Eere aan onze Landmacht! Met de Tromp op oefening V. Drie dagen langs de grens Jan Soldaat staat op wachtnacht en dag C Wij vellen een boom met trotyl Op een Brabantsch dorpsplein 1 En waf kan de Nederlandsche Marine doen 1 Prins Bernhard in het kraaiennest dë1ee;ïte1lfEe6èrr1iS,ttndinPr Laatste dag aan de grens. Al deze journalisten, al deze bur- gers-in-hart-en-nieren, voelen zich zoo langzamerhand zonder uitzon dering kapitein van den Generalen Staf. Hun hoofden zitten volgepropt met strategische wijsheden, met nieuwe uitdrukkingen en met niet geringe parate kennis ten aanzien van de landsverdediging. Men spreekt er over, alsof men het zijn leven niet anders gedaan heeft. Wij zijn alle verbaasd over hetgeen we gezien hebben. Verbaasd, omdat wij niet wisten dat daar inderdaad een gordel van versperringen langs de grens getrok ken is. Een gordel van kazematten, stellin gen, bivakken, wegversperringen, forten en aparte mitrailleur-opstellingen. Waar men komt: daar vindt men thans aan de grens de Nederlandsche soldaat. En zij het geen toonbeeld van elegantie en geen martiale figuur van den eersten rang, hij heeft het geweer aan de voet, de hand aan de mitrailleur en hij beseft in zijn diepste binnenste, dat er iets van hem ver wacht wordt. Men zal op hem kunnen rekenen, moch ten de omstandigheden wellicht een om mekeer ten ongunste nemen. Wij vellen een boom. Dien laatsten dag hebben wij een boom versperring aangelegd. „Egens" in Brabant vonden wij een stelling. Vlak erbij stonden de dubbele rijen hoornen. Een werd er uitgezocht. Een statige den, die wel niet de eeuwen getrotseerd had, maar zéker tal- looze decennia. Juist toen Kapitein Paters zich ging bemoeien met het vuurkoord en de stelling- commandant ons vriendelijk op de bijzon derheden van dit spring-festijn (Zelfs jour nalisten komen in extase als er iets te eplodeeren valt arriveerde de burge meester. Deze magistraat 'zocht 'een "ande en boom uit, uit vees voor zijn mede vroe de vaderen, die er waarschijnlijk niet mee zouden accoord gaan, dat men zoo maar willcl'-urig te werk ging. Er 1 '"am een andere den, nóg hooger, maar 'ets krommer. Dat ding moest er, vol gens den burgemeester, tóch uit. Het werd prachtig. Met welk een accu ratesse werd de gordel van trotylblokjes om den stam gelegd. Hoe werd de dikte gemeten van de den en hoe verheugden wij ons bij voorbaat over den ondergang van deze woudreus. De film-operateurs stonden klaar. Als scherpschutters achter hun batterijen. In ieder apparaat, een nieuw lint celluloid Enkelen waren, als ze permissie gekregen hadden, in den boom geklommen. Waar aanschouwt men meer beroepsijver dan bij persfotografen? Dan gaat de lont branden. Even zien we een kleine vonk bij de plaats waar zij door een windlucifer is aangestoken, en dan gaan we tellen. De lont brandt 1 centi meter per seconde en zij is 60 centimeter lang. Precies een minuut. We staan op 100 meter afstand. De mond wijd open en de ooren met de wijsvingers toegestopt. Op advies van kapitein Paters. En die kan er van meepraten. 57... 58... 59... 60...! Nog even... en dan davert een ontzettende knal door de vredige stilte van het Brabantsch landschap. Een knal, die mijlen en mijlenver gehoord wordt. Die de vogels op kilometers afstand uit de boomen jaagt en die waarschijnlijk enkele ruiten heeft doen trillen in hun sponningen, zoo niet erger Gevelde reus. Als de rook wat weggewaaid is, hollen we In gesloten gelederen terug naar datgene wat eens een den was. Het blijkt een ge velde reus te zijn. Een geknakte grootheid. (van onzen specialen verslaggever) Dwars over den weg. Waar de ontploffing heeft plaatsgevonden is het hout tot pulver, tot poeder geslagen. Het was voor velen de eerste maal dat ze de ontzaglijke uitwerking van trotyl aanschouwden. Het zal op hen een zeer-die pen indruk gemaakt hebben. Dit was één boom. In een minuut kan men zoo tweemaal 20 boomen vellen. Die met de kruinen naar elkaar toebuigen. Zoo maakt men wegversperringen, die weliswaar geen Chineesche muren zijn, maar die toch een op rukkende tank-colonnc enkele uren een leelijke handicap kunnen bezor gen. En dan zwijgen wij maar van de anti-tankkanonnen, van de mitrail leurs die deze versperringen weer dekken. Waarlijk, indringers zullen aan onze grenzen warm ontvangen wor den. Op een Brabantsch dorpsplein. Langs de linie's, de voorthobbelende keu kenwagens, langs troepen oefenende sol daten, langs traiispireerende reserve-luite nants, komen we door een aardig dorp. Zoo'n écht Brabantsch speelgoed-plaatsje van roode dakjes, van een prachtig plein midden in de nederzetting, en van een paar ossen met. bellen aan de horens. Als je schilder was zou je het zoo uitteekenen. Op het dorpsplein spelen kinderen. Ver stoppertje en schuilevink. Een hond slaapt en op het terrasje van het rustige bierhuis liggen twee handelsreizigers te soezen. De zon staat uitbundig boven op de muziektent te trillen. Maar achter de muziektent gaapt een donkere kuil en in die kuil glanzen de loo- pen van anti-tankgeschut. Soldaten liggen er naast. Ze bestrijken de toegangsstraat van het dorp. Munitie ligt voor de hand. Nacht en dag wordt het dorp be- waakt. Buiten ligt een andere stel ling. Ook nacht en dag bewaakt. Maar de kinderen spelen en de reizigers soezen en de hond slaapt. Men kijkt als niet eens meer naar de soldaten, niet uitzondering vah de winkelmeisjes in het warenhuisje, die hun hart reeds vergeven hebben aan Jan Soldaat, die uit verre stre ken, heel uit „Holland", naar dit vergeten en eenzame grensnest in Brabant kwam. De coulissen. Langs de Belgische grens liggen de ver dedigingslinies, soms twee, drie rijen breed. En daartusschen ziet men dan datgene wat kapitein Paters noemt „de coulissen" van het land. Watertjes, boomrijen, watertjes, boomrijen, een berm, enzoovoorts. Het is niet eenvoudig voor een opmarchee- rende ai-mee hier door te komen, vooral niet omdat sedert enkele weken overal loopgra ven aangelegd zijn, waarin ontelbare mi trailleurs, van zwaar en licht kaliber, op gesteld zijn. Als we ze bekijken toonen de jongens vol trots hun werk. Nu, ze kunnen graven, de ze kerels. Het is geen wonder dat de Bra- bantsche meisjes hun hart verliezen aan deze ferme knapen, ook al is hun uniform door al dit ondergrondsche werk nu niet direct meer een gala-costuum... Aan de kust. We rijden voort. Dwars door Brabant, ov er groote steden, over een breed water en een machtige brug, welker naam bij ieder Nederlander tusschen de 8 en de 80 jaar bekend, is. Nog een uur later en we komen aan de kust. Na drie dagen zien we de zee weer. Ket send donderen de Noordzeebrekers tegen de natuurlijke barrière: het strand, 't Trillend schuim vlokt weg over de pieren, en als wol- De verdedigingswerken langs de Nederland sche kust. Loopgraven in de duinenrij langs de Noordzee. iige konijnen buitelen de schuimkoppen over het zand. Honderden meters weg. Overat aan liet strand prikkeldraad. En achter het prikkeldraad: versperringen Streng bewaakt. Geen burger mag ze zien en alleen de dertig pers-menschen zijn de uit verk'orenen 'dié er een oog op (en in) mogen slaan, zij het dat de stellingcominandant die haastig is komen aanrennen, ons met slechts weinis sympathie aanziet Het is v oor hem hier het heilige der heiligen. Aar. de zee is geploeterd en gepeesd. Hier aan de zeé is het de wind, die iedere gegraven kuil weer dicht stuift. Wat men vandaag gegraven heeft moet blijvend opengehouden worden, opdat, het morgen niet vol- gewaaid is. Een voortdurende strijd v an mensclien tegen de elementen. Ze ioopen met groene en blauwe bril len rónd, de officieren en soldaten. Als ze het niet doen zouden ze blind worden van. liet steeds in de oogen waaiende za'nd. In de gegraven stellingen weer mitrail leurs en anti-luchtvaartgeschut. Hoezen er over voor het stuiven, maar de munitie klaar er naast. En permanent bewaakt. Ook aan de zee is onze Landmacht paraat. Achter do eerste stellingen weer andere' hierin zien wij de mortieren. Zwaar geschut, dat indirect een doel in zee kan bestoken. Prachtig materiaal, waarover kapitein Pa ters, als hij er over verteld, in enthousiasme geraakt. Het zal voor een denkbeeldigen vijand niet eenvoudig zijn van de zeezijde de kust le bestoken. Behalve datgene wat de land macht hier in petto heeft, en de marine, zijn daar de gevaarlijke banken en stroo mingen die den toegang lot de kust sedert eeuwen uiterst gevaarlijk gemaakt hebben. Als men daarbij dan nog de z.g. oorlogs-be- tonning in gebruik neeuit, (waarbij de nor male betonning verdwijnt en een andere, ge heime, wordt aangebracht),* dan zal een vij andelijk eskader bij een landing waarschijn lijk op niet geringe moeilijkheden stuiten. Ziedaar, onze bewaking aan de grenzen. Een beschrijving van de groote defensieve kracht, met name aan de landzijde, van ten slotte vrij beperkte verdedigingsmiddelen. Wal hier bereikt is, mag met groote waar deering genoemd worden. Zoowel voor wat betreft de economische aanwending van het materieel als de geest onder de troe pen. Alle toegangswegen tot het land zijn ge- vechtsklaar en het is de bedoeling der regee ring dit alles in permanenten staat te hou den, een maatregel die wij slechts kunnen toejuichen. Dc Hollander aan de grenzen kan weer rustig slapen. Er wordt voor hem gewaakt en mocht eens de nood aan den man komen, dan moge hij ervan overtuigd zijn, dat de grens-troepen hun en zijn huid zoo duur mogelijk zullen verkoopen. V - Wij besluiten met dit artikel'onze repor tage langs de Nederlandsche grens, een re portage, waaruit naar wij hopen duidelijk naar voren is gekomen, op welk een voor treffelijke wijze de Landmacht zich gekwe ten heeft van haar taak inzake het garan- deeren der landsgrenzen. Met nadruk willen wij er hier nogmaals op wijzen, dat met de ljéschikbare middelen gewoekerd is. Zonder dat wij dan ook kun nen bogen .op 'n Maginot-Iinie of Siegfried- linie, kan gezegd worden dat er iets bereikt is, daar aan de Oost- en Zuidgrens. Dit te bereiken was echter alleen daar door mogelijk, dat men beschikte over ma teriaal. Zonder dit toch waren al de goede bedoelingen, al het in theorie opgestelde, uiteraard tot mislukking gedoemd. Wij zijn trots dit resultaat te hebben mogen zien. En het verheugt ons zeer, dat de Nederland sche staatsburger zich beschermd kan ach ten door zijn leger. De maritieme verdediging, In dit verhand komen onwillekeu rig gedachten naar voren ten aan zien van de verdediging van de zee zijde des lands: de maritieme. Ook de Nederlandsche Marine heeft niet stilgezeten. Langs de geheele N oordzee-kust, langs waddeneilan den, bij de riviermonden bevindt zich personeel van de Marine, en er is hard gewerkt. Op de Rijkswerf te Willemsoord is in record-tijd prachtig werk ver richt. En lachen toch geeft de ma ritieme kustbewaking ons niet d i e zekerheid, die wij bij de landgrens bewaking mochten ervaren. Het gaat ons aan het hart dit aan het slot van deze artikelenserie te moe ten schrijven. Het is een domper in mineur op een reportage in majeur. Het spijt ons dubbel, omdat de Nederland sclie Marine zelf weet, zelf zoo goed beseft dat hier sprake is van een hiaat en dit ten zeerste betreurt. Er is slechts één oorzaak: gebrek aan ma teriaal. Gebrek aan groote schepen, ST"1®* aan vele kleine schepen, gebrek aan de zoo hoognoodige rivier-bewakingsvaartuigen... ja, waar is bij de Marine geen gebrek aan. Nimmer tevoren trad welhaast zoo frap pant duidelijk aan den dag, welk een stiel- moederlijke plaals de maritieme defensie an Nederland in de algemeene landsver dediging inneemt. Het lijkt ons niet noodzakelijk er wéér op te wijzen, dat van deze Ma rine niet verwacht kan worden dat zij in haar huidige samenstelling, haar zoo zeer belangrijke taak naar behooren vervullen kan. Daarvan zullen én de Nederlandsche koop vaardij, én de burgerbevolking wel licht eens de wrange vruchten kun nen plukken. Het lijkt ons evenmin noodzakelijk het verwijt tot de Ma rine te richten, dat zij een histori sche roeping verzaakt. Omdat dit alles niet de schuld der Marine is, doch van de verantwoordelijke Re- geeringsinstanties. Wat Nederland vergat. Onkunde en negatie ten aanzien van s- lands vloothoe duidelijk wreken zij zich in deze dagen! Jarenlang heeft Nederland vergeten wat sedert onheuglijke tijden de vloot voor onze natie heteekend heeft. Het is vergeten dat Holland alleen dan van zich deed spreken in vijf werelddeelen, indien de vloot sterk en paraat was. Het gulden hoek der Nederlandsche histo rie heeft vele bladzijden, maar zeker niet. de minst verhevene zijn die, waarin gerept wordt over de daden van de vloot, die de zeeén schoonv eegde. die de koopvaardij v kans gaf en die gevreesd en geacht, vverri tlr gelijk. De vloot: het is niet in woorden uit drukken wat de natie aan haar verschuift; is Maar men zou mogen aannemen dat i» ,M middelmatig ontwikkeld vaderlander b»u.r te, dat aan haar le danken is de ze.lf5)af" digheid van dit land, zijn reputatie en*1' zijn vrijheid. en.„ Herinnert \J Herinnert U zich den Gouden Eeuw Een periode van ongekenden bloei voor Holland Cultuur, nijverheid en handel hadden een vlucht genomen als nimmer tevoren. Het was de eeuw der compagnieën, en het land bloeide, als nooit tevoren. Dank zij de Statenvioot, die de vve- re ld beheerschtc, dank zij dus de Ne derlandsche Marino. Deze reputatie is ton onder gegaan Ondanks het feit dat dezelfde facto ren van toepassing zijn ook voor de zen tijd. Dat ook nu, in 1939, een goede vloot, een eerste vèreischte is voor de welvaart van ons land, die altijd van overzee zal moeten komen en zich dus op de marine baseert. Er is een kentering te bespeuren. Wij Ve trouwen en hopen dat zij zich zal voortzet, ten, opdat men kome tot andere opinie's ten opzichte van Neêrlands maritieme bevvape. ning. Misschien dat wij dan over met, al te ]an gen tijd in de gelegenheid gesteld vvorden een dergelijke hooggestemde reportage te ven van datgene wat de Nederlandsche Ma. rine tot stand heeft kunnen brengen en dat wij clan een even gunstig oordeel mogen vel len als bij de landmacht. Als dat zoo mocht zijn, hebben de bewogen en zorgvolle dagen van April 1939 hun winst ruimschoots afgeworpen. Een dag bij onze Marine is altijd te kort! De flottieljeleider der Koninklijke Mari ne, Hr. Ms. Tromp, is in zee en de zoek lichten, opgesteld rond de basis der Neder landsche Marine, worden gericht op het snelle schip, dat in de avonduren van Dins dag het laatste gedeelte van een ééndaag- sche oefening afwerkt. Deze schietoefening, welke 's morgens be gon, werd, zooals reeds door ons werd ge meld, bijgewoond door Z. K. H. Prins Bern hard, die per sloep op de Tromp was aan gekomen, welke op de reede van Den Hel der voor anker lag. De Prins was verge zeld door kapitein Ier zee, jhr. E. J. van Holthe, adjudant van H. M. de Koningin, en van zijn adjudant, kapitein J. K. H. de Roo van Alderwerelt. De Commandant van de Marine te Wil lemsoord, Schout-bij-Nacht H. Jolles, maak te eveneens dc geheele oefening mede. Het was ongeveer elf uur, toen Prins Bernhard aan de haven van Nieuvvediep aankwam, waar een sloep hem te kwart over elf voor de statietrap van „de Tromp" bracht. Prins Bernhard werd met de mili taire eerbewijzen ontvangen. Hij was ge kleed in cle uniform van luitenant ter zee ls klasse. Onmiddellijk na aankomst van den Prins werden cle ankers gelicht en kalm voer „de Tromp" naar het lichtschip Haaks, waar de schietproeven zouden wor den gehouden. Er stond veel wind, het schip stampte noga! hevig, temeer, omdat deze Nederlandsche flottieljeleider geheel op snelheid is gebouwd en daardoor buitenge woon rank is. Zeemansverhalen In de longroom van de officieren, wier sterke zeemansverhalen altijd grage ooren vinden, merkt men evenwei van slingeren weinig en al pratende kortten wij den tijd tot liet oogenblik, dat de eerste oefening zou beginnen. Hierbij was het de bedoeling dat „De Tromp" zou varen met een snelheid van ongeveer 28 mijl, waarbij dan met al le kanons aan voor- en achterdek salvo's zouden worden gegeven op een schietschijf, welke door een sleepboot werd voortgetrok ken. Een Indrukwekkend salvo. Om twee uur was het met de verhalen gedaan en onder leiding van den luitenant ter zee 2e klasse, M. Smal, begaven wij ons naar de brug, vanwaar wij cle schietoefening veilig konden bijwonen. De gebruikelijke watten werden rondgedeeld en hoewel men geneigd is, te lachen om dezen voorzorgs maatregel, krijgt men onmiddellijk na het eerste salvo lust om de hcele doos watten rond de ooren te bevestigen, want de' klap is inderdaad „indrukwekkend" De officieren hadden, hun posten ingeno men bij het, vuurleidingstoestel, dat overdag gebruikt wordt en toen dc schijf op onge- veer 6 k.m m zicht, was, werd de roode vlag worden6VIli" ,teeken' dat ®r geschoten zou \voiden. Mak daarop daverde het eerste sal- o over het water. Na een halve minuut kon men met het bloofe oog zien, dat in de wnte van aen denkbeeldigen vijand spuiten nlaat® oniho°K werden geworpen op de richt k wam en in het 'water te- De luchtdruk op liet schip zelf is ook al vreeswekkend. Een enorme vuurstraal schiet, uit den mond van het kanon en het is alsof het schim aan een zijde uit, het water worrh gehcht. Ook hiermee doet ervaring op, want men weet niet welke de uitwerking is van zulk een fm? ijD schip zelf: de moge dikheid bestaat, dat er dom- ai luchtdruk aan boord „stukken ge maakt worden. Een gcvole- v, was bijvoorbeeld, dat*de MgfS eten^eg' De Prins bij de voorste geschutj. torens. Heen en weer varend werden zoo in den middag 15 salvo's afgegeven, hetgeen wij zeggen, dat de vijand 90 schoten op zich zag afgevuurd... Prins Bernhard was steeds in de buurt van de beide voorste geschutstorens. De Prins fotografeerde vrijwel doorloopend, liet zich door den commandant van „De Tromp", kapitein ter zee L. A. C. M. Door man, inlichten over de uitwerking van een treffer en hij klom tenslote in het kraaien nest om van daaraf zoowel het voor als liet achterschip te kunnen overzien. Zoo werden door „De Tromp" enkele „runs" ondernomen, de machines werkten op volle kracht, zoodat het achterschip bijna onder water werd gezogen, de schoten rol den over het water en aan boord was het een en al bedrijvigheid, waarbij een „bun ger" niet goed weet, waar hij zich moet op bergen... Om 3 uur was de eerste oefening afge- loopen. De tweede schietpartij zou plaats vinden in den avond. Wanneer het geheel donker zou zijn. Gezelligheid kent geen tijd, Men behoeft zich niet af te vragen hoe men aan boord van een schip der Nederland sche marine zijn vrijen tijd zal doorbren gen. De gulle gastvrijheid van onze zee lieden is daarvoor te bekend. D zeon brak inmiddels door, de wind ging liggen en wanneer men er niet zoo zeker van was te varen op een zwaarbewapend schip, zou men zich kunnen wanen op een passagiers schip, dat een „Cruise" maakt door de wa teren van de Noordzee. In de officiersion- room werd vocht geschonken, dat naar verluidt een zeeman en den burger uit muntend vrijwaart voor zeeziekte. Korte cursussen in de techniek van schieten werden aan de buitenstaanders gegeven en tegelijkertijd werd er veel verteld door hen, die vaak verre reizen deden. De tweede oefening. Om 8 uur, na het diner, maakten wij ons klaar voor de tweede oefening. De nacht was helder en cle maan trok zilveren stre pen over het water. In de verte aan de kust spelden de zoeklichten van de kust verdediging door de lucht en zij streelden langs de contouren van „De Tromp" welke zulle een nuttig oefeningsobject vormde. Ergens in het water dreven twee schiet schijven. Met onze oogen slaagden wij er met in, de duisternis te doorboren, maar liet nachtrichttoestel keek scherper dan wij. De officieren stonden op zij van de hrug en toen „de Tromp" wederom op volle kracht was gekomen, de schuimmassa's aan beide zijden van de boeg opkolkten, tuisten eensklans de enorme blauwe zoek lichten van het schip aan en den vijand rag als het ware in het daglicht. De kanons spuwden vuur, eerst aan stuurboord, daar na aan bakboord en de granaten vlogen op het doel af. „Tweehonderd, meneer". _P® officier van de wacht op de brug gaf ecntomge stem de koers aan, welk# prompt herhaald werd door een roerganger: Nveehonrlerd, meneer", honderclnegenhgi meneer... Op een gegeven moment werd een vis- M.ner in het nauw gedreven en „de Tromp ,5, nief-. Maar kort daarop begon het ine r> opnieuw- Tot 's avonds tien uur rio TVf - kan°nniers konden inrukken eb waf lcierei1 kwamen in de longroom nog ning pi'atei1 over de afgeloopen oefe- Terug naar de reeé». deTlridde,S voer 'de Tromp" terug naaf y.r,. p ,°m_ jn den nacht te rusten, brr-af i 'ns van boord was gegaan, Saar inm pPr au,° van npn H",dP om nao i Daarna was het onze beur/ ai de wal te worden teruggebracht. -en dag bij de Marine is altijd te rirM 'S epr! .evenement in veie or- ep' officieren en matrozen zijn IMiaat, dat is belangrijk. de vïï Za' "f'G Tromp" deelnemen aait geho!m0da?rin' welke te Rotterdam wordeb IJmuiri! flotfieljeleider zal dan van aan w",naar Dofterdam varen om (iaa aan het feest luister bij te zetten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 2