in Den Helder
Maandag begint broodoorlog
Verbitterde strijd staat voor de deur
AU GASTRONOMt
Paus Pius XI en de Nederlandsche
Marine-mannen
INRICHTING VOOR
HEILGYMNASTIEK EN MASSAGE
N.V. „De Volhardingtegen alle
Heldersche bakkerijen
Satiriattri Qruu^uetten
Vrijdag 10 Februari 1939
De meening der Patroons
en die van
y,De Volharding
Het standpunt van De Volharding
H. Ms Johan Maurits van Nassau
H. Ms. „Sumatra"
Ook ik ben een matroos3
zei Z.H. Paus Pius XI
Jongensclubs der C.J.M.V.
Burgerlijke Stand Den Ht-Jfer
Winterconcert
Dierenleven in de diepzee
Mevr. P. van Steeden-v. Houweninge, Soembastraat 1. Teiefoon 559
Ook gelegenheid tot deelname aan gymnasfiek-clublessen
voor: Kleuters 3-5 jaar - Meisjes - Jongens - Dames
r>>
De vergadering in „Centraal"
Uit de opkomst op deze vergadering bleek
wel zeer duidelijk, dat de Heldersche bakkers
patroons de noodzaak voelden van een col
lectief optreden. Niet minder dan 35 patroons
waren aanwezig, benevens de besturen van
de Roomsch Katholieke Bakkerspatroons-
vereenig'ing, van de Heldersche Bakkerspa-
troonsvereeniging en van de Coöperatie.
Het was de heer Bos, voorzitter van de
Heldersche 3.P.V., fie de vergadering open
de, en zijn leedwezen uitsprak over deze wijze
var. concurreeren van de „Volhaidir.g". Een
dergelijk zakendoen gaat, aldus spr. alle per
ken te buiten, en het is te betreuren dat de
„Volharding" geen leerling getrokken heeft
van de resultaten van een dergelijke actie in
Amsterdam. Het is voor een ieder duidelijk,
dat hier geproduceerd wordt, ver beneden den
kostprijs van het product en hoewel men
aanneemt, dat de Heldersche bevolking haar
houding zal weten te bepalen, het heeft geen
zin te ontkennen dat voor alle plaatselijke
bedrijven een ernstig gevaar aanwezig is.
Het besluit.
In principe is door het bestuur, na rijp
beraad, reeds een besluit genomen, waar
voor men echter de sanctie van de ver
gadering noodig heeft. Dit besluit komt
er op neer, dat men zich, hoe zwaar het
ook valt, eveneens zal houden aan de
„Volharding"-prijzen, Het zal waarschijn
lijk een moeilijke en zeer zware, wellicht
ook langdurige, strijd worden, maar het
is volgens de besturen de eenige methode
om zich te kunnen handhaven.
Geen cadeaux meer.
Voorts zal ook het cadeaustelsel reeds
direct afgeschaft worden. Geen dividen
den meer, geen gratis taarten, joden-
koeken of krentenbollen meer.
Op één ding rekenen de besturen, aldus spr.,
en wel op het feit, dat de organisatie zich
vooral n u zoo hecht gefundeerd als mogelijk
zal toonen. Gezamenlijk is hier alles te berei
ken, terwijl men tevens zal zorgen, dat derge
lijke uitwassen in het bedrijf in de toekomst
niet meer mogelijk zijn.
Het is hierna, dat door den heer Bos aan
de vergadering het woord gegeven wordt.
Van alle zijden komen uiteraard opmerkin
gen, klachten, bezwaren en ideeën naar
voren. Uit alles blijkt, dat men over de ge-
heele linie de aanstaande moeilijkheden
niet onderschat heeft.
Van diverse zijden wordt verzocht, dat men
de Overheid in deze affaire dient te mengen en
ook het bestuur blijkt hiervoor te zijn. Zoo
wordt een commissie benoemd, bestaande uit
een drietal heeren, die zoo spoedig mogelijk
op bezoek bij den burgemeester zullen gaan.
Het zijn de heeren Quant (oud-leider der Held.
Bakkerspatroons), De Nijs en Mahieu.
Het bestuur van de Coöperatie zegt bij monde
van den heer De Nijs, dat het met de voorstel
len van de bestuurstafel meegaat. Scherp
wordt ook van deze zijde het optreden van „De
Volharding" gelaakt, terwijl men eveneens de
hoop uitspreekt, dat iets dergelijks in de toe
komst niet meer mogelijk zal kunnen zijn.
Het bestuursvoorstel komt daarna in stem
ming. Het blijkt, dat alle aanwezige patroons
zich zonder een enkele uitzondering accoord
verklaren met de zienswijze van het bestuur om
„De Volharding" in haar prijzen-politiek a.s.
Maandag op den voet te volgen. Men rekent
daarbij natuurlijk, aldus de heer Bos, op het
inzicht van de bevolking waar het hier gaat om
een gemeenschaps-belang, omvattende een 34-
tal bedrijven, met meer dan 100 man personeel.
Nadat tenslotte medegedeeld is, dat ook het
landelijk bestuur der organisatie reeds aan het
werk geslagen is, sluit de heer Bos de vergade
ring, die een vlot verloop had.
Wij waren, zooals reeds gezegd, in staat ook
de meening van den heer Bruin, den directeur
yan „De Volharding" te vernemen.
De heer Bruin was het met ons eens, dat een
„brood-strijd" naar alle waarschijnlijkheid het
gevolg zou zijn van de door hem opgezette actie
in Den Helder. Hoewel volgens hem die strijd
maar op één wijze kan eindigen, namelijk met
de uiteindelijke zege van „De Volharding", ver
wachtte hij wel, dat de bakkers in deze stad het
er niet bij zouden laten en een poging onder
nemen op de een of andere wijze hun belangen
te beschermen.
Broodoorlog in Den Helder ziedaar
de nieuwste sensatie voor onze stad.
Een oorlog, in den meest letterlijken
zin des woords „om het dagelpksch
brood", en die a.s. Maandag ontbran
den zal.
Onze lezers hebben reeds kennis ge
nomen van de advertentie in „Hclder's
Advertentieblad" van Woensdag j.1.
waarin door de NV. Broodfabriek „De
Volharding" een wel zeer vergaande
prijsverlaging, ingaande a.s. Maandag,
werd geannonceerd. Als reden van deze
verlaging, die verder gaat dan ooit een
verlaging ervóór, werd opgegeven: de
bestrijding van het credietwezen, In
den vorm van het bekende dividend.
Kostte tot op heden normaal een
wittebrood (water) 17 cent, de „Vol
harding" besloot dit thans te leveren
voor xl cent en het melkbrood van nor
maal 20 cent wordt hier 14 cent.
Het was niet te verwonderen, dat dit
besluit van „De Volharding" groote
beroering zou brengen onder de 34
groote en kleine Heldersche bakkersbe
drijven. Hier zag men een ernstig ge
vaar, daar het onaannemelijk is, dat een
deel de bevolking onverschillig tegen
over deze broodprijsverlaging zou staan
Direct hebben de besturen de koppen
bij elkaar gestoken en is een actie op
touw gezet. Gisteravond hebben beide
bakkerspatroonsvereenigingen, de Hel
dersche en de Roomsch Katholieke, be
nevens het bestuur van de Coöperatie,
in café „Centraal" vergaderd, alwaar
men na rijp beraad tot een besluit ge
komen is. Wij laten het verslag van
deze vergadering hier volgen, benevens
het essentieele uit een onderhóud, dat
wij eveneens gisteren met den directeur
der „Volharding", den heer Bruin, had
den.
Op onze vraag hoe het mogelijk was, dat men
zulk een ingrijpende prijsverlaging kon toepas
sen, antwoordde de heer Bruin, dat dit het
voordeel was van een „middelbedrijf". Behalve
dat men in Den Helder een zaak heeft, is er ook
een in Amsterdam en Alkmaar. Respectievelijk
wordt hier gewerkt met 10 man personeel, 14
man en 10 man. Door den zeer grooten omzet
is het mogelijk het meel en de andere mate
rialen in groote hoeveelheden tegelijk te betrek
ken, met het gevolg, dat de prijzen van dezen
massa-inkoop uiteraard veel lager zijn dan bij
een bescheiden wijze van inkoopen. Voorts werd
het bedrijf in Den Helder geheel gemoderni
seerd en uitgebreid, er kwam een nieuwe
machine-outillage, kortom, men begint feitelijk
een nieuwe zaak. Het voornaamste is, dat het
dividend-systeem vervalt. Dit is een oud kwaad,
dat thans uit de wereld gebannen is bij „De
Volharding".
Wij maakten de opmerking, dat het toch wel
hard was voor het groote aantal plaatselijke
bakkers, wier bedrijf volgens den heer Bruin
ten ondergang gedoemd moest zijn. De heer
Bruin zeide ons, dat ook hem dit speet. Het
gaat hier echter om het behoud van het z.g.
middelbedrijf. Wil men dit behouden, dan be-
teekent dat onherroepelijk den ondergang van
een groot aantal klein-bedrijven. Overigens, al
dus onze zegsman, moet men deze zaken vooral
niet verwarren: het gaat uit den aard der zaak
niet tegen de bakkers, ten opzichte van wie ik
niet de minste rancune koester, maar voor het
debiet. Het is een levensbelang, dat wij dezen
strijd voeren. Gingen wij op den ouden voet
door, dan beteekende dat het onherroepelijke
einde van „De Volharding".
In feite komt dit dus neer op een zuive
ren kapitaalsstrijd. Wie over het grootste
kapitaal beschikt zal winnen en er is vol
gens den leider van „De Volharding" niet
aan te twijfelen, dat het grootst kapitaal
bezit aan haar zijde is. Kan de een of
andere bakker het een week, of een maand
uithouden, welnu, wij zullen het maanden,
en desnoods langer, volhouden. Met dat
alles is, ik zei het reeds, van te voren
rekening gehouden.
Heeft U plannen om ook filialen op te
richten
Plannen zijn er genoeg, maar daarover kan
ik nu nog geen definitieve toezegging doen.
Van de ontwikkeling dezer actie zal natuurlijk
afhangen welke maatregelen wij verder zullen
nemen.
Hr. Ms. kanonneerboot Johan Maurits van
Nassau, onder bevel van kap.t-luit. ter zee
P. Kronenberg is gisteren te Curagao aange
komen om aldaar den kruiser Gelderland af
te lossen.
Hr. Ms. kruiser Sumatra, onder bevel van
kapt.-luit. ter zee C. H. Brouwer is gisteren
uit Palermo vertrokken om oefeningen te
houden in de omgeving van het eiland Sar
dinië.
Leden der bemanning van de „K XVI en ,,K XVII in 1935, op weg naar Indië, werden tijdens een
verblijf te Napels, door Z. H. de Paus, te Rome, in audiëntie ontvangen.
Bovenstaande foto is genomen op het San Marcoplein te Rome. In het midden: Mgr. Eras.
Tijdens het Pontificaat van Paus Pius
XI (aanvangende 6 Februari 1922) zijn
tal van Marinemannen der Kon. Neder
landsche Marine in particuliere audiëntie
ontvangen, een voorrecht, dat zjj verkre
gen boven duizenden en duizenden Katho
lieken, die dikwijls alleen tot de z.g.n. al-
gemeene audiënties werden toegelaten.
De Nederlandsche Marine Roomsch
of niet-Roomsch had ten Vaticane in
derdaad een „streepje vóór!"
De eerste maal dat een groep Marineman
nen in particuliere audiëntie door Paus Pius
XI werd ontvangen was op Zondag 10 Febr.
1924. Hr. Ms. „Tromp" en Hr. Ms. „Heems
kerk" maakten een oefenreis in de Middel-
landsche Zee en vertoefden van 5 tot 11 Febr.
te Napels. Aan boord van de „Tromp" be
vond zich de Vlootalmoezenier H. J. M. M.
Alink en deze organiseerde van daaruit een
reis naar Rome, waaraan 5 man van de
„Heemskerk" en 7 man van de „Tromp" deel
namen, zoowel Katholieken als niet-Katho-
lieken. Op Zondag 10 Febr. werd deze groep
in particuliere audiëntie ontvangen en als de
Paus verneemt dat een aantal van hen aan
boord van Hr. Ms. „Tromp" geplaatst is, zegt
Hij: „Ah, dat is Uw groote admiraaldie
naam moet een program zijn voor U allen
laten we hopen, niet voor den oorlog, maar
voor de werken des vredes".
In Febr. 1926 vertoefden beide schepen
wederom te Napels. Ook nu werd een reis
naar Rome gemaakt waaraan deelnamen de
Kapitein ter zee de Jager, de dienstdoende
Vlootaalmoezenier pater van Gent O.P., 5 offi
cieren en 9 manschappen. Vooraf werd Kolonel
de Jager, commandant van Hr. Ms. „Tromp"
voorgesteld aan Mgr. Caccia Dóminioni,
Maestro di Camera (Kamerheer) en Z.H. de
Paus. De groep marinemannen verzamelde
zich daarna in de Sala degli Arazzi (de zaal
der weeftapijten, zoo genoemd naar de prach
tige gobelins die deze zaal bevat). Toen de
Paus, omgeven door edelwachten en kamer-
heeren, binnentrad, werd Kolonel de Jager
aan Hem voorgesteld en daarna Pater van
Gent en de officieren. Bij de manschappen
gekomen, stelde de Paus aan Kolonel Jager
eenige vragen en onderhield zich met hen op
minzame wijze. Daarna sprak de Paus tot de
voor hem verzamelde Ned. Marinemannen
als volgt: „Het is niet de eerste maal dat Wij
het genoegen hebben hier de vertegenwoor
digers der Nederlandsche Marine te mogen
begroeten. De Nederlandsche Marine heeft in
de geschiedenis bladzijden geschreven die nim
mer zullen worden vergeten of uitgewischt.
Tromp, Heemskerk, Van Galen, Piet Hein zijn
namen, welke andere naties aan de Neder
landsche Marine mag benijden. Heden ten
dage voert het vredelievende Nederland geen
oorlog meer, noch op het land, noch ter zee.
Uw Vaderland heeft, gelijk recht en billijk,
een eigen marine voor eigen zelfbehoud en
verdediging van Uwe rijke koloniën. Blijft
altijd trouwe zonen van uw groot en voor vele
werken verdienstelijk Nederland"
Van 2227 Febr. 1929 was het Hr. Ms.
„Hertog Hendrik" die te Napels vertoefde, aan
boord waarvan zich de Vlootaalmoezenier M.
Albada Jelgersma bevond. Ook nu werd een
trip naar Rome gemaakt waaraan één offi
cier, één ónderoff. en 8 manschappen deel
namen. Op 25 Februari werden dezen in
audiëntie door Z.H. de Paus ontvangen.
Dezelfde vlootaalmoezenier, M. Albada Jel
gersma maakte in het najaar van 1933 een
reis met Hr. Ms. „Hertog Hendrik". Het
schip vertoefde half November te Napels. Op
Zaterdag 18 November werden 26 Ned.
marinemannen (4 onderoff. en 22 manschap
pen) in audiëntie ten Vaticane ontvangen.
Thans waren het alleen Katholieke marine
mannen en de Paus spreekt hen toe ongeveer
als volgt: „Mijn beste zonen uit Holland. Van
harte heet ik U welkom in het Vaderhuis. U
vooral, omdat ge matrozen zijt en kinderen
van de katholieke kerk in Nederland.
Want ook ik ben een matroos, varende op
het scheepje van Sint Petrus. Blijft goede
matrozen, trouw, ordelijk en actief, gelijk dit
van een Hollander verwacht mag worden. Ook
gij zijt zooals ik op het schip van Sint
Petrus. Zorgt er voor, dat gij ook daar altijd
uw matrozenplicht vervult. Ook dit kan ik
verwachten, omdat gij Hollanders zijt, want
Hollandsche Katholieken zijn trouwe kinderen
der moederkerk. Ik verheug me dus over uw
komst en van ganscher harte zal ik U mijn
zegen schenken, die ik wil uitstrekken tot uw
familieleden, tot uw kennissen, tot uw com
mandant en tot allen met wie ge uw matro
zenplicht hebt te vervullen."
En met een hartelijk „Adieu mes Amis"
nam de Paus van allen afscheid.
En ten slotte: toen de onderzeebooten K 16
en K 17 in Januari 1935, onder bevel van den
Luit. ter zee le kl. J. A. van Gelder, naar
Indië vertrokken en 25 Januari Napels bin
nenliepen, maakten 7 officieren, 7 onderoffi
cieren en 18 manschappen een trip naar
Rome, waar zij op Maandag 28 Jamjari door
Z.H. den Paus in audiëntie werden ontvangen.
Mgr. dr. B. Eras, procurator van het Ned.
Episcopaat te Rome, stelde het gezelschap
aan Paus Pius XI voor. De Paus, die zich
zeer interesseerde voor de reis van deze onder
zeebooten naar Oost-Indië, liet zich inlichten
over tal van bijzonderheden betreffende de
reis en het leven aan boord.
Ook nu sprak de Paus tot hen en wenschte
allen een voorspoedige reis.
Wij hebben ons in bovenstaande bepaald tot
een weergave van het persoonlijk contact van
Z. H. den Paus met Nederlandsche marine
mannen, die een bezoek aan Rome brachten.
Het lijkt ons overbodig te zeggen, dat allen
een indrukwekkende herinnering zullen heb
ben behouden aan de welwillendheid en min
zaamheid, waarmede de Paus hen op zoo bij
zondere wijze in particuliere audiëntie heeft
willen ontvangen.
Gisterenavond was Musis Sacrum geheel
gevuld met een bezoekers-kring, die den
familieavond van de Jongensclubs der C.J.M.V.
medemaakte.
Medewerking werd verleend door het Tam
boer- en Pijperskorps, o.l.v. den heer G. de
Heer, mevr. A. GraaffKamp, piano en
mej. M. Hollestelle, zang.
De opening geschiedde door den heer M.
Leemans op de gebruikelijke wijze, terwijl de
heer P. de Heer het slotwoord sprak en in
dankgebed voorging.
Het was een gezellige avond, met vele
aardige momenten. De pantomime bijv. was
een kostelijk nummer.
Er was een origineele luisterwedstrijd, waar
aan de bezoekers hun ooren konden beproeven.
Vermelding verdient voorts het woord van
den heer J. Graaff, die uiteenzette waarom er
Jongensclubs zijn. Hij wees verder op het be
warende en evangeliseerende element in het
Christelijk Jongenswerk.
Het hoofdnummer werd gevormd door de
opvoering van „Ons dagelijksch Brood",
tableau in 7 deelen, dat een beeld geeft van
het werk, dat geschiedt vóór het brood gereed
op de tafel komt.
Het geheel mag een geslaagden avond ge
noemd worden.
BEVALLEN: G. W. BoersemaThijssen, d.;
G. SteenwinkelPost, z.; G. L. Beerens
Bruin, z.; F. G. van Rijssenvan den Berg, z.
„Helder's Fanfarekorps".
Voor een goedbezette zaal gaf bovenge
noemd muziekcorps gisterenavond in Casino
haar jaarlijksche winterconcert, met de wel
willende medewerking van de zangvereeniging
„Kunst aan het Volk". Het ensemble telde
naar schatting een kleine 30 executanten,
welke een 7-tal nummers op haar programma
had. Composities van het lichte genre en be
rekend naar het kunnen van het corps. De
heer De Hoogh, wien het niet aan enthousi
asme ontbreekt, dirigeert stroef, wat in
de wals „Gold und Silber" het meest tot uit
drukking kwam, welke introductie er boven
dien niet vlekkeloos uitkwam.
In no. 2, de ouverture „During the Battle",
van den veelschrijver Gaadenne, nog een con
coursnummer van vroeger, was wel het krijgs
haftige en triomfale karakter aanwe
zig, welke in de Coda haar climax vond,
maar het groote koper domineerde wel eens
te veel, waardoor de melodische lijn in de
verdrukking kwam. Dat was oorzaak dat het
mooie middendeel dezer ouverture niet altijd
verstaanbaar was. (Werkelijk, 4 trombones
zijn te veel voor deze bezetting). De melodiën
uit Weber's opera „Der Freichütz", in een
bewerking van M. J. H. Kesels, stelde geen
hooge eischen. Het was muziek die men aan
kon en de solisten waren baas over hun
zenuwen; het bekende Jagerskoor werd met
veel gloed gespeeld. Als we het goed hebben
dan was de „Caprice sur 1'opéra Norma" het
eerste nummer waarmede het corps haar
geluk beproefde op een concours; het Duet
was men nog niet verleerd. Met den marsch
,,Le Royal Vainguier", die nog „koninklijker"
had kunnen gespeeld worden, werd het con
cert geopend, om te besluiten met Hall's
pompeuse succesmarsch „Death or Glory",
gevolgd door „De Internationale", waarvan
het trio staande werd gespeeld en aangehoord
en... gebisseerd. De Casino-directie had voor
dit strijdbeeld een passende verlichting ge-
enscèneerd, die het wèl deed.
Dit wat het muzikale gedeelte van den
avond betreft. Het corps heeft haar pro
gramma met toewijding gespeeld; er viel
veel goeds in de reproductie der diverse
nummers te waardeeren en met den heer
De Hoogh als leider zien we ons Fanfare
corps binnen afzienbaren tijd haar ouden
roem weer heroveren.
Na de pauze betrad de heer Rusting en zijn
schare het podium, welke een onvervalscht
Nederlandsch programma ten gehoore bracht.
Leo Polak, Keja, Jac. Caro, Krelage en Otto
de Nobel, waren de componisten wier liederen
gezongen werden. Het was een waardig be
sluit van een mooien avond.
Alvorens te eindigen moeten we nog even
gewag maken van het openingswoord van den
voorzitter van het Fanfarecorps, waarin deze
sprak over de precaire materieele positie van
zijn vereeniging. Dringend beval hij het
publiek aan om vooral mede te werken het
aantal donateurs, wat momenteel zeer gering
is, grooter te maken.
Voor deze bijzonder mooie en belangwek
kende film, die Zaterdagmiddag 3 uur in de
Rialto-Bioscoop gegeven wordt vanwege het
Natuurhist. Museum, zijn aan de zaal nog een
aantal kaarten verkrijgbaar.
Deze film, die voor de Cinematografische
Volksuniversiteit in Amsterdam herhaaldelijk
geprolongeerd moest worden, zal ook hier
worden ingeleid door den directeur van de
C.V.U., de heer N. H. Wolf.
Voor allen, die belangstellen in het wondere
leven der dieren in de zee, maar ook voor
hen, die belangstellen in de techniek van het
duiken en het werk enop den bodem der zee,
belooft het een buitengewoon interessante
middag te worden.
Gedipl. Lid v. h. Ned. Genootschap v. Heilgymn. en Massage
^Therapeutische gymnastiek - Mass%je - Hoogtezon worden uitsluitend op medisch advies gegeven.