De gebrekkige
Palestina
DAGBLAD VOOR DEN'HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Koninklijke
geen oplossing voor
het Jodenvraagstuk
Belangen van Praag
zijn die van Berlijn.
dankbetuigingen
slzEERBERICHT
Euwe thans op dreef
KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER, TELEFOON 50 f? LIJNEN)
V R IJ D A G
25 NOVEMBER 1938
66e JAARG. No. 8474
Grieven over het beleid
van den minister
Dit nummer bevat 8 pagina's
DE BILT SEINTi
Een rem voor de
Fransch-Engelsche
samenwerking
De vluchtelingen uit het
concentratiekamp
tfcAafcen
heldersche courant
i
Duitsche corridor door Tsjecho Slowakije
Uitgave der Ultg.-Ml|. Hollands Noorderkwartier N.V. te Den Helder
DANTJM6 MOET WEER DUITSCHE STAD
WORDEN.
POLEN STAAT KLAAR MET ZEVEN
DIVISIES.
Polen en Hongarije schijnen vastbe
sloten te zijn een einde te maken aan
den smallen strook Tsjechoslo-
waaksch gebied, welke de eenige
band vormt tusschen Roemenië en
Midden-Europa. Zij hebben zelfs den
dag van hun optreden reeds vastge
steld Volgens de Evening Standaard
heeft Polen zeven divisies opgehoopt
aan de grensmond van Sub-Karpa-
tisch Roethenië en 40.000 manschap
pen aan de Roemeensche grens om
Roemenië te verhinderen Tsjechoslo-
wakije te hulp te komen.
Tot dusverre had Duitschland zich tegen
dit plan verzet, maar gistermorgen heeft
Berlijn er Warschau en Boedapest van in
kennis gesteld, dat de Duitsche bezwaren
ingetrokken zouden worden wanneer:
1. Dantzig bevrijd wordt van de Volken
bondscontrole en de facto een Duitsche
stad wordt cn
2. Duitschland concessies krijgt toegewe
zen op het Tsjechoslowaaksche gebied, dat
wordt afgestaan, voor den aanleg van een
spoorweg en een autosnelweg tot aan de
Roemeensche grens".
Dit bericht is in tegenspraak met het
nieuws dat de Figaro over de zaak geeft,
namelijk, dat de Duitsche regeering giste
ren bij de Poolsche en Hongaarsche regee
ringen via haar ambassadeurs in Warschau
en Boedapest heeft geprotesteerd tegen de
jongste wanordelijkheden in Roethenië.
Beide ambassadeurs hebben nauwkeurige
instructies ontvangen om den regeeringen
bij welke zij geaccrediteerd zijn, mede te
deelen, dat Duitschland geen enkele wijzi-
ziging van de Tsjechoslowaaksche grens
zou dulden!
Hongaarsche Kamer naar huis
gestuurd.
De rijksbestuurder admiraal Horthy heeft
de debatten van de Kamer verdaagd tot 1
December a.s.
Bli de rume.
Hoewel de Tsjechische dagbladen de
overeenkomst met Duitschland betreffende
den Duitschen autoweg dwars door Tsje-
choslowakije eenvoudig als een feit mede-
deelen, of, wanneer zij al commentaar ge
ven. de zaak nog maar zoo gunstig moge
lijk voorstellen, heeft het plan, dat prac-
tisch op een Duitschen corridor neerkomt
toch diepen indruk gemaakt op alle lagen
van het volk. Men beseft door di* concrete
geval nog meer dan tevoren, hoezeer men in
een afhankelijke positie is geraakt.
Slechts enkele bladen durven hun mee
ning nog eenigszins objectief te geven.
Ter verduidelijking, va.n deze zeer belang
rijke kwestie nog het volgende. Men weet,
dat bij de vrede van Miinchen de grenzen
van sommige landen in Midden-Europa
sterk gewijzigd zijn. Het kaartje geeft den
nieuwen toestand weer in Centraal-Europa
n.1. de nieuwe grenzen van Tsjecho-Slowa-
kije, Polen en Hongarije.
De eisch van deze twee landen om beide
een gemeenschappelijke grens te bezitten
blijft nog een gevaarlijk probleem. Vaak
wordt deze kwestie wel genoemd die van
KarpatischOekraine (Roethenië, op de
kaart zwart aangegeven). Duitschland, on
der wiens invloed thans ook Tsjechoslowa-
kije staat, wil in geen geval dat dit land
voor de 4de maal geamputeerd wordt en ver
klaard dat de grenzen van het nieuwe Tsje-
cho-Slowakije nu definitief geregeld zijn en
door de nabuurstaten gegarandeerd zijn.
In ieder geval ziet Duitschland ongaarne
dat zijn invloed uitgaande naar het thans
verdeelde Oekrainsche Rijk, zou verloren
gaan.
Zeer belangrijk zijn de twee besluiten waar
Tsjechoslowakije thans in toegestemd heeft
in een Duitsche corridor dwars door Tsje
choslowakije heen, waardoor een korte weg
tot stand zou komen tusschen Weenen en
Breslau (op de kaart aangegeven). Dit al
les zou geschieden om economische redenen,
eveneens zou Duitschland een kanaal wil
len aanleggen tusschen Oder en Donau (zie
de kaart). Zonder meer kan men thans aan
nemen dat de belangen van Praag die van
Berlijn zijn.
DE LEERLINGENSCHAAL ALS EEN DON
KERE SCHADUW OVER ONS
ONDERWIJS.
„HET IS VREEMD DAT DEZE MINISTER
AANBLIJFT."
TE WEINIG „GERMAANSCHE" DEUGDEN
„GEEF ME GELD EN IK GEEF U
GOEDE POLITIEK!"
In de avondvergadering hield de Tweede
Kamer gisteren beraadslagingen over de be
grooting van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen 1939.
De heer dr. Vos (lib.) houdt een pleidooi
voor goede lichamelijke opvoeding op de la
gere school. Thans is 40 der leerlinge
verstoken van elke lichamelijke opvoedi g.
Met het spellingbeleid kan sur. zich me
vereenigen. Dat de nieuwe spelling ten c
bij de Rijksstukken zal worden ingevoerd,
is een stap acheruit bij de spelling van
Het onderwijs moet meer gericht zijn op -
praktijk des levens, door wijziging en
derniseering der leerstof. De leerling
zelfstandig leeren denken. De deni°"atische
zin kan alleen bloeien, als ze voortdurend
putten kan uit een levende bron.
Schijnbare gehoorzaamheid.
De heer Thijssen (s.d. zegt dat de leerlin-
genschaal als een donkere schadui
onderwijs ligt. „„„QOrino-s-
De regeering wil nu een ei&en e.
uitvoering inzake den naamvals
slachten. Spr. voorspelt dat een g
ingaat tegen de taalwetenschap,
liest. Alleen het lager onderwijs kan men
tiwingen tot 'n schijnbare gehoorzaamheid.
Hopeloos
De heer Van Houten (chr. dem.) zegt, dat
pet gezien de stukken een hopeloos
geval is. met dezen minister te debatteeren.
Het is eigenlijk vreemd, dat de minister
er nog prijs op stelt, met de Kamer te be
raadslagen.
De minister blijft, ondanks de af
keuring van zijn beleid, rustig aan,
omdat hij meent, dat niemand het er
beter kan afbrengen. Dit is niet in
het belang van een goeden gang
van zaken. Er is het middel van
een motie of het niet goedkeuren
der begrooting. De minister-presi
dent heeft gezegd, dat de leerlingen-
schaal kabinetszaak is en dat mi
nister van Onderwijs niet de zonde
bok mag zijn. Maar de afkeuring
der Kamer geldt het geheele beleid
van den minister.
De minister heeft er in berust dat hij, in
tegenstelling met enkele collega's, niet rpeer
heeft weten los te krijgen bij de ontredde
ring van het onderwijs. Het voorloopig ver
slag geeft een heele lijst van de grieven
tegen dezen minister.
Eén der grieven geldt de lichamelijke op
voeding.
Spr. dringt er op aan, de spelling-Mar-
chant volledig toe te passen.
„Minister speelde voor Sinter
klaas".
De heer Van Sleen (s.d.) zegt dat van de
zen minister weinig voor het onderwijs is te
wachten. Thans beroept hij zich op aller
lei budgetaire moeilijkheden. Verleden jaar
wilde hij nog voor Sinterklaas spelen. Aan
de zwakzinnige kinderen is nog geen recht
gedaan. Voor verschillende takken van on
derwijs evenmin. Ook spr. wijst op het ge
brekkige der lichamelijke opvoeding.
De anti-revolutionnaire afgevaardigde de
heer Roosjen, zou willen dat men de gelijk
heid van openbaar en bijzonder onderwijs
nu eindelijk eens werkelijk als een gelijkheid
beschouwde. De a.-r. fractie betreurt dat de
regeering 's ministers spellingbesluit reeds
tot uitvoering brengt.
Te weinig Germaansche deugden
De heer Woudenberg (n.s.b.) zegt dat de
fouten van ons onderwijs te wijten zijn aan
het demoliberalisme. Ons onderwijs is ech
ter naar zijn resultaten te duur. Er is te
kortkoming aan Germaansche dat is dus
Nederlandsche, christelijke deugden (ge
lach). Het onderwijs moet gegeven worden
in nationalen zin. Eerbied voor arbeid en
gerechtigheid moet worden aangekweekt.
In het nationalistische Nederland zullen
alleen het gezin en de kerk het voor het
zeggen hebben.
De heer Duymaer van Twist (a.r.): Duitsch
land!
De heer Woudenberg: Deze interruptie
getuigt niet van groote intelligentie.
De voorzitter hamert.
De heer Woudenberg stelt voor de onder
wijzeres tien jaar eerder te pensioneeren
dan de onderwijzer.
Van de verdere sprekers noemen wij den
heer Tilanus (c.h.) wien de critiek op den
minister niet steekhoudend lijkt. Het geldt
hier: geef me geld, en ik geef u goede po
litiek -
Ook de heer Zijlstra (a.r.) neemt het voor
den minister op en zegt, dat men diens be
leid zien moet in het licht van het algemee-
ne regeëringsbeleid.
,AI genoeg fratsen"
De heer Kersten (sri-rik. ger.) is tegen
het compromis inzake het spellingvraagstuk
Op het punt der lichamelijke opvoeding gaat
spr. met 's ministers afwijzende houding ac
coord. „Er worden in de scholen al genoeg
fratsen gemaakt" zegt spr. ,en er is ook geen
geld!"
Antwoord, van den minister.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, de heer Slotemaker de
Bruine, antwoordt. Als er eenige dingen niet
geschieden, en dit geldt als een verwijt aan
het kabinet, dan verklaart spr., het met
dit kabinetsbeleid geheel eens te zijn. Spr.
beeft overigens beloofd er naar te streven,
dat de begrooting voor 1940 niet hooger zal
zijn dan die voor 1939. In zake de lichame
lijke opvoeding oordeelt spr.. dat de huidi
ge toestand voorshands om financieel® re
denen moet bestendigd blijven. Bovendien
heeft de regeering bij het lager onderwijs
groote ruimte gelaten, ook voor lichamelijke
opvoeding.
Aangaande het spellingvraagstuk gelooft
spr. dat de halve weg terug beter is dan
de heele weg terug.
Na re- en dubliek wordt de afdeeling
„hooger onderwijs" afgehandeld, en dan
wordt de vergadering om één uur des
nachts geschorst tot hedenmiddag.
Britsche regeering wenscht, dat op
den duur Arabieren en Joden in Pa
lestina tezamen wonen.
RONDE TAFEL-CONFERENTIE TUSSCHEN
PARTIJEN?
MacDonald, de Britsche minister van
koloniën heeft in het Lagerhuis een
zeer belangrijke verklaring over het
Jodenvraagstuk afgelegd. Hieruit
bleek, dat hij Palestina geen oplos
sing voor het vluchtelingenvraagstuk
vond.
„Zelfs indien er geen andere bevol
kingsgroepen waren, zou de betrek
kelijk onvruchtbare bodem slechts
een gering percentage van alle Joden
die de vervolgingen in Europa willen
ontvluchten, kunnen onderhouden,
zei de minister.
Wij hebben nimmer beloofd, dat Pa
lestina een Nationaal Tehuis zou zijn
voor allen, die den verschrikkingen
in Midden-Europa trachten te ontko-
MacDonald gaf voorts te kennen dat cri
tiek op het Britsche optreden in Palestina
ongegrond was. De troepen zijn zoo mensche-
Bij zijn vertrek van Nederland
sche n bodem heeft Koning Leopold
aan Koningin Wilhelmina het vol
gende telegram gericht:
„Aan Hare Majesteit de Ko
ningin der Nederlanden, hét Loo.
Bij het verlaten van het prach
tige land wensch Ik nogmaals aan
Uwe Majesteit Mijne dankbaarheid
te betuigen voor Hare gulle gast
vrijheid. Ik hen diep ontroerd door
de hartelijke ontvangst, die Mij
door U\ye Majesteit en het Ne-der-
lanrï'srhe Volk werd bezorgd. Het
zal Mijn volk en Mij verheugen bij
een 'toekomstig bezoek van Uwe
Majesteit onze gevoelens van er
kentelijkheid te mogen uiten."
geteekend: Leopold.
Koningin Wilhelmina heeft hier
op met het volgende telegram ge
antwoord:
„Aan Zijne Majesteit den Koning
d-er Belgen te Laeken.
Ten zeerste gevoelig voor het
vriendelijk telegram, dat Uwe Ma
jesteit Mij gezonden heeft bij het
verlaten van Mijn land, gevoel Ik
Mij gedrongen Uwe Majesteit do
verzekering te geven, dat Haar be
zoek voor Mij en Mijn Volk een
oorzaak van bijzondere vreugde
geweest is en dat geheel Neder
land de komst van Uwe Majesteit
hoogelijk heeft gewaardeerd. Ik
verheug Mij bij voorbaat erop Uwe
Majesteit eerlang een bezoek in
Brussel te brengen."
geteekend: Wilhelmina.
lijk mogelijk opgetreden. Wat de Joden daar
betreft, zij zijn in Palestina niet omdat hun
dat als gunst wordt toegestaan, doch omdat
het hun recht is. (Applaus.) Onder de geese-
ling der vervolging in Midden-Europa is hun
terugkeer naar het oude vaderland honderd
maal vergroot. De tragiek van het volk, dat
geen vaderland heeft, is nimmer zoo erg ge
weest als deze week. (Instemming).
Ik hoop, dat wii niet aan onze gevoelens
van afschuw over de wijze, waarop met dit
volk wordt omgesprongen, zullen toegeven
om onze kalme en juiste beoordeeling van
het moeilijke probleem Palestina te vertroe
belen. (Toejuichingen).
Ik moet een waarschuwing laten hooren.
Toen wij beloofden de vestiging van een
nationaal tehuis voor de Joden te vergemak
kelijken, hebben wij nimmer gedacht aan
deze verschrikkelijke vervolging. Wij heb
ben niet de belofte gedaan, dat het het te
huis voor iedereen zou worden.
Men moet er rekening mee houden, dat er
over U/2 jaar anderhalf millioen Arabieren
zullen zijn. Dit feit geeft aanleiding het vol
gende op te merken:
Ik ben van meening, dat berekend moet
worden hoeveel Joden zich in Palestina kun
nen vestigen zonder de rechten en de po
sitie der Arabische bevolking te benadee-
len.
Deze becijfering heeft echter twee kanten.
De andere zijde is, dat de Arabieren niet
kunnen zeggen, dat de Joden hen uit hun
land drijven.
Doordat de Joden in Palestina ko
men, brengen zij er moderne gezond
heidsdiensten en andere voordeelen,
waardoor Arabieren, mannen en
vrouwen, die anders ongetwijfeld al
dood zouden zijn, nu nog leven.
Hoewel Arabieren, dat mogelijk ontken
nen, hebben zij zeer veel gewonnen door de
verklaring van Balfour, evenals de Joden.
Ik weet, dat het nutteloos is dit argument
aan de meeste Arabieren voor te leggen. Zij
zijn er doof voor. Zij zijn blind voor het
schouwspel van een geleidelijke verbeteren
le levensstandaard voor hun volk, omdat
zij aan iets anders denken. Zij denken aan
hun vrijheid en denken, dat wanneer dit
proces voortgaat, zij ten slotte zich zullen
moeten bukken voor de politieke overheer-
sching van de ondernemende, hardwerkende
en steeds in aantal toenemende burgers van
het Joodsche nationale tehuis.
Men moet de agitatie der Arabieren niet
alleen als politiek bandietisme zien en
daarom is het in het belang der Joden zelf,
dat de toekomstige politiek van Palestina
zooveel mogeliik op algemeene overeenstem
ming gebaseerd is.
Het is voor de gewone Joodsche en Arabi
sche bevolking niet onmogelijk tevreden zij
aan zij in Palestina le loven, noch is het
onmogelijk voor de Joodsche en Arabische
leiders overeenstemming met elkander te
verkrijgen.
Daarom heeft de regeering voorgesteld,
dat te Londen beraadslagingen zullen wor
den gehouden.
Waarschijnlijk zullen het in eersten aan
leg beraadslagingen zijn tusschen de regee
ring en Arabische vertegenwoordigers en
beraadslagingen tusschen de regeering en
Joodsche vertegenwoordigers, doch wij ho.
pen, dat zij eerlang zullen leiden tot een be
raadslaging tusschen alle drie partijen om
de ronde tafell
Verwachting: Zwakke tot ma
tige, later weer toenemende
W. tot Z. wind, gedeeltelijk
bewolkt, aanvankelijk wei
nig of geen regen, koude
nacht, weinig verandering
in temperatuur overdag.
Verdere vooruitzichten: Toe
nemende kans op regen.
Persbeschouwingen over de Fransch-
Duitsche verklaring.
De Fransche bladen houden zich zeer uit
voerig bezig met de aangekondigde Fransch
Duilsche verklaring, en het bezoek van de
Britsche ministers.
De „Figaro" schrijft: Indien de latere
gebeurtenissen bewijzen, dat 't Derde Rijik
werkelijk een verstandige, opbouwende
vredespolitiek wens-cht, zal niemand meer
dan Frankrijk zich erom verheugen! Twee
feiten mag men echter niet uit het oog
verliezen: 1. De Fransch-Duitscbe verkla
ring mag niet in de plaats komen van de
samenwerking met Engeland, welke de
hoeksteen vormt van onze politiek; 2. De
Fransehen moeten niet denken, dat zij het
hoofd thans te rusten mogen leggen, ge
denkende de woorden van Mussolini aan
den Brenner: „De grenzen worden niet
gewaarborgd. Zij worden verdedigd."
Pessimistisch geluid.
In de „Epoque" beschouwt de Kerillis
den nieuwen toestand met pessimisme. Hij
vreest, dat de verklaring niets is dan een
vodje papier, waarmede men de Fransche
openbare meening wil sussen en verder
wil brengen op den weg naar moreele en
rnaterieele ontwapening.
Von Ribbentrop, aldus de Kerillis,
heeft zich gehaast mee te deelen,
dat de clausule betreffende het af
zien van territoriale eischen uit
sluitend betrekking heeft op Euro
pa. De koloniale kwestie blijft dus
open.
Vraagteekens.
In de „Populaire" stelt Blurn verschillen
de vragen. Hoe valt die verrassing te ver
klaren? Waarom heeft de regeering te
Berlijn, na haar stilzwijgen, plotseling het
contract hervat? Waarom koos zij juist het
oogenblik, waarop de nEgelsche ministers
naar Parijs kwanten? Is de bedoeling een
toenadering tusschen Engeland, Duitschland
en Frankrijk te verhaasten, of juist, roet in
het eten te gooien der Fransch-Engelsche
samenwerking?
Vragen van een Kamerlid.
Het Tweede Kamerlid Donker (S.D.) heeft
den minister van Justitie verzocht de juist
heid te bevestigen kan' een bericht volgens
welk een groot aantal Joodsche vluchtelin
gen uit een concentratiekamp naar Duitsch
land zijn teruggezonden. De heer Donker
vraagt waarom in dit geval zelfs geen re
kening is gehouden met het feit, dat een
aantal dezer vluchtelingen levensgevaar al
thans lijfsgevaar dreigt, terwijl voor 10 No
vember j.1. deze omstandigheid voor de
heoordeeling der toelating wèl gewicht in
de schaal legde?
Overwinning op Botwinnik.
KERES' KANSEN STIJGEN.
De uitslagen van de partijen, gespeeld in
de twaalfde ronde van het A.V.R.O.-tournooi
luiden:
EuweBotwinnik 10.
KeresAljechin, afgebroken.
Capablanca—Reshevski, afgebroken.
FlohrFine
Keres staat op winst tegen Aljechin, zoo
dat de kansen van den Estlander om dit
tournooi te winnen weer grooter zijn ge
worden.
De stand luidt thans:
1. Keres 7 punten plus 1 afgebr. partij.
2. Fine 7 punten.
3. Botwinnik 6V? punt.
4. Aljechin 6 punten plus 1 afgebr. parfi'
5. Reshevsky 5% punt plus 1 afgebr. partr
0. Euwe 5% punt.
7. Capablanca 5 punten pl. 1 afgebr. parti1
8. Flohr 3V2 punt
Hedenavond wordt te Leiden de dertien
de ronde gespeeld met de partijen Capa
blancaKeres, Reshevsky—Euwe, Botwin
nikFlohr en Fine—Aljechin.