5000 meter hoogte
Uw Zenuwen
&tndknieuuxA
^el dteAq&ant Hae&d&ui naak
De weerberichtendienst op
vliegkamp „De Kooy"
A'
Jr
h
Pk
ïïlakineAekiMen
Dinsdag 21 Februari 1939
Tweede Blad
Waarom Dries 2 „pijpies" verloor.*.
A,
CD (D [Q
GOGD
CP [D CDCD CO [3 QU OuQ CD
DRUKKERIJ DE BOER
IVüjnhardt's Zenuwtabletten
Gasverstikking 1
W- Pollf
Burgerlijke Stand van Den Helder
Loterij Helder's Mannenkoor
De andere kant van de
bewapening
Langs de straat
De wittebroodsweken van
Adam en Eva
De Bilt seint:
Hagel- en sneeuwbuien
kans op..g
In liet bekende maandblad „Contact"
troffen wjj een artikel aan van de hand
van Joh. C. Mulders, die eenigen tijd
geleden in de gelegenheid was op vlieg
kamp „De Kooy" een tocht met een der
jagers mede te maken. Het was een der
tochten die dagelijks gemaakt worden
in verband met het meteorologische
werk, dat ook hier plaatsvindt en waar
door het vliegkamp een schakel vormt 1
in de groote keten, die de Bilt aan zijn
gegevens helpt voor het weerbericht.
Wij vonden het artikel zop aardig,
dat wij meenden het niet aan onze lezers
te mogen onthouden.
Zeven uur in den morgen, 't Is nog kil
op 't vliegkamp „De Kooi". De officier van
de wacht heeft juist appèl laten houden.
De „schipper" bekijkt met Argusoogen
zijn aangetreden manschappen. Keurig
staan de Jantjes" in het gelid. Toch ont
dekt de schipper altijd wat bij zijn man
netjes. Ook nu weer.
„Wanneer heb. jij je 't laatst geschoren?"
vraagt hij aan een matroos. „Wat? Hou je
mond, kerel. Over een uur ben je zoo blank
als een lelie, begrepen? En jij! Ben jij te be
roerd om je schoenen te poetsen? Vanmiddag
kom je bij me!"
Aan den anderen kant van de houten hangar
rolde een klein groepje menschen meest
mecaniciens een versterkte jager, type
D 7, uit de hangar. De „weerberichtkist". Op
de „kleine steentjes" dicht bij de „longroom"
wordt hij voorzichtig neergezet. Blokken wor
den voor de wielen gelegd. Niet zoodra is dit
gebeurd of een paar mecaniciens springen
reeds op de onderste vleugel. De benzineboer
pompt zich in het zweet. Na luttele minuten
is de jager voorzien van olie, water en ben
zine.
Startklaar
Uit de hangar stapt even later een korte,
breedgeschouderde figuur met een ongeloof
lijk dik vliegerpak aan. 't Is sergeant Hoek
stra, die deze week de „meteo" verzorgt. Elke
morgen, weer of geen weer, klimt van Hr.
Ms. vliegkamp „de Kooi" de kleine Fokker
jager naar 5000 meter hoogte, om de weer
berichten, door middel van diverse meteoro
logische instrumenten, welke aan de kist zijn
bevestigd, te registreeren. De vlieger zelf heeft
niets anders te doen dan den jager op be
hoorlijke wijze naar 5000 meter te brengen,
d.w.z. niet te snel of te onregelmatig. De
rest doen de instrumenten, waarvan de ge
gevens doorgezonden worden naar de heeren
in De Bilt. Het resultaat lezen we dan in de
courant. Zoo wordt nu het weer „gemaakt".
Niet alleen van de Kooy, ook van andere
vliegvelden stijgen gelijktijdig vliegtuigen
voor deze waarnemingen op, o.a. van
Soesterberg, Eelde en Souburg (op Wal
cheren).
Sergeant Hoekstra had zich inmiddels, na
eerst te vergeefs getracht te hebben zich zelf
standig in de cockpit te plaatsen, door middel
van een korporaal naar binnen gewerkt,
'n Sergeant-collega klopt hem op zijn schou
ders:
„Het is dicht, Jan," zegt hij. ,,Ik denk niet,
dat je vandaag zoo hoog komt."
Sergeant Hoekstra kijkt eens naar de lucht
en gromt wat. „Met jou om een „pijppie",
Dries. Nou? Ja of ja!"
Voor vrij
Dries vindt het goed. Zet er zelfs twee
tegenover. Na het gebruikelijke „Voor vrij
Contact!" slingert de 230 P.K. B.M.W.-motor
zijn enorm geluid door de lucht. Met de
knuppel in den achterstand en de blokken voor
de wielen probeert sergeant Hoekstra zijn
beide magneten na eerst de motor een paar
minuten te hebben warmgedraaid. Daarna...
blokken weg! De kist wordt met behulp van
een matroos gedraaid in de richting van het
fjt~>
is een introductie voor
uw feestavond. Laat het
daarom vervaardigen bij
die bekend staat
om haar goeden smaak
ii»igirwrM »'w''i"
terrein, om verder alleen naar een der hoeken
te taxiën, Een laatste controle op het dash-
bord volgt en... brrtbrrt... brrrrrrt.
Omhoog
Pijlsnel schiet de jager over het vlakke ter
rein en daar zakken de hangars en andere
vliegveldtoebehooren al weg. In den tijd van
een wip springt de hoogtemeter van 0 op 1.
Een moment later tellen we reeds 2. Nog
eenige van die sprongen, tot 50. (Elk getal
is 100 meter hoogte). Maar zóóver zijn we nog
niet.
Dwars over het N.H. Kanaal vliegend
tornen wij verder, steeds opwaarts. Den
Helder, links van ons, ontsluit zijn poor
ten voor het vliegeroog. De roode daken
van de nieuwe buitenwijken steken gun
stig af bij het oude, knusser gelegen
Nieuwediep. Op de oorlogsbodems in de
Buitenhaven ontdekken we volop leven.
Langzamerhand wordt 't panorama be
neden ons ondefinieerbaar. Wij stijgen im
mers nog steeds. Daverend beukt de
motor de schroef met ruim 1900 omwen
telingen per minuut door de lucht. On
ophoudelijk blijft hij grommen. De zui
gers vliegen met razende snelheid in de
cylinders op en neer. Steeds hooger komen
we. De hoogtemeter vertelt ons: 1500
meter. Sergeant Hoekstra morrelt wat
aan zijn bril en lacht. Een overwinnings-
lach.
Den Helder diep beneden ons verliest
zijn beteekenis. De horizon rekt zich uit.
Reeds zien we zeer duidelijk onze Noorde
lijke provincies: Friesland, Groningen, Het
IJselmeer, het gele en witte zand van de
Tesseische duinen.
De aarde verdwijnt
We passeeren de 2000 meter. Ons Holland,
waarvan je niet wist, dat het zoo mooi is,
wordt bij elke 100 meter stijging mooier.
Plots zien we niets meer. We maken ernstig
kennis met gerafelde Nimbuswolken. Eerst
flitsen enkele rafels langs ons heen en dan
zitten we er op slag in. De grijze massa klemt
om ons heen. Een paar venijnige remoustik-
ken doen de jager dansen van pret.
Weg is de aarde, onze goede oude planeet.
Weg is ook de horizon en hemel. Weg zijn
alle oriëntatiepunten. De horizon, waar we
eerst zoo gevaarloos oplagen is niet
meer. Nu wordt het gevoelvliegen. Gelukkig,
het duurt maar kort. De massa wijkt uit. We
zijn er door, al is het slechts voor een wijle,
want opnieuw zitten wij gevangen in een nu
donkerder massa. Af en toe is het ons ver
gund een blik van de aarde op te vangen.
Echter van korte duur. Steeds komt er weer
een wolk op ons toegerend. De hoogtemeter
vertelt van langzame, doch aanhoudende stij
ging. Koppig als een Friesche boer tornt de
jager verder. Het wordt kouder. De tempera
tuur daalt. Nu begrijp ik waarom sergeant
Hoekstra er zoo warm in zit. Nog steeds vlie
gen wij in de wolkenlaag. De hoogtemeter
verraadt, dat we er nu al een dikke 400 meter
inzitten. Alle lof voor sergeant Hoekstra. Nog
niet één keer zijn we naar beneden getuimeld.
Wel liep de toerenteller eens gevaarlijk snel
terug of leek het, alsof de snelheidsmeter
soms een vaartje van niet meer dan een slor
dige 50 k 60 K.M. aanwees. Sergeant Hoek
stra's vlieggevoel vulde echter de tekortko
mingen van de beide instrumenten met zijn
professionalisme aan. Zelfs dacht ik me wel
eens te verbeelden, dat de jager op zijn staart
stond, althans, naar het gevoel in m'n maag
te oordeelen. Het zal wel leekentheorie van
me zijn geweest.
Uit de wolken
Eindelijk de hoogtemeter stond op 3200
meter schiet de jager met een vreugde
sprong boven de wolkenlaag uit. Als ont
waakt uit een zwaren droom wrijf ik eenige
malen mijn oogen uit. Wat is dat? Na 't een-
toonige spel in de dikke wolk van daarnet, ont
dekken we hier een nieuwe wereld. Een
wereld van smettelooze witte paleizen, torens,
kasteelen, omfloerst door gouden stralen der
zon.
Hoe is het mogelijk! Onze jager glinstert
in het zonlicht. De breede rug van sergeant
Hoekstra boezemt vertrouwen in, anders
De adembeklemmende eenzaamheid deed een
mensch bang worden. Een mensch. Wij men
schen die op aarde thuis hooren en niet hier.
't Was t e mooi. Toch stijgen we nog steeds
hooger. We passeeren de 4000 meter. Het
vriest behoorlijk. Na eenige minuten naderen
we de 5000 M.
Ons doel is bereikt. Nog een wjjle aan
schouwen we de nieuwe wereld om ons,
nemen de onvergetelijke indruk diep in ons
mee, bewonderen nog eenmaal de boven-
aardsche, hypermoderne architectuur van
ongekende grootheid... En dan maakt
sergeant Hoekstra zich gereed om te
dalen.
Dalen
De motor draait nog slechts eenige tiental
len toeren. We planeeren (glijden) naar de
bewoonde wereld. We schieten toe op de grim
mige witgrijze wolkenmassa. Weer vliegen
we blind. Dan schieten we het onderdek uit
om vervolgens nog een paar maal door los
hangende wolkjes te planeeren, wat kinderspel
is vergeleken bij de dikke wolk. De aarde
neemt weder vastere vorm aan. Het puntje
van N. Holland zien we vlak voor. ons.......
worden gekalmeerd
en gesterkt en Uw
slaap wordt weer rustig door het gebruik van
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
Daar moeten we zijn. De jager vervolgt zijn
spiraal steeds lager en lager. De onderste
laag doorboren wij in luttele seconden, alhoe
wel dit niet noodig was, daar sommige plek
ken uiterst dun waren en gaten vertoonden.
Nu vraagt de aarde onze volle belangstelling.
Vijf minuten later vliegen we een rondje
boven het eigen terrein. Sergeant Hoekstra
zet z'n kist keurig aan den grond, 't Is ge
beurd.
In 't schaftuur zit sergeant Hoekstra ge-
noegelijk in de cantine met 2 pijpie's bier.
Dries had ze verloren. Hij was toch tot 5000
meter geklommen.
Toen gisterenmorgen om ongeveer 9
uur, de, schilder de Bunje, zijn werk zou be
ginnen in de woning van mevr. de wed.Kui
per—Duinker, Loodsgracht 75, vond hij de
achterdeur los, doch van de bewoonster ver
nam hij niets. Hij klopte aan de kamerdeur
en begaf zich naar binnen, daar vond hij de
oude dame, achterover in een stoel voor de
brandende gashaard. In de kamer hing een
vrij sterke gaslucht.
De B. begaf zich oogenblikkelijk naar dok
ter v. d. Most, die kort daarna ter plaatse
was en slechts den dood kon constateeren.
Ramen en deuren werden opengezet.
Het is niet onmogelijk, dat mevr. Kuiper
reeds Zaterdagmiddag of -avond overleden
is. Op een gascomfoor stond een pannetje
verbrand eten en de groenten, die Zaterdag
middag voor den Zondag waren genomen,
stonden nog onaangeroerd in de keuken. De
schilder had deze groente Zaterdagmorgen
voor de oude dame aangenomen.
Waarschijnlijk door een lek in de gaslei
ding is gas naar binnengestroomd- en heeft de
79-jarige vrouw bedwelmd. Zij woont alleen
en na Zaterdagmiddag is er niemand meer in
haar huis geweest.
In terzake deskundige kringen twijfelt men
er aan of Mevr. K. wel door gasverstikking
om het leven gekomen is. Wel was de ver
binding tusschen éen gasconfoor en leiding
gedeeltelik verbroken, maar dat liet slechts
weinig gas door. Het feit ook, dat de gashaard
brandde en er toch geen explosie heeft plaats
gehad, wijst er op, dat er weinig gas in de
kamer was.Mogelijk is dus, dat de oude dame
een beroerte heeft gehad.
In den ouderdom van 79 jaar is Zondag te
Bennebroek overleden, de heer W. Poll. De
heer Poll was bij vele stadgenooten een goede
bekende. Jarenlang was hij werkzaam als
informator bij den armenraad. Door zijn vrien
delijken omgang wist hrj zich bemind te maken,
zoowel bij de armen, als bij zijn superieuren.
Zijn rapporten waren degelijk en waardevol.
De laatste jaren genoot de heer Poll van
zijn pensioen als loodsschipper. Hij woonde
na het overlijden van zijn echtgenoote eenige
jaren in „Westerlicht", te Alkmaar, doch zijn
hart trok naar Nieuwediep en toen „Park
zicht" geopend werd ging de toen nog krasse
oude heer naar Den Helder. Men kon den pit-
tigen vriendelijken ouden heer, dagelijks langs
den weg zien stappen. Winter en "zomer in zijn
colbertje. In het voorjaar was hij een van de
eerste zwemmers en diep in het najaar nam
hij nog 's morgens zijn bad bij „Frissche
Morgen".
Sedert een tweetal weken werd de heer
Poll in Bennebroek verpleegd. De crematie
heeft a.s. Vrijdag te Westerveld plaats.
BEVALLEN: M. J. HeuvingRichelmann,
d.; A. M. BronsBrink, d.; A. C. Schilder
Klooster, z.M. H. van OsSchoneveld, z.;
C. de Vriesvan der Veen, d.
De hoofdprijs, een gouden armbandhorloge,
is gevallen op No. 1753.
O
E
EQ
O
c
o
g
w
O
c
O
c
09
e
O
s
09
O
c
'C
OH
O
J
flk
O
J
3
B
h
O
ij
1
1753
8
290
15
1282
22
1539
2
1883
9
1544
16
1430
23
1765
3
1666
10
1764
17
982
24
384
4
500
11
319
18
1959
25
969
5
935
12
675
19
1453
26
1293
6
350
13
933
20
981
27
1436
7
665
14
1878
21
227
De prijzen kunnen onder overlegging van
het lot worden afgehaald bij den heer C. Fasol,
Molenstraat 115, vóór 1 April 1939.
De officier van den M.S.D. Ie kl. J. van
Otteren, met 22 dezer van Hr. Ms. „Schor
pioen" ter beschikking gesteld, is bestemd
voor diensten in Nederlandsch-Indië, waartoe
hij op 8 Maart per m.s. „Sibajak" derwaarts
zal vertrekken.
Dë uitzending naar Ned.-Indië op 15 dezer
van den luitenant ter zee le kl. jhr. G. A. Berg
is ingetrokken; hij wordt met 20 dezer tijdelijk
geplaatst aan boord Hr. Ms. „Schorpioen" te
Willemsoord.
Aan den opperschipper J. H. A. Goedknegt,
dienende in Nederlandsch-Indië, is de groote
gouden medaille voor 50 jaar trouwen dienst
toegekend.
Aagnenomen in den Zeedienst.
Met ingang van 9 Januari 1939:
Lichtmatrozen: W. Timmer, H. Doedée, A.
H. van Driel, R. Vlietstra, H. J. de Vries, C.
Mohr, J. Mol, W. Littel, G. G. T. van Helden,
G. Kamps, C. W. B. van Ommeren, H. Dijk
stra, J. Segers, J. Vierhout, J. Rotermundt,
H. J. van Egmond, A. Verweij, A. Brouwer,
M. van Doorn, J. C. Wiggers, L. Koster, C. A.
M. Huijzendveld, E. C. van Harselaar, A. Cijs,
C. Beekman, G. Weites, P. Uittenboogaard,
J. C. G. Meelker, A. Poot, P. Bijl.
Lichtmatrozen: G. Dirkzwager, J. de Nood,
C. F. Hogendorp, W. Jacobse, J. A. Schimmel,
P. B. Kalb, L. van der Meijden, J. Gouka, N.
Droog, G. F. J. Overgauw, C. van Leerdam,
C. H. Prins, M. Luhrman, A. J. A. Wimmers,
J. J. Avot, W. H. Klaassen, L. Sparenberg,
D. Oranje, L. A. C. Arts, J. A. Snakenburg,
J. Tuijnenburg, T. Geertsema, W. de Zoete,
A. de Braai, J. M. Verschelling.
Met ingang van 11 Jan. 1939:
Lichtmatrozen: B. G. Raaman, J. P. van
Schaik, D. Klootwijk, A. Snijder, C. M. de
Geus, F. Plantinga, A. J. Hulleman, J. H. Sleij-
pen, F. Morcus, A. J. Boet, J. H. van der
Hammen, J. Beukelaar, D. van Krimpen, G.
J. A. Bosman, J. van Domburg, J. Ruben, P.
R. van den Berg, D. Bot, J. Dierx, P. W. Ra
ven, J. F. Deurloo, B. Pijper, C. D. van den
Blink, A. van Elk, P. A. Bouman, P. J. Krijgs
man, A. van Ruler, J. C. van der Schraaf, J.
C. T. de Prouw, H. W. Bouhuizen.
Met ingang van 12 Jan. 1939:
Lichtmatrozen: J. Kool, A. van Kleef, H.
J. Bakker, F. J. Schoonlingen, L. M. Bou-
wense, L. Hartog, L. van der Schoor, P. L.
Baris, G. L. Stassen, M. A. de Heer, A. H. J.
Wiebe, A, J. van Gameren, H. Kranenburg,
J. Verveer, T. W. van Kampen, J. de Nooijer,
H. Bijl, A. Ferwerda, F. de Weijer, W. Spier
dijk, B. van Bokhorst, J. Visser, H. J. Broek
man, C. van de Kraats, J. H. van Wunnik, E.
Schreuder, J. Schut.
Met ingang van 13 Jan. 1939:
Stoker 3e kl. G. de Wolf.
ALGEMEENE BEGRAFENISVEREENIGING
„DEN HELDER"
Goedgek. bij Kon. besluit 27 juli 1934 No< 31
Uitvoerder: J. C. HUBER,
Hoogstraat 41 - Tel. 614
Het Noorsche standpunt.
Het is moeilijk om den toestand in de we
reld te peilen. Er gebeurt meer achter de
schermen, dan wij in onze bladen lezen, dan
onze Telex doorgeeft. Zoo'n simpel bericht,
dat Roosevelt, de president van de Ver. Sta
ten er aan denkt vroeger van zijn vacantie
terug te komen, in verband met den gespan
nen toestand, die in Europa verwacht wordt,
naar aanleiding van het optreden van eenige
heeren dictatoren, zegt wel iets.
Het is niet te beoordeelen, of deze
Amerikaansche suggestie waar is, of
Mussolini en Hitier inderdaad plannen
hebben, door provoceerend' optreden, ge
bied naar zich toe te halen. Het is moei
lijk te gelooven. Zij weten te goed wat
hen te wachten staat, dat oorlog alleen
verlies beteekent en dat Engeland en
Frankrijk niet de slappe houding aan
zullen nemen van een half jaar geleden.
En dan wordt het risico toch wel wat al
te groot.
Een bewapening als we de laatste jaren
hebben meegemaakt, bergt in zich, behalve
een remmende kracht van de dictatoren, ook
een groote explosieve kracht. Wie met vuur
speelt loopt het gevaar door vuur te ver
gaan.
In het Noorsche Storting is dezer dagen
nog eens op het gevaar gewezen, dat zoo'n
waanzinnige bewapening met zich brengt, en
in verband hiermee op de wenschelijkheid om
te komen tot een beperking van die bewape
ning, al moest de minister van buitenland-
sche zaken direct toegeven, dat deze tijd er
niet de meest geschikte voor was.
In Noorwegen lijdt men overigens niet zoo
aan de bewapeningsziekte als elders in
Europa. Nu ligt het land geogra iscÜ ook in
veel gunstiger positie dan alle andere landen
van Europa te zamen. Het zai nimmer het
slag (cht) veld van Europa worden zoca!s
België dat kan worden of zooals ons land
als een buffer tusschen Engeland en Duïtsch-
land gebruikt zou kunnen worden. De Noren
zijn een vredelievend volk, zij voelen zich in
hun bergen en fjorden veilig genoeg. Pogin
gen om te komen tot een uitbreiding van de
bewapening hebben op veel verzet gestuit.
Volgens de minister van buitenlandsche
zaken, Koht, behoefde men ook geen onmid
dellijk oorlogsgevaar te vreezen. Na de oplos-
sing(?) van de crisis in begin September zou
men zich in Europa over het algemeen vei
liger kunnen voelen, omdat daarbij toch wel
zeer duidelijk den wil tot vrede gedemon
streerd is.
Een motie van afkeuring over de houding
van de Noorsche regeering, vond in het Noor
sche Storting geen genade en een van presi
dent Mowinekel om.aan de regeering over te
laten maatregelen te nemen als zulks in het
belang van de handhaving van de neutrali
teit noodig was, werd met groote meerder
heid van stemmen aangenomen.
We willen hopen, dat Noorwegen juist ziet,
dat er voorloopig geen enkele reden bestaat
om bezorgd te zijn over de verstoring van
den vrede in Europa.
FIETSENVARIA.
Iemand uit Schagen deed aangifte, dat hij
voor een winkel in de Keizerstraat, alhier, zijn
fiets had laten staan, welke Maandag „na
tuurlijk" verdwenen was.
Nog iemand miste zijn fiets, welke eenigen
tijd voor zijn woning onbeheerd stond.
Een meisje miste het belastingplaatje van
haar fiets.
Stel U gerust lezer en lezeres. Het is
geenszins de bedoeling het eerste menschen-
paar te verwerken in de banaliteit van een of
ander straattooneel. Daar aan die heerlijke
boorden van de Tigris en de Euphraat waren
(gelukkig) nog geen straten, maar slechts
de heerlijke paradijsachtige natuur. Neen, de
Adam en Eva, hier bedoeld, woonden niet in
Mesopothamië, maar in de omgeving van het
centrum van onze stad. Zij verkeeren in de
wittebroodsweken. Eigenlijk verkeeren we op
't odgenblik allemaal in Den Helder in de
wittebroodsweken. Sinds de broodoorlog is
uitgebroken zitten we alle in deszelfs peri
kelen en... geneugten! Sinds we ons opnieuw
weer gaan bezinnen of we nu maar witte
brood van bakker Bruin of misschien
bruinbrood van bakker Wit zullen nemen is
het wittebroodsvraagstuk bij ons allen aan
de orde van den dag en daardoor zeer actueel.
Toch hebben deze wittebroodsweken een
nog echtere, nog reëelere beteekenis voor
onze Heldersche Adam en Eva. Drie weken
geleden zijn 'ze namelijk in de echt verbon
den, ambtelijk onder 4 kerkelijk onder 400
getuigen
Als twee tortelduiven hebben ze dus hun
duiventil betrokken. Maar daar is heel wat
aan voorafgegaan. Schoonmaken, opknappen,
zeil leggen, gordijnen ophangen. Hè, dat was
een opluchting, dat op hun „grooten dag" hun
hoogtij-dag alles, maar dan ook alles, piek
fijn in orde was en de man met zijn vrouwtje
de eerste wankele passen zetten op het ech
telijk pad. De wittebroodsweken begon
nen. Nauwelijks echter is het teere nieuwe
geluk van het jonge paar ingegaan, of dikke
wolken pakken zich plotseling samen aan
den zoo zonnigen huwelijkshemel. Ruim twee
weken dobbert het huwelijksjolletje genoeg
lijk op de huwelijkszee, daar vaart het met een
windstoot tegen het notedopje!
Er wordt gebeld, daar zijn een paar aan
nemers... of ze 't huis even mogen zien!
Maar 't is pas aan ons verhuurd 't is niet
te huur. We wonen er net 3 weken in.
Ja, maar 't is „te koop", luidt 't onver
schillige antwoord. En je moet toch
zien wat je koopt! 't Jonge vrouwtje staat
perplex. Te koop? stamelt ze. Maar
dat is verschrikkelijk! komt er hartstochte
lijk uit. Hoe kan 'n huisbaas 't nu aan ons
verhuren, wanneer hij 't twee weken later
verkoopen wil. De aannemers halen onver
schillig en onwillig de schouders op. Nou
mevrouw, gaat 't even?
Een oogenblik staart ze de heeren sprake
loos aan. „Nee", klinkt, 't plotseling, luid en
vastberaden. „Daar moet ik eerst eens met
mijn man over spreken." De heeren moeten
wel rechtsomkeert maken. „Klap!" zegt de
deur. Binnengekomen moet Eva zich eerst
herstellen, 't Kan nog niet ten volle tot haar
doordringen, dat iemand zóó zou kunnen
zijn! Al dat werk, met zooveel liefde en toe
wijding verricht aan hun nestje, zoo zorgvol
en teer mooi gemaakt en geschikt... en dan
zoo maar, enkele weken nadat 't aan hen
verhuurd is, eenvoudig onder hen weg ver
koopen? Liet het heele geval nog een twij
fel omtrent de juistheid bestaan; 's middags
blijkt maar al te duidelijk, dat 't bittere
ernst is.
De huisbaas vervoegt zich bij zijn huurder,
die natuurlijk op zijn werk is. De huisvrouw
is uit en nu vraagt, neen eischt de huisbaas
de sleutel, want de adspirant-koopers moeten
't huis zien! Adam, die moeite heeft „zijn
oude Adam" ten onder te houden, kan niet
toestaan, dat wild-vreemde menschen zonder
zijn toezicht door 't heele huis kruisen.
De huisbaas, alsof 't nog niet mooi genoeg
was, wordt nu nog woedend ook, dat de kij
kers nu geen indruk kunnen krijgen van hoe
mooi 't er van binnen uitziet en hoe dat allen
zal voldoen. Als onze Adam op zijn stuk
blijft staan, vraagt hem de huis„baas": „Hoe
laat gaat U dan naar huis om te eten? Eer
lijk biecht Adam op: „om 6 uur".
„Hm, dan komt 't wel in orde", klinkt
't onderaards, uit 's bazen mond en zonder
groet verdwijnt hij van dit huizen„kijk"-
tooneel.
Dan, om 6 uur, stapt, vol zorg Adam, de
nieuwe huwelijksman huiswaarts. Maar, als
hij de laatste hoek omslaat verbleekt hij van
schrik. Daér, juist voor zijn woning, dromt
een heel koppel mannen te zamen. Eenigszins
onzeker treedt hij nader en terwijl hg zich
aanvankelijk afvraagt, hoe dat zoo mogelijk
is, kijkt hij naar 't raam. Daar zit de oplos
sing: Er prijkt een groot vel papier, stevig
vastgplakt op 't glas en met koeien van
letters staat erop: „Dit huis is om 6 uur te
bezichtigen".
Werk van den huisbaas! Ongevraagd en
ongewenscht. 't Bloed stijgt Adam naar 't
hoofd. Zoo'n brutaliteit! Boven 't papier
wordt hij de schim van zijn vrouwtje gewaar,
ten zeerste bedrukt door deze overweldiging.
De sleutel draait in 't slot, de deur draait
open en... huisvader, zoowel als 't heele stel
„kijkers" haast zich er achter aan. Hier en
daar klinkt een onbeholpen excuus als: „Nü
gaat 't zeker wel!" enzullen we maar
even doorloopen?" Stil en geslagen daalt de
eerste zwarte schaduw over dit nauwelijks
zoo zonnig begonnen huwelijksleven.
Gelaten ziet het vrouwtje toe, hoe groote
schoenen door gangen en kamers klossen.
Alles waart ook nog door den tuin en klod
dert de modder onbewust door woon- en
slaapvertrekken.
Den volgenden avond leest het echtpaar in
doodnuchtere woorden, dat hun huis is ver
kocht.De huisbaas gaat 't land uit, zelfs
wordt gemompeld, dat hij zich in de „Nieuwe
Wereld" zal vestigen. Daar moeten deze
„nieuwe methoden" zeker nog worden inge
voerd.
Bij zijn „vertrek" past ons dus allen: „three
cheers". Van harte hopen we, dat deze ver
dwijnende huisbaas de laatste vertegenwoor
dig was van dit soort van „huisplagen" en
dat de nieuwe huisbaas, indien hij 't niet voor
zich zelf heeft voorgenomen, termen zal vin
den om het pas begonnen geluk van onze
Adam en Eva door verlenging van de huur,
te laten voortgaan. Ja, dat hopen wij van
harte!