TARZAN Wij lazen voor DE LAMP Beschadignyjiiietf Radioprogramma EN Pi STIP Vijftien jaar gevangenisstraf opgelegd in de Woestijn i mm©Bm EDGAR RICE BURROUGHS Uit de Pers van heden Kinderbijslag een nieuwe bedrijfsbelasting Dc Echteldsche moordzaak Oud-redacteur van „Het Nationale Dagblad" veroordeeld door Ethel M. Dell OOOR 100. Terwijl zestig ptomen de tempel van Brulor verliéten, om de achtervolging te beginnen, liepen Tarzan, Helen en Herkoef over de bo dem van het Horus Meer. Tenslotte kwamen zij. op een rotsachtig gedeelte, begroeid met vreemde diepzeeplanten en bewoond door griezelige watermonsters. Plotseling kwam er een schepsel aanzwemmen, dat wel wat van een draak had, en dat van plan scheen hen a-n te vallen. Toen de drie kleine mensen de vreselijke klauwen van het ondier met de scherpe nagels zagen en de lange, beweeg lijke staart, die zich in allerlei bochten wrong, voelden zij zich de wanhoop nabij. De wrede ogen van het monster glansden. Zijn gespleten tong kwam uit de grote bek te voorschijn. Opeens sloeg het ondier zijn staart om Helen en zwom weg. Tarzan sprong op. Hij slaagde er nog juist in Helen bij haar enkel te grijpen en trachtte haar vrij te krij gen. Doch de staart klemde zich nog vaster om haar heen. Tarzan klom op den rug van het monster en stak zijn mes enige malen in het koude lichaam van het ondier. Gekweld door de pijn, maar toch niet dodelijk gewond, liet het monster het meisje los en keerde zich nu tegen zijn aanvaller. HANDEL IN TEELTBEWIJZEN VOOR BLOEMBOLLEN. Een inzender schrijft aan het Handels blad: „Destijds werd in uw blad onder het op schrift „Handel in teeltbewijzen voor bloem bollen" zeer terecht gewezen op de uitwas sen, ontstaan doordat verkoopen en verhu ren hiervan door de Ned. Sierteelt-Centrale in de laatste jaren ongelimiteerd werd mo gelijk gemaakt. Terwijl het n.1. eerst sléchts mogelijk was, door aanschaffing van de r.oodige teeltvergunningen het areaal van het plantjaar 1932/'33 vol te planten, kon men later weederom ongelimiteerd uitbrei den, waardoor mede doordat de tus- schenhandel een waar handelsobject in de ze teeltbewijzen zag de prijzen ervan tot fantastische hoogte opliepen. De doorsnee-kweeker profiteert echter in 't gehéél niet daarvan, maar zij wier bedrijf om een of andere rede destijds geliquideerd moest worden en die ter verkrijging van die teeltbewijzen een gedeelte van hun kraam inleverden (ten koste van hun cre diteuren, die daardoor minder uitbetaald kregen) profiteerden nu reeds jaren lang van een hierdoor ontstanen scheeven toe stand. Er zijn er zelfs, die er zonder meer een goed bestaan door kregen. Dat een en ander niet de bedoeling geweest kan zijn van de voor het bloem bollenvak ingestelde maatregelen is alles zins begrijpelijk, maar hoewel er in uw blad destijds dan ook terecht op gewezen werd, dat het voor minister Steenberghe ge makkelijk moet zijn, om een volledig on derzoek er naar in te stellen, werd dit ver moedelijk tot dusver niet gedaan, aangezien van eenig ingrijpen dienaangaande niets te bespeuren is." „GEMUILBAND". Het Nationale Dagblad (N.S.B.) schrijft in verband met de fusie tusschen de Kath. Dem. Partij en de R. Kath. Staatspartij o.m. Mr. Marchant, eens een fel anti-papist, kon als neo-Staatspartijer blijkbaar het best de katholiciteit van de fusie beoor- deelen. Hij verklaarde althans in zijn ad vies aan het bestuur der R.K.S.P. het „voor het katholiek-staatkundig leven van belang te achten, dat de Katholiek-Democratische Partij in de Staatspartij zal opgaan". Blijkbaar mogen de katholieke arbeiders, die hun penningske jarenlang voor hun strijd hebben bijgedragen, weliswaar in de R.K.S.P. treden, maar hun candidaten voor de Provinciale Staten worden met 'n enke le uitzondering op plaatsen weggewerkt waar zij geen kans hebben gekozen te worden. Na de uitlevering der arbeiders worden zij gemuilband. De heer Marchant heeft, aldus de Mussertkrant, zijn rol goed gespeeld. KEN UZELF! De Vereeniging „Nederland in den Vreem de" heeft ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan een prijsvraag uitgeschreven qver ,de tien meest voorkomende misverstanden omtrent Nederland in het buitenland", waarbij dan telkens naast het misverstand de werkelijkheid kort en pakkend moet wor den weergegeven. Het Handelsblad schrijft, er iets voor te gevoelen, daarnaast nog een praijsvraag uit te schrijven over: „De tien meestvoorkomen- de misverstanden b ij onszelf over ons zelf." Een aansporing dus tot het in toe passing brengen van het oude devies uit Delphi: „Ken U zelf!" „Ken u zelf!, zei ik tot iemand, maar hij kon niet; hij was niemand", puntdichtte De Genestet. Tusschen dit negatieve uiterste en de hoogste toppen van zelfoverschatting ligt, aldus het blad, een lange schakeering van tusschenvormen, waarin alle denkbare cock tails van licht en donker, goed, beter, best, minder goed tot onuitstaanbaar, eigenwijs tot na-aap-lustig, individualistisch tot kud- degeestig, verwaand tot verlegen, hoogmoe dig tot pantoffelheldig, gul tot krenterig, dof tig tot hossig, kunstzinnig tot plat-burger- li.jk, voornaam tot banaal, humoristisch tot grof-boertig, moedig tot benepen, enz. enz. voorkomen. Uit deze collectie ware ongetwij feld, met een beetje verantwoorde en onver antwoorde generalisatie een tiental „home made"-misverstandcn op te tellen. Misschien wil de jubileferende vereeniging er een ex tra prijsvraag met Nedcrlandsch fabrikaat voor „home consumption" van maken. Zoo niet, dan bieden wij het denkbeeld aan als gezelschapsspel voor familiefeestjes. „PERSOONSVERGODING IS NIET PARLEMENTAIR". De Nieuwe Rotterd. Crt. wijst op een ar tikeltje dat voorkomt in de bladen van de Neerlandia-pers (r.k.nl. het Dagblad van OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN Noord-Brabant en Zeeland, de Limburger Koerier en de Utrechtsche Crt., waarin de volgende zinsneden voorkomen. Het is niet 'te verdedigen, dat de lijstaan voerder der anti-revolutionairen in 1937 de kiezers niet duidelijk heeft gezegd, wat zij op het stuk der handelspolitiek in de nabije toekomst van hem hadden te verwachten, vooral niet omdat de heer Colijn reeds in 1935, naar hij thans zelf erkent, gekdhen was 'tot andere inzichten dan hij kort tevoren nog had verdedigd. Dit verzwijgen van zijn veranderd inzicht is vooral teleur stellend voor de vele liberalen, die blijk baar in 1937 hun stem op dr. Colijn hebben uitgebracht. Moge men hieruit leeren, dat de keuze naar beginselen bij de stem bus nog altijd veiliger is dan er# persoonsvergoding. die zich niet het wezen van het parlementaire stelsel niet verdraagt, nog afgezien van het feit, dat groote mannen ook men- schen zijn, die soms kapitale fouten maken. Tot zoover de Neerlandia-pers. De Nieu we Rotterd. Crt. (lib.) teekent hierbij aan: Voornaamste is intusschen, dat ook van r.k. zijde wordt erkend, dat de kiezers op punt van de koerswijziging onzer handelspolitiek zijn overrompeld. Daarna is aan de volks vertegenwoordiging hetzelfde lot overko men, in strijd met een uitdrukkelijke toe zegging van regeeringswege. De zuiverheid van onze politieke zeden is een hoog goed, waarom de regeering, de meerderheid in de volksvertegenwoordiging en de politieke partijen zich meer mogen be kommeren dan tot dusverre. Wil ons demo cratische staatsbestel gedragen blijven door een brcede volksovertuiging, dan moeten alle overrompelingen, van welken aard ook, achterwege blijven. Politieke eerlijkheid is, zoo besluit de N. R. Crt. in het staatkun dige verkeer nog steeds de beste pasmunt. Ernstige bezwaren tegen het voor ontwerp. De Amsterdamsche Kamer van Koophan del heeft de Tweede Kamer in een adres verzocht, haar goedkeuring te onthouden aan het ontwerp-kinderbijslagwet. Adressante motiveert haar verzoek o.m. als volgt: Als doel van het wetsontwerp wordt gesteld een meer rechtvaardige ver deeling van het totale bedrag, dat wordt verloond. Wat in werkelijkheid echter ge beurt, is, dat het totale door het bedrijfsle ven uit te betalen loonbedrag wordt ver hoogd met vermoedelijk aanvankelijk on geveer 1 procent, terwijl de aldus geheven toeslag aan de kinderrijke gezinnen wordt uitbetaald. Daarmede verliest het ontwerp het karakter van een gewijzigde ver deeling van het loon en wordt het een nieuwe heffing op het bedrijfsle ven. De K. v. K. besluit, dat de bevolking al leen maar de zware lasten, welke haar in dezen tijd noodzakelijkerwijze moeten wor den opgelegd, kan dragen, indien het be drijfsleven als bron van een belangrijk deel van het nationale inkomen,, zich on belemmerd kan ontwikkelen. Ontkentenis baat verdachte niet. Gistermorgen heeft de rechtbank te Arn hem uitspraak gedaan in de zaak tegen den dertigjarigen werkloozen arbeider uit Ech- teld, die op 21 Januari j.1. terecht stond als verdacht van doodslag op de 43-jarige mej. van Hattum uit Echteld en van diefstal van een hoeveelheid geld, toebehoorende aan den broer van het slachtoffer. Zooals men zich herinneren zal, ontkende de verdachte hij de openbare behandeling met groote beslistheid schuldig te zijn aan den moord, dien hij bij het vooronderzoek volledig bekend had en die nu volgons zijn verklaringen een dag na den door hemzelf wel gepleegdcn diefstal zou hebben plaats gehad. Ondanks deze ontkennende verkla ringen van verdachte, deelde de rechtbank de zienswijze van den of ficier van Justitie, dat verdachte schuldig was aan doodslag en dief stal beide en veroordeelde hem daar om tot een gevangenisstraf van vijf tien jaar met aftrek van ruim acht maanden preventieve hechtenis. De eisch luidde levenslang. Wegens beleediging van de Jo den. De Iïaagsche rechtbank veroordeelde gis teren den 47-jarigen E. J. R„ oud-redacteur van „het Nationale Dagblad", onder wiens verantwoordelijkheid in het nummer van 15 October j.1. van dat blad, twee artikelen verschenen, welke beleedigend geacht wer den voor de volksgroep van Nederlandschc Joden, tot een geldboete van f 200 subs. 100 dagen hechtenis. Het O. M. had een geldboete van f 800. en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden gcëischt. DONDERDAG 16 FEBRUARI 1939, Hilversum I, 1875 en 801.5 m. AVRO-Uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Bericht.)', 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl.). 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Omroeporkest en solisten. (11.3011.55 Declamatie en 12.15 Bericht.) 12.30 AVRO-Amusementsorkest. I.15 Het AVRO-Aeolian-orkest. 2.00 Voor de vrouw. 2.30 Altvioolvoordracht. 3.00 Cursussen voor de vrouw, 3.45 Gramofoonmuziek. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 De Twilight Serenaders .(opn.j. 5.00 Week-kaleidoscoop. 4.25 Gelukwenschen 5.30 AVRO-Amusementsorkest. 6.10 Orgelspel. 6.25 Berichten. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 De AVRO-Dance Band. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP, Radiojournaal, mede? deelingen. 8.20 Concertgebouw-orkest en solist. 10.30 Disconieuws. II.00 Berichten ANP, hierna: Het Renova« kwintet (opn.). 11.4012.00 Gramofoonmuziek, Hilversum n, 415.5 m. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO, 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.15 Ber.)', 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje, 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest. (1.001.20 Gramofooih muziek). 2.00 Handwerkuurtje. 3.00 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek 5.00 Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Het Rotterdamsch Pianokwartet en gr. muz.). 6.30 Berichten, gramofoonmuziek. 6.45 Causerie „Zeemansherinneringen.", 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, Herhaling SOS- Berich ten. 8.15 Orgelspel. 9.00 lauserie „Zondig zwijgen". 9.30 Amsterdamsch salon-orkest. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10,30 Vervolg concert. (10.4511.00 Gymnastiekles). 11.30 Gramofoonmuziek. cr. 11.5012.00 Schriftlezing, Feuilleton 54. Met een vreugdekreet keek ze om en sprong op Everard tegemoet. Hij zag er in het vroege morgenlicht heel slecht uit, maar hij glimlachte tegen haar, zoo- als zij het nog nooit had gezien en bukte en kuste haar teeder als nooit te voren. „Stella heeft me verteld dat je je gisteren zoo dapper hebt gedragen", zei hij. „Wat? Ik? Wanneer dan?" Tessa sperde de blauwe oogen wijd open. „O, ik was alleen maar woedend! Maar die lieve tante Stella is geschrokken." Hij klopte haar op den schouder. „Maar je hebt je best gedaan om voor haar te zorgen en daarvoor ben ik je dankbaar," zei hij. Tessa hing aan zijn arm. „Ik zou wel graag willen komen om altijd op haar te passen!" zei ze eenigszins droevig. „Ik kan best worden gemist, oom Everard. Ik ben heusch niet meer zoo ondeugend als ik vroeger was." Hij glimlachte bij die woorden, maar gaf geen antwoord. „Waar is Scooter?" vroeg hij. Ze maakten een poosje jacht op hem, maar lieten het eindelijk aan Peter over om hem op te zoeken, want mevrouw Ralston kwam zachtjes op de veranda met de baby in haar armen en plotseling waren Tessa's gedachten geheel bij den nieuwen wereldburger. Ze had nog nooit zooiets kleins, zooiets roods en toch zooiets moois gezien. Bernard liet zijn ontbijt in den steek en voegde zich bij de bewonderaars en toen een oogenblik later de dokter kwam, stond hij triomfantelijk met het witte pakje in de armen waarvoor hij in stomme verbazing was. Hij wist, hoe hij de baby moest vasthouden en was trotsch op die bekwaamheid. Maar eerst twee dagen later, werd hij bij de moeder toegelaten. Het was op 't kantje af geweest en ze was nog ontzettend zwak. Maar toen ze hoorde, dat haar schoonbroer er was, drong zij er op aan hem te zien. Everard bracht hem bij haar, maar voor het eerst stuurde zij hem weg toen de voorstelling was afgeloopen. „We schieten beter samen op als we alleen zijn," zei ze glimlachend. „Kom later maar ierug." Everard ging dus heen en Bernard kwam naast haar zitten en hield haar hanc' vast. „Dat is prettig!" zei ze, het gelaat naar hem toekeerende. „Ik heb al naar je verlangd, sedert Everard voor het eerst met mij over je gesproken heeft." Hij boog zich glimlachend over haar heen en kuste haar de dunne vingers die hij vast hield. „Dan was dat verlangen wederkeerig," zei hij. „Dank u," Stella's oogen waren op zijn ge laat gericht en eenigszins aarzelend zei ze: „Ik was bang dat je misschien denken zoudt, als je Everard zag, dat zijn huwelijk hem geen goed had gedaan." Bernard keek haar met zijn vriendelijke, blauwe oogen glimlachend aan. „Neen, dat zou ik niet hebben gedacht," zei hij, „maar ik zie natuurlijk wel, dat hij ver anderd is, hij wordt veel te gauw oud. Hoe komt dat? Overwerkt hij zich?" „Ik weet 't niet," ze sprak nog eenigszins aarzelend, „ik geloof dat 't grootendeels angst is." „Ah!" Bernard's hand drukte de hare vaster „Hij is, dunkt me, niet de eenige mensch die daaraan lijdt, geloof ik." Ze glimlachte eenigszins verlegen. „Ja, ik moest niet tobben, dat is verkeerd, is 't niet?" ,,'t Is onnoodig, zei hij, „en 't is een sta in den weg om vooruit te komen. Maar als de zaken niet gaan zooals we wenschen, is het moeilijk om het niet te doen. We moeten al een heel stevig houvast hebben aan ons geloof, en zelfs dan..." „Ja, zelfs dan?" zei Stella met trillende lip pen. „Als iemand dien v.e liefhebben in gevaar is, hoe kunnen we dan niet angstig zijn?" „We zijn allen in dezelfde hoede," zei Ber nard vriendelijk, „ik geloof, dat het wel de moeite waard is daaraan te denken. We kunnen onszelf wel aan God toevertrouwen, en moeten ook hen die we liefhebben onder Zijn hoede kunnen stellen." Stella's ^C'gen stonden vol tranen. „Ik ben bang dat ik Hem niet genoeg ken, om zóó op Hem te vertrouwen," zei ze. „Lieve kind,' zei Bernard, „alleen door ge loof kun je tot kennis komen. Je moet ver trouwen zonder beslist te kennen. Kennis, dat is innerlijke verzekerdheid, komt later, altijd later. Je kunt het jezelf niet geven. Je kunt er alleen om bidden en je ervoor openstellen." Ze drukte hem de hand. „Ik zou weieens willen weten," zei ze, of je ooit geweten hebt, wat het is in de duisternis te wandelen." Bernard glimlachte. „Ja, ik heb in mijn tijd diep genoeg in de modder geploeterd en dan kun je maar één ding doen, weet je, volhouden tot het licht komt. Wanneer het licht eindelijk in de woestijn schijnt, kom je tot de ontdekking, dat je niet zoo ver van het pad bent afge dwaald, als je maar volhoudt, dat is het voor naamste wat men onthouden moet. „Ach!" zuchtte Stella, „ik geloof dat je me veel zult kunnen belpen!" „Ik wil het graag probeeren," zei Bernard. Ze schudde 't hoofd. „Neen, nu niet, nog niet! Ik heb je nu nog noodig om voor mg op Everard te passen." „Kan die niet op zichzelf passen?" vroeg Bernard, „ik dacht dat ik hem geleerd had op eigen beenen te staan." „O, dat is het niet," zei ze. ,,'t Is... 't is... Indië!" Hij ging dichter bij haar zitten en de glim lach was van zijn gelaat verdwenen. - „Dat dacht ik wel," zei hij. „Je behoeft niet bang te zijn, je tegen mij uit te spreken. Ik ben de bescheidenheid zelf, vooral wanneer het hem betreft. Wat heeft Indië hem ge daan?" Met een onmerkbare beweging beduidde ze hem nog dichterbij te komen. Haar gelaat was doodsbleek, maar haar oogen schitterden. „Maak dat we niet gestoord worden," fluisterde ze, „en ik zal je alles vertellen wat ik weet." HOOFDSTUK IV De slang in de woestijn. Het bataljon werd voor de wintermaanden naar Kurrumpore overgeplaatst, naar het heette om veldoefeningen te houden, maar er werd ook gefluisterd, dat die overplaatsing 'n diepere beteekenis had. Markestan, dat uiter lijk kalm en goedgezind was, genoot nu niet het groote vertrouwen der Regeering, zeide men, ofschoon officieel niemand eenig gevaar duchtte. Met zeer gemengde gevoelens keerde Stella ongeveer drie maanden na de geboorte van haar kindje, naar „De Groene Bungalow" terug. In dien tjjd was ze veel samen geweest met haar schoonbroer, wien de ongemakken aan de reis verbonden, niet hadden weerhou den om meermalen heen en terug naar Bhul- wana te gaan. Zij ware dikke vrienden ge worden en Stella was hem zoo langzamerhand gaan beschouwen als een beschermer en ver- dedigei van Everard, tegen de talrijke gevaren die hem bedreigden, ofschoon ze niet had kun nen zeggen waarom. Hij had met Peter's hulp de bungalow voor haar ontvangst in gereedheid gebracht. Zij had m al dat warme, natte weer voortdurend leeg gestaan. Het erf was met gras en onkruid be groeid en de bungalow zelf, zat op sommige plaatsen dik onder den schimmel. Maar toen Stella kwam, waren de meest zichtbare kenteekenen van verwaarloozing zoo veel mogelijk verwijderd. Alles was geschrobd en schoongemaakt. De wilde rozen waren weer langs de veranda geleid en overal waren nieuwe matten gelegd. De tuin was nog wel een wildernis, maar Bernard verklaarde, dat dit binnen enkele we ken in orde zou zijn. Het was grappig om te zien hoe hij, die toch heel weinig bekend was met inlanders en hun gewoonten, alles van hen kon gedaan krijgen. Peter de Groote glim lachte altijd, wanneer hij hem het een of ander opdroeg en al de andere bedienden schenen denzelfden eerbied te gevoelen voor den dikken Sahib met de blauwe oogen, die nooit boos of ongeduldig werd, maar wien niemand het ooit in 't hoofd zou krijgen on gehoorzaam te zijn. Tommy mocht hem ook graag lijden. Hij zei gewoonlijk, dat hij de aardigste kerel was, dien hij ooit had ontmoet. Tusschen hem en zijn schoonbroer scheen een scheidsmuur ge rezen die, hoeveel moeite hij er zich ook voor gaf, 't onmogelijk maakte op den ouden, ver- trouwelijken voet met hem voort te gaan. Bernard was, om zoo te zeggen, de schakel tusschen hen. Vreemd genoeg, waren ze altijd vertrouwelijker in zijn bijzijn, dan wanneer ze met hun beiden waren. Ze hadden dan minder het gevoel, dat er onderwerpen wa ren, die niet aangeroerd, en grenzen, die niet overschreden mochten worden. Hoe hij ook zijn best deed, Tommy kon dien avond in de cantine maar niet vergeten; de historische gebeurtenis, zooals hg geksche rend had gezegd, toen, alsof er een helsche geest aan 't werk was, zijn held van zijn voetstuk was gevallen. Hg had getracht het diep in zijn hart te begraven en uit zijn her innering weg te wisschen. maar het kwaad had te diep wortel geschoten en tierde welig- Het kwam telkens boven en liet zich niet wegduwen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 8