Wij lazen voor U
IN DE
i WIH!§©B>Iii
TARZAN
Meineed uitgelokt
Sommeling in het
gelijk gesteld
Radioprogramma
i edgar rlci-
j burroughs
- Uit de Pers van heden
Staatshoofden voor de radio
maurice walsh
DOOR
Thome en Lal Taask kwamen eindelijk bij
een opening in de rotsen aan. „Volgens de
kaart begint hier het pad naar Athair" zei,
Thome, terwijl hij naar een ruw, nauw pad
wees, dat vlak langs de rand der rotsen liep.
„Dat kunnen wij niet volgen", zei de Hindoe
zacht, „daar zou zelfs een gems geen kans
voor zien." „O, dat geeft niet, wij zullen het
wel kunnen," antwoordde Thome, „denk maar
aan den vader der diamanten". Lal Taask
trachtte zijn zenuwen meester te worden en
volgde zijn meester op het smalle, gevaarlijke
pad. Langzaam klommen zij omhoog. Toen
de nacht inviel hadden zij een klein platform
bereikt, dat hen als een veilige haven voor
kwam na de vreselijke tocht langs de rotsen.
„Ik heb het gevoel, dat wij worden gadege
slagen," zei Lal Taask eensklaps huiverend.
„Daas!" bromde Thome, wie kan ons hier nu
gadeslaan?" „Daar, o lieve help!" schreeuwde
Taask en viel op de grond alsof hij door de
bliksem getroffen was. Thome keek nu in de
duisternis en zag een lichtende doodskop, die
langzaam tussen de bomen heen en weer be
woog.
De vluchtelingen en onze werk'
loozen.
Het „Liberale Weekblad" schrijft, dat het
woord „demagogie" te mooi is voor de prak
tijken, in de N. S. B. pers toegepast, om bij
voorbaat haat te zaaien tegen de Joodsche
vluchtelingen. Tegenover ieder bericht om
trent voor hen bijeengebrachte gelden wor
den telkenmale berichten geplaatst omtrent
onze eigen werkloozen.
Alsof de toestand van onze werkloozen
hoe betreurenswaardig deze ook moge
zijn vergelijkbaar is met die van de
rampzalige vluchtelingen, die, mishandeld
veelal eerst in concentratiekampen, be
roofd van al hun bezit en gescheiden van
hun familieleden en kinderen, omtrent wier
lot zij meestal volkomen in het onzekere
verkeeren, aan onze grenzen komen.
Wij hebben, aldus het blad. een heel wat
beteren dunk van onze werkloozen dan de
politiekelingen van de N. S. B. en zijn er
van overtuigd dat zeker 95 pCt. van hen, als
dat noodig mocht zijn, zelf no£ wel enkele
dubbeltjes zou willen en kunnen missen
voor deze rampzalige slachtoffers van ras
senhaat en terreur.
„Nederland is pasklaar voor de
Joden."
Het Nationaal Dagblad (N.S.B.) schrijft:
Niets is te dol voor de democratie. Het
heeft den heer Aibarda, den leider der z.g.
S.D.A.P., den leider m.aw. der partij die
lijdelijk aanziet, dat arbeiderskinderen in
het Zuiden (Oss) ongestraft van hun eer
worden beroofd, geërgerd, dat de N.S.B.-
fractie aan zijn geweeklaag over de Joden
kinderen geen geloof heeft gehecht. De N.S.
B.-fractie der Tweede Rapier had Aibarda
toegeroepen: „Is het ernst met uw klachten,
dien dan een motie in om tien, twintig of
vijftigduizend Joden hier toe te laten. Doet
gij dit niet, dan zijn uw klachten niet ge
meend"!
De heer Aibarda en zijn partij worden in
klimmende mate1 door de arbeiders gewan
trouwd. Deze arbeiders zijn er getuige van
geweest, dat Aibarda hen in den steek liet.
Welnu, de heer Aibarda heeft zich willen
rehabiliteeren en heeft tot minister Colijn
een interpellatie gericht, zoo tam, zoo onder
worpen, dat het een ieder, die zich de revo-
lutionnaire taal van Pieter Jelles Troelstra
herinnerde, wonderlijk te moede werd. Ai
barda heeft gecapituleerd, zooals hij capi
tuleerde voor de Staatspartij, toen deze niet
duldde, dat de Augiasstal in Oss gereinigd
en de marechaussee gerehabiliteerd werd.
Het schuim stond de heeren Aibarda,
Wendelaar en Van Gelderen en hoe de ah-
dere bondgenooten van Goseling nog verder
mogen heeten, letterlijk op den mond, toen
zij houtweg verklaarden, dat Mussert's plan
om een Joodsch tehuis te stichten in Zuid-
Amerika (uit de vereeniging van Fransch
en Britsch Guyana met Suriname) gelijk
stond met een deportatie naar onherbergza
me oorden.
De Jood Van Gelderen, die natuurlijk hee
lemaal geen lust heeft weldra te verhui
zen, was de brutaalste. Deze adjudant van
Aibarda voelt er niets voor het Joodsche
volk door noesten vlijt een eigen vaderland
te laten opbouwen. Het moet voor de heeren
pasklaar gemaakt worden; dat moeten ze
ker de Europeanen doen,. Offeren niet En-
gelsche soldaten in Palestina het leven voor
de Joodsche immigratie?
Woudenberg, de N.S.B.-arbeidersafgevaar-
digde heeft deze redekavelende Kamer ver
teld, dat onze voorvaderen West-Indië ge
koloniseerd hebben, dat zij met de vuisten
den Nederlandschen bodem aan de zee en
de rivieren hebben ontworsteld. Het is na
tuurlijk begrijpelijk, dat de Joden Neder
land tot hun Palestina willen maken. Joden
er in, Nederlanders er uit! Hier is het, aldus
de Mussertkrant pasklaar, wat zouden zij
een eigen tehuis oprichten.
In het Handelsblad (lib.) vinden wij on
der het hoofd „Omgekeerde wereldecono
mie?" o.m. het volgende:
In de eerste tien maanden van het loopcn-
de jaar werd 869.000 kilo varkensvleesch in
gevoerd en dit terwijl onze eigen productie
sedert jaren aan een rigoureuze beperking
is onderworpen en de regeering af en toe
tienduizenden varkens uit de markt moet
nemen, om de prijzen te behoeden voor een
è.1 te diepen val.
Wij hebben deze zaak eens nader onder
zocht en daarbij is ons gebleken, dat het
hier gaat om lichte baconvarkens, zonder
kop, pootcn en reuzel, in het gewicht van
gemiddeld 55 a 60 k.g. en alle afkomstig
uit Litauen. Zij worden ingevoerd voor een
prijs van op dit oogenblik 44 cents per
kilo c.i.f. en worden verwerkt tot vleesch-
waren, die geëxporteerd worden. In de pu
blicaties van het Centraal Bureau v. d. Sta
tistiek kan men ze vinden onder „Invoer",
post 49, blz. 2. Alléén al in de maand Octo-
ber werd 112.000 kilo, overeenkomende dus
met ongeveer tweeduizend van dit soort var-
kenhs ingevoerd ;in JanuariOctober werd
ingevoerd 896.000 kilo, dus rond 15.000
16000 varkens. Zoo doorgaande zal het loo-
pende jaar dus een invoer opleveren van
tegen de twintigduizend varkens!
Men zal moeten toegeven, dat het
eenigszins vreemd aandoet, dat ons
land waar de varkensteelt beperkt
wordt en de regeering nog onlangs
duizenden zware varkens uit de
markt moest nemen en tegen lagen,
doch geheimen prijs naar Duitsch-
land exporteeren, terwijl op 't oogen
blik overtollige baconvarkens wor
den ingeblikt voor de werkloozen
aan den anderen kant rond twintig
duizend varkens in één jaar bin-
nenlaat uit Litauen, een land, waar
mede wij geen intensief handelsver
keer onderhouden.
Op de tot vleeschwaren verwerkte eigen
varkens wordt bij export een toeslag ver
leend. Is het dan niet mogelijk, om onze
eigen blijkens het uit de markt nemen
althans overtollig geachte varkens in
plaats van Litausche varkens tot export-
vleeschwaren te verwerken? De huidige si
tuatie lijkt op 't eerste gezicht nogal onlo
gisch.
Een echtscheidingsaffaire.
De 43-jarige kolenwerker J. J. ter S. is
wegens uitlokking van meineed door d'e
Rotetrdamsche rechtbank veroordeeld tot
een gevangenisstraf van één jaar, van welk
vonnis hij in appèl kwam bij het Haagsche
gerechtshof.
Uit het getuige-verhoor voor dit college
bleek, dat ter S. in een echtscheidingsproce
dure met zijn echtgenoote gewikkeld was.
Volgens de verklaringen van zijn vrouw
leefde verdachte met een andere vrouw
samen, waarop zij een eisch tot echtschei
ding indiende.
Verdachte zelf beantwoordde zijn vrouw
met een weder-eisch, haar van overspel be
tichtende. Om dit te bewijzen had hij een
kameraad overgehaald om voor de recht
bank te betuigen, dat deze zijn vrouw in
een bar had gezien, omringd door een aan
tal mannen.
Deze verklaring bleek op onwaarheid te
berusten, daar de kastelein als getuige me
dedeelde, dat de vrouw nooit in zijn café's
is geweest.
Ook de kameraad bekende, dat hij de val-
sche' verklaring heeft afgelegd om verdach
te een plezier te doen.
Deze had hem er eerst twee kwartjes, la
ter nog twee gulden voor gegeven.
De Kameraad was evenwel wegens mein
eed vervolgd en veroordeeld tot zes maan
den gevangenisstraf.
Verdachte zelf hield vol, dat de vrouw
wèl in het café is geweest en dat de ka
meraad zelf aangeboden heeft om eens te
gaan kijken.
Dat zoowel hij, als de vrouw en de kas
telein nu anders verklaren, schreef verdach
te toe aan het feit, dat ze tegen hem sa
men spannen.
De advocaat-generaal achtte de getuige-
verklaringen zoo duidelijk en pertinent, dat
hij do uitlokking bewezen achtte en beves
tiging van het vonnis van de rechtbank
vorderde.
De verdediger concludeerde tot vrijspraak
en drong subs. op een voorwaardelijke
straf aan.
Uitspraak 19 December.
OOK KONINGIN WILHELMINA.
Het bestuur van de wereldtentoonstelling
1939 te New York deelt mede, dat plannen
worden gemaakt voor een reeks radio-rede
voeringen uit te spreken door de vertegen
woordigers van elf staten, die bij deze gele
genheid vriendschapsboodschappen zullen
zenden.
De redevoeringen zullen op 1 Januari 1939
aanvangen met die van Lebrun, den presi
dent van Frankrijk, en eiken Zondag worden
vervolgd, tot 23 Juli. Tot de staatshoofden,
die het woord zullen voeren, behoort o.m. de
Koningin van Nederland.
De boodschappen zullen op de korte golf
in het betreffende land uitgezonden en in
de Vereenigde Staten heruitgezonden wor
den.
Hooge Raad afcht art. 2 R.A.P.
niet verbindend. Weer zes
wilde busdiensten verboden.
De Hooge Raad heeft gisteren bij vervroe
ging arrest gewezen in de azak betreffende
de „wilde" autobusdiensten.
Zooals men weet, had de ambtenaar van
van het O.M. cassatie aangeteekend tegen
het vonnis van den Haagschen kantonrech
ter, den heer N. Sommeling, terecht staande
wegens het zonder vergunning onderhouden
van 'n autobusdienst Den HaagAmster
dam, van rechtsvervolging heeft ontslagen.
De advocaat-generaal concludeerde op 14
November jl. tot vernietiging van het vonnis
van den kantonrechter.
De Hooge Raad heeft thans het cassatie
beroep verworpen, overwegende, dat artikel
2 van het Reglement Autovervoer Personen
waarin verboden wordt, herhaaldelijk
met een motorijtuig tegen vergoeding per
sonen te vervoeren, onverbindend is.
Uitspraken van den Amster-
damschen president.
De president van de Amsterdamsche ar
rondissementsrechtbank heeft uitspraak
gedaan in zes korte gedingen, door de
Spoorwegen en de Gooische tram aanhangig
gemaakt tegén wilde autobusdienstem Ver
boden werden de dienst AmsterdamBus-
sum van Koch, de Grono-express (Amster
dam—Groningen v.v.), de Stormvogels (Am
sterdam— IJmuiden), de N.V. Brilman (Am
sterdamEnschede), N.V. van de Berge-
Tieleman (AmsterdamApeldoorn) en Avan-
ti), (AmsterdamHaarlem).
WOENSDAG 7 DECEMBER 1988.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
NCRV-uitzending. 6.30—7.00 Onderwijs»,
fonds voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.30 Ge-
lukwenschen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Ensemble v. d. Horst.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Vervolg concert en gramofoonmuziek.
I.30 Gramofoonmuziek.
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de kinderen.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.00 Zang, piano en gramofoonmuziek.
(Om 6.30 Berichten).
6.30 Taalles en causerie over het Blnnenaan-
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie over de grondslagen der muziek.
7.45 Causerie over lecFbewerking.
8.00 Berichten ANP., herhaling SOS-Berichten.
8.15 NCRV-Harmonie-orkest en wedstrijd.
In de pauze: Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten ANP, actueele uitzending.
10.30 Gramofoonmuziek.
10.45 Gymnastiekles.
II.00 Zang, piano en gramofoonmuziek.
11.30 Gramofoonmuziek.
11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum II, 301,5 m.
VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. en 7.30
—8.00 VPRO.
8,00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten).
9.30 Causerie „Onze keuken".
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Continu
bedrijven.
11.40 Causerie voor de werkloozen.
1 .00 Gramofoonmuziek.
12.15 Berichten.
12.17 Het VARA-Orkest.
I.151.45 „Esmeralda", m.m.v. solist.
2.00 Voor de vrouw.
3.15 Voor de kinderen.
5.30 Het VARA-Orkest en gramofoonmuziek.
6.28 Berichten.
6.35 Gramofoonmuziek.
6.40 Causerie over de financiering der sociale
verzekering.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Gelukwenschen.
7.10 Gramofoonmuziek.
7.15 Causerie „Van Streven en Strijden".
7.30 Causerie „Om het oude volk".
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 Voor schakers.
8.16 „Schuldig of onschuldig?", voordracht.
8.21 Fragmenten uit de operette „Rose ma
voisine".
8.45 Radiot' loneel.
10.00 Beric.„ten ANP.
10.05 Het Residentie-orkest, m.m.v. soliste.
(Opnamen).
II.00 Declamatie.
11.25 Gramofoonmuziek.
11.3012.00 De Ramblers.
F e u i lleton
57.
„We zijn verloren," riep Rogue. „Binnen
twee minuten zullen ze hem gaan lynchen.
Hij trok Ailish en Daheen met zich mee.
„Laten we maken, dat we wegkomen, zoo
lang de kust nog vrij is. Daarenboven rnoet je
maken, dat je droog goed aan krijgt."
„Jij bent de beste, Rogue!" zei Ailish.
„En j(j de beste van de bovenste plank!"
zei Rogue.
Bij die woorden voelde Ailish een gloed,
weldadiger dan die van den warmen wijn, door
haar leden stroomen.
2.
Maar noch de warme wijn, noch de warme
woorden waren in staat om de jonge dame,
die zich nu Ailish Conroy noemde, te be
hoeden voor de verkoudheid, die voor haar
in het vat lag. 's Nachts begon haar keel, die
ze teveel had ingespannen, pijn te doen, haar
hoofd begon te bonzen, koude rillingen liepen
haar langs den rug, de ruimte in den woon
wagen, zwak verlicht door het roode lampje
bij het heiligenbeeldje, leek hoe langer hoe
benauwder te worden, zoodat zij haar ij
armen boven de dekens uitstrekte: toen egon
baar keel te kriebelen en ze moest hoesten,
een droogen, benauwden kuch.
In het bed aan de andere zijde kraakte de
matras en Maag's klokstem murmelde: „Nu
komt de verkoudheid opzetten."
Als eenig antwoord kwam een heesch g
fluister. „Morgen zal het wel weer beter zijn,
bruine moeder."
Maar bruine moeder stond meteen ook al
bij haar bed, greep haar handen, voelde over
haar voorhoofd, streelde haar hals.
„Niets meer dan een verkoudheid, lieve
schat. Je hebt zeker wel dorst?"
„Wel een beetje, moeder."
„Ik zal een lekkere warme citroenkwast
voor ons beiden maken. Houd je handen
onder het dek, liefje."
Ze stak een klein lampje aan, maakte een
blazend primus stel aan het branden en zette
er haar blikken keteltje op. Julie, vast in
haar eersten jongen slaap, bleef rustig adem
halen achter het cretonnen gordijntje voor
de kooi.
Binnen twee minuten werd er zachtjes aan
de deur gerammeld, waarop Maag Carty een
doek om haar schouders sloeg, de bovendeur
openmaakte en naar buiten keek.
„Wie ia daar?"
„Rogue alleen maar. Ailish is toch niet
ziek
„Wat zou die stevige kleine rakker man-
keeren?" fluisterde zij terug. „Ik kon alleen
maar niet slapen met dien regen op het dak,
en daarop maak ik een kopje thee tot troost.
Maak dat je weer in je bed komt, domme
jongen, anders vat je nog kou met je bloote
voeten."
Zij hoorde hem terug stommelen naar de
huifkar en fluisterde tegen Ailish: „Hij is net
een kloek met kuikens je zou denken, dat
hij je moeder was."
„Maar meer ook niet!" zei Ailish heesch.
"Hij houdt verschrikkelijk veel van je
liefje."
„Niet meer dan van één van de anderen.
||van ons houdt hij zeker ook, maar
wees nu rustig liefje, anders gaat je keel
maar weer pijn doen."
Rogue klom onder de huif terug, waar
Jamesy rustig op zijn rug lag en Daheen dien
in een weldadigen jongensslaap gedompeld
lag. 's Nachts onder de huif was Jamesy nooit
brommerig of ruziezoekend.
„Er was toch niets?" vroeg hij zachtjes.
„Nee alleen maar licht in den wagen."
„Slaap je eigenlijk nooit eens?"
„Het is wel eens erger geweest."
„Ailish in orde?"
„Maag Carty zegt van wel ze was bezig
thee te zetten."
„Zoo'n fijne juffer!" Hij richtte zich op een
elleboog op. „Ik zou ook wel een kop willen!"
Rogue kwam overeind. „Wacht even, dan
zal ik een beker vol voor je gaan vragen."
Jamesy duwde hen. terug. „Wel nee,
jongen! Als ik op dit uur van den nacht thee
ging drinken, dan zou ik geen oog meer dicht
doen. Slaap is een heerlijk ding."
„Dat is het," stemde Rogue in. „Een koste
lijk ding is het hoewel er tijden zijn ge
weest, dat ik het meer een martelwerktuig
van Satan heb gevonden."
„Ach, ja, vond je dat? Hoor eens, die tijden
heb ik ook gekend!"
„Och!" riep Rogue vol belangstelling uit,
„dat spijt me, Jamesy."
„Goed gezegd! Ik herinner het me nog best.
Ik heb eens tien pond gezet op Amberwave,
dat hij de National winnen zou, en wat doet
de bastaard? Hij komt bij de tweede hindernis
te vallen! Toen heb ik een week lang niet
kunnen slapen net als mijn oude vriend
John Walsh van Ballydonohue, die nog geen
nacht geslapen heeft, sinds de Valera ge
kozen is. Had het iets met een paard te
maken?"
„Gewoonlijk hebben zij iets met paarden te
maken." zei Rogue effen.
„Zeker zeker! Weet je. wat ik de laatste
dagen als eens heb gedacht?"
„Niet alles!"
„Ik ben bezig geweest een plan in elkaar
te zetten voor de lente, als het eenmaal zoo
ver komt. Jij en die juffer daarginds hebben
het mooiste stuk van Ierland nog heelemaal
niet gezien. We zullen Copaleen Rua op den
trein zetten naar Dounbeg en dan gaan we
de kust volgen tot Coomakista, over de
Winderige pas naar Kenmare, en door den
tunnel naar Glengariffe. Daarna gaan w«
langs de Hertenpas bij Ceimaneigh, laten
Orange Bandon links liggen en nemen den
weg naar Macroom. Dan konden we naar
Limerick gaan en de bloemetjes eens buiten
zetten met Shamus Og, als die dan niet net
weer in de nor zit en dan verder langs de
Shannon, waar dan juist de eerste forellen bij
Loghill water zullen zijn binnengekomen; zoo
doende komen we midden Juni bij Ballybwin-
gan, waar Paddy Joe ons dan het hemd wel
van het lijf zal vragen. Je hebt nog nooit
iemand bijgewoond, die zoo kan kletsen, als
Paddy Joe en dan schrijft hij van alles op
op een papiertje en daar maakt hij dan
boeken van en ze zeggen, dat er dan ook
nog gekken zijn, die die boeken koopen."
„We zullen hem om percenten vragen,
Jamesy."
„Wat is dat?"
„Nee. voor den drommel! Bloedgeld heb ik
nooit willen aanraken. Kom hier, dan zal ik je
wat influisteren.
Mijn betovergrootmoeders achterneef was
een spion, zoowat in het jaar ,47 en daar z(jn
we nog niet overheen. Vertel het vooral niet
aan Daheen."
„Daarom schold Cracawley Sheridan je uit
voor stille verklikker op de kermis in
Ballinasloe?" kwam de slaperige stem van
Daheen.
„Dien Cracawley heb ik nooit mogenlijden!"
„Hij zou je op je ziel gegeven hebben, als
Shamus Og er niet bjj geweest was."
„Dat kan heel goed zijn. Maar nu moeten
jullie stil wezen, jongens, dan kunnen we nog
een beetje slapen.
3.
Maar 's morgens- een heldere winter
morgen na een nacht van regen, met een naar
het drogere noorden ruimenden bries toen
ze uit de huifkar tuimelden en om hun
ontbijt riepen kwamen Maag Carty en Julie
uit den woonwagen en spraken een paar
ernstige woorden.
„Ailish heeft kou op de borst gevat ze
blijft er vandaag in."
De trekken rondom Rogue's mond verzach
ten zich op een wonderbaarlijke manier, om
daarna strenger dan ooit te worden. Hij
sprak geen woord, maar stapte recht toe
recht aan naar den wagen en klom het trapje
op. Uit een warmrood gezicht keken Ailish's
koortsoogen hem aan en zij begroette hem
met iets peinzends in haar glimlach.
„Alleen maar mijn stembanden, Rogue,"
fluisterde zij heesch.
Haar arm, bloot tot aan de elleboog, lag
buiten het dek en hij legde zachtjes zijn vin
gers om haar pols. De polsslag was versneld,
maar niet al te zeer. Hij voelde aan haar
hoofd en merkte dat het droog en heet was.
„Wat een heerlijke koele handen," fluisterde
zij, toen hij haar glanzende krullen achterover
streek.
„Niets ergers dan een gewone verkoudheid,
meid," zei hij vol vertrouwen. „Eén dag in bed
en dan ben je er weer boven op." En met een
luchtigen zwaai ging hij den wagen weer uit.
Maar eenmaal weer buiten liep hjj om den
wagen heen en schopte zoo verwoed een kluit
gras uit den weg, dat Rakker nauwelijks uit
de voeten kon komen, en een jammerlijk ge
huil uitstiet, waarop hij Rakker zonder ver
heffing van stem danig uitschold.
Jamesy kwam achter hem aan, en Rogue
greep hem b(j de schouders. „Jamesy, doe me
één plezier en geef me een schop, zoodat ik in
de rivier vlieg. Vooruit dan!"
..Laat me los, zeg ik je, idioot, dat je bent.
Het is alleen maar een verkoudheid, maar als
je wilt, laat ik den dokter komen. Ik zal er
Julie heen sturen."
„Ik ga zelf wel, waar woont h(j
„Bij het begin van de Willemsstraat zijn
bordje staat aan de deur. En weet je wat ik
ga doen, Rogue McCoy? Ik loop recht toe
recht aan naar de slaapstee van Mick Lane
en daar haal ik Meehaul Bwee uit zijn nest en
ik sleep hem regelrecht naar de slotgracht
verdraaid als ik dat niet doe! Wat voer jij
daar uit, Daheen?" (Wordt vervolgd.)