;tad Wij lazen voor Militaire mizicktig DE LAMP Proces om een muilkorf in de Woestijn Radioprogramma EDGAR RIC~ BURROUGHS - Uit de Pers van heden Twee Zaankanters gevonnist Pat ijs zegt: door Ethel M. Deïl DOOR 70. Terwijl de reus uitviel, sprong Tarzan opzij en viel hem van achter aan, greep hem beet en tilde hem hoog in de lucht, waarna hij hem met grote kracht tegen de grond wierp.. Hij zou hem nu hebben kunnen doden, maar h(j wachtte om te zien, wat de reus zou doen. Door de val was hg bewusteloos. Tarzan verwachtte, dat het gevecht nu afgeloopen zou zijn, maar de Athairiaan kwam weer bij kenni3, sprong op en rende weg, doch Tarzan echter hem aan. Vervuld van angst voor het geen komen zou, stak de reus zichzelf het mes in het hart. ,,U hebt de weddenschap verloren, Herat", lachte Thetan. „Maar Uw Tarzan heeft hem niet gedood!" opperde de koning. „Zeker wel, hij doodde den kerel door hem angst aan te jagen," zei Thetan. Herat lachte. „Je hebt gelijk, Tarzan is vrij." Daar na gaf hij bevel, dat de vrienden van Tar zan, Gregory en Ogabi in de arena moesten worden gebracht. „Wie van U beiden wil met een wilden leeuw vechten?" vroeg de ko ning. „Ik" verklaarde Tarzan. „Neen, neen", riep koningin Mentheb uit, „U bent vrij, Tar zan. U hoeft niet meer te vechten." Herat keerde zich boos tot zijn vrouw. „Bemoei je er niet mee. Nu zal Tarzan juist vechten en niet met één, maar met twee leeuwen tegelijk!" Opvoeding tot democratie. In een artikeltje over opvoeding tot staat kundige vrijheid betoogt het Handelsblad (lib.) dat de ontwikkeling van den geest, van het denkvermogen, een fundament is van de democratie. Verstand en wil vormen een eenheid, waarin het ideaal van den vrij en staatsburger ligt: het ideaal der verdraag zaamheid, aldus het blad, dat als volgt voort gaat: Want, wie genoeg ontwikkeling heeft om een andere meening te begrijpen, al verwerpt hij haar, en genoeg zelfrespect en naasten liefde om den ander met zijn verschillende visie het leven te gunnen, die is verdraag zaam, die kan democraat zijn. Het valt niet te ontkennon, dat ook in een democratischen staat, en bij allerlei partijen, in dit opzicht te kort geschoten wordt. Daarom hebben wij ook met belangstel ling en sympathie de opmerking van mej. mr. N. S. C. Tendeloó bij de Amsterdamsche begrootingscampagne gehoord; laat de school vooral ook de openbare school, be wust en opzettelijk de gezonde democratie versterken in den zin van geestelijke vrij heid en zelfdiscipline in de staatkunde, zeg gen wij, doordat zij haar leerlingen een goed en helder denkbeeld geeft van onze in stellingen (onze vrijheden en vooral ook on ze plichten daartegenover). Wanneer wij hier over „opvoeding tot de mocratie" spreken, bedoelen wij het natuur lijk meer dan alleen lessen op school; en ook veel meer dan een stelsel waar de meerder heid altijd gelijk heeft. Maar ook deze schoollessen mogen eronder vallen, als een onderdeel van de opvoeding in haar geheel. Hoe rijk het bezit van de democratie zóó opgevat voor ons is, begrijpen wij pas weer goed nu wij haar bedreigd weten. Zij behoorde immers tot ons nationale erfdeel, en scheen daardoor geen bijzondere waar deering of voortdurend zelfonderzoek noo- dig te hebben. Maar wat van de vaderen ge ërfd is, moeten wij verwerven om het weer te bezitten; ook dit geestelijke goed. Dit be- teekent, dat ook de democratie moet worden geleerd, steeds weer opnieuw En dat de opvoeding geen oogenblik kan rusten. Een „gelegenheidspraatje". Het Volk (s.d.a.p.) schrijft: Het adres van de „negen mannen" wekte kort geleden nogal eenige beroering in ons land, doch na korten tijd was het reeds bij gezet in het museum der politiek-van-den dag. Doch bij de jaarwiseling dook het document nog eens in onze herinnering op, toen wij het verslag lazen eener rede van den heer Gottfried H. Crone, op 2 Januari gehouden voor de Amsterdamsche Kamer van Koophandel. De heer Crone toch, die zich met acht andere „vooraanstaande Ne derlanders" had uitgelaten, alsof het met Nederland op zijn eindje liep, dank zij het verregaand roekelooze, financieéle beleid der huidige regeering, zeide thans, volgens de verslagen, het volgende over de weinig op wekkende perspectieven van 1939. „Maar onze volkskracht is onge schokt en het bedrijfsleven in tal van opzichten voortreffelijk ingericht. Daarbij mag Nederland zich geluk kig prijzen in het bezit van een re geering die naar nationale saamhoo- righeid streeft en tegenover het bui tenland getuigenis aflegt eener on verzwakte zelfstandlgheidspolitiek." En al pleitte de spreker vervolgens nog voor een „laag houden van de voortbren- gingskosten", instede van sombere onder gangsklanken sprak hij een bemoedigend woord over ,de toekomst met vertrouwen tegemoet gaan". Is de heer Crone, zoo vraagt het blad, zoo radicaal bekeerd, of onthult het adres der „Negen" zich meer en meer als een gele genheidspraatje om de regeering een duwtje in den rug te geven ter volharding in, de noodlottige aanpasserij tegenover den stij genden onwil van het Nederlandsche volk? Villabewoner in 't Gooi heeft last van een Duitschen herder. Een bewoner van de Oranje Nassaulaan in Crailoo te Blaricum heeft reeds gerui- men tijd last van den Duitschen herders hond van zijn buurman. Het beest is een groote sterke hond en, volgens den be woner van de villa, valsch, onbetrouwbaar en agressief, eigenschappen, die het beest meermalen zou hebben getoond, o.a.door den chauffeur aan te vallen, een dame, die op den weg voorbij ging, naar de keel te vliegen en andere daden te bedrijven, die van een goeden huishond niet verwacht mogen worden. Er is reeds tweemaal tegen den eigenaar proces-verbaal opgemaakt, doch maatrege len zijnerzijds in den vorm van muilkor ven, zijn uitgebleven. Thans heeft de villa-bewoner, J. O., ook al doordat hij zijn vijfjarig dochtertje, dat herhaaldelijk in den tuin speelt, bedreigd acht door buurmans hond, een kort geding bij de Amsterdamsche rechtbank aanhangig gemaakt, waarin hij als maatregel van den president het bevel vraagt om den hond te muilkorven, zoodra hij buiten het huis komt. Voorts werd gevraagd een dwang som van f 100 voor iedere overtreding. Zij hadden al heel wat veroor deelingen achter den rug. Veertien dagen geleden hebben voor de Haarlemsche rechtbank terecht gestaan de 34-jarige G. B. en de 41-jarige C. F., beiden uit Zaandam, die in den nacht van 21 op 22 November j.1. hadden ingebroken bij een manufacturier te Wormer. Zij waren voornemens de brandkast te plunderen, doch werden gestoord, zoodat zij slechts twee gouden horloges konden be machtigen. Het O. M. had tegen B., die reeds zesmaal veroordeeld is, twee jaar en tegen F., die drie vonnissen achter den rug heeft, drie jaar gevangenisstraf geëischt. De rechtbank veroordeelde B. gisteren tot anderhalf jaar en F. tot twee jaar gevange nisstraf. FRANRIJK PAST TACTIEK VAN AF WACHTEN TOE. NAUWE DIPLOMATIEKE SAMEN WERKING MET LONDEN. PARIJS, Januari 1939. De reis van Daladier naar Corsica en Tunis is voor de Fransche bladen aanleiding zich nog eens uitvoerig met de Fransch-Italiaansche be trekkingen bezig te houden. Op grond van uitvoerige dementies van Havas heeft men toe moeten geven, dat de geruchten over Italiaansche troepenconcentraties in Somaliland ietwat overdreven waren en dit heeft veel van de heerschende on rust weggenomen. Anderzijds wijst men met nadruk op de militaire voorzorgsmaatregelen, die door Frankrijk genomen zijn, zooals het zenden van twee Fransche oorlogs schepen naar Dzjiboeti, die door 'n bataillon Senegalieezen gevolgd wor den. Eigenaardig is, dat een deel van de pers de beteekenis van deze militaire maatrege len tracht te verzwakken, terwijl een ander Jeel meent, dat deze maatregelen nog geenszins krachtig genoeg zijn. Zoo eischt b.v. de „Epoque", wijzend op het Duitsch- FeuiUeton 20, „Heb je hem ook niet geschreven?" vroeg Stella. „Dat kon ik niet, want ik wist niet waar heen ik schrijven moest." Tommy keek haar eenigszins aarzelend aan. „Ik heb hem nog niets over ons kunnen schrijven, maar hij zal er misschien toch wel van gehoord hebben voor hij naar „De Groene Bungalow" terug keert. Hij hoort bijna altijd alles." „Dat behoeft geen verschil te maken." Stella sprak langzaam, de oogen gericht op de groene renbaan die in de zon schitterde. „Wat mij betreft mag hij gerust in „De Groene Bungalow" blijven. We zullen elkaar niet in den weg loopen. „Altijd," en ze keek haar broer aan, „als jij 't prettig vindt." „Dat is lief van je!" Tommy's gezicht glom van pleizier. „Meen je dat inderdaad?" „Zeker!" Stella sprak op matten toon. ,,'t Blijft mij heusch gelijk, maar ik wensch me niet tusschen jou en je vriend te dringen. Nu ik getrouwd ben geweest," en haar stem klonk eenigszins bitter, „zal niemand er meer aan stoot aan nemen. Maar kapitein Monck kan er natuurlijk een anderen kijk op hebben. Laat hem dus doen wat hem het beste lijkt." „Ik wed dat hij 't wat graag zal doen," zei Tommy. „Hij is de meest vastberaden kerel dien ik ooit ontmoet heb." „Hij is een heel lieve man," zei Tessa jaloersch. Tommy lachte. „Hij is een bovenste beste," stemde hij hartelijk toe, „hij is een van degenen die het vroeger of later er zullen brengen, denk daar aan, Tessa! Hij is een boffer en hij is eerlijk, eerlijk als goud." „Waar het dan toch eigenlijk opaan komt," zei mevrouw Ralston zonder van haar brief op te kijken." „Hoor eens aan," zei Tommy, „maar waar om kijk je zoo, Stella? Wou je soms zeggen dat hij niet eerlijk was?" „Ik zei niets." Stella sprak mat, ofschoon ze zwakjes glimlachte. „Ik verbaasde me alleen maar." „Verbaasde, waarover?" Tommy's stem klonk eenigszins scherp en hij keek een oogen blik strijdlustig. „Ik verbaasde me er alleen over dat je hem zoo goed schijnt te kennen. Dat is alles," antwoordde ze. „Ik ken hem precies evenveel als iedereen," zei Tommy. „Hij is een hoogst achtenswaardig man, daar verwed ik mijn leven onder en hij is niet in staat tot iets laags of gemeens!" Stella zweeg. Het vertrouwen van dien jon gen was echt, dat wist ze. Maar denkende aan hetgeen Ralph Dacre haar had verteld den laatsten avond dat zij samen waren, vroeg ze zichzelf toch verwonderd af, waar Tammy de wetenschap had opgedaan van dien bijzon deren karaktertrek van zijn vriend. Het scheen haar dat Tommy veel te veel tegen hem opzag om daar een juisten kijk op te hebben Ze was er zeker van dat, anders dan ze zelf, hij het nooit n zijn hoofd zou krij gen om een daad van Monck te beoordeelen of aan zijne bedoelingen te twijfelen. Haar eigen opinie omtrent dien man had zich sedert dien avond wel eenigszins gewij zigd. Ze zag hem nu met een volkomen onver schillig oog. Hij had zich tot haar aangetrok ken gevoeld, maar ze twijfelde eraan of dit ook na haar huwelijk het geval zou zijn. Wat haar betrof was dit hoofdstuk van haar leven afgesloten, om, dat geloofde ze zeker, nooit meer te worden vervolgd. Monck was zijn weg gegaan en zij den hare. Hun wegen liepen uiteen. Alleen door toevallige omstandigheden zouden ze elkaar weer ont moeten en ze was besloten dat, wanneer dit weer het geval zou zi n, hun verhouding zulk een persoonlijk karakter zou dragen, dat het hem onmogelijk zou zijn, om nog terug te komen op het feit dat er één enkel oogenblik tusschen hen een eenigszins romantische ver houding had bestaan. Hij stond nog aan het begin van zijn loop baan. Hij was eerzuchtig en zou voortgaan, zonder zich. door één gedacMe aan haar van de wijs te laten'brengen. Zij hing van geen enkelen man af, ze zou haai 'eigen leven weer opvatten en ervan maken wat er van te maken was. Met den terugkeer van haar gezondheid rijpte dit besluit bij haar. De invloed van mevrouw Ralston deed zich gelden. Ze gelooide dat de weg zich va.izelf zou wijzen. Ze had één greote vergissing be gaan, voor een volgende zou ze zich wachten. Ze zou gehoorzaam zijn, misschien zouden voor haar, evenals voor haar vriendin, nog eens bloesems opbloeien uit den wcesten grond waarin haar leven wortelde. HOOFDSTUK IV. De oproeping. Gedurende de maanden die zij met de ioktersvrouw te Bhulwana doorbracht, keer den rust en vrede in Stella's hart terug Ze nam weliswaar geen deel aan de vermakelijk heden, die het plaatsje opleverde, maar haar weduwschap was daarvoor meer dan voldoen de verontschuldiging. Lady Harriet keurde haar handelwijze in deze volkomen goed, maar mevrouw Ermsted keek haar nog steeds met schele oogen aan, niettegenstaande haar doch tertje een ware vriendschap voor Tommy's zuster had opgevat. „Wacht maar tot we in Kurrumpore terug zijn," zei mevrouw Ermsted, „dan zullen we haar wel in haar ware gedaante zien." Maar dit zei ze niet tegen mevrouw Ral ston. Ze kwam hoe langer hoe minder in The Italiaansche gevaar, dat veel aanzienlij kei- strijdkrachten naar Fransch-Somaliland zullen worden gezonden. Veel verkondigd wordt in Frankrijk op 't oogenblik de meening, dat Chamberlain uit zijn droom van München ontwaakt zou zijn, terwijl men er daarbij tevens op wijst, dat Bonnet den Britschen ambassadeur op nieuw verklaard zou hebben, dat Frankrijk geen duimbreed van zijn gebied zal afstaan. Uit Ajaccio laten de bladen zich dan verder melden, dat het feit, dat Daladier slechts zoo kort op Corsica vertoefd heeft, daar groote teleurstelling heeft verwekt. Zooals men ziet, grijpt hier het eane ra dertje in het andere. Duidelijk wil men Rome laten merken, dat men in geen ge val aan territoriale tegemoetkomingen denkt. Men geeft zelfs te kennen, dat Frankrijk zich nu slechts sterk behoeft te toonen, om de Italianen tot den terugtocht te kunnen dwingen. Tot besprekingen bereid. Terwijl men nu te kennen geeft, dat Frankrijk tegen een „koloniaal München" een eenheidsbloc zal vormen en dat van een Britsche bemiddeling geen sprake zal kunnen zijn, verklaart men verder, dat de deur voor besprekingen open blijft. De Ita liaansche regeering zou hiertoe dan voor stellen moeten doen en in Parijs acht men het niet uitgesloten, tenslotte tot een be tere, politieke, economische en demografi sche samenwerking tusschen de beide groo te Lalijnsche naties te komen. In Parijs meent men, dat Frankrijk en Italië best in staat zijn, hun eigen aangelegenheden zelf te regelen. Deze meening slaat natuurlijk op het vermoeden, dat Chamberlain in Rome toch nog als bemiddelaar zou willen optre den, iets, wat intusschen van Engelsche zij de reeds tegengesproken is. Men wenscht het Tunesische vraagstuk om zoo te zeggen als een „locale aangelegenheid" te behan delen, hoewel Rome zich waarschijnlijk bij een dergelijke opvatting niet zal willen neerleggen. Cbamberlains bezoek aan Rome. In diplomatieke kringen wordt over een bezoek van Chamberlain aan Parijs niet ge sproken, terwijl men over den aard der besprekingen van den Engelschen minister president te Rome een groote gereserveerd heid an den dag legt. Anderzijds laten vele bladen hun Londensehe correspondenten melden, dat Chamberlain op een diepere discussie over Dzjiboeti, Tunesië en het Su- ezkanaal niet zal ingaan, maar zijn aan dacht vooral zal wijden aan de mogelijkheid van een wapenstilstand in Spanje. Men krijgt den indruk, dat Frankrijk ten aanzien van de vraagstukken tusschen Pa rijs en Rome de tactiek van het afwachten toepast bn tevens, dat tusschen Londen en Parijs een nauwe diplomatieke samenwer king bestaat, wat overigens begrijpelijk is, want de Middellandsche Zee-belangen van Frankrijk zijn in hooge mate ook de be langen van Engeland, welks voornaamste verbinding met Indië door de Middelland sche Zee leidt. Grand Stand. Ze had altijd allerlei afspraken en had zelden of ooit een oogenblik over voor haar oude vrienden. Maar mevrouw Ralston zocht haar nooit op. Dat lag niet in haar aard. Ze stond altijd voor iedereen klaar, maar Irong zich nooit op. Haar genegenheid voor Stella was sterker geworden. Er bestond tusschen die beiden een groote sympathie, zonder dat die ooit onder woorden werd gebracht. Ze begrepen elkaar. Toen het regenseizoen aanbrak, werd de omgang nog steeds intiemer. Mevrouw Ral- stond deed nooit haar best om vertrouwelijke mcdedeelingen uit te lokken, maar waarschijn lijk werd haar meer dan aan eenige andere vrouw meegedeeld. Op zekeren dag in September, toen donkere wolken de lucht bedekten en de regen bij stroomen neeiviel, sprak Stella eindelijk over het besluit, dat zij na lang nadenken had opgevat, 't Viel haar niet moeilijk het uit te spreken. Het leek haar de meest eenvoudige zaak ter wereld. En toen zij erover begon te pralen, voelde zij dat mevrouw Ralston al wist waar zij heen wilde. „Mary!" zei ze. „Na Kerstmis ga ik naar Engeland terug." Mevrouw Ralston gaf geen blijk van ver bazing. Ze was druk bezig met een grooten stop in den hiel van een zijden kous. Ze keek alleen Stella ernstig aan. „En als je dan daar bent, lieve?" vroeg ze. „Dan zal ik werk zoeken," Stella sprak op beslisten toon. als iemand die het besluit eerst na rijpe overweging heeft genomen. „Ik denk dat ik zal trachten een plaats als verpleegster te krijgen. Dat is hard werken, dat weet ik wel. maar ik ben sterk, en ik geloof dat hard werken goed voor me zal zijn." Mevrouw Ralston zweeg. En Stella ging voort: „Ik zie nu in, dat het een fout van me is geweest om ooit hier te komen. Tommy scheen me in 't geheel niet noodig te hebben. Dat is ook zoo. Hij heeft genoeg aan zijn vriend Monck en dat is mis schien ook beter voor hem. In elk geval, noo dig heeft hjj me niet." ZATERDAG 7 JANUARI 1939. Hilversum I, 1875 n 301,5 m, VARA-Uitzending. 10.00—10.30 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten). 11.00 Morgenwijding. 10.20 Voor Arbeiders ir de Continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.00 Berichten). I.00 Orgelspel en gramofoonmuziek. 2.00 Causerie „Vegetarisme en economie". 2.153.00 Pianovoordracht. 3.05 Muzikale causerie met gramofoonillu- straties. 3.35 Rotterdamsch Pianokwartet. 4.30 Esperanto-uitzending. 5.30 Filmland. 6.00 Orgelspel. 6.30 Groningsche uitzending. 7 00 VARA-Kalender. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Causerie „Nu Kerstmi» weer voorbij is". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 Voor schakers. 8.16 VARA-orkest en solist. 9.00 Causerie de VARA vooruit!" Hierna: Gramofoonmuziek. 9.15 „En nu... Oké". 10.30 Berichten ANP. 10.35 Zang, orgel en spreker. II.00 Souvenir-orkest en solist. 11.30 De Ramblers. 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H, 4.15,5 m. KRO-Uitzending. 4.00—5.00 HIRO. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.15 Ber.) 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest. (1.00—1.20 Gramofoonmuziek). 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuur. 4.05 Causerie „Het Bellamy-Jaar 1939: Een stap naar een betere samenleving". 4.20 Gramofoonmuziek. 4.25 Causerie Bij de jaarwisseling". 4.40 Gramofoonmuziek. 4.45 Causerie „De toestanden in het Hierna maals". 5.00 KRO-Melodisten en solist. 5.30 Esperanto-nieuws. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Berichten, gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Het bev >lkingsvraagstuk (I)" 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP, KRO-Me.'.edeelingen. 8.15 Meditatie met muzikale omlijsting, 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 KRO-orkest.. 9 15 Selectie „Polenblut", operette. 9'.c5 Revue-programma. 10.05 KRO-Melodisten en solist. 10.35 Berichten ANP. 10.40 Filmpr. atje. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. „Misschien heb je gelijk, lieve", zei me vrouw Ralston, „ofschoon ik betwijfel of Tom my het in deze met je eens is. Ik ben in elk geval blij dat je met Kerstmis nog hier bent. Dan raak ik je tenminste niet zoo gauw kwijt." Stella glimlachte even. „Ik wil Tommy niet kwetsen en ik weet, dat dit het geval zou zijn als ik eerder heenging. En buitendien zou ik hier wel een kouden tijd willen meemaken." „En waarom zou je niet?" zei mevrouw Ralston en liet er na een oogenblik op vol gen: „Wat ben je van plan met Peter te doen?" Stella aarzelde. „Dat is de eenige reden waarom ik niet eerder tot een besluit ben ge komen. Ik wilde dien armen Peter niet graag verlaten. En ik dacht, of het misschien moge- gelijk zou zijn, dat hij, wanneer hij naar Kur rumpore mee terugging, daar wellicht een an dere meester zou kunnen vinden. In elk geval zal ik, als we daar zijn hem mijn plannen mee deelen, en dan zal hij gelegenheid hebben", ging zij treurig glimlachend voort, „zijn ge negenheid elders te plaatsen." „Maar dat doet hij niet, zei mevrouw Ral ston met overtuiging. „De trouw van die men- schen is verbazingwekkend. Het maakt ons te schande." „Ik vind de gedachte, om van hem te moe ten scheiden, afschuwelijk!" zei Stella, „maar wat kan ik er aan doen." Ze zweeg plotseling, toen degeen over wien ze spraken, het vertrek inkwam met een blaadje in de hand. Hij reikte haar een tele gram over en bleef eerbiedig achter haar stoel staan, terwijl zij het openmaakte. Mevrouw Ralston's ernstige blik bleef op haar rusten. „Uit Kurrumpore!" zei Stella, terwijl ze haar aankeek. Haar gelaat was bleek en haar stem kalm en haar handen trilden niet. „Van Tommy?" vr >eg mevrouw Ralston.' „Neen. van kapitein Monck. Tommy is ziek, heel ziek. Weer malaria. Hij gelooft, dat het beter is dat ik kom." Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7