Wij lazen voor
M PI
OLIFANT!
MANNEN
Radioprogramma
tPiohJtn op ^ee
dioAm aan iv~a£
EDQAR RICE
BURROUGHS
Uit de Pers van heden
„Kleine duivels" in
het Chineesche leger
Hondenkarrijwielen
blijven nog!
Brutale inbraak
te Amsterdam
Een zeemansverhaal
doort Jaap Moulijn
DOOR
16.
Geduldig raadpleegde Tarzan de resten van
het kamp. „Er waren ongeveer acht mannen.
Ik kan zien waar ze in het gras gelegen heb
ben. Ze aten een taaie, oude beer, daaruit
weet ik, dat zij geen vuurwapenen hadden
om iets beters buit te maken." „En waren er
blanken bij?" vroeg Wood? De aapman
knikte. „Enkele van de afgekloven beenderen
zijn gespleten en het merg is er uitgehaald.
Dat is de gewoonte bij de inboorlingen. An
dere beenderen waren gaaf. Dat doet blanken
vermoeden. En ik zie in het gras de indruk
ken van touwen, die om pakken gezeten heb
ben. Alleen blanken hebben bagage bij zich.
Wood keek ingespannen naar de grond, doch
haalde zijn schouders op. Hij kon niets zien.
„Als je hur. spoor kan vinden," vroeg hij
zacht, „dan zullen wij haar volgen." „Niet
wij," antwoordde Tarzan vast, „ik reis veel
vlugger alleen. Ga naar mijn kamp terug.
Doe wat ik zeg, dat is alles." En dat was
alles. Tarzan keerde zich om en snelde weg,
met gebogen hoofd het spoor volgend. On
vermoeid legde hü de ene mijl na de andere
totdat de duisternis inviel. De volgende dag
ging hij verder. Toen kwamen er donkere
wolken opzetten en even later begon het te
stortregenen. Daarmede was het spoor voor
altijd uitgewist!
ZACHTMOEDIGHEID JEGENS DEN
OVERWONNENE.
Het centrale blad van de Joodsche ge
meenschap bespreekt de stembusuitslag en
is verheugd daarover. Het bespreekt het
stemmencijfer van de N.S.B. en zegt o.a.:
Men bedenke voorts, dat zelfs stilstand
voor een beweging als de N.S.B., die het van
dynamische kracht moet hebben, achteruit
gang beteekent.
Het meest verheugend is wel het feit, dat
in de Provincie Utrecht, het middelpunt
van de N.S.B.het stemmencijfer verminder
de van 18.795 tot 8423, waardoor het aantal
zetels van 4 tot 1 terugliep.
In de stad Utrecht, de residentie van de
„Leider", bedroeg het stemmencijfer der
N.S.B. 2964 tegen 7661 in 1935 en 3641 in '37.
Deze cijfers teekenen.
Wij verheugen ons in de krachtige voor
uitgang van de partijen, die voor de hand
having van het recht en de democratie op
de bres staan. Deze bewijst weer eens te
meer, dat Nederland geen voedingsbodem is
voor geweld en dwingelandij.
Maar dan vervolgt het blad:
Wij zijn dus verhuegd, doch wijzen er
ernstig op, dat wij deze vreugde waardig
moeten uiten. Men hoede zich voor onge
paste uitingen van hoon en bespotting in
woord en beeld van den overwonnen vijand.
De slag is voor hem krachtig genoeg aan
gekomen!
EEN FOUT VAN DE DEMOCRATIE.
Zooals kon worden verwacht, geeft Het
Volk (SDAP) commentaar op de redevoe
ring van Minister Colijn, Dinsdagavond in
Groningen uitgesproken, bij welke gelegen
heid onze minister-president zeide, dat
naarmate de overheidsbemoeiing toeneemt,
de zelfwerkzaamheid afsterft. In dit geval,
aldus het Vk., zei de minister-president dit
nu eens niet om de overheidsbemoeiing in
miscrediet te brengen. Integendeel, de rede
naar gaf een historisch overzicht om in het
licht te stellen, welke wantoestanden er
heerschten toen alles maar aan de particu
lieren werd overgelaten en welke grondige
verbeteringen het optreden van staat daar
in had gebracht.
Bovendien werd om de stelling toe te
lichten een voorbeeld gekozen, dat op eigen
gebied en in eigen kring bleef: de school met
de Bijbel. Toen die nog van particuliere bij
dragen bestaan moest, werd het geld daar
voor met verbluffende offervaardigheid door
grooten en kleinen gegeven. Maar sedert nu
al twintig jaren de staat deze uitgaven voor
zijn rekening heeft genomen, is het met
deze offervaardigheid, zoo zeide dr. Colijn,
gedaan en geen kwart van zulke sommen
waren thans nog voor ^verbetering van de
eigen school bijeen te brengen.
De opmerking staat niet op zichzelf,
meent Het Volk. Men zou op menigerlei an
der gebied precies hetzelfde kunnen* aan-
tobncn. De wetenschap, dat van overheids
wege voor iets gezorgd wordt, neemt van
zelf de prikkel weg om daar de eigen beurs
voor open te doen. Dit is de natuurlijkste
zaak van de wereld. Vooral omdat elk bur
ger zich ervan bewust is, dat hij in zijn be
lasting een bijdrage voor het goede doel
heeft geleverd. Betalen wij niet bijvoorbeeld
allen tezamen de onmetelijke sommen, die
met de zorg voor de werkloozen zijn ge
moeid, en is deze automatische saamhoorig-
heid niet eigenlijk een prachtig ding, waar
voor menigeen van ons graag nog veel méér
zou overhebben om het beter te doen?
Maar hier zit het tekort. Veel te weinig
is deze samenleving met de gedachte ver
trouwd, dat de staatsgemeenschap niets
anders is dan wij allen tezamen, en dat wij
zelf het zijn, die doen wat zij voltrekt. In
het tekort aan dit besef zit de ernstigste
fout van de democratie.
Of, om in de terminologie van Dr. Colijn
te blijven, in een goede gemeenschap van
burgers moet het zoo zijn, dat,elkeen in het
geen de overheid voor allen te zamen doet,
allereerst een uiting ziet van onze eigen
zelfwerkzaamheid, besluit het blad.
VOORWAARTS MARSCH MET MISVORM
DE KUITEN?
In dé Nieuwe Rottcrdamsche Courant
toont een inzender zich zeer gegriefd over
de zijns inziens weinig flatteuze uniform
van den Nederlandschen soldaat. De man
schrijft onder meer:
le. Waarom worden de kuiten van een
Nederlandschen soldaat misvormd door ze
te bedekken met grijs-groene verbandlap-
pen, puttees genaamd, waarvan het aan
brengen zoo lastig is dat slechts een gedi
plomeerde verpleegster het er goed zou afr
brengen?
2e. Waarom draagt de Nederlandsche sol
daat een jas, die vouwen, deuken en uit
puilingen vertoont op plaatsen, waar ook
zelfs het goedkoopste colbertje netjes glad
zou zitten?
3e. Waarom draagt hij schoenen van een
voorhistorisch model?
4e. Waarom is zijn hoofddeksel een vreemd
soortig gevouwen lap, welke herinneringen
aan Tij 1 Uilenspiegel oproept?
5e. Waarom ziet de Nederlandsche ma
troos er keurig uit evenals de Nederland
sche marechaussee en waarom de Neder
landsche soldaatnou-oordeelt-u-zelf-
maar
REGEERINGSTOEZICHT EEN WASSEN
NEUS?
De „Coöperatieve Gids", het orgaan van
den Centralen bond van Verbruikscoöpera
ties acht de verbindendverklaring in de
conservenindustrie niet in het algemeen be
lang. Speciaal becritiseert zij het regeerings-
toezicht en zegt daaromtrent:
Zonder veel vijven en zessen kan worden
geantwoord, dat het met dit regeeringstoe-
zicht niet bijzonder goed is gesteld, d.w.z.
dat de consument van deze zijde geen hoo-
ge verwachting behoort te hebben. De wet
bepaalt in artikel 12:
1. Op de naleving van een verbindend en
een on verbindendverklaring wordt toezicht
gehouden door een in te stellen commissie.
2. Samenstelling en werkwijze van deze
commissie worden geregeld bij algemeenen
maatregel van bestuur.
3. De commissie en de door haar aange
wezen personen zijn bevoegd tot het instel
len van een onderzoek naar al hetgeen voor
de goede uitoefening van het toezicht van
belang voorkomt.
En zoo voort. Hiermede is eigenlijk vol
doende gezegd. De commissie ziet toe op de
verbindendverklaring. Bij overtredingen
mag ze als partij optreden. Maar omtrent
den prijs is in de overeenkomst niet gerept
alzoo valt deze buiten het toezicht. Zelfs
al zou deze commissie aan sub 3 een titel
ontleenen om ook op de prijsvorming te let
ten, dan nog zou ze er geen bevoegdheid
aan kunnen ontleenen om de prijsvorming
te beinvloeden.
We komen dus tot deze conclusie, zegt 't
blad. Zoover de verbruiker het algemeen be
lang vertegenwoordigt, is deze verbindend
verklaring niet in het algemeen belang, wijl
ze den verbruiker overlevert aan de prijs
stelling van de gekartelleerde industrie,
waarop geen enkel correctief meer werkt.
Knapen, die zich nuttig maken
als hoornblazers, boodschappers,
e. d.
Ruim 200.000 rondzwervende Chineesche
knapen, van 11 tot 16 jaar oud, hebben zich
geschaard bij het vroegere communistische
leger, dat de Japanneezen in Noordwest
China bestrijdt. Te klein om wapenen te
dragen, maken zij zich nuttig als hoornbla
zers, boodschappers, e.d. Zij noemen zich
zelf „kleine duivels", hebben hun eigen
militaire organisaties en kiezen hun eigen
officieren. Zij dragen versleten uniformen,
vaak drie maten te groot, en krijgen het
zelfde voedsel en soldij als de geregelde
manschappen, t.w. een Chineesche dollar
per maand.
Zij houden er een eerecode op na, gelijk
aan die der padvinders en mogen noch roo-
ken noch drinken Door hun legertraining zijn
zij befaamd geworden voor hun geschikt
heid om ontberingen te doorstaan Zij gel-
der als de betrouwbaarste factoren onder de
strijdkrachten en worden door officieren
vaak gekozen om als lijfwacht dienst te
doen.
Overgangsbepalingen in het le
ven geroepen.
Bij Koninklijk Besluit van 27 October 1938
is een aanvulling van het trekhondenbe-
sluit tot stand gekomen, op grond waarvan
het na 1 Mei a.s. verboden zal zijn zitver-
gunningen af te geven vooi als hondenkar
ingerichte rijwielen. Vooral in de noordelijke
provinciën blijkt dit verbod in de uitvoe
ring op groote moeilijkheden te stuiten. Ter
tegemoetkoming aan de gerezen bezwaren is
thans, naar wij van bevoegde zijde verne
men, een overgangsbepaling in voorbereiding
waardoor het mogelijk zal worden, dat ook
na 1 Mei 1939 nog zitvergunningen worden
afgegeven voor als hondenkar ingerichte rij
wielen, bakfietsen, daaronder begrepen,
doch alleen aan hen, die op 31 December
1938 in het bezit van een dergelijke vergun
ning waren.
Het koninklijk besluit tot vaststelling
van de bedoelde overgangsbepaling kan bin
nen enkele dagen venvacht worden.
Etalage van goudsmidswinkel ge
plunderd. - Voor ongeveer dui
zend gulden sieraden ontvreemd.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
zijn uit de étalage van een goudsmidswin-
kel in de Eerste Const. Huygensstraat een
aantal gouden sierader, deels met briljan-
tjes bezet, ter waarde van ongeveer duizend
gulden ontvreemd.
Ofschoon voor de étalage het ijzeren luik
was gelaten, zijn de daders er in geslaagd
het slot, waarmede het luik aan den zijkant
van het winkelraam aan de buitenzijde was
afgesloten, te vernielen en aan dezen kant
de ijzeren beletselen te verwijderen. Daar
mede was het ergste werk gedaan, de ruit
erachter leverde geen groot' moeilijkheden
op, het werd vakkundig ingedrukt en
de uitgestalde sieraden lagen voor het grij
pen. Gouden manchetknoopen. armbanden,
potlooden en oorknoppen en ringen met
briljanten bezet, werden buit gemaakt.
De étalage is slechts, tot zoover men van
den zijkant uit reiken kon, geplunderd.
Doch de ontvreemde sieraden vertegen
woordigen, naar de eigenaar na inventarisa
tie opgaf, toch reeds een bedrag van dui
zend gulden.
WOENSDAG 26 APRIL 1939.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
NCR V-uitzending. 6.307.00 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gram foonmuzlek. (9.30
9.45 Gelukwenschen.
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Ensemble v. d. Horst.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Ensemble v. d. Horst en gramofoonmuz.
I.30 Orgelspel.
2.30 Gramofoonmuziek.
3.00 Christ. Lectuur.
3.30 Pianokwartet „Die Haghe" en gramo
foonmuziek.
4,45 Felicitaties.
5.00 Voor de jeugd.
5.455.55 Gramofoonmuziek.
6.00 Land- en tuinbouwpraatje. Hierna: Ber.
6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan-
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Sportpraatje.
7.30 Gramofoonmuziek.
7.40 Causerie namens het Nederlands Bijbel
genootschap.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht.
8.15 Christ. Zangvereeniging, Kerkkoor „Ex
Animo", solisten en het Rotterdamsch Phil-
harmonisch orkest.
(9.309.55 Boekbespreking. 9.5510.00
Berichten ANP).
10.45 Gymnastiekles.
II.00 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00
Schriftlezing.
Hilversum n, 301.5 m.
VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten).
9.30 Causerie „Onze keuken".
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven.
11.40 Voor de werkloozen.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 Berichten.
12.17 VARA-orkest.
12.45 Gramofoonmuziek.
I.00—1.45 VARA-orkest.
j 2.00 Voor de vrouw.
3.15 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel.
6.05 Causerie „Markante figuren uit de Bel
gische Arbeidersbeweging."
7.05 VARA-Kalender.
7.06 Felicitaties.
7.10 Vocaal concert.
7.30 Bijbelvertellingen.
8.00 Herhaling SOS-Berlchten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.20 VARA-orkest en soliste.
9.00 Radiotooneel met muziek.
10.00 Berichten ANP.
10.10 Causerie „Schuldig of onschuldig".
10.15 VARA-orkest.
II.00 Esmeralda.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON.
28.
Ieder samenzijn met tante is een kwelling.
Eva's voortdurende angst, dat tante Caroline
beginnen zal over dat, waarover ze het toch
nooit samen eens zullen worden, houdt haar
in één zenuwspanning. Want ze heeft zich
vast voorgenomen tante hierin niets toe te
geven. Ze houdt zielsveel van Tom, om zijn
heele persoonlijkheid en om het ongekende
en avontuurlijke, waarmede hij haar in aan
raking heeft gebracht en dat haar geboeid
heeft en bekoord. Juist door de tegenstand is
haar liefde nog veel sterker geworden. Nu
ze hem niet ontmoeten mag, is het verlangen
naar zijn aanwezigheid, naar de veilige rust
in zijn sterke, beschermende armen, zoo ge
groeid, dat ze liet gevoel heeft, 't leven zonder
hem niet lang te kunnen uithouden. En in
haar hart is de sterke wil hem, alles ten spijt,
trouw te blijven, zich door niemand en niets
hun beider geluk te laten ontrooven.
Maar hoe het allemaal gaan moet, is haar
vooralsnog een raadsel. En daar tobt en pie
kert ze over tot in het oneindige.
Bij het muurtje van derotstuin vindt ze Jan
Kamp, druk aan het wieden. De oude man
neemt beleefd zijn pet voor haar af.
Dag juffrouw Eva, groet hij vriende
lijk.
Dag Jan! dwingt ze zich op haar ouden
vroolijken toon te zeggen. Maar hij kijkt haar
even bezorgd van terzijde aan. Hij heeft zijn
oogen en ooren niet in zijn zak en is van den
toestand tamelijk wel op de hoogte.
Eva gaat, met haar mand naast zich, op
een trede van het trapje zitten, dat naar den
top van het muurtje en het daarachter liggen
de, hoogere gedeeite van den tuin leidt.
't Is al warm vandaag hè? zucht ze.
Joa, lekker warm juffrouw, da's moar
bes' veur mien olde bott'n! zegt Jan te
vreden.
Je hebt gelijk Jan, 't is verrukkelijk in
de zon! Toch, als ik er even in werk, wordt
het me gauw te warm.
Doar mut ie oan wenn'n mien derntien
en as ie d'r eenmoal an gewend bint, dan wil
ie de zon wel altied vast hold'n. Wie kunt 'em
ok niet imss'n in 't lev'n. Moar d'r kruup'n oe
duk zat dikke wolk'n veur!
En mij gunnen ze de zon niet eens!
laat Eva zich plotseling gaan tegenover haar
ouden vriend: wolken zijn er niet, maar ze
zetten me achter een hooge muur in de
schaduw!
Ineens slaat ze haar handen voor haar ge
zicht en snikt hartstochtelijk al haar verdriet
uit.
Jan zegt niets, maar schudt langzaam zijn
hoofd. Even, heel even en schuchter, légt hij
zijn harde werkhand op haar neergebogen
kopje. En het doet haar onzegbaar goed, deze
aanraking. Vrij spoedig beheerscht ze zich en
kijkt hem dankbaar, met haar lieve oogen nog
val tranen, aan.
Ik ben kinderachtig, hè Jan? veront
schuldigt ze zich. Vreemd en onvast klinkt
haar stem.
Maar hij zegt:
't Is niks heur, mien kiend, troanen wilt
'n minse wel is oplucht'n.
Ze zwijgen beiden. Jan gaat door met wie
den en Eva staart voor zich uit, haar elle
bogen op haar knieën en haar hoofd in haar
hafiden gesteund.
Hebt ie dat al 'ezeen, mien derntien, adt
die rotsplantjens dwars door de muur hin
'egruuid bint? Die zoat'n d'r achter in de
grond, moar die most'n ok zon in 't leven
hebb'n. En die teêre, zwakke dingskes hebt
dan toch moar de kracht 'ehad um dwars deur
de muur hèn te komen, 't Is een meroakel!
Een plotselinge vreugde licht op in Eva's
oogen. Ze springt overeind, komt naar Jan
toe, neemt zijn beide handen in de hare en
zegt spontaan:
Je bent een lieve oude schat!
Dna grijpt ze haar mand bloemen en rent
ermee weg. 't Kan haar niets schelen of
iemand het gezien heeft. Maar gelukkig
hééft niemand het gezien.
En Jan blijft haar met open mond nakijken.
Deze beleving kan hij zoo gauw niet verwer
ken. Als Eva allang in huis verdwenen is,
staat hij daar nog net zoo, als had haar im
pulsieve daad hem tot een rustiek tuinbeeldje
doen verstijven. Maar langzaam komt hij
eindelijk weer in beweging, pakt zijn schoffel
en hervat zijn werk, hoofdschuddend mompe
lend:
Die vrouwluu, die vrouwluu; die vrouw-
luu, die vrouwluu!
Voor de zooveelste maal zitten freule van
Aldema en mejuffrouw Carolinen van Agh-
terkerke samen te confereeren over Eva's
welzijn. De freule geniet in stilte van dit
schandaal en vindt het verrukkelijk, dat haar
dringend adviseerende stem erin gekend
wordt. Zij voelt zich geëerd als een persoon
van gezag en als iemand met fijn gevoel voor
dergelijke delicate kwesties. Alleen heeft ze,
zonder dit te laten merken, het tante wat
kwalijk genomen, dat deze niet in wilde gaan
op haar voorstel, Eva langs allerlei slinksche
omwegen in kennis te brengen met een veel
belovend student in de rechten, die bogen kan
op alle eigenschappen, gewenscht in een hu-
welijkscandidaat voor een meisje van Agh-
terkerke. Tante vond deze manier van doen
unfair, maar heeft dat de freule niet met
zooveel woorden gezegd. En zoo hebben de
beide hartsvriendinnen toch geheimen voor
elkaar.
In de ouderwetsche stijfdeftige salon van
de freule, zitten ze zich, al redeneerend en
overleggend, uit te slooven om plannen te
beramen, die den naam der familie van Agh-
terkerke onbevlekt uit den slag te voor
schijn vermogen te doen komen.
Tot op dit oogenblik schijnt het hopeloos,
maar dan vraagt de freule:
Dat jongmensch Tuilen, (het „van" laat
ze opzettelijk weg) zei je niet, dat die in
dienst is van de Atlantische Lloyd?
Jaik meen van welja, ja, ik
weet het zelfs zeker. Paula heeft het op de
krans verteld, herinner je je niet! Ze vond
stuurman zoo'n goede positie!
Nee, daar heb ik toen weinig aandacht
aan geschonken, deelt de freule mee:
dat vrouwtje de Koning prtót zóóveel en
flapt er altijd maar onbeheerscht uit wat
haar voor de mond komt. Als zij de dominee-
sche niet was, zou ik haar niet op de krans
dulden, dat wil ik je wel zeggen, Carolien!
Maar ter zake: ik bedenk me daar, dat mijn
neef, jonkheer van Bouwhuis tot Óverhagen,
president-commissaris van die maatschappij
is. Als ik hèm nu eens kon overreden om zijn
invloed aan te wenden ten behoeve van dat
jongmensch Tuilen, waardoor hem een betere
betrekking aan wal werd aangeboden, zou
ik je dan niet een goede dienst bewijzen? Dan
is er dunk* me een groot bezwaar tegen
Eva's huwelgk uit den weg geruimd.
Gunst Adèle, maar dat is een prachtidee!
Als dat werkelijk bereikt zou kunnen wor-
dennee, dan geloof ik niet, dat ik er
nog veel op teren zou hebben. Alleen
tante weifelt weer even: zou je denken
dat hij dadeljjk aan een positie °eholpen kon
worden, die bij onze standing past?
Nu dèadlijk...... dat weet ik natuurlijk
niet. Maar als ik hem de protectie van mijn
neef, jonkheer van Bouwhuis, bezorg, dan
wordt hij stellig zoo geïntroduceerd, dat de
gelegenheid voor hem open ligt een goede
carrière te maken. Hij komt per slot van
rekening toch ook uit een behoorlijk milieu
niet waar Zijn vader is immers notaris in
Arnhem?
Ja, ja, dat is zoo. Adèle, ik zal héél
dankbaar zjjn, als je dat voor me doea wilt...!
En voor Eva, voegt ze erbij.
Maar Carolien, het spreekt toch vanzelf,
dat ik het graag voor je over heb! Het is
bovendien christenplicht elkaar te steunen,
nietwaar? Ik vind het héérlijk je te kunnen
helpen, al is het met nóg maar zoo weinig!
Het is niet weinig Adèle, het beteekent
heel veel voor me. Ik zou het vrééselijk vin
den, als mijn nichtje zich mésallieerde!
Weet je wat ik doen zal? zegt de
freule: vanavond nog zal ik schrijven aan
mijn neef en mijn bezoek op overmorgen aan
kondigen. Ik laat mij met de auto brengen, hij
woont in Baarn. Dan kan ik hem persoonlijk
alles uitleggen, waardoor de kans op slagen
aanmerkelijk grooter wordt. Wat dunkt je
van dat plan?
Je weet niet hoe lief ik het van je vindt!
roept tante dankbaar uit.
Aan tafel op Bella Vista, een uur later
voelt Eva duidelijk, dat er iets anders in dé
plaats is gekomen van het strakke der laat-
weken. Tante praat opgewekter dan ze sinds
lang gedaan heeft en Eva weet niet wat haar
overkomt. Maar ze vertrouwt de situatie
toch niet heelemaal. In haar hart leeft de
angst, dat tante een middel gevonden zal
hebben om voorgoed een einde aan haar ver
houding met Tom te maken. Hoe, dat kan
ze met g;een mogelijkheid bedenken. Maar ze
bereidt zich alvast voor op een heftige scène.
dehjk^V°n de thee begint tante vrien-
Kindje, nu geloof ik dat ik iets goeds
te vertellen heb, dank zij de vindingrijkheid
van freule van Aldema!
Eva heeft niet erg veel viduce in de
stronrntmaar alS tante de Plannen ontvouwt,
stroomt een warm gevoel van vreugde door
haar heen. Na al de droeve dagen, die achter
haar liggen, is het of ze haar geluk reeds
heeft herwonnen. Eén zonnestraal kan het
heele uitzicht doen oplichten, ook ta Je
menschelgk leven!
(Wordt vervolgd.)