en vroolijke lied jes de rechte stemming er in te brengen. Maar die stemming openbaarde zich eerst recht, toen om half twaalf het bal aanving. Het werd toen een echt vroolijk feest, dat tot drie uur in den nacht duurde. Rest ons nog te melden, dat de voorzitter van de B.IJ.v! den avond met een kort toe passelijk woord opende en dat ook onze bur gemeester het feest bijwoonde. MINISTER BESTRIJDT, DAT GEEN OP BOUWEND WERK BIJ HET ONDERWIJS WORDT VERRICHT. Blijkens de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de begrooting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, acht de minis ter het niet verantwoord, het on derwijsbudget met belangrijke be dragen te verhoogen door het on gedaan maken van bezuinigings maatregelen. Een voorstel tot verla ging der leerlingenschaal is niet te verwachten. Dat de onderwijzers hets lachtoffer zouden worden van den tegenwoordigen toestand, ziet de minister niet in. Het aantal ziekteverloven stijgt immers niet onrustbarend, zegt de bewindsman. De bewering, -jat de minister van O. K. en W. te weinig opbouwend werk verricht, rust op gronden, die wel is waar in het voorloopig verslag warden aangevoerd, doch die bij onderzoek ondeugdelijk blijken Zoowel voor het Hooger als voor het Mid delbaar onderwijs zijn verschillende maat regelen in overweging; zoo bijv. is bijv. de post aanschaffing leermiddelen in nood lijdende gemeenaen verhoogd en het exa mengeld voor de hoofdacte verminderd. De lichamelijke opvoeding. De leden, die met betrekking tot de li chamelijke opvoeding in de school vier en' een hajf uur verplicht willen gesteld zien en vakoncberwijzers evenals, assisteutriu- specteurs willen benoemd zien, verzuimen de primaire vraag te beantworden, door den minister meer dan eenmaal opgewor pen, namelijk: of het verdedigbaar is, in een tijd van budgetaire zorgen en terwijl verlaging der begrooting' eerder dan ver hooging moet woeden nagestreefd, ter zake van de lichamelijke opvoeding nieuwe of meerdere offers van de publieke kassen te vragen. Do minister beanwoordt deze vraag ontkennend. De spelling. Medewerking in de richting, dat onze taal op den duur „geslachtloos' worden zal, is op meer dan een grond van den minister niet te verwachten. De leerlingenschaal. Zeker niét minder dan de hier aan het woord zijnde leden betreurt de minister het, dat het hém niet mo gelijk is een voorstel te doen tot verlaging van de huidige leerlingen schaal. ^De eerste gedacKte geldt ooor de beste. JÜaar tule met ouer- Kaastlrtg of met trage sckroom- ualligh.ei.dl handelt, doet uaalc uerkeerd. cDan Ls das de tioéède gedachte de beste. <5.a als de eerste gedachte leuertraan ls, zal "Dralsma pan. Valkenburg's leuertraan de beste zijn. Het doet den minister ernstig leed dat een zoo groot aantal aktebezit- ters niet in de gelegenheid is een benoeming tot onderwijzer te ver krijgen. Andermaal wil hij gaarne erkennen, dat deze aktebezitters door hun werkzaamheid in de school in vele gevallen het onder wijs zeer ten goede zijn gekomen. Deze waardeering verhindert echter den minister niet, op te merken, dat een zoo groot aantal aktebezitters, als thans bij het lager onderwijs aanwezig is, uit onderwijskundig oogpunt niet noodzakelijk kan wor den geacht Dat de onderwijzers het slachtoffer van den huidigen toestand zijn ge worden, kan de minister niet toege ven. Van 'n onrustbarende toeneming van het aantal ziekteverloven is» hem niet gebleken. Onderwijzers moeten niet al te knap worden! De minister is van meening dat de onder wijsopleiding zich sinds 1924 steeds meer van de praktijk verwijderd heeft. \oor al les moet de onderwijzer zelf zijn taal goed kunnen lezen en schrijven. Schijngeleerd heid moet op de kweekscholen niet worden aangeleerd, voor alles moet de onderwijzer met twee beenen in de praktijk staan! Het vraagstuk van de moeilijk herplaats bare wachtgelders heeft reeds geruimen tijd de volledige aandacht van den minister. De minister betwijfelt of de door somnngc leden aanbevolen vrijwillige pensionneering van onderwijzers, in het bijzonder onderwij zeressen, op 55-jarigen leeftijd in de practijk wel van voldoende belang zou zijn. Geen esperanto! De minister kan geen vrijheid vin den de invoering van het esperanto als facultatief vak in het zevende leerjaar te bevorderen. De Mulo-scholen. De minister sluit zich geheel aan bij de vele leden, die met voldoening hadden ge zien, dat het onderwijs aan de U.L.O.-scho- len zich snel aanpast aan de nieuwe be hoeften van de practijk, in verband met de minimum eischen van handelskennis door de vestigingswet kleinbedrijf gevorderd. Ook de handelsavondscholen houden bij haar onderwijs meer en meer rekening met de eischen, welke aan de leiders van kleine bedrijven moeten worden gesteld. Verschil lende yan die scholen geven reeds thans een rechtstreeksche voorbereiding voor het examen, hetwelk de middenstandsbonden krachtens de vestigingswet kleinbedrijf af nemen. Een millioen reeds bijeen. Voor kosten van onderhoud en huis vesting der Joodsche vluchtelingen heeft het comité voor bijzondere Joodsche belangen de regeering reeds een bankgarantie van een millioen gulden kunnen verstrekken. Nederlandsche moeders doen een poging. Van de vele' verzoeken, die dagelijks onze regeering bereiken, is wel het meest tref fend, dat van vele Nederlandsche moeders. Heden zal een delegatie den minister van Justitie een verzoek aanbieden tot onmid dellijke openstelling van de Nederlandsche grenzen voor alle kinderen, die om toelating vragen. Een demonstratie van moeders in Den Haag is verboden. Journalisten vragen hulp. Met algemeene stemmen heeft de verga dering van den Nederlandschen journalis tenkring een resolutie aangenomen, waarin een ernstig beroep wordt gedaan op den ministerraad en op den minister van justi tie in het hijzonder om, de grootst mogelijke ruimhartigheid te betooncn in de verleening van gastvrijheid aan de slachtoffers van de Jodenvervolgingen buitenslands, den kinde ren en ouden van dagen in de eerste plaats. Nederlandsche Joden vergaderen Gistermiddag zijn vertegenwoordigers der Nederlandsche Joden te Amsterdam bijeen geweest. Dank werd gebracht aan het Neder landsche volk en tot nieuwe actie opgewekt, daar nog millioencn noodig zijn. Een resolutie is aangenomen, waarbij openstelling van Palestina voor de Duit- sche vluchtelingen wordt gevraagd. Oehoe (terugreis) Ibis (heenreis) Emoe (terugreis) Pelikaan (heenreis) Valk (heenreis) Zilverreiger (terugreis) Vertrek van Athene 20 Nov. Rang. 20 Nov. 'Jodhp. 20 Nov. Basra 20 Nov. Napels 20 Nov. Medan 20 Nov. Aankomst Mars. 20 Nov. Medan 20 N0Vi Bagd. 20 Nov, Jodhp. 29 N0v, Al ex.. 20 Nov, Rang. 20 Nov „De aanwezigheid van den spoor, weg is de bestaansmogelijkheid der goedkoope wilde bussen". geil verdediging. De Nederlandsche Spoorwegen zenden ons een schrijven, waarin zij hun inzicht in het wilde-bussenjvraagstuk uiteenzetten. In dit schrijven wordt een vergelijking gemaakt tusschen de lasten en risico's van het trein- en busvervoer. Wat het treinvervoer betreft, is het noodzakelijk, veelal met een belangrijke reserve aan zit- plaatsen te rijden, teneinde onverwachte stooten in het zich aanbiedende vervoer te kunnen opvangen. Voorts noodzaakt zij; de spoorwegen, een regelmatigen dienst te onderhouden, zoowel op minder drukke lijnen als op tijden van gering vervoer op de overige lijnen. Voor het hoogste te ver- wachten topvervoer moet materieel lbo- schikbaar zijn. De door den minister van Waterstaat goedgekeurde tarieven hebben gelijke prij zen per km. voor alle lijnen als gponi slag. Hierdoor wordt ook het reizen op minder drukke lijnen tegen redelijke prij- zen mogelijk. Het is duidelijk, dat op deze' lijnen de kosten per reizigerskilometer hooger zijn dan op de drukke. Evenzeer zal het op geen tegenspraak stuiten, dat de spoorwegen op de lijnen met druk verkeer (door de wilde bussen met voorliefde als arbeidsveld uitgekozen), gemakkelijk hun prijzen zouden kunnen verlagen, indien alleen deze lijnen door hen geëxploiteerd werden. Wilde bus heeft geen verwoer- plicht. De wilde bus daarentegen heeft noch ver- voerplicht, noch aan de goedkeuring van den Minister van Waterstaat onderworpen arbeidsvoorwaarden, noch heeft zij magere trajecten te bedienen. De wilde bussen oefenen hun bedrijf dus uit met aanmerkelijk minder kosten dan voor de spoorwegen mogelijk is. Hetgeen hierboven is uiteengezet voor de spoorwegen geldt, zij het niet in dezelfde mate, ook voor de tramwegen en de gecon gessioneerde bussen. Men doet dus ver keerd, den strijd tegen de wilde bussen als ^en strijd van de spoorwegen tegen de auto, resp. als een van de rail tegen den weg te zien. Het is de strijd van het geconc«spio neerde vervoer tegen het vervoer, dat door de mazen van de wet kruipt, en het mag gezien hel bovenstaande, toch wel als van zelfsprekend worden beschouwd, dat de ge- concessioneerde ondernemingen de ga schetste concurrentie als oneerlijk beschou wen en met de hun ten dienste staande wet telijke middelen trachten te bestrijden. Afroomen, De concurrentie der wilde bussen is ech ter niet alleen oneerlijk, maar ook parasrtail Zij kunnen n.1. alleen gedijen, zoolang de parallelverbinding per spoorweg, waarvan zij het verkeer afroomen, bestaat. De aan wezigheid van den spoorweg is de bestaans mogelijkheid der goedkoope wilde bussen; zij zijn goedkoop zoolang de spoorweg blijft Want wat doen zij anders dan zich een vol ledige bezetting verschaffen door afrooming van het spoorwegvervoer, terwijl zij dit! laatste de verkeersstooten laten opvangen. Geen economisch risico. Het wilde busbedrijf wordt dus practisch. zonder eenig economisch risico gedreven, Zoolang de capaciteit maar behoorlijk blijft beneden het minimum vervoer op de even wijdig loopende spoorlijn is men van eeü hoogen bezettingsgraad der bussen verze kerd. De lofzangen op dit „krachtige initia tief" zijn er dan ook naast. Hier wordt geen ondernemersrisico gedragen, alleen een ci viel of strafrechtelijk risico. De Spoorwegen wijzen er tenslotte o.mt op, dat zij als.bedrijf, dat verplicht is zijn eigen werkloosheidslasten te dragen, eek unieke positie innemen. FEUILLETON MAURICE WALSH 44. „Allemenschen", kreet hij. „Zijn hier roovers in het gezelschap. Daheen, jij ben je met je handen in mijn zakken geweest?" „Misschien zit er wel <^en gat in", veronder stelde Rogue. „Dief dat je bent! Wat heb je daar in je knuist, Rogue McCoy? Laat eens zien?" „Stil dan maar! Hier heb je je ouwe tabak weer terug. Hij is gemeen genoeg om er een hond mee te vergeven." Zoo zeggende, stopte hij Jamesy de heele zak in de hand nadat hij er één blik op geworpen had, hield Jamesy het stuk in de hoogte en begon te razen: De duivel zal je halen! Een minuut geleden was het nog een mooi gaaf, heel stuk en nou mankeert er maar liefst de helft aan." Woe dend keerde hij zich naar Rogue. „Daar doe die helft maar bij de andere, en ik hoop, dat je er je tong aan verbanden zult. Jamesy Coffey is ook niet van gisteren, die doet ook al zijn eieren ..iet in één mandje! Gelukkig, dat een mensch twee zakken heeft!" Paddy Joe wierp het hoofd op den langen ne': achterover en begon te lachen, een pret- tigen, weldadig aandoenden lach. Hy begreep, dat hij reden tot dankbaarheid had. Rogue McCoy was goddank weer een man onder de mannen, eenvoudige mannen, goedwillende mannen, mannen, die gewoonlijk zonder er by te denken de vreeselijkste taal uitsloegen, maar toch mannen, die hun warme, groot moedige harten nooit zouden verloochenen. Wat hij dan ook in zyn leven verkeerd ge daan mocht hebben, toen hij Rogan Stuart in de leer deed bij Jamesy Coffey, had hij niet ver misgegrepen. „Waarom lacht die knul?" wilde Jamesy weten. „Om een zekeren Jamesy Coffey natuur lijk," zei Rogue. „Ik wou, dat hy er in blééf!" „En evenzeer om een zekeren Rogue McCoy," zei Paddy Joe. „Dat kan geen kwaad," vond Jamesy. Rogue zat rustig en nadenkend aan zyn pijpje te trekken. Nu riep er nog één pro bleem luid om een oplossing en hij wist niet goed, hoe hy er over moest beginnen; maar hy besloot, maar dadelyk eens een vlieger te laten opgaan. Daheen, wat een prachtig kampeerterrein is dit!" „Dat vind ik ook," stemde Daheen vol mondig in. „Vanmorgen vroeg heb ik daar ginds in het bosch een fanzantenhaan hooren roepen." „Heel waarschijnlijk. En dien kant uit zul len wel hazen zitten. Jy en ik kon wel wat dommers doen, dan ons hier te vestigen tot ongeveer den eersten Januari." „Dan zul je onder de heg moeten slapen," zei Jamesy grimmig. Vandaag nog ga ik weg uit dit gat, den kant van Shannon op." „Hartelooze oude Turk, dat je bent! Nu moet je eens hooren, Daheen. Vanmorgen toen ik de gevangenis uitkwam, voelde ik mij zoo vreeselijk alleen tot er ineens een goede vriend voor me stond, toen was ik niet langer alleen. En zie nu eens hier die groote berg daarginds, als ik dien nu eens op me had liggen gehad dan zou die me niet zwaarder gewogen hebben, dan dat ge voel van alleen zijn tot ik de stem van mijn vriend hoorde; maar daarna, wel toen had ik in elke hand wel zoo'n berg kunnen optillen, werkelijk waar!" „Ik weet, waar je heen wilt," zei Jamesy Coffey, met iets onwilligs in zijn stem. „Ik weet het afgeduvels best. Maar een ding kan ik je vertellen. Shamus Og had zyn zakken vol geld, de laatste maxi, dat ik hem gezien heb, en daar kan hij zich een kaartje voor koopen, naar Limerick, waar hij zoo graag heen wil." „Hoor je dat, Daheen? Shamus Og zit daarginds opgeborgen, omdat hy een ouden schurk heeft willen helpen, een paard te ver- koopen omdat hij ons allemaal heeft willen h !pén en nu zal niepiand Julie Brien, haar oogen vol stormachtige verwarring, liet zich vl'-o- bij het trapje langs glijden, zocht een stuk of wat boren bij elkaar, liep er mee naar het waterstraaltje uit de draineerbuis en begon, met haar rug naar het gezelschap gekeerd, ijverig te spoe len. 'ogue McCoy liet zijn blikken een oogen- blik op het gebogen roode hoofd rusten en ging toen onvervaard verder. „Om dien tijd is het de donkerste tijd van het jaar, van dat echte koude, miezerige Kerstweer. Acht uur 's morgens, de zon is net aan het opkomen, de wind blaast kil en de regen striemt hem in het gezicht. Zoo is Strandleigh in December, zelfs de eenden zijn beu van het water. Hebben we dan geen var allen een hart in het lyf En vanmorgen was het nog wel ten mooie zonnige morgen, en mij stond het huilen nader dan het lachen." Jamesy Coffey hield Julie Brien eveneens in de gaten. „Het geeft allemaal niets, Rogue McCoy. De heele maand December zullen we vast zitten op het eiland Tarbert, dertig mylen hier vandaan. Ik heb daar een oud stuk boot gekocht, die zal daar gesloc pt worden. Daar mee basta!" „Ook goed!" zei Rogue berustend. „De geheele wereld weet, wat voor een oude tiran je bent, die alleen aar gelukkig is, als hij zyn zin krijgt. Maar één ding wil ik je zeggen, en het kan me niet schelen, wie me hoort, maar Shamus Og verdient wat beters. Het mag dan waar zijn, dat hij in een booze bui bij je weggeloopen is en wie zal het zeggen, of hij daar reden toe had of niet maar je moet niet vergeten, dat hrj bewezen heeft, dat hy ergens toe in staat was en da<: bij op geen enkele - manier gebonden is!" De laatste woorden had hij langzaam en met nadruk gesproken. „Hy heeft een heel aardig spul bij elkaar gebracht en toen is hij hierheen gereisd om eigen men- schen op te zoeken en een poosje bij zijn familie in de buurt te zijn en anders heeft hij ook al niet op de wereld wil er nu niemand een helpende hand toesteken en niemand een vriendelijk woord voor hem over heb ben De klinkende stem van Maag Carty brak zyn woordenstroom af. „Neem niet te veel hooi op je vork, schat- Je weet niet wat een narigheid je aanhaalt- terwille van een kort moment plezier." „Dat is natuurlijk mogelijk," zei Rog"e somber. „Maar weet je dat zeker, bruina moeder?" „De toekomst ligt in het duister. Ik ben niet gerust." „Ik wel," zei Rogue beslist. Bij deze woorden keek Julie om en lachta tegen hem. Nu was de beurt aan Paddy Joe, die tegen Jamesy begon: „Ik heb een boodschap voor je, Jamesy!" „Van wie?" „De jonge mevrouw Trant van Dounbeg- Ze zou graag willen, dat je dat paard, dat z* van je gekocht heeft, in Castleinch kwam brengen. Kon je misschien niet langs Doun- beg gaan op weg naar Tabert?" „Dat zou ik wel kunnen, dan laat ik haf- voor zijn onderhoud opkomen. Goed, we zU len een ommetje maken, dien kant uit." „Ga maar op je gemak," zei Paddy J°e' terwijl hij het trapje afkwam r.aar benei-en. Met een zijwaartschen knik wenkte hij om mee te komen, waarop de beide mam116 het weitje afwandelden, den weg op. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 2