Simplex rijwielen, roestvrij bewerkt, kó'
Mars en Apollo in één mensch
vereenigd
5CexdlcA nimuM
<Se?t Zaaf<
Arrondissements
rechtbank Alkmaar
De Staf muziek in oorsprong
ifzcX 11 iïouwen
Costuum naar maat,
H F MAN NYPELS'
De Lyceum-rijwiel-
plaatjesdief voor de balie
ïLieuuri i ii
Visscherij
die geen
reclame maak'
iiurhdl LL&hxjdüen
adverfeerf daarom
Verslag
van de Gemeentelijke
Arbeidsbeurs
Tijdschriften
V -I
1910 -- 1914
NA H-ET ZWEMMEN DIENSTREIS HELLEVOET SLUIS.
Blok Hertsworm Strobel Peeters Schenkels Haanstra Troost
Schenkels is van deze groep de eenig overgeblevene in het corps en zal 16 April a.s. ook den
dienst met pensioen verlaten.
Mars en Apollo in één mensch ver
eenigd.
Gooi geen oude schoenen weg vóór ge
nieuwe hebt, gold ook voor de Stafmuziek.
Door de aanvraag van den heer Jac. Koning
om gepensionneerd te worden, verkeerde de
Muziekcommissie even in een lastig parket en
werd met man en macht getracht een goeden
opvolger te vinden voor den scheidenden Di
recteur.
Dit nu, waarde lezers, leek op het oog een
gemakkelijker opgaaf dan het in werkelijk
heid was.
Drie honderd sollicitanten meldden zich aan,
en daaruit was men genoodzaakt den waren
opvolger te vinden. Na veel sorteeren en ter
zijde leggen van diegenen, die alzoo niet in
aanmerking kwamen, schoten er toch nog
voldoende over om handen vol werk te geven
aan de examencommissie.
Deze examencommissie was samengesteld
uit de heeren K. A. Bouman, le luitenant en
Directeur van de Kon. Mil. Kapel uit Den
Haag; de heer P. A. Steng, Kapelmeester
i van het 6e Regt Inf. te Breda, en den Dijrec-
"teur der Stafmuziek Jac. Koning.
Dit examen nam zooveel tijd in beslag, dat
de Regeering het verzoek richtte tot den Ka
pelmeester Koning of hij genegen was nog
eenige maanden na te dienen, op welke aan
vraag deze gewillig in ging. Nu werd het
afleggen der proeven met hernieuwden spoed
aangevangen.
Dat er veel liefhebberij bestond voor de
betrekking van Directeur der Stafmuziek,
bleek wel uit de namen van toen al bekende
musici, die zich op de sollicitatielijst geplaatst
zagen. Hierop toch kwamen we tegen later
zeer bekend geworden musici, als Sam
Schuyer, Hengeveld, Zeldenrust en anderen
Ook Kapelmeesters van de Landmacht kwa
men gaarne over, gezien de sollicitaties uit
Bergen op Zoom, Assen, Arnhem en van de
Huzaren uit Venlo.
Daar het maar niet vlotten wilde om een
geschikten dirigent te vinden, werd de mee
ning gevraagd van diverse bekende musici
en componisten, tengevolge hebbende, dat de
eischen, toen niet alleen van hooge muzikali
teit spraken, maar ook de militaire- zeer
sterk op den voorgrond traden.
Men moest een musicus hebben, die èn mi
litair van den eersten graad was, maar óók
muzikaal op den voorgrond zou treden.
De examencommissie, in samenwerking
met de muziekcommissie, had zich den tijd
gegund om de candidaten zoowel theoretisch
als practisch te „prüfen".
Men was tot een besluit gekomen; en na
ernstig beraden onderling, was de slag ge
vallen.
De Stafmuziek had wederom een Kapel
meester.
„Adrianus Leonardus Hazebroek"
(1906—1923).
Deze musicus trad op 1 Juli 1906 in dienst
der Marinestaf muziek. Geboren te Den Haag
op den dertienden Augustus 1867, bezocht hij
daar de H.B.S. en de Haagsche Muziekschool,
waar de heer Nicolai de scepter voerde. Hij
studeerde piano als hoofdvak en toen de Di
recteur aan de klasse vroeg: „Wie wil er een
instrument bij leeren", stak Hazebroek z'n
vinger op en zei: „Ik hobo. meneer"
Dit was beslissend voor het verdere leven
van den jeugdigen musicus, want het zou de
hobo zijn, die hem in de militaire muziek
bracht. Hij kreeg les van den destijds zeer
beroemden hoboïst Jan Hemmes. Na vol
brachte studie aan de Muziekschool, moest hij
onder dienst als milicien, en deed meteen zijn
best om geplaatst te worden als stafmuzikant
bij de Infanterie te Bergen op Zoom. Dit ge
lukte en na verloop van jaren bracht deze
musicus het tot Onder-kapelmeester van het
3e Reg. Inf.
Toen in 1906 de kans open kwam bij de
Marinekapel, solliciteerde hij direct en met
goed gevolg, hij werd aangenomen.
Nieuwe Meesters, nieuwe Wetten. Grondig
werd de Kapel onderhanden genomen, daar ze
volgens de begrippen van den nieuwen kapel
meester nogal in een deplorabelen toestand
werd overgedragen. Hij stelde direct een
werkprogramma samen dat aan de muzikan
ten niet veel tijd overliet om aan andere
dingen te denken. Dezen kapelmeester komt
zeer zeker de eer toe, in samenwerking met
den „Tijdgeest", de Marinestafmuziek ln top
vorm gebracht te hebben. Altijd was hij voor
zijn Orkest doende, trok er op uit naar auto
riteiten, bracht nieuwe ideëen, een geheel an
dere repeteermethode, bevorderde de aanne
ming van leerlingen, verbeterde zoodoende de
promotiekansen en had zeer grooten invloed
op de te geven programma's; ook wat betreft
en wel voornamelijk de Symphonieconcerten.
Hij had gauw in de gaten, wat met een ern
stige studie met dit Symphonie-orkest te be
reiken zou zijn.
Hij legde een speciaal accent op de mar-
schen en bracht een strenger rhythme.
Bestonden de programma's van zijn voor
gangers uit populaire muziek, Hazebroek
zocht het meer in de klassieke richting.
Hij ging haast iederen Zondag naar Am
sterdam om het Concertgebouw-orkest, onder
leiding van Willem Mengelberg te hooren en
zien musiceeren. De gevolgen bleven niet
uit.
De Stafmuziek beleefde haar bloeitijdperk.
De Populaire Volksconcerten kwamen in de
mode en voor den Oorlog al waren heeren
als Leewens, met recht de Nestor in muzi
kaal Den Helder, C. de Boer Jr., van de
Heldersche Courant, Oortgijzen, Delgorge,
enz., de stuwers om deze concerten onder de
aandacht van het publiek te brengen.
Wat daar geboden werd, lezers stond aan
de spits der muzikaliteit. De Stafmuzikan
ten werden trots op hun korps. De kapel
meester sloeg bijzonder en aandachtig het
studeeren van zijn leden gade en bevorderde
dit waar hij maar kón.
In December 1906 opende hij met het Sym
phonie-orkest deze Populaire Concerten, met
een programma, dat klonk als een klok en jaar
in jaar uit werden deze concerten mooier.
Solisten gaven, wanneer de financiën het
toelieten, hunne medewerking, maar er wa
ren ook Solisten, die welwillend hunne mede
werking gaven.
In December 1907 bracht men hier het
Oratorium „De Jaargetijden" van Haydn, in
samenwerking met de Koorvereeniging, het
geheel onder leiding van A. J. Leewens. Men
ging onvermoeid verder om het publiek het
beste van het beste te geven; en in Decem
ber 1909 (den 22en) gaf men een concert,
dat alle voorgaande met stukken sloeg.
Toen trad op een Piano-soliste.
Mevrouw Baronesse Van Asbeck—
Kluit,
de moeder van den tegenwoordigen Comman
dant van het Instituut, trad op als piano
soliste en gaf welwillend haar medewerking
aan een programma, waar Schumann, Grieg,
Chopin en Mozart door Pianiste en Sympho
nie-orkest op uitmuntende wijze gebracht
werden.
Intensief werd er gewerkt door kapel
meester en orkest. Jaar in jaar uit ging
men verder en zoo naderden de spannende
dagen van 1914.
Eind Juli 1914 was de Stafmuziek juist op
den jaarlij kschen dienstreis en was zij te
Amsterdam, toen de wereldoorlog uitbrak.
Direct naar Den Helder gedirigeerd zijnde
werd de muziek in haar standplaats opgeno
men en ondergebracht bij het Roode Kruis.
Gelukkig viel er niet veel te verbinden en
werd de dienst op normale wijze, zij het druk
ker dan voor de Mobilisatie, hervat en wer
den er concerten gegeven in kazernes, mili
taire tehuizen en waar noodig werd geoor
deeld.
Verscheidene composities van den kapel
meester zagen we in den loop der jaren ver
schijnen, waarvan we slechts willen noemen
een Suite voor Orkest „Au pays des Nym-
phes" geheeten, een Symphonie, en ander
werken waaronder de „De Ruyter-Cantate'
welke voor de Herdenkingsfeesten van deze
Held is uitgevoerd. De „Defileermarsch" va
Hazebroek is tot nu toe de Defileermarsch
die nog bij alle defilé's gebruikt wordt; en
wie kent dezen pittigen marsch niet?
Na 5 jaar diensttijd kreeg de kapelmeester
den rang van Luitenant ter zee 3e klas. welke
rang in later jaren geworden is, die van Lui
tenant ter zee 2e kl. titulair.
Onder zijn directie steeg het aantal leden
der Kapel tot 60 man. Onder-kapelmeester
was de heer Wernecke, die als solist op trom
bone, een eerste plaats bekleedde onder de
musici.
geschikt voor alle officiëele gele
genheden, vanaf 29.50
Smaakvolle sorteering.
Keurige pasvorm.
KLEEDINGMAGAZIJNEN
(Zitting van Dinsdag 21 Maart).
H(j paste z'n heele leven slecht op!
De twee-en-zestigjarige verd. A. de W. uit
Utrecht was lang niet zoo onschuldig als hij
zich wel voordeed. Integendeel!
Dat zou later blijken uit het requisitoir van
den Officier en niet voor niets was de man
op leeftijd preventief gezet.
Wat hij nu weer gedaan had?
De Officier van Justitie, mr. v. d. Feen de
Lille, las een lange dagvaarding voor, waar
van de inhoud hierop neerkwam, dat de man
by een zekeren G. H. B„ te Den Helder was
gekomen met het „smoesje", dat een zekere
mevrouw van Manen te Hilversum aan me
neer B. verzocht had een bedrag van 7.50
af te geven. Dat gebeurde op 2 December
van het vorige jaar, maar later bleek, dat
deze mevrouw in het geheel niet bestond.
De president mr. Ledeboer nam verd. ge
ducht onderhanden. Je leende maar telkens
geld en buiten het gezin heb je verkeering
met andere dames, legt de president uit.
De verdachte doet dan een lang verhaal
over z'n beroerde omstandigheden thuis. Hij
krijgt geen steun van Maatschappelijk Hulp
betoon en kan niet behoorlijk leven.
Jé wist niet te voorzien in de behoefte
van je gezin; vaart de president uit.
Als getuige wordt dan gehoord een zekeren
G. H. B., van beroep controleur, wonende
te Den Helder, komt dan voor het hekje om
te vertellen, dat hij het bedrag van 7.50
heeft geleend ten bate van de geheimzinnige
mevrouw van Manen. Want, dat deze niet
bestond, daar was getuige al spoedig achter,
toen hij z'n lieve geldje wel eens terug wilde
zien.
De Officier van Justitie, mr. v. d. Feen de
Lille had geen moeilijke taak. Immers, ver
dachte had het feit volmondig bekend en een
en ander was gestaafd door de verklaring
van den getuige. Een half jaar lang had ver
dachte niet anders gedaan dan op deze ma
nier z'n geld op te halen. Natuurlijk moest
een en ander oplichting worden genoemd en
om andere menschen voor 's mans praktijken
te beschermen had de Officier de preventieve
hechtenis gelast. De man heeft z'n heele
leven slecht opgepast. Hij ontzag zich niet,
in het bijzijn van vrouw en kinderen brieven
te schrijven aan vriendinnen. Ook ging hij
zich dikwijls te buiten aan sterken drank.
Mr. v. d. Feen de Lille eischte daarom een ge
vangenisstraf voor den tijd van één jaar.
Verdachte had hier bitter weinig op te
zeggen; alleen voerde hij aan, dat hij niet
leven kon, omdat het Burgerlijk Armbestuur
hem niet helpen wilde en hij geen andere bron
van inkomsten had.
's Mans verdediger, mr. Zeiler, kon ook al
weinig lichtpunten vinden. Inderdaad had
zijn cliënt tal van misdrijven gepleegd, maar
het ging toch altijd om kleine bedragen. Het
eenige wat pleiter zeggen kon, was, dat ver
dachte in den laatsten tijd niet meer dronk.
Wat die andere vrouwen betreft, daarmede
knoopte pleiter's cliënt connecties aan toen
zijn eigen vrouw ziek was. Toen deze beter
werd, is bij ook daarmede opgehouden.
De president bepaalt dan de uitspraak in
deze zaak op heden over acht dagen, des mor
gens om tien uur.
Eisch: 2 jaar.
Het was een leuke stoere kerel, die daar
na voor z'n rechter verscheen. Een pracht
van een sporttype? Zijn naam was J. L. en
hij oefende in Amsterdam het eerzaam be
roep uit van typograaf. Was het daar nu
maar bij gebleven. Maar ziet, 's mans bloed
stroomde wild door z'n anderen en de lust
naar avontuur won het gladweg van het ty-
pografenvak.
En zoo zwierf hij het heele land door; tikte
hier en daar een aardig fietsje op den kop,
om daarop lustig voortpeddelend door de
schoone natuur naar Groot-Mokum terug te
keeren, Dat was niet zuiver, maar nog min
der zuiver was het. dat onze vriend die fiet
sen in Amsterdam verkocht en van het geld
goede sier maakte! Ook voor belastingmerken
had hij een uitgesproken zwak.
Zoo was hij op een goeden of laten
we liever zeggen op een voor hem kwa
den dag in de meest Noordelijke plaats
van Noord-Holland, n.1. in Den Helder,
beland en toen bij het Lyceum aldaar
een gloednieuw damesrijwiel zag staan,
kwam de lust bij hem op, dit eens te pro-
beeren. En passant nam hij uit de fiet-
senschuur nog een 39-tal belastingplaat-
as mee. Die gingen immers in Amster-
'.am best van de hand!
rerdachte was op heeterdaad betrapt door
i hulpconcierge dezer onderwijsinrichting,
kon niet anders doen dan volmondig be-
1 men. Trouwens; hij was ook te sportief,
er omheen te draaien.
Je President, mr. Ledeboer deed een vraag
ar den bekenden weg.
Wat deed je met al die plaatjes? wilde
Je president weten.
Verkoopen natuurlijk! was verdachte's
antwoord.
En waar verkocht je dié dan? vorschte
mr. Ledeboer verder.
Op het Waterlooplein, lichtte verd. de
Rechtbank in.
Nou, daar heb je aan de eene zijde dat
mooie paleis van den typografenbond en aan de
andere zijde opkoopers van gestolen plaatjes!
Dat is toch een beetje al te gek, vond mr.
Ledeboer.
Je mot ze toch ergens kwijt, oordeelde
verd.
Maar toch is het een schriele tegenstel
ling, hield mr. Ledeboer vol. Je hebt al tal van
veroordeelingen achter den rug; dat hoofd van
jou wil niet erg, want het is dom werk en je
komt er op die manier nooit uit.
Ja, zei verd., het is nu te laat hé!
Het is nooit te laat je leven te beteren,
leeraarde de president.
De 14-jarige juffrouw M. B., leerlinge op het
Lyceum te Den Helder, kwam vertellen, dat
haar nieuwe fiets een prooi van verdachte was
geworden en de volgende getuige, een zekere
IJ. S., die het ambt van hulpconcierge aan het
Lyceum vervulde, bracht ook al geen nieuwe
gezichtspunten naar voren. Hij herkende verd.
als de man, die bij de fietsenschuur had ge
staan. Toen hij er op afging om eens te kijken
wat die man daar deed, was deze uiterst be
leefd en had gezegd: „Gaat U voor!" Toen had
getuige nog niet het minste idee ervan, dat de
man bezig was de plaatjes van de gestalde fiet
sen af te halen.
De Officier van Justitie zeide in zijn requisi
toir, dat deze verd. al was hij dan niet in
Amsterdam geboren toch ongetwijfeld tot de
zware jongens moest worden gerekend. Mr. v.
d. Feen de Lille noemde hem een vlotte, leuke,
sportieve jongen en betreurde het slechts, dat
zijn onmiskenbare sportiviteit in een verkeerde
richting was gegaan. Maar spr. mocht dit type
wel, omdat deze jongens een zekere dosis be-
heerschtheid hebben, welke bewondering af
dwingt. Die beheerschtheid komt tot uiting in
zijn systeem. Immers: hij reisde door heel Ne
derland heen en sloeg zoo overal zijn slag.
Natuurlijk, zeide de Officier, is zoo iemand een
gevaar voor de samenleving. Dat blijkt uit een
boekje waaruit hij in het Huis van Bewaring
Engelsch is gaan leeren. Daar komt o.a. een
zin in voor: „Ik lever U een prima rijwiel, met
gepatenteerde terugtraprem, alles onder garan
tie". Dat typeert, meent mr. v. d. Feen de
Lille. Hij levert dus ook fietsen, welke hij uit
een boekje vertaald heeft. We kunnen hierover
nu wel grapjes maken, zegt de Officier, maar
het is toch in-treurig, dat deze jonge man z'n
heele leven verknoeit op deze manier. De eisch
luidt dan 2 jaar gevangenisstraf tegen verd.
De verdediger van dezen oolijken knaap, mr.
Crêvecoeur uit Alkmaar, had alleen aan te
voeren, dat geen mensch zich met den jongen
bemoeit, als deze uit de gevangenis komt en
verzoekt de Rechtbank namens zijn cliënt zijn
straf te mogen ondergaan in de Openluchtge
vangenis te Veenhuizen.
Dat kan niet bij recidivisten, wijst de Of
ficier er den verdediger op.
De Rechtbank bepaalt de uitspraak in
deze zaak dus op heden over acht dagen,
des morgens om tien uur.
Den Burg
„DE LAATSTE DAGEN VAN EEN
EILAND".
Maandag 27 Maart a.s. zal in het gbouw
voor Christelijke Belangen in de Julianastraat
te Den Burg de film „De laatste dagen van
een eiland" worden afgedraaid, des avonds te
acht uur.
VEKEENIGING VOOR VOLKS
ONDERWIJS.
Gedurende een propaganda-avond, die heden
(Woensdag) in Pen's Schouwburgzaal zal wor
den gegeven, wordt o.m. een film vertoond,
getiteld „Bali". Des middags wordt voor de
schooljeugd eveneens een film gegeven om
half drie. Deze film zal betrekking hebben op
„Kruger's Natuurpark in Zuid-Afrika". De
toegangsprijs voor dezen jeugdmiddag zal
slechts 10 cent bedragen.
URK, 20 Maart.
Door 5 vaartuigen werd heden aan den Ge
meentelijken Vischafslag alhier aangevoerd;
250 pond Noordzeeschol, 810 ct.115 pond
schar 67 ct. en 100 pond poonen 88'/2
ct. Alles per pond.
ZAL ER TOCH EEN TWEEDE KERK
KOMEN?
Naar ons werd medegedeeld, heeft de Classis
Enkhuizen aan den Kerkeraad der Ger. Kerk
te Urk geadviseerd om de gemeente te be
werken om te komen tot het beroepen van een
tweeden predikant en het bouwen van een
tweede kerkgebouw. Het comité van actie zal
dus toch al eenigszins winst kunnen boeken.
NESTPROBLEEM.
Langs de verschillende plaatsen langs de
voormalige Zuiderzee wordt thans zeer druk
gesproken over den verkoop van Nest. Niet
het minst is Urk daarbij betrokken. Verleden
jaar was het nest voor de aal- en palingvis-
scherij een mooie bijverdienste. De visschers
zijn echter van meening, dat de prijzen van
het nest aanmerkelijk hooger kunnen worden.
Het vorige jaar was er geen vrije handel voor
de nestvisscherij en was er op Urk een vaste
prijs van 25 cent per mand. Over deze zaak
is met de betrokken koopers van nest veel
geconfereerd. Na veel conferenties is echter
nu een resultaat verkregen, waarmede men
niet accoord kan gaan. Te Enkhuizen zal 37%
ct., Lemmer en Vollenhove 32 ct. en te Urk
30 ct. per mand worden betaald, Hiermede kon
geen genoegen worden gènomen. Ook 't latere
aanbod van den vischhandelaar Douwe Gnodde,
om 35 ct. per mand te geven, kan nu niet meer
als vaste basis gelden. Er zal een prijs van 40
ct. moeten gegeven worden en een vrije markt.
OVER DE MAAND FEBRUARI 1939.
Mannen.
Aanbiedingen kwamen in van:
5 Bakkers (2 ben. 18 j.), 9 bankwerkers (2
ben. 18 j.), 11 bollenarbeiders 5 ben. 18 j.),
5 chauffeurs, 3 conciërges, 5 electriciens, 18
gronwderkers, 3 huisknechts, 2 incasseerders,
4 kantoorbedienden, 1 kleermaker, 3 koks (2
ben. 18 j.), 36 landarbeiders, 1 loodgieter, 5
loopjongens (3 ben. 18 j.), 1 machinist, 7
matrozen (2 ben. 18 j.), 21 metselaars, 2 mon-,
teurs, 1 motordrijver, 6 opperlieden, 18 schil
ders (1 ben. 18 j.), 1 schoenmaker, 1 slager,
4 smeden (1 ben. 18 j.), 1 steenzetter, 3 straat
makers, 1 teller, 16 timmerlieden (3 ben. 18 j.),
55 transportarbeiders, 6 tuinlieden, 1 visscher,
65 werklieden (4 ben. 18 j.), 2 winkelbedien
den (1 ben. 18 j.).
Totaal: 323 personen.
Aanvragen kwamen in om:
3 conciërges, 2 grondwerkers, 3 huisknechts,
4 kantoorbedienden, 1 keliner, 1 kok ben. 18
j. 4 landarbeiders, 1 letterzetter, 3 loopknechts
(2 ben. 18 j.), 12 metselaars, 1 rijwielherstel
ler ben. 18 j., 8 schilders (2 ben. 18 j.), 1 schoen
maker, ben. 18 j., 2 steenzetters, 2 stucadoors,
14 timmerlieden (1 ben. 18 j.), 35 transport-
arbeiders, 3 tuinlieden, 37 werklieden (6 ben.
18 j.), 1 winkelbediende.
Totaal: 138 personen.
Geplaatst werden:
3 concerges, 2 grondwerkers, 3 huisknechts,
3 kantoorbedienden, 1 keliner, 1 kok ben. 18
j., 4 landarbeiders, 1 letterzetter, 12 metse
laars, 1 rijwielhersteller ben. 18 j., 7 schilders
(1 ben. JA-jf.), 1 schoenmaker ben 18 j., 2
steenzetters, 2 stucadoors, 14 timmerlieden (1
ben. 18 j.)35 transp.arbeiders, 3 tuinlieden,
37 werklieden (6 ben. 18 j.).
Totaal 32 personen.
Aan het einde der verslagmaand stonden
ingeschreven:
11 bakkers (1 ben. 18 j.), 1 bakschipper, 24
bankwerkers (5 ben. 18 j.1 boekbinder, 24
bollenarbeiders (7 ben. 18 j.), 3 brugwachters,
40 chauffeurs, 1 coiporteur, 15 conciërges, 1
constructiewei hev, 1 controleur, 3 electriciens
(1 ben. 18 j.)S0 grondwerkers, 2 huisknechts,
8 incasseerders, 13 kantoorbedienden, 1 kap
per, 5 kellners, 6 kleermakers, 4 koks (1 ben.
18 j.)1 koperslager, 1 kraandrijver, 103 land
arbeiders, 7 letterzetters (1 ben. 18 j.3
loodgieters, 6 loopknechts (1 ben. 18 j.), 5
machinisten, 5 magazijnbedienden, 11 matro
zen (3 ben. 18 j.), 5 metselaars, 6 monteurs
(1 ben. 18 j.), 2 motordrijvers, 19 opperlie
den, 4 reizigers, 5 scheepmakers, 56 schil
ders (2 ben. 18 j.)1 schoenmaker, 5 slagers,
7 smeden (1 ben. 18 j.), 2 steenzetters 5 stof
feerders, 7 stokers, 3 straatmakers, 1 stuur
man, 1 teller, 30 timmerlieden (2 ben. 18 j.),
1 touwslager, 162 transp.arbeiders, 10 tuin
lieden, 1 verpleger, 5 visschers, 1 voerman,
1 vrachtrijder, 332 werklieden (8 ben. 18 j.),
3 winkelbedienden.
Totaal: 1104 personen.
Vrouwen.
Aanbiedingen kwamen in van:
7 aardappelschilsters, 10 dagmeisjes, 13
dagdienstboden, 6 dienstboden intern (1 ben.
18 j.)1 huishoudster, 1 kamermeisje, 1
meid-huishoudster, 10 morgenmeisjes (6 ben.
18 j.), 2 verkoopsters, 13 werksters.
Totaal 64 personen.
Aanvragen kwamen in om:
6 aardappelschilsters, 12 dagmeisjes, 21
dagdienstboden, 6 dienstboden, 3 hulpen i. d.
huishouding (1 ben. 18 j.), 1 kamermeisje,
20 morgenmeisjes (12 ben. 18 j.), 2 meid
huishoudsters, 1 naaister, 2 noodh. dienst
boden, 1 strijkster, 1 tweede meisje intern,
1 leerling verkoopster, 15 werksters.
Totaal: 94 personen.
Geplaatst werden:
6 aardappelschilsters, 10 dagmeisjes, 12
dagdienstboden, 5 dienstboden intern (1 van
Texel en 1 uit Amsterdam), 1 hulp i. d. huis
houding ben. 18 j.), 1 meid-huishoudster, 13
morgenmeisjes (5 ben. 18 j.)1 noodh. dienst
bode, 1 leerling verkoopster, 12 werksters.
Totaal: 62 personen.
Aan het einde der verslagmaand stonden
ingeschreven:
5 aardappelschilsters, 2 dagmeisjes, 1
dienstbode-intern, 1 huishoudster, 1 kamer
meisje, 1 kantoorbediende, 1 morgenmeisje,
2 verkooosters (1 ben. 18 j.), 1 verpleegster,
9 werksters,.
Totaal: 24 personen.
Zonneschijn, tijdschrift voor de jeugd,
uitgave Drukkerij Spin en Zn., N.Z. Voorburg
wal 271273, Amsterdam. Het nr. van 16
Maart van dit kindertijdschrift opent met een
gezellige plaat uit Ouwehand's dierenpark en
in aansluiting daarop een plaatje over „nieuw
leven in Maart". „Lepeldiefje", het tooneel-
stukje van Mevr. G. VollemensZeylemaker
wordt vervolgd. Mabel de Visser schrijft een
brief uit Londen over „de Zon" aan haar
Zonneschijnvriendjes. „De overwinning van de
Kampioen" heet het verhaal van Jan v. Loe-
vesteijn. En natuurlijk vinden we in dit num
mer ook weer tal van leuke knutselwerkjes,
practische dingetjes, de avonturen van Kie
keboe en geestige versjes.
De Kern. Maart-nummer. Uitgave: Van
Holkema Warendorf N.V., Amsterdam.
Het is de moeite waard wat overgenomen
wordt uit de „Revue Beige" betreffende de
bekende Duitsche film-regisseuse Leni Rie-
fenstahl, terwijl uit „Harper's Magazine"
het noodige verteld wordt over „De Keizer
van Japan" en „Het leven van den Mikado".
Zeer leerzaam is de bijdrage over het wezen
van het Noorderlicht („Chambres Journal"),
en niet minder „Het meten van Sterren"
(„Annales"). Een goed nummer.
De T o o ne e 1 s p i e g e 1. Maart-nummer
Uitg. A. J. G. Strengholt te Amsterdam.
Hans P. van den Aardweg heeft het over
de ongespeelde Nederlandsche tooneelschry-
vers, waarin nog al enkele spijkers met kop
pen geslagen worden (overigens niet ten on
rechte!). De heer M. Noppen, dir. der Amst.
Stadsreiniging geeft zijn meening over de
wijze, waarop het publiek z.i. over het too-
neel denkt. Meerdere prominente Nederlan
ders zullen in deze serie volgen. Tenslotte
moge genoemd worden de bijdrage Potten
bakkerij H.H. te Delft.