5000 meter hoogte Uw Zenuwen &tndknieuuxA ^el dteAq&ant Hae&d&ui naak De weerberichtendienst op vliegkamp „De Kooy" A' Jr h Pk ïïlakineAekiMen Dinsdag 21 Februari 1939 Tweede Blad Waarom Dries 2 „pijpies" verloor.*. A, CD (D [Q GOGD CP [D CDCD CO [3 QU OuQ CD DRUKKERIJ DE BOER IVüjnhardt's Zenuwtabletten Gasverstikking 1 W- Pollf Burgerlijke Stand van Den Helder Loterij Helder's Mannenkoor De andere kant van de bewapening Langs de straat De wittebroodsweken van Adam en Eva De Bilt seint: Hagel- en sneeuwbuien kans op..g In liet bekende maandblad „Contact" troffen wjj een artikel aan van de hand van Joh. C. Mulders, die eenigen tijd geleden in de gelegenheid was op vlieg kamp „De Kooy" een tocht met een der jagers mede te maken. Het was een der tochten die dagelijks gemaakt worden in verband met het meteorologische werk, dat ook hier plaatsvindt en waar door het vliegkamp een schakel vormt 1 in de groote keten, die de Bilt aan zijn gegevens helpt voor het weerbericht. Wij vonden het artikel zop aardig, dat wij meenden het niet aan onze lezers te mogen onthouden. Zeven uur in den morgen, 't Is nog kil op 't vliegkamp „De Kooi". De officier van de wacht heeft juist appèl laten houden. De „schipper" bekijkt met Argusoogen zijn aangetreden manschappen. Keurig staan de Jantjes" in het gelid. Toch ont dekt de schipper altijd wat bij zijn man netjes. Ook nu weer. „Wanneer heb. jij je 't laatst geschoren?" vraagt hij aan een matroos. „Wat? Hou je mond, kerel. Over een uur ben je zoo blank als een lelie, begrepen? En jij! Ben jij te be roerd om je schoenen te poetsen? Vanmiddag kom je bij me!" Aan den anderen kant van de houten hangar rolde een klein groepje menschen meest mecaniciens een versterkte jager, type D 7, uit de hangar. De „weerberichtkist". Op de „kleine steentjes" dicht bij de „longroom" wordt hij voorzichtig neergezet. Blokken wor den voor de wielen gelegd. Niet zoodra is dit gebeurd of een paar mecaniciens springen reeds op de onderste vleugel. De benzineboer pompt zich in het zweet. Na luttele minuten is de jager voorzien van olie, water en ben zine. Startklaar Uit de hangar stapt even later een korte, breedgeschouderde figuur met een ongeloof lijk dik vliegerpak aan. 't Is sergeant Hoek stra, die deze week de „meteo" verzorgt. Elke morgen, weer of geen weer, klimt van Hr. Ms. vliegkamp „de Kooi" de kleine Fokker jager naar 5000 meter hoogte, om de weer berichten, door middel van diverse meteoro logische instrumenten, welke aan de kist zijn bevestigd, te registreeren. De vlieger zelf heeft niets anders te doen dan den jager op be hoorlijke wijze naar 5000 meter te brengen, d.w.z. niet te snel of te onregelmatig. De rest doen de instrumenten, waarvan de ge gevens doorgezonden worden naar de heeren in De Bilt. Het resultaat lezen we dan in de courant. Zoo wordt nu het weer „gemaakt". Niet alleen van de Kooy, ook van andere vliegvelden stijgen gelijktijdig vliegtuigen voor deze waarnemingen op, o.a. van Soesterberg, Eelde en Souburg (op Wal cheren). Sergeant Hoekstra had zich inmiddels, na eerst te vergeefs getracht te hebben zich zelf standig in de cockpit te plaatsen, door middel van een korporaal naar binnen gewerkt, 'n Sergeant-collega klopt hem op zijn schou ders: „Het is dicht, Jan," zegt hij. ,,Ik denk niet, dat je vandaag zoo hoog komt." Sergeant Hoekstra kijkt eens naar de lucht en gromt wat. „Met jou om een „pijppie", Dries. Nou? Ja of ja!" Voor vrij Dries vindt het goed. Zet er zelfs twee tegenover. Na het gebruikelijke „Voor vrij Contact!" slingert de 230 P.K. B.M.W.-motor zijn enorm geluid door de lucht. Met de knuppel in den achterstand en de blokken voor de wielen probeert sergeant Hoekstra zijn beide magneten na eerst de motor een paar minuten te hebben warmgedraaid. Daarna... blokken weg! De kist wordt met behulp van een matroos gedraaid in de richting van het fjt~> is een introductie voor uw feestavond. Laat het daarom vervaardigen bij die bekend staat om haar goeden smaak ii»igirwrM »'w''i" terrein, om verder alleen naar een der hoeken te taxiën, Een laatste controle op het dash- bord volgt en... brrtbrrt... brrrrrrt. Omhoog Pijlsnel schiet de jager over het vlakke ter rein en daar zakken de hangars en andere vliegveldtoebehooren al weg. In den tijd van een wip springt de hoogtemeter van 0 op 1. Een moment later tellen we reeds 2. Nog eenige van die sprongen, tot 50. (Elk getal is 100 meter hoogte). Maar zóóver zijn we nog niet. Dwars over het N.H. Kanaal vliegend tornen wij verder, steeds opwaarts. Den Helder, links van ons, ontsluit zijn poor ten voor het vliegeroog. De roode daken van de nieuwe buitenwijken steken gun stig af bij het oude, knusser gelegen Nieuwediep. Op de oorlogsbodems in de Buitenhaven ontdekken we volop leven. Langzamerhand wordt 't panorama be neden ons ondefinieerbaar. Wij stijgen im mers nog steeds. Daverend beukt de motor de schroef met ruim 1900 omwen telingen per minuut door de lucht. On ophoudelijk blijft hij grommen. De zui gers vliegen met razende snelheid in de cylinders op en neer. Steeds hooger komen we. De hoogtemeter vertelt ons: 1500 meter. Sergeant Hoekstra morrelt wat aan zijn bril en lacht. Een overwinnings- lach. Den Helder diep beneden ons verliest zijn beteekenis. De horizon rekt zich uit. Reeds zien we zeer duidelijk onze Noorde lijke provincies: Friesland, Groningen, Het IJselmeer, het gele en witte zand van de Tesseische duinen. De aarde verdwijnt We passeeren de 2000 meter. Ons Holland, waarvan je niet wist, dat het zoo mooi is, wordt bij elke 100 meter stijging mooier. Plots zien we niets meer. We maken ernstig kennis met gerafelde Nimbuswolken. Eerst flitsen enkele rafels langs ons heen en dan zitten we er op slag in. De grijze massa klemt om ons heen. Een paar venijnige remoustik- ken doen de jager dansen van pret. Weg is de aarde, onze goede oude planeet. Weg is ook de horizon en hemel. Weg zijn alle oriëntatiepunten. De horizon, waar we eerst zoo gevaarloos oplagen is niet meer. Nu wordt het gevoelvliegen. Gelukkig, het duurt maar kort. De massa wijkt uit. We zijn er door, al is het slechts voor een wijle, want opnieuw zitten wij gevangen in een nu donkerder massa. Af en toe is het ons ver gund een blik van de aarde op te vangen. Echter van korte duur. Steeds komt er weer een wolk op ons toegerend. De hoogtemeter vertelt van langzame, doch aanhoudende stij ging. Koppig als een Friesche boer tornt de jager verder. Het wordt kouder. De tempera tuur daalt. Nu begrijp ik waarom sergeant Hoekstra er zoo warm in zit. Nog steeds vlie gen wij in de wolkenlaag. De hoogtemeter verraadt, dat we er nu al een dikke 400 meter inzitten. Alle lof voor sergeant Hoekstra. Nog niet één keer zijn we naar beneden getuimeld. Wel liep de toerenteller eens gevaarlijk snel terug of leek het, alsof de snelheidsmeter soms een vaartje van niet meer dan een slor dige 50 k 60 K.M. aanwees. Sergeant Hoek stra's vlieggevoel vulde echter de tekortko mingen van de beide instrumenten met zijn professionalisme aan. Zelfs dacht ik me wel eens te verbeelden, dat de jager op zijn staart stond, althans, naar het gevoel in m'n maag te oordeelen. Het zal wel leekentheorie van me zijn geweest. Uit de wolken Eindelijk de hoogtemeter stond op 3200 meter schiet de jager met een vreugde sprong boven de wolkenlaag uit. Als ont waakt uit een zwaren droom wrijf ik eenige malen mijn oogen uit. Wat is dat? Na 't een- toonige spel in de dikke wolk van daarnet, ont dekken we hier een nieuwe wereld. Een wereld van smettelooze witte paleizen, torens, kasteelen, omfloerst door gouden stralen der zon. Hoe is het mogelijk! Onze jager glinstert in het zonlicht. De breede rug van sergeant Hoekstra boezemt vertrouwen in, anders De adembeklemmende eenzaamheid deed een mensch bang worden. Een mensch. Wij men schen die op aarde thuis hooren en niet hier. 't Was t e mooi. Toch stijgen we nog steeds hooger. We passeeren de 4000 meter. Het vriest behoorlijk. Na eenige minuten naderen we de 5000 M. Ons doel is bereikt. Nog een wjjle aan schouwen we de nieuwe wereld om ons, nemen de onvergetelijke indruk diep in ons mee, bewonderen nog eenmaal de boven- aardsche, hypermoderne architectuur van ongekende grootheid... En dan maakt sergeant Hoekstra zich gereed om te dalen. Dalen De motor draait nog slechts eenige tiental len toeren. We planeeren (glijden) naar de bewoonde wereld. We schieten toe op de grim mige witgrijze wolkenmassa. Weer vliegen we blind. Dan schieten we het onderdek uit om vervolgens nog een paar maal door los hangende wolkjes te planeeren, wat kinderspel is vergeleken bij de dikke wolk. De aarde neemt weder vastere vorm aan. Het puntje van N. Holland zien we vlak voor. ons....... worden gekalmeerd en gesterkt en Uw slaap wordt weer rustig door het gebruik van Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten Daar moeten we zijn. De jager vervolgt zijn spiraal steeds lager en lager. De onderste laag doorboren wij in luttele seconden, alhoe wel dit niet noodig was, daar sommige plek ken uiterst dun waren en gaten vertoonden. Nu vraagt de aarde onze volle belangstelling. Vijf minuten later vliegen we een rondje boven het eigen terrein. Sergeant Hoekstra zet z'n kist keurig aan den grond, 't Is ge beurd. In 't schaftuur zit sergeant Hoekstra ge- noegelijk in de cantine met 2 pijpie's bier. Dries had ze verloren. Hij was toch tot 5000 meter geklommen. Toen gisterenmorgen om ongeveer 9 uur, de, schilder de Bunje, zijn werk zou be ginnen in de woning van mevr. de wed.Kui per—Duinker, Loodsgracht 75, vond hij de achterdeur los, doch van de bewoonster ver nam hij niets. Hij klopte aan de kamerdeur en begaf zich naar binnen, daar vond hij de oude dame, achterover in een stoel voor de brandende gashaard. In de kamer hing een vrij sterke gaslucht. De B. begaf zich oogenblikkelijk naar dok ter v. d. Most, die kort daarna ter plaatse was en slechts den dood kon constateeren. Ramen en deuren werden opengezet. Het is niet onmogelijk, dat mevr. Kuiper reeds Zaterdagmiddag of -avond overleden is. Op een gascomfoor stond een pannetje verbrand eten en de groenten, die Zaterdag middag voor den Zondag waren genomen, stonden nog onaangeroerd in de keuken. De schilder had deze groente Zaterdagmorgen voor de oude dame aangenomen. Waarschijnlijk door een lek in de gaslei ding is gas naar binnengestroomd- en heeft de 79-jarige vrouw bedwelmd. Zij woont alleen en na Zaterdagmiddag is er niemand meer in haar huis geweest. In terzake deskundige kringen twijfelt men er aan of Mevr. K. wel door gasverstikking om het leven gekomen is. Wel was de ver binding tusschen éen gasconfoor en leiding gedeeltelik verbroken, maar dat liet slechts weinig gas door. Het feit ook, dat de gashaard brandde en er toch geen explosie heeft plaats gehad, wijst er op, dat er weinig gas in de kamer was.Mogelijk is dus, dat de oude dame een beroerte heeft gehad. In den ouderdom van 79 jaar is Zondag te Bennebroek overleden, de heer W. Poll. De heer Poll was bij vele stadgenooten een goede bekende. Jarenlang was hij werkzaam als informator bij den armenraad. Door zijn vrien delijken omgang wist hrj zich bemind te maken, zoowel bij de armen, als bij zijn superieuren. Zijn rapporten waren degelijk en waardevol. De laatste jaren genoot de heer Poll van zijn pensioen als loodsschipper. Hij woonde na het overlijden van zijn echtgenoote eenige jaren in „Westerlicht", te Alkmaar, doch zijn hart trok naar Nieuwediep en toen „Park zicht" geopend werd ging de toen nog krasse oude heer naar Den Helder. Men kon den pit- tigen vriendelijken ouden heer, dagelijks langs den weg zien stappen. Winter en "zomer in zijn colbertje. In het voorjaar was hij een van de eerste zwemmers en diep in het najaar nam hij nog 's morgens zijn bad bij „Frissche Morgen". Sedert een tweetal weken werd de heer Poll in Bennebroek verpleegd. De crematie heeft a.s. Vrijdag te Westerveld plaats. BEVALLEN: M. J. HeuvingRichelmann, d.; A. M. BronsBrink, d.; A. C. Schilder Klooster, z.M. H. van OsSchoneveld, z.; C. de Vriesvan der Veen, d. De hoofdprijs, een gouden armbandhorloge, is gevallen op No. 1753. O E EQ O c o g w O c O c 09 e O s 09 O c 'C OH O J flk O J 3 B h O ij 1 1753 8 290 15 1282 22 1539 2 1883 9 1544 16 1430 23 1765 3 1666 10 1764 17 982 24 384 4 500 11 319 18 1959 25 969 5 935 12 675 19 1453 26 1293 6 350 13 933 20 981 27 1436 7 665 14 1878 21 227 De prijzen kunnen onder overlegging van het lot worden afgehaald bij den heer C. Fasol, Molenstraat 115, vóór 1 April 1939. De officier van den M.S.D. Ie kl. J. van Otteren, met 22 dezer van Hr. Ms. „Schor pioen" ter beschikking gesteld, is bestemd voor diensten in Nederlandsch-Indië, waartoe hij op 8 Maart per m.s. „Sibajak" derwaarts zal vertrekken. Dë uitzending naar Ned.-Indië op 15 dezer van den luitenant ter zee le kl. jhr. G. A. Berg is ingetrokken; hij wordt met 20 dezer tijdelijk geplaatst aan boord Hr. Ms. „Schorpioen" te Willemsoord. Aan den opperschipper J. H. A. Goedknegt, dienende in Nederlandsch-Indië, is de groote gouden medaille voor 50 jaar trouwen dienst toegekend. Aagnenomen in den Zeedienst. Met ingang van 9 Januari 1939: Lichtmatrozen: W. Timmer, H. Doedée, A. H. van Driel, R. Vlietstra, H. J. de Vries, C. Mohr, J. Mol, W. Littel, G. G. T. van Helden, G. Kamps, C. W. B. van Ommeren, H. Dijk stra, J. Segers, J. Vierhout, J. Rotermundt, H. J. van Egmond, A. Verweij, A. Brouwer, M. van Doorn, J. C. Wiggers, L. Koster, C. A. M. Huijzendveld, E. C. van Harselaar, A. Cijs, C. Beekman, G. Weites, P. Uittenboogaard, J. C. G. Meelker, A. Poot, P. Bijl. Lichtmatrozen: G. Dirkzwager, J. de Nood, C. F. Hogendorp, W. Jacobse, J. A. Schimmel, P. B. Kalb, L. van der Meijden, J. Gouka, N. Droog, G. F. J. Overgauw, C. van Leerdam, C. H. Prins, M. Luhrman, A. J. A. Wimmers, J. J. Avot, W. H. Klaassen, L. Sparenberg, D. Oranje, L. A. C. Arts, J. A. Snakenburg, J. Tuijnenburg, T. Geertsema, W. de Zoete, A. de Braai, J. M. Verschelling. Met ingang van 11 Jan. 1939: Lichtmatrozen: B. G. Raaman, J. P. van Schaik, D. Klootwijk, A. Snijder, C. M. de Geus, F. Plantinga, A. J. Hulleman, J. H. Sleij- pen, F. Morcus, A. J. Boet, J. H. van der Hammen, J. Beukelaar, D. van Krimpen, G. J. A. Bosman, J. van Domburg, J. Ruben, P. R. van den Berg, D. Bot, J. Dierx, P. W. Ra ven, J. F. Deurloo, B. Pijper, C. D. van den Blink, A. van Elk, P. A. Bouman, P. J. Krijgs man, A. van Ruler, J. C. van der Schraaf, J. C. T. de Prouw, H. W. Bouhuizen. Met ingang van 12 Jan. 1939: Lichtmatrozen: J. Kool, A. van Kleef, H. J. Bakker, F. J. Schoonlingen, L. M. Bou- wense, L. Hartog, L. van der Schoor, P. L. Baris, G. L. Stassen, M. A. de Heer, A. H. J. Wiebe, A, J. van Gameren, H. Kranenburg, J. Verveer, T. W. van Kampen, J. de Nooijer, H. Bijl, A. Ferwerda, F. de Weijer, W. Spier dijk, B. van Bokhorst, J. Visser, H. J. Broek man, C. van de Kraats, J. H. van Wunnik, E. Schreuder, J. Schut. Met ingang van 13 Jan. 1939: Stoker 3e kl. G. de Wolf. ALGEMEENE BEGRAFENISVEREENIGING „DEN HELDER" Goedgek. bij Kon. besluit 27 juli 1934 No< 31 Uitvoerder: J. C. HUBER, Hoogstraat 41 - Tel. 614 Het Noorsche standpunt. Het is moeilijk om den toestand in de we reld te peilen. Er gebeurt meer achter de schermen, dan wij in onze bladen lezen, dan onze Telex doorgeeft. Zoo'n simpel bericht, dat Roosevelt, de president van de Ver. Sta ten er aan denkt vroeger van zijn vacantie terug te komen, in verband met den gespan nen toestand, die in Europa verwacht wordt, naar aanleiding van het optreden van eenige heeren dictatoren, zegt wel iets. Het is niet te beoordeelen, of deze Amerikaansche suggestie waar is, of Mussolini en Hitier inderdaad plannen hebben, door provoceerend' optreden, ge bied naar zich toe te halen. Het is moei lijk te gelooven. Zij weten te goed wat hen te wachten staat, dat oorlog alleen verlies beteekent en dat Engeland en Frankrijk niet de slappe houding aan zullen nemen van een half jaar geleden. En dan wordt het risico toch wel wat al te groot. Een bewapening als we de laatste jaren hebben meegemaakt, bergt in zich, behalve een remmende kracht van de dictatoren, ook een groote explosieve kracht. Wie met vuur speelt loopt het gevaar door vuur te ver gaan. In het Noorsche Storting is dezer dagen nog eens op het gevaar gewezen, dat zoo'n waanzinnige bewapening met zich brengt, en in verband hiermee op de wenschelijkheid om te komen tot een beperking van die bewape ning, al moest de minister van buitenland- sche zaken direct toegeven, dat deze tijd er niet de meest geschikte voor was. In Noorwegen lijdt men overigens niet zoo aan de bewapeningsziekte als elders in Europa. Nu ligt het land geogra iscÜ ook in veel gunstiger positie dan alle andere landen van Europa te zamen. Het zai nimmer het slag (cht) veld van Europa worden zoca!s België dat kan worden of zooals ons land als een buffer tusschen Engeland en Duïtsch- land gebruikt zou kunnen worden. De Noren zijn een vredelievend volk, zij voelen zich in hun bergen en fjorden veilig genoeg. Pogin gen om te komen tot een uitbreiding van de bewapening hebben op veel verzet gestuit. Volgens de minister van buitenlandsche zaken, Koht, behoefde men ook geen onmid dellijk oorlogsgevaar te vreezen. Na de oplos- sing(?) van de crisis in begin September zou men zich in Europa over het algemeen vei liger kunnen voelen, omdat daarbij toch wel zeer duidelijk den wil tot vrede gedemon streerd is. Een motie van afkeuring over de houding van de Noorsche regeering, vond in het Noor sche Storting geen genade en een van presi dent Mowinekel om.aan de regeering over te laten maatregelen te nemen als zulks in het belang van de handhaving van de neutrali teit noodig was, werd met groote meerder heid van stemmen aangenomen. We willen hopen, dat Noorwegen juist ziet, dat er voorloopig geen enkele reden bestaat om bezorgd te zijn over de verstoring van den vrede in Europa. FIETSENVARIA. Iemand uit Schagen deed aangifte, dat hij voor een winkel in de Keizerstraat, alhier, zijn fiets had laten staan, welke Maandag „na tuurlijk" verdwenen was. Nog iemand miste zijn fiets, welke eenigen tijd voor zijn woning onbeheerd stond. Een meisje miste het belastingplaatje van haar fiets. Stel U gerust lezer en lezeres. Het is geenszins de bedoeling het eerste menschen- paar te verwerken in de banaliteit van een of ander straattooneel. Daar aan die heerlijke boorden van de Tigris en de Euphraat waren (gelukkig) nog geen straten, maar slechts de heerlijke paradijsachtige natuur. Neen, de Adam en Eva, hier bedoeld, woonden niet in Mesopothamië, maar in de omgeving van het centrum van onze stad. Zij verkeeren in de wittebroodsweken. Eigenlijk verkeeren we op 't odgenblik allemaal in Den Helder in de wittebroodsweken. Sinds de broodoorlog is uitgebroken zitten we alle in deszelfs peri kelen en... geneugten! Sinds we ons opnieuw weer gaan bezinnen of we nu maar witte brood van bakker Bruin of misschien bruinbrood van bakker Wit zullen nemen is het wittebroodsvraagstuk bij ons allen aan de orde van den dag en daardoor zeer actueel. Toch hebben deze wittebroodsweken een nog echtere, nog reëelere beteekenis voor onze Heldersche Adam en Eva. Drie weken geleden zijn 'ze namelijk in de echt verbon den, ambtelijk onder 4 kerkelijk onder 400 getuigen Als twee tortelduiven hebben ze dus hun duiventil betrokken. Maar daar is heel wat aan voorafgegaan. Schoonmaken, opknappen, zeil leggen, gordijnen ophangen. Hè, dat was een opluchting, dat op hun „grooten dag" hun hoogtij-dag alles, maar dan ook alles, piek fijn in orde was en de man met zijn vrouwtje de eerste wankele passen zetten op het ech telijk pad. De wittebroodsweken begon nen. Nauwelijks echter is het teere nieuwe geluk van het jonge paar ingegaan, of dikke wolken pakken zich plotseling samen aan den zoo zonnigen huwelijkshemel. Ruim twee weken dobbert het huwelijksjolletje genoeg lijk op de huwelijkszee, daar vaart het met een windstoot tegen het notedopje! Er wordt gebeld, daar zijn een paar aan nemers... of ze 't huis even mogen zien! Maar 't is pas aan ons verhuurd 't is niet te huur. We wonen er net 3 weken in. Ja, maar 't is „te koop", luidt 't onver schillige antwoord. En je moet toch zien wat je koopt! 't Jonge vrouwtje staat perplex. Te koop? stamelt ze. Maar dat is verschrikkelijk! komt er hartstochte lijk uit. Hoe kan 'n huisbaas 't nu aan ons verhuren, wanneer hij 't twee weken later verkoopen wil. De aannemers halen onver schillig en onwillig de schouders op. Nou mevrouw, gaat 't even? Een oogenblik staart ze de heeren sprake loos aan. „Nee", klinkt, 't plotseling, luid en vastberaden. „Daar moet ik eerst eens met mijn man over spreken." De heeren moeten wel rechtsomkeert maken. „Klap!" zegt de deur. Binnengekomen moet Eva zich eerst herstellen, 't Kan nog niet ten volle tot haar doordringen, dat iemand zóó zou kunnen zijn! Al dat werk, met zooveel liefde en toe wijding verricht aan hun nestje, zoo zorgvol en teer mooi gemaakt en geschikt... en dan zoo maar, enkele weken nadat 't aan hen verhuurd is, eenvoudig onder hen weg ver koopen? Liet het heele geval nog een twij fel omtrent de juistheid bestaan; 's middags blijkt maar al te duidelijk, dat 't bittere ernst is. De huisbaas vervoegt zich bij zijn huurder, die natuurlijk op zijn werk is. De huisvrouw is uit en nu vraagt, neen eischt de huisbaas de sleutel, want de adspirant-koopers moeten 't huis zien! Adam, die moeite heeft „zijn oude Adam" ten onder te houden, kan niet toestaan, dat wild-vreemde menschen zonder zijn toezicht door 't heele huis kruisen. De huisbaas, alsof 't nog niet mooi genoeg was, wordt nu nog woedend ook, dat de kij kers nu geen indruk kunnen krijgen van hoe mooi 't er van binnen uitziet en hoe dat allen zal voldoen. Als onze Adam op zijn stuk blijft staan, vraagt hem de huis„baas": „Hoe laat gaat U dan naar huis om te eten? Eer lijk biecht Adam op: „om 6 uur". „Hm, dan komt 't wel in orde", klinkt 't onderaards, uit 's bazen mond en zonder groet verdwijnt hij van dit huizen„kijk"- tooneel. Dan, om 6 uur, stapt, vol zorg Adam, de nieuwe huwelijksman huiswaarts. Maar, als hij de laatste hoek omslaat verbleekt hij van schrik. Daér, juist voor zijn woning, dromt een heel koppel mannen te zamen. Eenigszins onzeker treedt hij nader en terwijl hg zich aanvankelijk afvraagt, hoe dat zoo mogelijk is, kijkt hij naar 't raam. Daar zit de oplos sing: Er prijkt een groot vel papier, stevig vastgplakt op 't glas en met koeien van letters staat erop: „Dit huis is om 6 uur te bezichtigen". Werk van den huisbaas! Ongevraagd en ongewenscht. 't Bloed stijgt Adam naar 't hoofd. Zoo'n brutaliteit! Boven 't papier wordt hij de schim van zijn vrouwtje gewaar, ten zeerste bedrukt door deze overweldiging. De sleutel draait in 't slot, de deur draait open en... huisvader, zoowel als 't heele stel „kijkers" haast zich er achter aan. Hier en daar klinkt een onbeholpen excuus als: „Nü gaat 't zeker wel!" enzullen we maar even doorloopen?" Stil en geslagen daalt de eerste zwarte schaduw over dit nauwelijks zoo zonnig begonnen huwelijksleven. Gelaten ziet het vrouwtje toe, hoe groote schoenen door gangen en kamers klossen. Alles waart ook nog door den tuin en klod dert de modder onbewust door woon- en slaapvertrekken. Den volgenden avond leest het echtpaar in doodnuchtere woorden, dat hun huis is ver kocht.De huisbaas gaat 't land uit, zelfs wordt gemompeld, dat hij zich in de „Nieuwe Wereld" zal vestigen. Daar moeten deze „nieuwe methoden" zeker nog worden inge voerd. Bij zijn „vertrek" past ons dus allen: „three cheers". Van harte hopen we, dat deze ver dwijnende huisbaas de laatste vertegenwoor dig was van dit soort van „huisplagen" en dat de nieuwe huisbaas, indien hij 't niet voor zich zelf heeft voorgenomen, termen zal vin den om het pas begonnen geluk van onze Adam en Eva door verlenging van de huur, te laten voortgaan. Ja, dat hopen wij van harte!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 5