Wij lazen voor M PI OLIFANT! MANNEN Radioprogramma tPiohJtn op ^ee dioAm aan iv~a£ EDQAR RICE BURROUGHS Uit de Pers van heden „Kleine duivels" in het Chineesche leger Hondenkarrijwielen blijven nog! Brutale inbraak te Amsterdam Een zeemansverhaal doort Jaap Moulijn DOOR 16. Geduldig raadpleegde Tarzan de resten van het kamp. „Er waren ongeveer acht mannen. Ik kan zien waar ze in het gras gelegen heb ben. Ze aten een taaie, oude beer, daaruit weet ik, dat zij geen vuurwapenen hadden om iets beters buit te maken." „En waren er blanken bij?" vroeg Wood? De aapman knikte. „Enkele van de afgekloven beenderen zijn gespleten en het merg is er uitgehaald. Dat is de gewoonte bij de inboorlingen. An dere beenderen waren gaaf. Dat doet blanken vermoeden. En ik zie in het gras de indruk ken van touwen, die om pakken gezeten heb ben. Alleen blanken hebben bagage bij zich. Wood keek ingespannen naar de grond, doch haalde zijn schouders op. Hij kon niets zien. „Als je hur. spoor kan vinden," vroeg hij zacht, „dan zullen wij haar volgen." „Niet wij," antwoordde Tarzan vast, „ik reis veel vlugger alleen. Ga naar mijn kamp terug. Doe wat ik zeg, dat is alles." En dat was alles. Tarzan keerde zich om en snelde weg, met gebogen hoofd het spoor volgend. On vermoeid legde hü de ene mijl na de andere totdat de duisternis inviel. De volgende dag ging hij verder. Toen kwamen er donkere wolken opzetten en even later begon het te stortregenen. Daarmede was het spoor voor altijd uitgewist! ZACHTMOEDIGHEID JEGENS DEN OVERWONNENE. Het centrale blad van de Joodsche ge meenschap bespreekt de stembusuitslag en is verheugd daarover. Het bespreekt het stemmencijfer van de N.S.B. en zegt o.a.: Men bedenke voorts, dat zelfs stilstand voor een beweging als de N.S.B., die het van dynamische kracht moet hebben, achteruit gang beteekent. Het meest verheugend is wel het feit, dat in de Provincie Utrecht, het middelpunt van de N.S.B.het stemmencijfer verminder de van 18.795 tot 8423, waardoor het aantal zetels van 4 tot 1 terugliep. In de stad Utrecht, de residentie van de „Leider", bedroeg het stemmencijfer der N.S.B. 2964 tegen 7661 in 1935 en 3641 in '37. Deze cijfers teekenen. Wij verheugen ons in de krachtige voor uitgang van de partijen, die voor de hand having van het recht en de democratie op de bres staan. Deze bewijst weer eens te meer, dat Nederland geen voedingsbodem is voor geweld en dwingelandij. Maar dan vervolgt het blad: Wij zijn dus verhuegd, doch wijzen er ernstig op, dat wij deze vreugde waardig moeten uiten. Men hoede zich voor onge paste uitingen van hoon en bespotting in woord en beeld van den overwonnen vijand. De slag is voor hem krachtig genoeg aan gekomen! EEN FOUT VAN DE DEMOCRATIE. Zooals kon worden verwacht, geeft Het Volk (SDAP) commentaar op de redevoe ring van Minister Colijn, Dinsdagavond in Groningen uitgesproken, bij welke gelegen heid onze minister-president zeide, dat naarmate de overheidsbemoeiing toeneemt, de zelfwerkzaamheid afsterft. In dit geval, aldus het Vk., zei de minister-president dit nu eens niet om de overheidsbemoeiing in miscrediet te brengen. Integendeel, de rede naar gaf een historisch overzicht om in het licht te stellen, welke wantoestanden er heerschten toen alles maar aan de particu lieren werd overgelaten en welke grondige verbeteringen het optreden van staat daar in had gebracht. Bovendien werd om de stelling toe te lichten een voorbeeld gekozen, dat op eigen gebied en in eigen kring bleef: de school met de Bijbel. Toen die nog van particuliere bij dragen bestaan moest, werd het geld daar voor met verbluffende offervaardigheid door grooten en kleinen gegeven. Maar sedert nu al twintig jaren de staat deze uitgaven voor zijn rekening heeft genomen, is het met deze offervaardigheid, zoo zeide dr. Colijn, gedaan en geen kwart van zulke sommen waren thans nog voor ^verbetering van de eigen school bijeen te brengen. De opmerking staat niet op zichzelf, meent Het Volk. Men zou op menigerlei an der gebied precies hetzelfde kunnen* aan- tobncn. De wetenschap, dat van overheids wege voor iets gezorgd wordt, neemt van zelf de prikkel weg om daar de eigen beurs voor open te doen. Dit is de natuurlijkste zaak van de wereld. Vooral omdat elk bur ger zich ervan bewust is, dat hij in zijn be lasting een bijdrage voor het goede doel heeft geleverd. Betalen wij niet bijvoorbeeld allen tezamen de onmetelijke sommen, die met de zorg voor de werkloozen zijn ge moeid, en is deze automatische saamhoorig- heid niet eigenlijk een prachtig ding, waar voor menigeen van ons graag nog veel méér zou overhebben om het beter te doen? Maar hier zit het tekort. Veel te weinig is deze samenleving met de gedachte ver trouwd, dat de staatsgemeenschap niets anders is dan wij allen tezamen, en dat wij zelf het zijn, die doen wat zij voltrekt. In het tekort aan dit besef zit de ernstigste fout van de democratie. Of, om in de terminologie van Dr. Colijn te blijven, in een goede gemeenschap van burgers moet het zoo zijn, dat,elkeen in het geen de overheid voor allen te zamen doet, allereerst een uiting ziet van onze eigen zelfwerkzaamheid, besluit het blad. VOORWAARTS MARSCH MET MISVORM DE KUITEN? In dé Nieuwe Rottcrdamsche Courant toont een inzender zich zeer gegriefd over de zijns inziens weinig flatteuze uniform van den Nederlandschen soldaat. De man schrijft onder meer: le. Waarom worden de kuiten van een Nederlandschen soldaat misvormd door ze te bedekken met grijs-groene verbandlap- pen, puttees genaamd, waarvan het aan brengen zoo lastig is dat slechts een gedi plomeerde verpleegster het er goed zou afr brengen? 2e. Waarom draagt de Nederlandsche sol daat een jas, die vouwen, deuken en uit puilingen vertoont op plaatsen, waar ook zelfs het goedkoopste colbertje netjes glad zou zitten? 3e. Waarom draagt hij schoenen van een voorhistorisch model? 4e. Waarom is zijn hoofddeksel een vreemd soortig gevouwen lap, welke herinneringen aan Tij 1 Uilenspiegel oproept? 5e. Waarom ziet de Nederlandsche ma troos er keurig uit evenals de Nederland sche marechaussee en waarom de Neder landsche soldaatnou-oordeelt-u-zelf- maar REGEERINGSTOEZICHT EEN WASSEN NEUS? De „Coöperatieve Gids", het orgaan van den Centralen bond van Verbruikscoöpera ties acht de verbindendverklaring in de conservenindustrie niet in het algemeen be lang. Speciaal becritiseert zij het regeerings- toezicht en zegt daaromtrent: Zonder veel vijven en zessen kan worden geantwoord, dat het met dit regeeringstoe- zicht niet bijzonder goed is gesteld, d.w.z. dat de consument van deze zijde geen hoo- ge verwachting behoort te hebben. De wet bepaalt in artikel 12: 1. Op de naleving van een verbindend en een on verbindendverklaring wordt toezicht gehouden door een in te stellen commissie. 2. Samenstelling en werkwijze van deze commissie worden geregeld bij algemeenen maatregel van bestuur. 3. De commissie en de door haar aange wezen personen zijn bevoegd tot het instel len van een onderzoek naar al hetgeen voor de goede uitoefening van het toezicht van belang voorkomt. En zoo voort. Hiermede is eigenlijk vol doende gezegd. De commissie ziet toe op de verbindendverklaring. Bij overtredingen mag ze als partij optreden. Maar omtrent den prijs is in de overeenkomst niet gerept alzoo valt deze buiten het toezicht. Zelfs al zou deze commissie aan sub 3 een titel ontleenen om ook op de prijsvorming te let ten, dan nog zou ze er geen bevoegdheid aan kunnen ontleenen om de prijsvorming te beinvloeden. We komen dus tot deze conclusie, zegt 't blad. Zoover de verbruiker het algemeen be lang vertegenwoordigt, is deze verbindend verklaring niet in het algemeen belang, wijl ze den verbruiker overlevert aan de prijs stelling van de gekartelleerde industrie, waarop geen enkel correctief meer werkt. Knapen, die zich nuttig maken als hoornblazers, boodschappers, e. d. Ruim 200.000 rondzwervende Chineesche knapen, van 11 tot 16 jaar oud, hebben zich geschaard bij het vroegere communistische leger, dat de Japanneezen in Noordwest China bestrijdt. Te klein om wapenen te dragen, maken zij zich nuttig als hoornbla zers, boodschappers, e.d. Zij noemen zich zelf „kleine duivels", hebben hun eigen militaire organisaties en kiezen hun eigen officieren. Zij dragen versleten uniformen, vaak drie maten te groot, en krijgen het zelfde voedsel en soldij als de geregelde manschappen, t.w. een Chineesche dollar per maand. Zij houden er een eerecode op na, gelijk aan die der padvinders en mogen noch roo- ken noch drinken Door hun legertraining zijn zij befaamd geworden voor hun geschikt heid om ontberingen te doorstaan Zij gel- der als de betrouwbaarste factoren onder de strijdkrachten en worden door officieren vaak gekozen om als lijfwacht dienst te doen. Overgangsbepalingen in het le ven geroepen. Bij Koninklijk Besluit van 27 October 1938 is een aanvulling van het trekhondenbe- sluit tot stand gekomen, op grond waarvan het na 1 Mei a.s. verboden zal zijn zitver- gunningen af te geven vooi als hondenkar ingerichte rijwielen. Vooral in de noordelijke provinciën blijkt dit verbod in de uitvoe ring op groote moeilijkheden te stuiten. Ter tegemoetkoming aan de gerezen bezwaren is thans, naar wij van bevoegde zijde verne men, een overgangsbepaling in voorbereiding waardoor het mogelijk zal worden, dat ook na 1 Mei 1939 nog zitvergunningen worden afgegeven voor als hondenkar ingerichte rij wielen, bakfietsen, daaronder begrepen, doch alleen aan hen, die op 31 December 1938 in het bezit van een dergelijke vergun ning waren. Het koninklijk besluit tot vaststelling van de bedoelde overgangsbepaling kan bin nen enkele dagen venvacht worden. Etalage van goudsmidswinkel ge plunderd. - Voor ongeveer dui zend gulden sieraden ontvreemd. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn uit de étalage van een goudsmidswin- kel in de Eerste Const. Huygensstraat een aantal gouden sierader, deels met briljan- tjes bezet, ter waarde van ongeveer duizend gulden ontvreemd. Ofschoon voor de étalage het ijzeren luik was gelaten, zijn de daders er in geslaagd het slot, waarmede het luik aan den zijkant van het winkelraam aan de buitenzijde was afgesloten, te vernielen en aan dezen kant de ijzeren beletselen te verwijderen. Daar mede was het ergste werk gedaan, de ruit erachter leverde geen groot' moeilijkheden op, het werd vakkundig ingedrukt en de uitgestalde sieraden lagen voor het grij pen. Gouden manchetknoopen. armbanden, potlooden en oorknoppen en ringen met briljanten bezet, werden buit gemaakt. De étalage is slechts, tot zoover men van den zijkant uit reiken kon, geplunderd. Doch de ontvreemde sieraden vertegen woordigen, naar de eigenaar na inventarisa tie opgaf, toch reeds een bedrag van dui zend gulden. WOENSDAG 26 APRIL 1939. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. NCR V-uitzending. 6.307.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gram foonmuzlek. (9.30 9.45 Gelukwenschen. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble v. d. Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Ensemble v. d. Horst en gramofoonmuz. I.30 Orgelspel. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Christ. Lectuur. 3.30 Pianokwartet „Die Haghe" en gramo foonmuziek. 4,45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.455.55 Gramofoonmuziek. 6.00 Land- en tuinbouwpraatje. Hierna: Ber. 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Sportpraatje. 7.30 Gramofoonmuziek. 7.40 Causerie namens het Nederlands Bijbel genootschap. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht. 8.15 Christ. Zangvereeniging, Kerkkoor „Ex Animo", solisten en het Rotterdamsch Phil- harmonisch orkest. (9.309.55 Boekbespreking. 9.5510.00 Berichten ANP). 10.45 Gymnastiekles. II.00 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum n, 301.5 m. VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten). 9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven. 11.40 Voor de werkloozen. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.17 VARA-orkest. 12.45 Gramofoonmuziek. I.00—1.45 VARA-orkest. j 2.00 Voor de vrouw. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel. 6.05 Causerie „Markante figuren uit de Bel gische Arbeidersbeweging." 7.05 VARA-Kalender. 7.06 Felicitaties. 7.10 Vocaal concert. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berlchten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.20 VARA-orkest en soliste. 9.00 Radiotooneel met muziek. 10.00 Berichten ANP. 10.10 Causerie „Schuldig of onschuldig". 10.15 VARA-orkest. II.00 Esmeralda. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. 28. Ieder samenzijn met tante is een kwelling. Eva's voortdurende angst, dat tante Caroline beginnen zal over dat, waarover ze het toch nooit samen eens zullen worden, houdt haar in één zenuwspanning. Want ze heeft zich vast voorgenomen tante hierin niets toe te geven. Ze houdt zielsveel van Tom, om zijn heele persoonlijkheid en om het ongekende en avontuurlijke, waarmede hij haar in aan raking heeft gebracht en dat haar geboeid heeft en bekoord. Juist door de tegenstand is haar liefde nog veel sterker geworden. Nu ze hem niet ontmoeten mag, is het verlangen naar zijn aanwezigheid, naar de veilige rust in zijn sterke, beschermende armen, zoo ge groeid, dat ze liet gevoel heeft, 't leven zonder hem niet lang te kunnen uithouden. En in haar hart is de sterke wil hem, alles ten spijt, trouw te blijven, zich door niemand en niets hun beider geluk te laten ontrooven. Maar hoe het allemaal gaan moet, is haar vooralsnog een raadsel. En daar tobt en pie kert ze over tot in het oneindige. Bij het muurtje van derotstuin vindt ze Jan Kamp, druk aan het wieden. De oude man neemt beleefd zijn pet voor haar af. Dag juffrouw Eva, groet hij vriende lijk. Dag Jan! dwingt ze zich op haar ouden vroolijken toon te zeggen. Maar hij kijkt haar even bezorgd van terzijde aan. Hij heeft zijn oogen en ooren niet in zijn zak en is van den toestand tamelijk wel op de hoogte. Eva gaat, met haar mand naast zich, op een trede van het trapje zitten, dat naar den top van het muurtje en het daarachter liggen de, hoogere gedeeite van den tuin leidt. 't Is al warm vandaag hè? zucht ze. Joa, lekker warm juffrouw, da's moar bes' veur mien olde bott'n! zegt Jan te vreden. Je hebt gelijk Jan, 't is verrukkelijk in de zon! Toch, als ik er even in werk, wordt het me gauw te warm. Doar mut ie oan wenn'n mien derntien en as ie d'r eenmoal an gewend bint, dan wil ie de zon wel altied vast hold'n. Wie kunt 'em ok niet imss'n in 't lev'n. Moar d'r kruup'n oe duk zat dikke wolk'n veur! En mij gunnen ze de zon niet eens! laat Eva zich plotseling gaan tegenover haar ouden vriend: wolken zijn er niet, maar ze zetten me achter een hooge muur in de schaduw! Ineens slaat ze haar handen voor haar ge zicht en snikt hartstochtelijk al haar verdriet uit. Jan zegt niets, maar schudt langzaam zijn hoofd. Even, heel even en schuchter, légt hij zijn harde werkhand op haar neergebogen kopje. En het doet haar onzegbaar goed, deze aanraking. Vrij spoedig beheerscht ze zich en kijkt hem dankbaar, met haar lieve oogen nog val tranen, aan. Ik ben kinderachtig, hè Jan? veront schuldigt ze zich. Vreemd en onvast klinkt haar stem. Maar hij zegt: 't Is niks heur, mien kiend, troanen wilt 'n minse wel is oplucht'n. Ze zwijgen beiden. Jan gaat door met wie den en Eva staart voor zich uit, haar elle bogen op haar knieën en haar hoofd in haar hafiden gesteund. Hebt ie dat al 'ezeen, mien derntien, adt die rotsplantjens dwars door de muur hin 'egruuid bint? Die zoat'n d'r achter in de grond, moar die most'n ok zon in 't leven hebb'n. En die teêre, zwakke dingskes hebt dan toch moar de kracht 'ehad um dwars deur de muur hèn te komen, 't Is een meroakel! Een plotselinge vreugde licht op in Eva's oogen. Ze springt overeind, komt naar Jan toe, neemt zijn beide handen in de hare en zegt spontaan: Je bent een lieve oude schat! Dna grijpt ze haar mand bloemen en rent ermee weg. 't Kan haar niets schelen of iemand het gezien heeft. Maar gelukkig hééft niemand het gezien. En Jan blijft haar met open mond nakijken. Deze beleving kan hij zoo gauw niet verwer ken. Als Eva allang in huis verdwenen is, staat hij daar nog net zoo, als had haar im pulsieve daad hem tot een rustiek tuinbeeldje doen verstijven. Maar langzaam komt hij eindelijk weer in beweging, pakt zijn schoffel en hervat zijn werk, hoofdschuddend mompe lend: Die vrouwluu, die vrouwluu; die vrouw- luu, die vrouwluu! Voor de zooveelste maal zitten freule van Aldema en mejuffrouw Carolinen van Agh- terkerke samen te confereeren over Eva's welzijn. De freule geniet in stilte van dit schandaal en vindt het verrukkelijk, dat haar dringend adviseerende stem erin gekend wordt. Zij voelt zich geëerd als een persoon van gezag en als iemand met fijn gevoel voor dergelijke delicate kwesties. Alleen heeft ze, zonder dit te laten merken, het tante wat kwalijk genomen, dat deze niet in wilde gaan op haar voorstel, Eva langs allerlei slinksche omwegen in kennis te brengen met een veel belovend student in de rechten, die bogen kan op alle eigenschappen, gewenscht in een hu- welijkscandidaat voor een meisje van Agh- terkerke. Tante vond deze manier van doen unfair, maar heeft dat de freule niet met zooveel woorden gezegd. En zoo hebben de beide hartsvriendinnen toch geheimen voor elkaar. In de ouderwetsche stijfdeftige salon van de freule, zitten ze zich, al redeneerend en overleggend, uit te slooven om plannen te beramen, die den naam der familie van Agh- terkerke onbevlekt uit den slag te voor schijn vermogen te doen komen. Tot op dit oogenblik schijnt het hopeloos, maar dan vraagt de freule: Dat jongmensch Tuilen, (het „van" laat ze opzettelijk weg) zei je niet, dat die in dienst is van de Atlantische Lloyd? Jaik meen van welja, ja, ik weet het zelfs zeker. Paula heeft het op de krans verteld, herinner je je niet! Ze vond stuurman zoo'n goede positie! Nee, daar heb ik toen weinig aandacht aan geschonken, deelt de freule mee: dat vrouwtje de Koning prtót zóóveel en flapt er altijd maar onbeheerscht uit wat haar voor de mond komt. Als zij de dominee- sche niet was, zou ik haar niet op de krans dulden, dat wil ik je wel zeggen, Carolien! Maar ter zake: ik bedenk me daar, dat mijn neef, jonkheer van Bouwhuis tot Óverhagen, president-commissaris van die maatschappij is. Als ik hèm nu eens kon overreden om zijn invloed aan te wenden ten behoeve van dat jongmensch Tuilen, waardoor hem een betere betrekking aan wal werd aangeboden, zou ik je dan niet een goede dienst bewijzen? Dan is er dunk* me een groot bezwaar tegen Eva's huwelgk uit den weg geruimd. Gunst Adèle, maar dat is een prachtidee! Als dat werkelijk bereikt zou kunnen wor- dennee, dan geloof ik niet, dat ik er nog veel op teren zou hebben. Alleen tante weifelt weer even: zou je denken dat hij dadeljjk aan een positie °eholpen kon worden, die bij onze standing past? Nu dèadlijk...... dat weet ik natuurlijk niet. Maar als ik hem de protectie van mijn neef, jonkheer van Bouwhuis, bezorg, dan wordt hij stellig zoo geïntroduceerd, dat de gelegenheid voor hem open ligt een goede carrière te maken. Hij komt per slot van rekening toch ook uit een behoorlijk milieu niet waar Zijn vader is immers notaris in Arnhem? Ja, ja, dat is zoo. Adèle, ik zal héél dankbaar zjjn, als je dat voor me doea wilt...! En voor Eva, voegt ze erbij. Maar Carolien, het spreekt toch vanzelf, dat ik het graag voor je over heb! Het is bovendien christenplicht elkaar te steunen, nietwaar? Ik vind het héérlijk je te kunnen helpen, al is het met nóg maar zoo weinig! Het is niet weinig Adèle, het beteekent heel veel voor me. Ik zou het vrééselijk vin den, als mijn nichtje zich mésallieerde! Weet je wat ik doen zal? zegt de freule: vanavond nog zal ik schrijven aan mijn neef en mijn bezoek op overmorgen aan kondigen. Ik laat mij met de auto brengen, hij woont in Baarn. Dan kan ik hem persoonlijk alles uitleggen, waardoor de kans op slagen aanmerkelijk grooter wordt. Wat dunkt je van dat plan? Je weet niet hoe lief ik het van je vindt! roept tante dankbaar uit. Aan tafel op Bella Vista, een uur later voelt Eva duidelijk, dat er iets anders in dé plaats is gekomen van het strakke der laat- weken. Tante praat opgewekter dan ze sinds lang gedaan heeft en Eva weet niet wat haar overkomt. Maar ze vertrouwt de situatie toch niet heelemaal. In haar hart leeft de angst, dat tante een middel gevonden zal hebben om voorgoed een einde aan haar ver houding met Tom te maken. Hoe, dat kan ze met g;een mogelijkheid bedenken. Maar ze bereidt zich alvast voor op een heftige scène. dehjk^V°n de thee begint tante vrien- Kindje, nu geloof ik dat ik iets goeds te vertellen heb, dank zij de vindingrijkheid van freule van Aldema! Eva heeft niet erg veel viduce in de stronrntmaar alS tante de Plannen ontvouwt, stroomt een warm gevoel van vreugde door haar heen. Na al de droeve dagen, die achter haar liggen, is het of ze haar geluk reeds heeft herwonnen. Eén zonnestraal kan het heele uitzicht doen oplichten, ook ta Je menschelgk leven! (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 1