De financieele verhouding tusschen Rijk cn gemeenten DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Amerika Iaat zich niet wurgen Engeland's antwoord op dc Duitsche duikbootplannen Hoogverraadproces fc Berlijn JRegeeringsvoorstellen gaan lijn recht tegen den opzet der wet in" „Alleen Frankrijk beschermster van het Tunesische volk" Duitschland cn dc Fransch- Italiaanschc betrekkingen Toch een Elfstedentocht Sijmen moet steeds meer betalen I KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER, TELEFOON 50 f2 LIJNEN) DINSDAG 3 JANUARI 1939 66e JAARG. No. 8506 Alles voor de Duitsche oorlogsindustrie Dit nummer bevat 8 pagina's EERBERICHT DE BILT SEINT: HELDERSCHE COURANT Uitgave der Uitg.-Mt|. Hollands Noorderkwartier N.V. te Den Helder Tweede Kamer stuit op vele duis tere punten. Werkloosheids- zorg zij een nationale zaak Het blijkt, dat zeer vele Tweede Ka merleden weinig optimistisch ge stemd zijn ten aanzien van het systeem dat de regeering wil volgen om de gemeenten haar onaihanke- lijkheid terug te geven. In het voor- Ioopig verslag inzake de desbetref- lende wetsontwerpen merken deze le den op, dat wanneer in meerdere mate dan voorheen de uitgaven eener bepaalde gemeente ten laste harer ingezetenen worden gebracht, daaruit wèl kan voortvloeien, dat die ge meente wederom onafhankelijk wordt doch deze daarmede nog niet haar zelfstandigheid terugkrijgt, althans niet de „zoozeer begeerde" zelfstan digheid. Verscheidene leden achten het een ernstig bezwaar van het ontwerp, dat het lijnrecht ingaat tegen den opzet van de wet in zake de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten. De opzet van die Wet was, de destijds bestaande gemeentelijke inkomsten belastingen, welke de bron waren van een zeer groot belastingverschil in de onderschei dene gemeenten en van drukkende heffin gen in sommige van die gemeenten, te ver vangen door een in het geheele land gehe ven gemeentefondsbelasting, uit welker op brengst dan naar bepaalde normen uitkee- ringen zouden worden gedaan aan de af zonderlijke gemeenten. Indien men thans, een aantal ja ren nadat deze unificatie van de ge meentelijke inkomstenbelastingen tot stand is gekomen, weer de moge lijkheid zou scheppen tot het heffen van nieuwe gemeentelijke inkom stenbelastingen, en dat nog wel ln de gemeenten waar de druk het zwaarst is en alle heffingen reeds tot haar maximum zijn opgevoerd, dan zouden de oude euvelen herle ven en zou een toestand ontstaan, waaruit eerlang slechts een nieuwe unificatie uitkomst zou kunnen brengen. Ook zou, ondanks de ont worpen forensenbelasting, de uit tocht uit de zwaarst belaste gemeen ten hierdoor een nieuwe stimulans krijgen. Sommige leden zijn in 't bijzonder beducht voor de gevolgen van de invoering van deze belasting voor plattelandsgemeenten. Van den wal in de sloot. Voorts wijzen eenige leden er nog op, dat de noodlijdende gemeenten, welke de extra belasting volgens dit ontwerp zullen heffen, in het algemeen alle uitzicht op rijkshulp zullen missen. Waar in_ den gedachtengang der regeering de noodlijdendheid zal begin nen, zoodra de gewone uitkeering uit het Werkloosheidssubsidiefonds niet voldoende blijkt om het budget sluitend te maken, kan, naar zij opmerkten, als gevolg van het ver melde gemis aan steun van rijkswege de toestand voor de bedoelde gemeenten veel ongunstiger worden dan die thans is, in dien de aangekondigde voorstellen in zake hoogere uitkeeringen naar objectieve normen niet een belangrijke verbetering brengen. Andere leden betuigen met de grondge dachte van het ontwerp hun volle instem ming. Een duister punt. Vrijwel algemeen blijkt men van oordeel, dat het vraagstuk der gemeente-financiën als één geheel moet worden bezien en alle te" treffen maatregelen tegelijk in oogen- schouw behooren te worden genomen. Ge schiedt dit niet, dan kan het tot stand ko men van een bevredigende oplossing niet worden verwacht. De regeering heeft aan gekondigd, dat zij wil breken met het toe kennen van subjectieve bijdragen zoowel als met het verstrekken van voorschotten uit het Werkloosheidssubsidiefonds. Zij wil de in komsten van dat fonds in den vervolge jaar lijks naar objectieve normen verdee d zien. Gemeenten, welke daarmede met voldoende gebaat zijn, zullen dan slechts geholpen kun nen worden als noodlijdende gemeentelJ- einde het aantal dier gemeenten te b p ken, wil de regeering echter het bedrag, thans benoodigd voor rentelooze voorsehotten uit het werkloosheidssubsidiefonds, vermeel- derd met f5 millioen, aan den dienst der Rijksbegrooting ten g°°de komen en die, zooveel mogelijk naar ob.i ven maatstaf, ten laste dier bogrooting aan de gemeenten uitkeeren Op welke wij laatste zal geschieden, ligt echter nog men in het duister. Toch is dit van de 8 ste beteekenis, zoowel voor de oplossing het vraagstuk in het algemeen, als in s j- zonder voor de beoordeeling van het onde havige ontwerp. In verband hiermede acht men het ongewenscht, dat een beslissing over dit ontwerp wordt genomen, alvorens de Ka-, mer de plannen der regeering met betrekking tot de gemeentelijke financiën volledig uit gewerkt voor zich heeft. Ook wordt bezwaar gemaakt tegen het ne men van een beslissing over het ontwerp, zoolang niet het complex van belastingvoor stellen, dat de regeering heeft aangekondigd, in een wetsontwerp is belichaamd. Rijks- of gemeentezaak? Verscheidene leden zijn van meening, dat de eerste voorwaarde voor een goede oplossing van het vraagstuk der gemeentefinanciën is de erken ning van de werkloosheidszorg als een nationale taak. Van andere zijde wordt echter betoogd, dat het overbrengen van de gemeentelijke uitgaven ter bestrijding van de werkloos heid naar het Rijk, slechts een verhuizing van de moeilijkheden zou beteekenen. De forensenbelasting. Volgens verscheidene leden gaat ook de wederinvoering van de forensenbelasting vierkant tegen den opzet der wet inzake de financieele verhouding tusschen Rijk cn ge meenten in. Redoelde belasting achten deze woord voerders onbillijk, doch andere leden vinden haar redelijk. Zoowel voor- als tegenstanders verzoeken de regeering om nadere inlichtingen over de gevolgen welke de forensenbelasting voor verschillende gemeenten mee zou brengen. REPRESAILLEMAATREGELEN TEGEN DUITSCHLAND EN JAPAN OVERWOGEN. Het moet uit zijn met de dis criminatie, het maken van een nadeelig onderscheid ten aan zien van den Amerikaanschen handel! Amerika overweegt represaillemaat regelen tegen het gevaar voor den Amerikaanschen handel op China, door handelingen van Japan en Duitschland. Washington zou de wet op de tarieven willen toepassen, waardoor de President machtiging krijgt invoerrechten te heffen op den invoer uit elk land, dat de Amerikaansche handel elders bena deelt. Uit Washington wordt gemeld, dat de Amerikaansche regeering voornemens is het Congres gegevens voor te leggen, waaruit blijkt welken omvang het gevaar heeft aangenomen jegens den Amerikaanschen handel in het deel van China, dat door de Japanneezep is bezet en in Duitschland Het zal afhangen van de kracht der aan den dag tredende gevoelens in het Congres en in het land, wat voor actie hierop zal vol gen. De president zal geen gehruïk maken van die hem ten dienste staande bevoegdheden volgens afdeeling 338 van de wet or> de ta rieven van 1930. tenzij hij voelt, dat de na tie achter hem staat. Wanneer hef publiek daartte machtiging verleent- is de regee- ring gereed om represaillemaatregolein te nemenZelfs is de nresident gemachtigd» den invoer te verbieden van goedieren uit andere landen, die vervoerd worden met schepen van het betrokken land. Wanneer dan nog de discriminatie voortgaat, zou de president een embargo kunnen leggen op allen handel met het betrokken land. Naar verluidt is eenmaal een des betreffend dreigement voldoende ge weest in het geval van een F.uropee- sébe natie, enkele ia ren geleden. De discriminatie eindigde, toen de tekst van een voorgesteld decreet den ambassadeur dier natie ge toond werd. De regeering overweegt niet onmiddellijk over te gaan tot die drastische stappen doch uit betrouwbare bron wordt vernomen dat, wanneer de openbare meendng voort gaat harder te worden tegenover de her haalde provocatie, de regeering met zal aarzelen tot het uiterste te gaan. zoo over luid is zii. dat in het hijzonder in het bezette deel van China Amerikaansche on dernemingen. zoowel van opvoedkundigen en philan'tropischen als van commei cieelen aard, opzetelijk geworgd worden. Een groot aantal kleine Schepen, om duikbooten te vernietigen, in aanbouw? VOOR BESCHERMING DER HANDELSSCHEPEN. Het is duidelijk dat Engeland zich op zijn beurt niet onbetuigd laat, nu Duitschland zulke verstrekkende vlootplannen heeft bekend gemaakt. Men zit een oplossing van het Brit- sche vlootprobleem, door den bouw van een belangrijke vloot van klei ne oorlogsschepen. Deze zouden dan moeten zijn van het genre escorteschepen of torpedobooten dwz. bodems met een waterverplaatsing van 500 tot 1000 ton, gewapend met stukken geschut van 4,7 duim of van een hooger kaliber, die kunnen vuren op onderzeeërs en vliegtuigen, zulks als antwoord op het Duitsche plan tot aanbouw van een voldoend aantal onder zeeërs om evenwicht tot stand te brengen met de Engelsche tonnage. Deze kleine oorlogsschepen zouden voor de bescherming der handelswegen de rol spelen, die vroeger toegekend werd aan de torpedobootjagers, waaraan de Engelsche scheepsbouwers een grooter tonnage zouden willen geven en die op belangrijke wijze zou den moeten deelnomen aan de bewegingen der slageskaders. De bescherming der koop vaardijschepen tegen afzonderlijke onder zeeërs, die aanvallen ondernemen, zou wor den toegewezen aan de hierboven genoemde escorteschepen en aan oude Engelsche tor pedobootjagers, die herbouwd worden en die speciaal gewapend zullen worden tegen onderzeeërs en vliegtuigen. Men acht het geenszins onwaarschijnlijk, dat de admira liteit in den loop van de volgende maand een dertigtal schepen ter verdediging tegen duikbooten op stapel zal zetten. De begroo- tingsramingen der admiraliteit in Februari of begin Maart zullen waarschijnlijk aanwij zingen geven ten opzichte van de plannen, die tot dien datum zullen zijn opgemaakt. Duitschland wil pertinent groo- te kruisers! Hoewel het schriftelijke antwoord van Duitschland betreffende de kwestie der on derzeeërs en kruisers nog niet in Londen is ontvangen, hebben welingelichte kringen al le reden te denken, dat Duitschland zijn be sluit handhaaft, niet alleen betreffende de onderzeeërs, maar ook ten aanzien van de kruisers van 10.000 ton, zulks in strijd met de berichten, die concessies op dit punt de den verwachten. Men verwacht dus, dat het antwoord veel meer een verklaring en recht vaardiging zal zijn dan een document, dat wijziging zou brengen in de Duitsche stel ling, en dat het regelingen zal aankondigen, dia in feite reeds getroffen zijn. Men mag geen bakker en geen slager meer worden. Alle meisjes arbeidsdienstplichtig. MACHINEFABRIEKEN EN MIJNEN GAAN VOOR. Alle ongehuwde Duitsche meisjes onder de 25 jaar, moeten thans arbeidsdienst verrich ten gedurende een jaar in de industrie, den landbouw of de huishouding. De oude ver ordening, volgens welke jonge vrouwen, werkzaam in zaken, kantoren of als dienst meisje, gedwongen arbeidsdienst moeten ver richten gedurende een jaar, is vandaag uitge breid tot alle meisjes beneden de 25 jaar, zon der onderscheid. Jaarlijks wordt het contingent daardoor met 300.000 tot 400.000 uitgebreid. Verder zullen jongemenschen in de volgen de een of twee jaar niet meer opgeleid mo gen worden voor bakker, slager, kleerma ker, barbier, stoffeerder, boekbinder en kel ner. Door de opleiding voor die vakken te staken, zullen meer arbeidskrachten beschik baar komen voo.r de metaal- en machine- industrie, den mijn- en landbouw, welke van het grootste nationale belang worden geacht. De arbeidsbeurzen zouden, volgens de Tel., streng toezicht moeten oefenen op de be roepskeuze. Men verwacht, dat voor deze in dustrieën dan 88.000 leerlingen per jaar be schikbaar zullen komen. Interview met den gouverneur van Tunis. WAARDEERING VAN FRANKRIJK BIJ DE MOHAMMEDANEN. De gouverneur van Tunis generaal Musta- fa Sfar, heeft een vertegenwoordiger van Ha- vas ontvangen, tegenover wien hij verkla ringen aflegde betreffende aanhankelijkheid der Tunesiërs jegens Frankrijk, die thans algemeen is. „Geen enkele andere mogend heid dan Frankrijk," zoo zeidó hij o.m. „zou geduld kunnen worden als beschermster van het Tunesische volk." De gouverneur wees er verder op, dat de ransch-Tunesische verbondenheid een zaak des harten en van het verstand is, omdat Frankrijk het land tot ontwikkeling brengt en den Tunesiërs hun vrijheden laat, „De toekomst der Mohammedanen wordt in het volgende feit saamgevat: Frankrijk over weldigt niet, het vervult zijn functie met een tact, die alle Mohammedanen waardee- ren, eerbiedigt onze gewoonten en helpt ons omtrent den modernen staat de begrippen te krijgen, die ons ontbreken. Om welk ver schrikkelijk avontuur zouden wij een veran dering kunnen wenschen?" OPMERKELIJK ARTIKEL IN HET HAMBURGER FREMDENBLATT Eerlijk benrijt voor de rechtvaar digheid der Italiaansche wen schen. Onder hef opschrift, „de Middeillandsche Zee en wij" bespreekt de Berliinwhe cor respondent van het Hamburger Frernden- hlatt in een opmerkelijk artikel bét stamd- oun't va.n Duitschland ten aanzien van het door de TtaMaamsche eischen acuut gewor den MididëTlandsche Zee/vraagstuk. De correspondent wijst er op, dat sedert de ontspanning tusschen Ro me en Londen ook Dii'boéti. Suez en Tunis nauwelijks nog als oo zich zelf staande problemen kunnen worden beschouwd. Iedere entente, zelfs d'e BritschFransche wordt noodgedwongen verstoord, wanneer door één der heide oartüon toenadering tot «tand gebracht wordt miet 'n derde mogend- '->ei. waarmede de andere parij voortdurend :o conflict is. Daarom ziin de FramsohTtaliiaan- sche betrekkingen een Euroneesehe kwestie geworden, waarvan de te rugslag wordt ondervonden door een land als Duitschland. d'at geen di recte belangen in de Middelland- sche Zee kan laten gelden. De as-po litiek vooronderstelt als grondbegin sel van alle huitenlandsche betrek kingen van Duitschland een hou ding. die eerlijk begrip voor de rechtvaardigheid der Italiaansche wenschen bepleit. Wanneer men in het buitenland de moei de zou willen nemen de duidelijke en onvor- 'ireekhare verplichtingen uit Duitschlands vriendschan voor Rome in haar wezen te begrijpen, dan zou ook Duitschlands stand- ount in het MiddeWandsche Zeevraagstuk '■iét aan misvattingen blootstaan. Wie, aldus besluit de correspondent, -wertuigd is van de noodzaak van een ont- oannirig in de Middel!andsche Zee, die zal 'nzien, dat zelden miet een hot „nooit" ze genrijke resulta'ten in de geschiedenis be reikt zijn, ARTHUR NIEKISCH EN TWEE MEDEVERDACHTEN STAAN VANDAAG TERECHT. Een proces, dat weliswaar met ge sloten deuren zal worden gevoerd, doch ook nog verstrekkende gevol gen kan hebben! Het zijn Arthur Niekisch, schrijver en onderwijzer, en twee anderen, leiders van de z.g. vrijheidspartij, wien hoogverraad ten laste is gelegd. Deze vrijheidspartij deed eenige maanden geleden nog van zich spreken door hel ver spreiden van anti-fascistische en vredeslec- tuur, waarvoor het de methode van post reclame gebruikte. In vroegere berichten, ontleend aan de Engelsche pers, was naar men zich her innert, sprake van een twintigtal verdach ten. Het D.N.B. voegt aan hét bericht toe dat Niekisch een vroeger onderwiizer. bii de op richting van de raden-republiek in Miinchen in 1918 en 1919 een leidende rol speelde en dat hij toen reeds uit dezen hoofde wegens hoogverraad werd veroordeeld. Ook in den daarop volgenden tijd hnorde hij volgens het D.N.B. tot links-georiënteerde partijen Sedert ongeveer 192(1 gaf hij het tijdschrift „Widerstamd" uit. Reeds lang vóór 1933 keerdie hij zich (aldus het D.N.B.) tegen het nationaal-socialisme en ook nadat dit aan de macht was gekomen bestreed hij tot aan zijn aanhouding de politieke en economische doeleinden van den nationaal-socialistischen staat op opruiende wijze, waarhij hii de leidende persoonlijkheden van het derde Rijk op de erg?te wijze beschimpte. Hij was de stichter van een politieke par tij gericht tegen de republikeintsche regee ring en werd hekend als schrijver yam ar tikelen en boeken, gericht tegen het ver drag van Versai'Res. Er is volgens Reuter een groot aantal getuigen gedagvaard. Verwachting voor de kuststrook: Buiig weer, iets kouder dan gisteren, matige, tijdelijk krachtige Westelijke tot Nd. westelijken of Noordelijker wind. Echter te voet! Dc 52-jarige Amersfoorter W. de Haan heeft in de laatste week van 1938 den Elf stedentocht te voet afgelegd. Hij reisde Woensdagavond van zijn woonplaats naar Dokkum, vanwaar hij den volgenden morgen om kwart voor acht vertrok naar Leeuwar den. Via Franeker kwam de Haan des na middags laat te Harlingen aan. Den volgen den dag wandelde hij naar Bolsward, Wor- kum, Ilindeloopen, Stavoren tot Oudemir- dum, waar de tweede nacht werd doorge bracht. Den laatsten dag legde de heer de Haan den afstand af naar Sloten en Ylst om ten slotte Zaterdagmiddag om 4 uur te Sneek te eindigen. Overal onderweg, aan spoor- eii tramstations, bij de politie, soms op de gemeente-secretarie, liet de wandelaar zijn „logboek" afstempelen, of met een tang van een knipdatum voorzien. Zijn weder waardigheden staan alle in zijn boek opge- teekend. Hij was, aldus schrijft men aan de N. R. Crt., tot deze wandeling gekomen door de talrijke berichten over den echten Elfstedentocht. Op de schaats zou ik het niet kunnen, zei de Haan ons, maar wandelen doe ik graag. Jammer, dat het hier en daar wat glad was. Dan schiet je slecht op. Merkwaardig was het, dat deze tippelaar niet overal de volledige medewerking der politic-autoriteiten had. Op een der dorpen weigerde men volgens de Tel. het boekje te teekenen. „Zij hielden-zich daar met zulke dingen niet op". Dit was echter een uitzon dering, soms werd de Haan buitengewoon vriendelijk terechtgeholpen. MET DE STIJGING VAN SCHULDEN EN UITGAVEN, STEGEN OOK DE RIJKS BELASTINGEN. Uit de statistiek van het Centraal Bureau over de Rijksfinantiën blijkt wel, hoeveel kostbaarder de rijks huishouding in een betrekkelijk klein aantal jaren is geworden. Terwijl de gewone uitgaven van het rijk over 1900 nog f 149 millioen bedroegen, zijn deze vrijwel onafgebroken gestegen tot f 656 millioen over 1936, terwijl over 1937 en 1938 hiervoor geraamd werden resp. f 664 millioen en f 704 millioen. Omtrent de invoering van nieuwe belas ting en wijziging in de tarieven der be staande belastingen komen uitvoerige ge- gevenis in de statistiek voor. Met inbegrip van de in het verkeersfonds gestorte be lastingen werd voor 1938 een opbrengst ge raamd van f 576 millioen, terwijl de op brengst over 1900 nog slechts f 120 millioen bedroeg. En eeuwig stijgen de schulden™. Het uitstaande bedrag der nationale ge vestigde schuld is gestegen van f 1147 mil lioen op 1 Januari 1900 tot f 2916 millioen op 1 Januari 1925, waarop een snelle da ling is gevolgd tot f 2338 millioen op 1 Ja nuari 1932. Daarna is de schuld wederom bijna voortdurend gestegen, zoodat zij op 1 Januari 1939 ongeveer f 3200 millioen heeft bedragen. Bij al deze bedragen moet men vanzelf sprekend niet uit het oog verliezen, dat ook het aantal inwoners van Nederland veel grooter is geworden, zoodat de belasting per hoofd natuurlijk niet zoo is toegenomen, als bovenstaande cijfers zouden doen ver moeden! FRANSCH MILITAIR VLIEGTUIG BE- REIKT EEN SNELHEID VAN 510 K. M. De „Tnfransigeant" maakt, volgens hoi Hsbl. melding van het feit, dat j.1. Zat"- 'a een Morance-jager. voortbewogen dnnr r 12 cvl. 1000 P.K. Hispanomotor, de snelb"''1 heeft bereikt van 510 k.m. in het uur. ho stuurd door den piloot Launav. Het is vom het eerst, dat een Fransch militair vliegtuig de snelheid van 500 k.m. in het uur over schrijdt. Reeds had Delmotte in 1934 op een Cuadron (burgerlijk vliegtuig) een snelheid van ruim 505 k.m. in het uur bereikt, wat toen wereldrecord was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 1