Een zomer„mantel Cursus leer- bewerking ouderwetsch! Wat dragen wij dan IS Een schattig kraagje voor kleine meisjes Zaterdag 15 April 1939 Iets anders De beste vriendin van de filmspelers Vfcrde tt Herinnert U zich iets Van snippers en resten Het woord „zomermantel," bestaat niet meer! De term is te weidsch voor onzen tijd! Wie draagt er nog den langen geklceden, keurig niet knoopen sluitenden mantel, voorzien van stijl volle mouwen en breede bestikte revers, waarop een dure zomerbont prijk te, of afgewerkt met mi litante tressen, met fraaie borduursels? Zoon mantel, die over iedere jurk kon wor den aangetrokken, en waarmee de vrouw maar één aspect had, dat van een zéér ge kleed, min of meer imposant wezen, waartoe de fraaie hoed (liefst in de zelfde kleur), niet weinig bijdroeg? Neen, gelukkig zijn wij van dat deftige omhulsel af! Wij zijn nu in staat, wat variatie in onze wandel-uitrus ting aan te brengen! Man teltjes in aller lei lengten staan ons ten dienste! Van af de bolero, het boven de taille eindigende jakje, dat een jurk tot wandeltoilet verheft, tot aan den swagger, de zgn. driekwart - lange jas, die echter het driekwart ruim schoots overschreden heeft en nu nog slechts enkele centimeters verwijderd is van den japonzoom. En daartusschen in jasjes in diverse soorten, tailleurs of sportieve mo dellen-met-ceintuurs, wijde jasjes tot aan de heupen, die, los en bevallig als een cape, om de schouders hangen! Wat U verkiest,mevrouw! Bovendien het „complet", een tuniek van kant of zij, die met de japon één geheel vormt. Dit is niets nieuws, vooral oudere dames dragen zoo'n complet gaarne, maar wél nieuw is, dat het overkleed (liefst zwart over een helgebloemde jurk), een wijd geplooiden rok heeft en op taillehoogte door een bijzonder breede ceintuur, welke bijna den vorm van een keurslijfje aan neemt, bijeen wordt gehouden; men moet zooiets weten te dragen...... LES 19. AVONDTASCHJE. Het voorwerp, dat we deze week gaan ver vaardigen, is een avond- taschje. Zooals we op de bijgaande teekening kunnen zien, is het er één van een heel een voudig model. Het in elkaar zetten van het tasohje, zal dan ook, na al wat we nu gemaakt hebben, wel geen moeilijkheden op leveren. Alleen het aan maken en vervaardigen van het hengsel is voor ons een nieuwigheid. We beginnen met het leer uit te snijden, dat we voor het taschje zelf noodig hebben. We ma ken natuurlijk eerst uit, welk soort leer we zullen gebruiken en 't spreekt vanzelf, dat we voor zoo'n avondtasch- je geen grove leersoort kunnen gebruiken. De leersoort, die we hier graag voor bezigen, is suède. Het is evenwel niet goedkoop. Mooi suède kan zoo glad en glanzend zijn als fluweel. Op ons voorbeeld staat een stuk leer af- gebeeld, dat ongeveer 38 c.M. lang is, en 18 c.M. breed. Is dit stuk gesneden, dan wordt het model voor den overslag er in gemaakt. Eerst daarna wor den de soufflets afgetekend en uitgesneden Het geheel wordt voor stevigheid met ar- tex gevoerd. We plakken dus op het leer van het taschje en van de soufflets aan den binnenkant artex en laten dit geheel goed drogen. Daarna nemen we de tweetand en maken in de tasch en den overslag de gaatjes voor het vlechtsel, waaruit het hand vat zal bestaan. Deze spleetjes vergen wel wat van ons geduld, want ze moeten er zorgvuldig in gemaakt worden en op ge lijken afstand van elkaar. Maar we heb ben al zooveel spleetjes geslagen, dat dit wel niet moeilijk meer zal zijn. Voordat we nu met het eigenlijke taschje verder gaan, beginnen we eerst het hand vat te vlechten. We hebben ons voorzien van leer- of suèdeband in dezelfde of een afstekende kleur als het taschje. We nemen 4 gelijke bandjes. Deze bandjes moeten zoo breed zijn, dat ze later door de spleetjes kunnen. We overtuigen ons hier dus van te voren van. Als de spleetjes te klein zijn. gaan de bandjes er gevouwen door, wal 'celijk staat en als de spleetjes te groot zijn. blijft er ruimte over tusschen de bandjes en het spleetje, wat ook verre van fraai is De bandjes moeten dus door de spleetjes kunnen, meer niet. De vier bandjes nemen we nu ter hand, zie fig. c en d. We hebben ze 2 aan 2 vastgeknoopt en voor het vlech ten vastgezet. Nu begint het vlechten van de viervlecht en wel als volgt- We beginnen 4 over 1 te slaan, dan 3 on der 1 door en daarna 2 over 4 en onder 3 door (zie fig. c). Nu slaan we 1 naar achter (rechts uitkomend), daarover heen 4 naar achter (links uitkomend). Nu zitten aan lederen kant twee bandjes met de achter kanten tegen elkaar, dus de goede kanten naar buiten. Nu beginnen we rechts over te slaan '"k,s onderdoor en overheen, daarna gaan we links naar achteren en vervolgens rechts naar aohteren. We krijgen nu een zgn. ron- viervlecht. Als we weglaten; nu slaan Enaai' achter (rechts uitkomend), daar- l16."1 1 naar achter (links uitkomend), dan knjgen we een platte viervlecht. W e laten, als we beginnen te vlechten ongeveer 15 c.M. van ieder bandje hangen 9o af «en, waarom). Na onge wo k te hcbhen gevlochten, nemen wcbegin en eind samen en maken met de 8 bandjes een platte vlecht (zie fi°- b) Als de Se n/16^ Ianf Rt>noeR is< steken we uiteinden door de gleufjes in het leer van den overslag weg en lijmen ze aan den binnenkant stevig vast. Daarna maken wc een klein vleohtje van ongeveer 3 a 4 c.M. tang, slaan het om de platte vlecht iieenj Onze foto (links) toont één van die ge noeglijke swaggers; raglanmouw, breede revers, royale zakken. Het prettige is dat men onder zoo'n swag ger alles dragen kan! Zoowel een mantel pakje (we spreken dan van een „troix-piè- ces) als elk ander toiletje; en het doet er dan niet toe of dit nonchalant of chic is uitgevallen. Zoo komt ook het middelste plaatje voor dit doel in aanmerking. We kunnen bij het bekijken van dit cos- tuumpje moeilijk ontkomen aan den in druk dat de ontwerper eens gebladerd heeft in modejournalen van tientallen jaren ge leden! Toen was de blouse-stijl óók favoriet, doch men knipte de blouse op een breeden band, die op den rok aansloot. Nu is die band vervangen door een geweldige ceintuur. Zelfs de rijen met stof overtrokken knoopjes en den snit van van den „tailleband" zooals we die thans weer zien, herinneren wij ons van 15, 20 jaar geleden Maar de ontwerper heeft er voor gezorgd, dat het mode-element van zijn schepping zich als het ware aan de aandacht opdringt: n.1. het baantje uitspringende rokplooien aan den voorkant. En zoo komt het, dat de meeste vrouwen een dergelijke creatie als iets hypermoderns bewonderen en slechts de blasées snakken naar iets anders, iets écht nieuwsHet meest rechtsche toilet is geschikt voor niet te slanke typen. Waar om? Omdat het slank maakt! Een van de nieuwe soepele wollen zomerstoffen, liefst in een beige tint, leent zich uit stekend voor dit complet. De manchetten zijn van bont; oen vilthoed past er verder het beste bij. Wij gclooven, dat de lezeres wel een keus zal kun nen doen uit onze „aanbieding" van vandaag! LEONTINE. Moeder wil een eenvoudig katoenen jurkje van haar dochtertje wat op fleuren. Wat kan zij dan meter doen dan er een vroolijk bont kraagje op te maken? Het modelletje, dat wij hier afbeelden, is eenvoudig, kost wenig tijd en geld en is tóch „schat tig". we steken de uiteinden door de gleufjes in den achterkant van het taschje en plakken de bandjes weer vast. Nu plakken we tegen den overslag van het tascihje nogmaals een stukje artex tot 1 c.M. voor de stippellijn op A. (zie losse pa troon). Het geheele taschje wordt gevoerd met voeringleer (heel dun voeringleer heet shiver). Nu worden de soufflets met artex beplakt en daarna gevoerd. Het taschje wordt weer met een blinde sluiting gesloten. De bovenkant van de blinde sluiting zet ten we in de klep (door artex en voering) Zie voor blinde sluiting het bridge-etui, les 15. Nu worden de soufflets ingeplakt en van kruisje tot kruisje in de richting van de Pijltjes (zie fig. a) wordt het.taschje met leerband omgewerkt. Dan wordt de onder- kant van de blinde sluiting ingezet. En het taschje is voor het gebruik gereed. We ho pen, dat u er veel plezier van zult beleven! We gaan eerst den lappenmand onderst boven halen en vinden daar vast wel een geschikt reepje stof bij, dat uitnemend dienst kan doen. We knippen de stof keu rig af op een lengte van 60 c.M. en een breedte van 7 a 8 c.M. (deze maten gelden voor kinderen tot 8 jaar; voor oudere kin deren is een lengte van 68 c.M. noodig). Het lapje wordt keurig gezoomd, waarbij we er op moeten letten, dat het zoompje aan de bovenzijde 2% c.M. hoog wordt, want dit fungeert als schuif voor het halskoord. Nu versieren we het kraagje aan den beneden kant en de twee korte kanten met een geestigen steek. Eerst met rood borduur garen een eenvoudigen rijgsteek, dan met een blauwen draad deze steken „doortrek ken", zooals op het schetsje aangegeven. Dat maakt een frisch effect. Van rood, wit en blauw borduurgaren (of wat we nog aan restjes van dergelijk materiaal bezitten), vlechten we een koord dat we door het schuifje trekken en aan de uiteinden af- knoopen, om uitrafelen te voorkomen. Beschikken we toevallig over een stuk grof linnen, dan zullen we liever kruisste ken borduren! Het meiske op ons plaatje draagt met plezier een kraagje, dat gedecoreerd is met den „doortrek"-steek zoowel als het kruis- motief. Zij behoedt hen voor bokken. De beste vriendin van een acteur of actrice is de „script-girl". Zij be hoedt hem of haar voor het schieten van de spreekwoordelijke bokken. Als in een scène een .speler de straat op gaat, gekleed in een sportcostuum met pet op en das om en men ziet hem in de vol gende scène de deur uit stappen in een col bert met hoed en een „butterfly", dan is het de* „script-girl", die hem dit gekke fi guur in de oogen van het bioscoop-publiek liet slaan. De twee scènes zijn misschien eenige weken na elkaar opgenomen, maar bij een goed stenografe mag zooiets niet voorkomen. Van den acteur wordt verwacht, dat hij zijn rol kent en de dialoog onthoudt. De „script-girl" moet echter kunnen onthouden, wat een acteur in een bepaalde scène, die eenige weken geleden opgenomen is, droeg, of welke attributen hij in zijn hand had. Als zij dit vergeten is, krijgt men vergissingen, waarvan wij zooeven een voorbeeld gaven. Toen George Brent, John Payne en 011- via de Havilland bij de opnamen van de Warner Bros film „De Luchtduivels der Marine" van hun lunch terugkwamen, na men zij weer dezelfde positie aan een tafel in, zoo goed als zij zich dat konden herin neren. Juist bij dergelijke gelegenheden heeft een „script-girl" het bijzonder druk. „Hoever had ik mijn sigaret opgerookt?", vroeg Brent. „Voor meer dan de helft," luidde het antwoord. „Stond de kraag van mijn uniform open of dicht?", informeerde Payne. „Alleen de bovenste knoop stond open," was prompt het antwoord. Deze details schijnen den lezer onbelang rijk. Maar hoe zou U het vinden, als mid denin een scène Brents sigaret een paar centimeter langer was geworden of Payne's uniform opeens gesloten was, zonder,' dat hij er zelfst maar naar gewezen had? Bespottelijk niet waar! Op honderden van die dingen moet de „script-girl" tijdens de opnamen van een film letten. Soms falen de meest getrainde meisj'es wel Eenige jaren geleden, toen Humphrev Bo- ZfV'rVlCn ZeC!' ')elanki'ijke rol in een gang ster-film vertolkte, werd er een fout be- koste' In r?, maaiSchappii duizenden dollars koste. In de eerste opnamen van de film droeg Humphrey een klein smal snorretje een „misplaatste wenkbrauw" noemen de' Amerikanen dat. Op zekeren dag verveelde angS'hP°"dar^ "at de n°J lang met beëindigd waren en schoor hij het af, wetende, dat de studiokapper wel een i ei gelijk snorretje zou kunnen maken nu studio werd proefgedraaid. de maakt woTdV'Tn de"scripTghl" daar ontslag. ^ciipt-gul kreeg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 13