lazen voor O DE LAMP Beschadig mi/niet! Vol gas met de Fokker T 8-W Radioprogramma in de Woestijn EDGAR R1CE BURROUGHS 107' Uit de Pers van heden GEBRUIK door Ethcl M. Del' DOOR Terwijl het drietal over de bodem van het meer liep, stootten zij op het wrak van een galei, die in het zand lag. Schijnbaar had het er al ve.e jaten gelegen want grote water- p.anten stagen door de ribben heen en oedek- ten de skeletten van de met kettingen aan de gaiei vastgeklonken slaven. Door zijn helm heen bekeek Ht-rkoef het wrak, doch opeens was hij ïoogst opgewonden. Hij klom in het wrak en kwam even later weer te voorschjjn met een juwee enkistje onder de arm en be duidde zijn vrienden, dat hjj gereed was om verder te gaan. Door het geven van tekens beduidde Tarzan z\,n metgezellen, dat hij van p:an was hun vrienden te redden, die zich nog steeds in de gevangenis van Brulor bevonden. Na een lange tocht door de waterwildernis bereikten zij de tuinen, die rondom de water tempel waren aangelegd. Nadat Helen met de cassette tusschen de planten verborgen was, beduidde Tarzan aan Herkoef hem te volgen. De aapman liep stevig door, doch steeds op zijn hoede, want in deze zwijgende diepte waren zijn scherpe oren en zijn gevoelige reuk zenuwen voor hem van geen betekenis om hem te waarschuwen voor vijanden, die mis schien naderbij slopen. VEELBELOVENDE JEUGD. De onderwijs-medewerker van het Han delsblad, Frits van Kaalte, bespreekt in ge noemd blad de kwestie der schooltucht Uit het Rijksonderwijsverslag 1937 is hem ge bleken, dat in heel wat gevallen de jeugd den onderwijzer de baas is; hij illustreert dit o.m. met de volgende bemerking uit be doeld verslag: „Het moest niet kunnen voorkomen, dat een hard werkende onderwijzer, die plichtgetrouw zijn taak vervult, stilletjes aan vermoord wordt, dat hij s middags ziek naar huis moet en 's nachts uren wakker ligt; het moest niet kunnen voorkomen, dat een of meer van zulke vlegels de les storen en na schooltijd vertikken strafwerk te maken. En dan bazuint een vader nog het dorp rond: „Ze maken me niks. Ze durven niet, an- derrs vliegt er een uit." Elders in het rapport wordt verteld van een leerling, die den meester met een grif felkoker een paar tanden uit den mond sloeg. Niettemin achten de meeste inspecteurs een wettelijke regeling van het tuchtrecht ongewenscht. Frits van Raalte geeft als zijn meening te kennen, dat reeds veel gewonnen zou zijn, als openbare en bijzondere scholen over eenkwamen, niet zonder elkanders toestem ming en alleen op principieele gronden leer lingen van elkander over te nemen. Dan zou de kracht van het dreigement: „dan doe ik hem naar een andere school", althans vervallen. DR. COLIJN EN DE PAUS. Zooals men weet, heeft onze minister-pre sident, dr. H. Colijn de plechtige dienst, wel ke in verband met het overlijden van den Paus in de St. Jacobuskcrk te 's-Gravcn- hage gehouden is, bijgewoond. „Do Banier" (het orgaan van Ds. Kersten) merkte naar aanleiding hiervan op, dat dr. Abraham Kuyper het betreurt, dat Gereformeerde diplomaten een dergelijke godsdienstoefe ning bijwonen, wanneer er Rooinsche over heidspersonen zijn gestorven. Hiertegen dient, aldus dr. Kuyper in zijn toelichting tot den catechismus, althans waar de bediening van de mis in het spel komt, ten ernstigste geprotesteerd. Daarbij mag een goed Gere formeerde niet tegenwoordig zijn, cn er toch bij te kom.cn zonder dat uw overtuiging ver anderde, is eenvoudig beginselloos en laf." 1'ot hiertoe dr. Kuyper: Waar blijft nu het protest der Gereformeerden?", vraagt „De Banier". „EENHEID DOOR DWANG". De Avondpost wijst er op, dat '„Volk en Vaderland" (n.s.b.) het in een artikel heeft doen voorkomen, alsof H. M. de Koningin in Haar radio-rede over de geestelijke her bewapening Haar instemming zou hebben betuigd met het streven naar eenheid der nationaal-socialisten. De Avondpost schrijft: „Dat is iets dat wij niet zullen cri- tiseeren. Wij willen het alieen signaleeren. Wat de Koningin wil, is eenheid in vrij heid. Wat de N.S.B. wil is eenheid door dwang." „PARADE-P AARDJES". Uit het Volk (s.d.a.p.): En blakend van internationalisme gaat dr. Mengelberg weer vier concerten in Duits land dirigeren. Een programma, waarin Berlioz, Cornelis Dopper, Tsjaikowski en Richard Straus, in een wonderlijk samen treffen, elkaar broederlijk de hand reiken. Vier nummers, vier nationaliteiten! lnter- nationaler kan het welhaast niet. Alleen: de dirigent, die zo van het inter nationale wezen der muziek is vervuld, ban de ditmaal de Joodse componisten uit. Die mogen alleen als parade-paardjes dienen. MINISTER VAN ONDERWIJS WILDE AMBTENAREN DEN MOND SNOEREN. Tijdens het onderwijsdebat in de Eerste Kamer heeft de r.k. afgevaardigde de heer De Jong dezer dagen gebruik gemaakt van rapporten van inspecteurs, welke in het On derwijsverslag voorkwamen. Prof. Slotema- ker de Bruine maakte zich hierover zoo boos, dat hij dreigde: „Wanneer hetgeen een inspecteur voor zijn verantwoording zegt, hier of aan den overkant (n.1. in de Tweede Kamer) gebruikt wordt om den minister te bestrijden met zijn eigen ambtenaren, zal ik aan de ambtenaren opdracht moeten ge ven, anders te schrijven, omdat ik niet ver kies als minister door mijn eigen ambte naren tusschen de beenen te worden geloo- pcn." Het Volk teekent hierbij aan: Deze vrees voor zakelijke critiek, deze ge neigdheid om anderen, die men dan toeval lig kan commandeeren, de mond te snoeren, dit alles getuigt van een autoritaire ge zindheid, die in het stelsel der dictatuur precies op haar plaats is, doch die misstaat in het Nederlandse staatsbestel, waar „het gezag" juist zijn innerlijke kracht ontleent aan de vrijheid van meningsuiting, aan de vrijheid van critiek. „ONBENULLIG EN ONBEHOORLIJK". Naar aanleiding van de beschuldiging van de Telegraaf aan het adres van den voorzitter der Amsterdamsche soc. dem. raadsfractie, den heer Matthijsen, dat deze den architect Elderenbos een stuk bouw grond voor te lagen prijs in handen zou hebben gespeeld, schrijft „een bekende fi guur uit de Amsterdamsche bouwwereld" nog aan genoemd blad: De heer Matthijsen heeft het over dave rende nonsens. Weet ge wat daverende non sens is? Dat Roes en Elderenbos zouden hebben zitten praten over 7 perceelen, die daar gebouwd zouden kunnen worden. Weet u, dat op dat terrein gebouwd zijn 9 hoog- bomvpereeelen en 3 of 4 winkelhuizen? Kan één normaal mensch gelooven. dat Roes en Elderenbos zich bijna de helft zouden misrekenen op het aantal perceelen, dat ergens gebouwd kan worden? (Volgens den heer Matthijsen zou Roes, de ambtenaar van Publieke Werken, n.1. met opzet slechts 7 perceelen genoemd heb ben, teneinde een laag bod uit te lokken, waarna hij reden zou hebben Elderenbos wederom bij de gronduitgifte te passeeren. Red. „Wij lazen voor U".) Hot gebeurde met het terrein aan de Marnixstraat kan niet genoeg worden afge keurd. Iedere insider weet, waarom een der voormannen van de s.d.a.p. hemel en aarde bewogen heeft, om Elderenbos een genoegen te doen en hem gemeentegrond onder de waarde in handen te spelen. En thans tracht men dat af te leiden op den hoofdambtenaar, die het minderwardi- ge spelletje „door" bad. Er is in vakkringen over den aanval van den heer Matthijsen op den heer Roes slechts één oordeel: Onbenullig en onbehoorlijk, aldus de schrijver. Gemakkelijk start Leegstra het nieuwe torpedovliegtuig voor de Koninklijke Marine. Ten behoeve van de kustverdediging be stelde de Koninklijke Marine eenigen tijd geleden bij de N.V. Nederlandsche Vliegtui- genfabriek E'okker een serie tweemotorige torpedovliegluigen op drijvers van een ge heel nieuw type, n.1. de Fokker T.8-W, waarvan het eerste thans gereed is geko men. Woensdag maakte dit toestel, dat door zijn fraaie lijnen opvalt en daardoor onmid dellijk blijk geeft, over goede aërodynami sche cn hvdrodynamische eigenschappen te beschikken, te Schellingwoude zijn eerste proefvlucht. Ofschoon met het proefdraaien der mo toren en de nauwkeurige eindcontrole van alle onderdeelen het grootste gedeelte van den dag was heengegaan, besloot de heer T. H. Leegstra, fabrieksvlieger van Fokker, toch nog de eerste proefvlucht uit te voeren. Hij werd daarbij vergezeld door ir. F. Stok, eveneens van den viiegdienst, en door den hoofdconstructeur ir. M. Beeling. Nadat de T.8-W. enkele vaarproe- ven in verschillende windrichtingen had uitgevoerd, gaf Leegstra volgas en trok het toestel na een zeer kor te start gemakkelijk uit het water. Aangezien er nog slechts weinig daglicht restte, volstond Leegstra met het maken van enkele bochten en zette hij het toestel na een korte vlucht weer vlot op het water. De eerste proefvlucht, die geheel volgens wensch verliep, werd ook bijgewoond door den officier M.S.D. Ie klasse, J. G. Seven- huysen, die het militair toezicht aanbouw vertegenwoordigde. MATROOS 'S NACHTS VERDRONKEN. Gisternacht omstreeks half twee is de 24- jarige matroos A. A„ wonende te Rotter dam, toen hij van boord wilde gaan van het s.s. „Lorca", liggende in de Maashaven, van een ladder gegleden en te water geraakt. Hoewel onmiddellijk pogingen in het werk werden gesteld hem te redden, mocht dit niet gelukken. De man is jammerlijk ver dronken. Het lijk is nog niet gevonden. ZATERDAG 25 FEBRUARI 1939. Hilversum I, 1875 en 301,5 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.3$ —8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor Arbeiders in de Continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. (ca. 12.15 Berichten) 2.00 Filmpraatje. 2.15 Esmeralda. 3.00 Reportage. 3.30 Utrechts Stedelijk orkest, soliste en Aer* denhouts Vrouwenkoor (opn.). 4.30 Schaakles. 4.50 Utrechtsch Stedelijk orkest (opn.). 5.15 Gramofoonmuziek. 5.30 Filmland, 6.00 Orgelspel. 6.28 Berichten. 6.30 Uit de Rode Jeugdbeweging. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cursus „Nederlanders in Amerika". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.20 VARA-orkest. 9.00 Radiotooneel. 9.15 En nu... Oké. 10.25 Toespraak „Nog twee maanden". 10.30 Berichten ANP. 10.40 Community-Singing (opn.) 11.00 De Ramblers. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II, 415.5 m. KRO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.), 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkest. 1.00 Gramofoonmuziek. I.20 KRO-Melodisten en solist. 2.00 Voor de rijpere jeugd, 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.00 KRO-orkest. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 KRO-Melodisten. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.4L Berichten, gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie over de moderne Engelsche let terkunde. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 KRO-orkest, KRO-Melodisten en solisten. (Om 10.00 „Wat nu"). 10.30 Berichten ANP. 10.40 Sportoverzicht. 10.55 Gramofoonmuziek. II.00 Declamatie met muzikale omlijsting. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Feuilleton 62. Het klonk onverschillig, als kwamen de woorden van verre. Zijn blik rustte op Tom my zonder eenige belangstelling, zonder eenige warmte, als ware hij volkomen vreemdeling voor hem. En Tommy zag op dat oogenblik, dat het heilige iets, vriendschap was vernield en in het stof vertreden. Dat had hij niet gedaan, maar toch werd hij gepijnigd door innig zelfverwijt. Dit was de man, die hem bader had gestaan dan een broer. De man, <3ie hem had gered zoowel van zedelijken, als van lichamelijken ondergang; die met ern stige teederheid over hem had gewaakt en wien niets veranderd had. En nu was het met dat alles gedaan. Er bleef hem niets anders over dan zich om te keeren en heen te gaan. Kon hjj dat? Hij bleef besluiteloos staan, beet zich op 6e lippen, als vastgehouden door een mac buiten hem. Everard bewoog zich het eerst, keerde zie van hem af, alsof hjj met hem had afgedaan sn nam een opschrijfboekje op, Jat ny a y bij zich droeg om aanteekeningen te maken. Tommy bleef nog een oogenblik staan, alsof hij, indien dit mogelijk ware gewees zelfs toen nog, den scheidsmuur tusschen hen beiden had willen omverwerpen. Maar Everhard keek zelfs zijn kant nier Uit. In doodelijke stilte keerde hij zich om en ging de kamer uit zooaLs hij was binnen ge komen. Hier was niets meer te zeggen. HOOFDSTUK VIII. Peter. .Tessa werd dien avond naar de bungalow van de Ralstons teruggebracht in Bernard's armen. Ze wist er weinig van, ze werd nau welijks wakker en was zich alleen vaag be wust, dat haar vriend in de nabijheid was. Tommy ging met hem mee en droeg Scoo ter. Hij zei dat hij even naar de Club moest, ofschoon Bernard veronderstelde, dat hij het alleen deed om een poosje uit „De Groene Bungalow" te zijn, want Tommy had klaar blijkelijk een schok gekregen. Hij zelf was alleen aar boos om wat hem „een brood dronken grap" leek, maar toch te boos om onmiddellijk in zijn broers gezelschap te zijn. Hij meende, dat het niet op zijn weg lag, om zich te bemoeien met de zaken tusschen Everard en zijn vrouw, maar zijn sympathie ging naar de laatste uit. Dat ze de zaken verkeerd inzag, daaraan twijfelde hij niet, maar hij was er geenszins zeker van, dat zijn broer geen aanleiding had gegeven tot dat misverstand. Hij had voor zijn eigen doeleinden de gedaante aangeno men van een man, die blijkbaar niet al te goed bekend stond en nu werd hjj aanspra kelijk gesteld voor hetgeen die man misdaan had; en dat had hij aanzichzelf te danken. Er was natuurlijk een vergissing begaan, maar het leek hem, dat dit in Everard's voornemen had gelegen en dat hij zelfs zijn best had gedaan om dit te bevorderen. Wat hij daarmee had voorgehad, besefte Bernard niet, maar zjjn ingeboren hekel aan achterbaksheid, en geheimzinnigheid, deed hem het gedrag van zijn broer veroordeelen. Hij was te boos om zelfs maar te trachten het raadsel op te lossen en hij roerde met Tommy het onderwerp, dat deze maar al te gaarne scheen te vermijden, niet aan. De heele zaak ging zijn begrip te boven en dit was, zoo meende hij, ook met Stella het geval. Hij geloofde niet, dat het Everard makkelijk zou vallen haar vertrouwen te herwinnen en hjj was er ook nog niet van overtuigd, dat hjj daartoe oen poging in het werk zou stellen, Misschien hing hij zoo aan zijn dienst, dat de wegen voortaan voor hem en zijn vrouw zouden uiteenloopen. En toch, wanneer hij weer dacht aan den morgen, toen hij voor de eerste maal die grjjze strepen in zijn broeders haar had op gemerkt, werd zijn oordeel minder streng en gevoelde hjj zelfs eenig medelijden. Misschien was hjj wel tegen wil en dank meegesleept, misschien was die oude bedelaar wel zelf een slachtoffer. In elk geval, wat ook zijn fouten mochten zijn, hjj was zeer over hem bekommerd. Zou h:: in staat zijn om het Stella ook zoo te doen zien? Bernard vroeg zich dit af en twjjfelde er aan. Den geheelen nacht zag hij Stella voor zich, zooals ze zich met koud en strak ge zicht afwendde. „Arm schepseltje!" Ze had er uitgezien, alsof alles nu voor haar voorbij was. Had hjj haar kunnen helpen? Had hij er wel goed aan gedaan haar zoo te verlaten? Onwillekeurig verhaastte hjj zijn stap. Neen, uit zichzelf zou hij er zich niet in men gen, maar als Stella hem noodig had, kon ze op hem rekenen. Hij zou altijd tot helpen bereid zijn. Misschien kon hij zelfs beiden tot steun zijn. Hij had haar niet weergezien. Ze was naar haar kamer gegaan met Peter om haar te verzorgen. Peter, die zjjn leven dankte aan het mes in Everard's gordel. Hjj had een sterk gevoel, dat Peter de eenige vriend was, waaraan ze op dat oogen blik behoefte had en voor Tessa was hij in de eerste plaats verantwoordelijk. Maar het gevoel, dat ze hem misschien noodig zou kunnen hebben, drong zich steeds sterker aan hem op. Hjj wenschte, dat hjj zich daarvan overtuigd had alvorens heen te gaan, maar de gedachte aan Peter stelde hem gerust. Hij was overtuigd, dat Peter goed voor haar zou zorgen. Ja, Peter zou zijn voor zijn geliefde Mem- Sahib zorgen, welk lichamelijk ongemak hem ook mocht kwellen. Hjj zou zich nooit ont trekken aan de vervulling van zijn, in zijn oogen heiligen plicht, zoolang dit tenminste in zijn vermogen was. Anderen mochten haar in den steek laten, Peter bleef trouw! En met ware hondentrouw hurkte hij op haar drempel, het donkere gelaat m zijn wit ge waad gehuld, om bij ieder geluid op te sprin gen en tot zijn groot leeuwezen werd hij overtuigd, dat zjjn meesteres niet ter ruste was gegaan. Aan zijn eigen wond dacht hjj geen oogen blik. Hij was heel dicht bjj de poort des Doods geweest en de eenige man 'n de wereld, waarvoor hij nog een weinig vrees koesterde, had hem daarvan weggerukt. Aan zijn han dig en tijdig ingrjjpen had Peter zijn leven te danken. Hij had de doodelijke beet uitge sneden met een behendigheid en een juistheid, die alle gevaar voor vergiftiging door een slangenbeet uitschakelde en daarmee had hij het geheim prijs gegeven, dat hij zoo lang en zorgvuldig hao bewaard. Zoodra hij Peter aanraakte, had hij zich verraden, maar Peter was trouw. Als hij de eenige ware gebleven, die hem herkend had, dan zou zijn geheim veilig zijn geweest. Hij had zijn best gedaan om het te bewaren, maar het lot was tegen hem geweest. En de Mem-Sahib... de Mem- Sahib was heengegaan als iemand wier hart gebroken is. Peter wenschte niets liever dan haar te troosten, maar de geheele toestand ging zjjn begrip te boven. Hij kon alleen stilzwijgend de wacht houden. Misschien zou nu de groote Sahib zelf wel komen en alles recht zetten. De nacht viel. Hij zou dus zeker spoedig komen. Nauweljjks was die hoop in zijn hart ont waakt, of de deur waarvoor hjj de wacht hield, werd zachtjes van binnen opengedaan. Zjjn Mem-Sahib, buitengewoon bleek en stil, keek naar buiten. „Peter," zei ze vriendelijk. Onmiddellijk sprong hij p en boog voor haar, terwijl in zjjn donkere oogen een som ber licht flikkerde. Ze legde de hand op zijn schouder. Ze had hem altijd behandeld met de minzaamheid eener koningin. „Hoe is 't met je wond?" vroeg ze met haar zachte diepe stem. „Is die goed uitgewasschen en verbonden Hjj keek op en zag haar vlak in 't mooie gelaat, met al de teedere hoogachting, die hij haar toedroeg. „Alles is in orde, M-m-Sahib," zeide hij. „Maar zoudt u niet zoo vriendelijk willen zijn wat te gaan rusten?" Ze schudde flauwtjes glimlachend het hoofd, een glimlach die hem door het hart sneed. Ze deed de deur open en wenkte hem om binnen te komen. „Ik geloof dat het beter is, dat ik mijn gang maar ga," zei ze. „Arme Peter, wat moet je een pijn hebben geleden en wat ben je toch vreeselijk dapper. Kom binnen en laat me toch eens zien wat ik voor je doen kan." Hij ging afwijzend achteruit, maar zjj wil de niet van een weigering hooren en weer legde vriendelijk maar flink al zijn tegen werpingen. „Maar waarom is er niet om een dokter gezonden?" zei ze. „Daar had ik zelf aan moeten denken!" Ze drong er op aan de wond nog eens uit te wasschen en te verbinden. Zij was heel diep. Het was dringend noodig geweest en Peter was niet kleinzeerig. Het bloedverlies was groot geweest, maar er was niets te bespeuren van een zwelling, die op vergiftiaina wees. o (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7