N Wij lazen voor U DE LAMP 113 DE 1 WEH!©B»EN STAD Economisch anti semietisme M PROGRAMMA Uit de Pers van heden in de Woestijn j EDGAR RICE j BURROUGHS door Ethel M. Dell DOOR 102. Door hun goed geste».ite geleid, bereikten zij veilig de andere oever van het meer. Helen en Herkoef waren uijna aan het einde van hun krachten. Tarzan, ri~ en onvermoeid, hielp hen aan land komen. Dsar deden zij de benauwde helmen van het hoofd. Helen uitte. een kreet van b'ijdschap, toen zij Tarzan her kende. „Ik moest toch begrepen hebben, dat U het was!" riep ze uit. „Want wie anders dan U zou hebben kunnen doen, wat U hebt gedaan?" Zonder haar te antwoorden wees Tarzan naar een kloof in de nabijheid. ,,U en ik zullen daar zolang in wachten, totdat Her koef de boot gevonden heeft, die hij weet, dat aan de kust verborgen moet liggen". Maar Herkoef kwam spoedig terug met het slechte nieuws, dat de boot, wa- rop hij had gerekend, verdwenen was. Tarzan wachtte, totdat het avond was geworden toen deelde hij hun mede dat hij het meer over wil 1e zwemmen en een boot weghalen van de kade van Athair. Helen en Herkoef trachtten hem van dit voor nemen af te brengen, doch Tarzan sprong in het water en zwom met snelle, krachtige slagen naar de Verboden Stad. Halverwege zag hij plotseling het licht voor zich van een galei. Even later had de bark zijn koers ver anderd en kwam naar hem toe. Tarzan be greep, dat hij ontdekt was! Tot zoover Dr. Bender in zijn beschou wing, waarachter de Maasbode in een na schrift o.m. opmerkt: Wij zouden aan het betoog van onzen me dewerker nog dit willen toevoegen, dat de joden, die meenen in geweten verplicht te zijn, het neomalt.husianisme te propageeren, hun geweten wel het allerminst hebben ge vormd volgens de Joodsche beginselen, die zich juist tegen geboortebeperking verzet ten. Ook Joodsche patentrechten ko men in Arische handen. Het Nachrichtenbüro deutscher Zeitungs- verleger publiceert een aantal bijzonderhe den over de wijze, waarop naar Duitsch in zicht de Joden op de meest economische wijze van het hun nog overgebleven ver mogen kunnen worden beroofd. Daaruit blijkt, dat op grond van een verordening van den Rijksminister v. Financiën de ont- joodsching van bezittingen onder dwang kan worden uitgevoerd Voorloopig echter zal deze gedwongen ontjoodsching alleen wor den toegepast op bedrijven in groothandel en industrie, nadat zij reeds is uitgevoerd in den kleinhandel, het marktwezen en de handwerksbedrijven. Nadrukkelijk is be paald, dat de overgang van gronden, die niet voor land- of boschbouw worden ge bruikt, thans nog niet mag plaats vinden. Overeenkomstig de aanwijzingen van den gevolmachtigde voor het vierjarenplan mag men hiermede pas een begin maken wan neer de ontjoodsching van groothandel en industrie een feit is geworden. Het klinkt als een tegemoetkoming, dat Joodsche instellingen van maatschappelijk werk en ondersteuning niet zuljpn worden geariseerd. De reden van deze schijnbare verzachting is gelegen in het feit, dat deze instellingen bij de emigratie der Joden be hulpzaam zijn, en deze emigratie aldus de verordening is nu juist het doel van alle „afweermaatregelen" van de nat. sac. staat tegen het Jodendom. Zoo gaarne men echter zegt, de Joden te zien vertrekken, zoo weinig afkeer toont men ook van alle waardevolle bezittingen der Joden. In dit verband is nauwkeurig vastgesteld, dat belangrijke patenten en soortgelijke industrieele rechten in handen der niet-Joden zullen moeen overgaan. De economische inslag van het Duitsche antisemietisme treedt met den dag duide lijker op de voorgrond. RADIO ZATERDAG 18 FEBRUARI 1939. Hilversum I, 1875 en 301.5 m. VARA-Uitzending. 10.00 v.m. en 7.308.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Bericht.). 2.00 Causerie over de Nederlandsche Vereen. van Mobilisatie-slachtoffers. 2,15 Pianovoordracht. 2.45 Gramofoonmuziek. 3.00 Reportage. 3.30 Het Residentie-orkest en solist. 4.30 Esperanto-uitzending. 4.50 De Arbeiders-Zangvereen. „De Volks stem" en solisten, (opn.). 5.35 -Filmland. 6.00 De Ramblers. 6.28 Berichten. 6.30 Friesche uitzending. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Causer.e „Nederlanders in Amerika". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.20 VARA-orkest en solist. 9.00 Gramofoonmuziek. 9.15 En nu... Oké. 10.30 Berichten ANP. 10.40 De Kilima Hawaiiam, en solist. 11.00 „De Wielewaal". 11.30 De Ramblers. 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H, 415.5 m. KRO-Uitzending. t 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.15 Ber.). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest. (1.001.20 Gramofoonmu ziek). 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.00 T'RO-Melodisten en solist. (4.304.45 Gramofoonmuziek). 5.30 Esperantonieuws. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Literaire causerie. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichi.en ANP. Mededeelingen. 8.15 Meditatie met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Filmpraatje. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. „GELIJKSCHAKELING". In verband met de fusie tusschen Kath. Dem. Partij en R.K. Staatspartij schrijft de Avondpost (chr. lib.) o.m.: Zoo zal de Staatspartij dus de oppositie, die tot dusver tegen haar, doch buiten haar werd gevoerd, in eigen midden opnemen, onder de schoone leus der eenheid van alle katholieken. „Eenheid"! En toch gelooven wij, dat het Bestuur der Staatspartij wel weet, wat het doet. Zoo op het oog moge het schijnen, dat het Paard van Troje wordt binnengehaald, in gedach ten zien wij al den glimlach, waarmee de Auguren der Staatspartij elkander zullen verstaan. Want, eenmaal in dè moeder-partij teruggekeerd, zullen de politiek en de oppo sitie der „katholiek-democraten" even spoe dig en even radicaal versmelten, als dit met zoovele opposities het geval is geweest; dan zal het godsdienstige motief, dan zal de kerkelijke tucht de staatkun- kundige verschillen overpleisteren; dan zal de „eenheid" (zegge en her- zegge: de eenheid) zijn bereikt. En aldus zal, zoo besluit het blad, wijlen de Katholiek-Democratische Volkspartij er varen dat er gelijkschakeling is, ook buiten het nationaal-socialisme. NA DEN WEDSTRIJD: TWEE GLAASJES MET EEN ZALMSCHELPIE. In het Be Quick-Orgaan komt een enquête voor inzake het huidige voetbal-amateuris- nie, waaraan we het volgende ontleenen: „Ook Puck van Heel en Leen Vente wer den bereid gevonden hun meening voor ons orgaan naar voren te brengen. V. Het amateurisme is niet vol te hou den; laten ze dat morgen aan den dag maar schrappen. v. H. Beter nog vandaag dan morgen, over vier jaar is 't beroepsspel er toch. V. Weet U wat de N.V. (stadion Feijen- oord) dit jaar verdiend heeft? f 100.000 me neer of om precies te wezen f 103.000. En wie schopt dat bij elkaar. En wat dacht U dat wij krijgen na een wedstrijd? Twee glaasjes bier met een zalmschelpie. v. H. En als je dat nou eens vergelijkt met de N.V. Weet U wat de Arsenaal-lui krijgen als ze tegen ons gespeeld hebben? f 100 meneer; en wat krijgen wij. Dacht U dat wij dat geld ook niet kunnen gebrui ken. Vraag van interviewer: Is er niet een com missie van, naar ik meen, 5 leden, die de amateurs-bepalingen gaat bestudeeren? V. Larie, dat is om de zaak aan de lijn te houden. Die lui zwammen maar doen niets. v. H. Er begint wel al verandering te ko men, loonderving is nu toegestaan. V. Maar hier moet je dit zien. En dan moet U dat bovenste papiertje eens goed lezen. Dit stukkie moet door de sta tionschef geteekend worden. v. H. Zoo worden de spelers nu behandeld en de lui die aan 't roer staan en in geen jaren een bai geraakt hebben, krijgen een salaris waar je van watertandt. V. Laten ze het beroepsspel maar gauw invoeren. We kunnen het best gebruiken. We zijn allemaal maar gewone jongens. En je doet er toch ook wat voor. Verdorie je moet er wat voor doen tegenwoordig. v. H. Je kunt de tegenwoordige wedstrij den toch niet voor je genoegen noemen. En dan spreken we nog niet over de training. V. Als U nog meer weten wil, dan komt U Zondag maar bij ons in 't stadion." „COLIJN IS DE STERKSTE". Dr. Colijn heeft dezer dagen gezegd, dat de regeering uit het plan-Westhoff ter be strijding der werkloosheid die werken zal kiezen, die zij financieel en economisch ver antwoord acht. Het Volk- (s.d.a.p.) schrijft nu: Elk stukje werkverschaffing, dat in de toe komst zal worden aangepakt, zal gelden als het uitvoering geven aan het plan-Westhoff. Doch dat is het plan-Westhoff niet! Het plan-Westhoff herinnert in zijn deskundige zakelijke beschouwingen en plannen te veel aan het Plan van den Arbcidl Dat bevalt den minister-president niet. En het katholieke deel van de regeerings- coalitie? De krachtige, doortastende minis ter Romme van de „Volkskrant"? Zij zwijgen stil. Werkloosheidsbestrijding is, aldus het arbeidersdagblad, belangrijk de coalitie is hun echter dierbaarder en Colijn is de sterkste. MAASBODE WAARSCHUWT WEDEROM DE JODEN. De Maasbode (r.k.) heeft onlangs de Joden „in hun eigen belang" (zooals het blad schrijft) „gewaarschuwd tegen de in verhou ding tot hun getalsterkte verbazingwekkende groote deelneming aan de propaganda voor het neo-malthusianisme". Het Nieuw-Israëlitisch Weekblad reageer de op deze waarschuwing o.m. met de vraag: „Maar als nu een Jood stelling neemt, dat 't landsbelang geboortebeperking eisclit?" Naar aanleiding van deze vraag waar schuwt diV L. Bender O.P., thans in een uitvoerig artikel in de Maasbode de Joden opnieuw. Dr. Bender schrijft o.m.: Als dan wat die joden meenen te moeten doen, in strijd komt met de hoogste, edel ste, en heiligste, geestelijke en stoffelijke belangen van het Nederlandsche volk; als wat die joden meenen te moeten doen, een zoo belangrijk volksgoed als het huwelijks leven en het familieleven bedreigt en reeds geweldige schade doet, dan hebben wij het volste recht hun dit met alle geoorloofde middelen te beletten. Evenals de joden zich niet laten berooven en verjagen zonder de te genweer, waartoe zij in staat zijn, omdat anderen meenen dat dit volks belang is; evenals de Spanjaarden niet verplicht waren hun beste bur gers, leeken, priesters en kloosterlin gen te laten afslachten en hun gods dienst te laten vernietigen, omdat een groep communisten en anar chisten meende, dat dit landsbelang is, evenmin zijn wij verplicht zonder tegenweer toe te laten, dat een groep waarin de joden een grooten invloed hebben, onze hoogste volksbelangen schaadt en vernietigt, omdat sommi ge joden meenen dat dit landsbe lang is. Het dwalend geweten van een ander mo ge soms medelijden verdienen, het ont neemt mij noch wien ook de bevoegdheid eigen rechten en goederen met alle geoor loofde middelen te besehermen. Dit geldt natuurlijk niet voor de joden al leen, maar voor iedereen. Terecht echter wees de Maasbode er, al dus de schrijver, den joden zelf op, dat zij speciale redenen hebben om voorzichtig te zijn. Deze waarschuwing, goed bedoeld, blijft voor de joden van groote beteekenis. Hoe meer joden allerlei dingen doen, die ons volk in zijn geheel te genstaan en de gerechtvaardigde algemeene afschuw en verontwaar diging opwekken en gaande houden, des te grooter wordt het gevaar, dat hun weer nieuwe ellende dreigt. De ze waarschuwing heeft met anti semitisme niets te maken; zij is veeleer een uiting van het tegendeel. Feuilleton 56. Maar Mary had zich met groote beslistheid tegen dat plan verzet en na een verdrietige bui had Netta toegegeven. Ze was er niet zoo bijzonder op gesteld, om bij de Ralstons te blijven. Mary was natuurlijk een goede ziel, maar had de neiging om zich met alles te bemoeien en nu de levenslust bij Netta terug keerde, voelde ze ook weer grooten lust haar eigen weg te gaan. De bungalow der Ralstons stond echter in de onmiddellijke nabijheid van de Club en in verband daarmede stemde ze erin toe bij hen haar intrek te nemen. Haar tijd van afzonde ring was nu voorbij. Ze scheen nu buiten gewone behoefte te hebben aan afleiding en opwinding en was tegelijkertijd tartend en uitdagend, een houding, die zij sedert den dood van haar echtgenoot had aangenomen. Ze had haar tong nooit bijzonder in toom gehouden, maar nu werd die inderdaad giftig. Ze scheen een hekel te hebben aan de heele wereld. Tessa ging evenals vroeger met haar ge liefde Scooter haar eigen weg en bracht haar meesten tijd door in „De Groene Bungalow", waar altijd iemand was, die haar welkom heette. Op zekeren dag kwam ze daar zeer ver ontwaardigd aan, met Scooter, die zich, als gewoonlijk, aan haar haren vasthield en voort durend pogingen in het werk stelde om weg te komen. Als een wervelwind kwam zjj de kamer in, waar Stella met de baby voor het open raam zat. „Tante Stella!" riep ze buiten adem. „Moeder zegt dat zij zeker weet, dat u en oom Everard dit jaar niet naar de Officiers- picnic te Khanmulla zullen gaan. Maar dat is niet waar! Is 't wel tante Stella? U gaat toch en dan mag ik toch met u mee?" De officiers-picnic te Khanmulla! Die woorden riepen tallooze herinneringen bij Stella waker. Ze keek vriendelijk glimlachend naar Tessa, maar zag haar niet. Ze stond weer in het maanlicht, luisterend naar de tred van een man achter haar wachtende wachtende met kloppend hart naar het geluid van zijn rustige stem. Tessa kwam dichterbij en keek haar na denkend aan. „Tante Stella,' zei ze... „maar dat was niet alles, wat moeder zei. Ze maakte me heel erg boos. Zal ik eens vertellen, wilt u weten, waarom?" Stella staarde niet langer voor zich uit. Ze keek naar het kind. Een zekere angst maakte zich van haar meester en een instinct van zelfbehoud deed haar antwoorden: „Tessalief ik heb met al die praatjes niets noodig." „O, maar het zijn geen praatjes!" zei Tessa. ,,'t Is veel erger. En ik zal het u vertellen, omdat ik geloof dat het beter is. Ze zei dat iedereen zei: dat oom Everard niet naar de picnic ging, omdat hij de menschen niet meer durfde aankijken. En toen heb ik gezegd dat het niet waar was!" Tessa sprak met grooten nadruk en keek toen Stella aan .„'t Is niet waar lievert! 't Is niet waar hè?" Everard zich schamen! Everard de men schen niet durven aanzien! Stella vouwde on willekeurig de handen boven haar slapende baby. Haar eigen stem klonk haar vreemd in de ooren toen ze antwoordde: „Waarom zou oom Everard dat niet durven doen?" Tessa keek haar met haar donkere oogen geheimzinnig aan en drong zich als bescher mend tegen haar aan. „Lieveling! Ze zei vreeselijke dingen. Maar daar was niets van waar. En ze zou dat niet hebben durven zeggen; als oom Everard er bij was geweest. En dat heb ik haar gezegd." Stella sloeg nu een arm om het kleine meisje. „Vertel me nu maar, wat ze gezegd heeft, Tessa, want ik geloof nu mét je, dat het beter is dat ik het weet.' Tessa liet Scooter loopen om dichter bij Stella te kunnen kruipen. „Ze vertellen wat van zijn met verlof gaan, juist even nadat u met kapitein Dacre getrouwd bent, en hoe hij toen zei dat hij naar Engeland ging... en niet daarheen ging en hoe... hoe... Plotseling zweeg Tessa. „Dat is uitgekomen op dien avond in de cantine," besloot ze. Een flauwen glimlach speelde om Stella's lippen. „Maar dat wist ik wel, Tessa-lief," zei ze, „Dat heeft hij mij zelf verteld. Is dat alles?" „Wist u dat!" Tessa's oogen schitterden van vreugde. „O, maar vertel haar dan wat hij toen heeft gedaan, dan kunnen ze ophouden met haar praatjes. Mevrouw Burton is ermee begonnen. Hè, ik heb zoo'n hekel aan haar!" „Ik kan haar niet vertellen wat hij toen gedaan heeft!" zei Stella en ze was weer uiterst ontmoedigd. „Kunt u dat niet! O!" Teleurstelling sprak uit Tessa's stem. „O, maar misschien kan hij het wel!" liet ze er peinzend op volgen. „Als hij eens wist wat een beesten ze zijn. Zal ik 't hem vragen, tante Stella?' „Vertel me eerst maar eens wat ze-zeggen," hernam Stella, besloten zich in het onvermijde lijke te schikken. Tessa keek haar een oogenblik aarzelend aan. 't Leek haar veel gemakkelijker om het aan Monck zelf te vertellen dan aan Stella. Maar toch had zij het gevoel dat zij het zeg gen en Stella het weten moest. „Ik heb altijd een hekel gehad aan majoor Burton," begon ze. „Ik weet wel, dat hij het 't eerst in de wereld heeft gebracht. Hij zei, en nu zeggen ze het allemaal, dat het wel toevallig is, dat het verlof van oom Everard, dat hij, zooals hij zeide, in Engeland zou door brengen, juist viel in denzelfden tijd dat kapitein Dacre in de bergen werd vermoord en dat een leelijke man, Rustam Karin, die oom Everard kent en die in de toko woont, tezelfder tijd afwezig was. En ze denken, of misschien hij, die oude man... misschien iets heeft uit te staan met den dood van kapitein Dacre... en dat... oom Everard daar mis schien iets van zou weten. Zoo zeggen ze 't, tante Stella. Moeder zei het om mij te plagen, maar dat zeggen ze Ze zweeg en drukte Stella's hand stevig tegen haar onstuimig kloppend hartje en toen heerschte er een oogenblik stilte, een diepe stilte, die iets benauwends had. Tessa bewoog zich eindelijk, omdat ze het niet langer kon uithouden en keek half ang stig Stella aan. Ze zou niet hehben kunnen zeggen wat ze verwacht had te zien, maar ze was blijkbaar heel dankbaar toen dat mooie gelaat, hoewel doodsbleek, haar vriendelijk glimlachend aankeek. Stella kuste haar en zond haar weg. „Ik dank je wel, dat je m(j dit hebt verteld, lieveling!" zei ze vriendelijk, ,,'t Is eigenlijk maar goed, dat ik weet wat de menschen zeggen, ofschoon het allemaal praatjes zijn, niets dan praatjes. „Ga nu maar gauw Scoo ter zoeken, kindlief," zei ze, „en zet je al die nonsens uit je kleine bolletje. Ik moet baby nu naar Ayah brengen. Straks zullen we samen een mooi sprookje lezen en een beetje spelen." Hoewel nog niet geheel op haar gemak, ging Tessa eenigzsins gerustgesteld heen. Met haar gevoelig hartje was ze overtuigd, dat er iets niet in orde was, want haar groote vriendin had haar nog nooit zoo weggezon den. Het was alsof ze bang was dat Tessa teveel zou zien of raden. Stella bracht haar kind bij ae Ayah en sloot zich toen op in haar eigen kamer, waar ze geruimen tijd bleef toeven in sombere ge dachten verdiept, het hart vol kommer en twijfel. Hij had haar liefgehad voor haar hu welijk. Hij had hun verbintenis Kismet ge noemd. Hij oefende een zonderlinge, bijna bo vennatuurlijke macht op de inlanders uit. En daar was Rustam Karin, dien zij reeds ge- ruimen tijd ervan had verdacht medeplichtig of schuldig te zijn aan Ralph Dacre's dood... de slang in het paradijs... de slang in de woestijn eveneens, die zich naar 't haar scheen, ook kronkelde om haar hart. HOOFDSTUK V. V rouwenmanier. Drie dagen later kwam Tommy opgewon den thuis van het poloveld met de mededee- ling, dat de moordenaar van kapitein Ermsted was gevat. „Daarvan komt Everard de naam toe," zei hij, terwijl hij zich naast Stella op een stoel liet neervallen. „De kerel werd te Khanmulla gepakt. Barnes heeft hem gearresteerd, maar hij zegt dat daar Everhard de eer van toe komt. Die kerel zal natuurlijk worden gehan gen. Dat zal een opzienbarend proces worden, want, naar men zegt, zat de Radjah daar ach ter. Hij is op 't oogenblik natuurlijk zoo mak als een lammetje. Ik zag hem in de Club Hij zwierf, als gewoonlijk, om mevrouw Ermsted heen en zij moedigde hem flink aan. Dat mensch is bepaald bespottelijk verliefd, 't Zal me verwonderen, of ze niet op zekeren dag wreed uit haar droom wordt wakker geschud. Neem me niet kwalijk, mijnheer, zei u iets?" Hij wendde zich plotseling tot Bernard die dicht bij hem zat. „Ik vraag me alleen af, in welk opzicht Everard iets heeft bijgedragen tot de ge vangenneming van deze allerbeminnelijkste persoonlijkheid!" merkte de oudere Monck op, glimlachend over Tommy's opgewondenheid. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7