uit »Thetis"~ramp voor
NederL Onderzeedienst
I
DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Chloorgas doodde
de Thetis bemanning
Ouderwetsche
ook thans nog
in
voorzichtigheid
acht genomen
VpEERBERlCHT
KONINGSTRAAT 78. DEN HELDER. TELEFOON 50 (2 LIJNEN)
5 J U N I 1939
67e JAARG. No. 8634
J
Het Bergings systeem bestaat bij onze Marine niet meer
Geen angst, geen „stemming"en
geen maatregelen bij den O.Z.D.
Hoe redt het personeel
zich uit een gezonken
Nederl. onderzeeboot?
Nieuwe grensincidenten in
Mandsjoekwo
Alle hoop opgegeven
98 man omgekomen
Dit nummer bevat 8 pagina's
DE BILT SEINT i
t
HELDERSCHE COURANT
Uitgave der Ultg.-Ml). Hollands Noorderkwartier N.V. te Den Helder
MAANDAG
Geen enkele leering
k.
Het bleek ons dat. er van eenigerlei „stem
ming" ten aanzien van de recente ongeluk
ken bij den Nederlandschen onderzeedienst
geen sprake is. Uiteraard heeft men met
ontsteltenis kennis genomen van het tra-
gisch gebeuren, doch bij geen enkel lid van
dezen dienst is de schrik om het hart ge
slagen. Integendeel, van hoog tot laag is
men overtuigd van het feit, dat de kans op
een ongeluk zoo niet tot de onmogelijkheid
dan toch zeer zeker tot de uiterste onwaar
schijnlijkheden gerekend moet worden. Het
geen uiteraard niet inhoudt, dat bij ons een
ongeluk uitgesloten te achten is.
Waaraan te wijten?
Om de beide laatste ongelukken hangt'
een sluier. Wij weten niet wat de oorzaken
zijn van het niet meer kunnen bovenkomen.
Wij weten alleen dat bet nieuw materieel
was, waarmede proefgevaren werd.
Was het personeel, waarmede gevaren
werd, ten volle voor zijn taak berekend?
Wij weten het niet: wèl weten wij, dat bi.i
het proefvaren van de Nederlandsche nieuw
aangebouwde onderzeebooten slechts uitge
zocht personeel meevaart. Personeel, dat de
aanbouw persoonlijk volgt en dus de sche
pen tot in onderdeden kent.
De aanbouw, zoowel in Amerika als En
geland, heeft een fantastisch tempo bereikt.
En haast automatisch vraagt men zich af, of
het wellicht aan deze hoogopgevoerde aan
bouw te wijten is, dat er óf niet voldoende
all round personeel aan boord was, óf dat
de leiding niet van dien aard kon zijn, dat
een ongeluk voorkomen had kunnen wor
den. Voorts kan men zich afvragen of de
snelle aanbouw, het in de vaart brengen
van een zoo groot aantal schepen, niet eeni-
germate de zorg wegneemt, die men eer
tijds aan dit werk besteedde. Dit kunnen
allemaal factoren zijn, die de recente onge
lukken verklaren, maar het zijn tevens fac
toren die bij de Nederlandsche marine uit
geschakeld mogen worden, omdat men zich,
van den aanvang van den onderzeedienst af,
voor oogen gehouden heeft dat voorkomen
beter is dan genezen. En daarom is er geen
sprake van eenige vrees of „stemming" bij
den O.Z.D.
Op de „Thetis" waren 102 menschen aan
boord. Men begrijpt dit bij de marine niet
geheel: bij het proefvaren van dergelijke
schepen bij ons gaan er 34 of 38 man mee.
Hoe minder hoe liever is de meening van
vrijwel iederen duikboot-commandant. Men
loopt elkaar maar in den weg. En er rijst te
vens de vraag: Wat deden al deze 102 men
schen hier? Was soms alles nog niet klaar..?
Ontbrak er eventueel nog iets?
Als er iets gebeurt
Wat doet de O.Z.D. ter voorkoming
van dergelijke ongelukken? len eer
ste zij hierbij opgemerkt, dat de vei-
ligheid niet gezocht wordt in de mid
delen, doch in de geoefendheid van
't personeel. Gebeurt er nochtans n
ongeluk, dan is alles berekend op de
individueele ontsnapping uit de boot.
Daarbij is het noodzakelijk: Ten eer
ste dat de boot intact gebleven is,ten
tweede dat de bemanning met te
lang wacht met het besluit het schip
te verlaten, en ten derde dat de bat-
tèrijen niet door het zeewater aange
tast zijn, tengevolge waarvan chloor
gassen tot ontwikkeling komen en
elk levend wezen een snelle verstik
kingsdood sterft.
Zinkt een onderzeeboot bij ons tot op een
maximum van 40 meter diepte, dan komt het
er op aan een waterinlaat te openen en het
water in het bewoonde compartiment te doen
stroomen. Er blijft een luchtbel over, welke
denzelfden druk bezit als het water er boven.
Vervolgens opent men het vluchtluik, laat
hieruit een boei naar de oppervlakte stijgen,
waarna men de gelegenheid krijgt één voor
éen het schip te verlaten. Via het touw
met de boei er boven, voorzien van het
„Driiger'-vest, met de slang in den mond en
een knijper op de neus, gaat men zoo lang
zaam mogelijk naar boven. Daarvoor bevin
den zich op regelmatige afstanden van el
kaar houten ballen. Bij ieder hiervan pau
zeert men, om zich aan den gewijzigden druk
te wennen.
Met dit „Dragers-vest wordt doorloopend
bij den O.Z.D. geoefend, doch natuurlijk
niet op diepten van 40 meter, die de wer
kelijkheid meestal benaderen. In Indië be
zit men een duiktoren voor dergelijke oefe
ningen. Deze verricht nuttig werk en wordt
gebruikt als imitatie-gezonken onderzee
boot.
Om de plaats aan te geven waar de boot
gezonken is, laat men een z.g. telefoon-boei
op. Komt een ter hulp gesneld schip op de
gemarkeerde plaats aan, dan kan men door
middel van een telefoon in de boei spreken
met alle compartimenten in het gezonken
vaartuig.
Geen bergingssysteem meer.
Het bergingssysteem bestaat bij de
Nederlandschen onderzeedienst niet meer.
Het grootste deel vand en O.Z.D.-vloot be
vindt zich in Indië en de diepten in zee
zijn er vrijwel overal dermate groot, dat
van een zinkende onderzeeboot de nagels
springen en deze volloopt. Daarbij zijn de
onderzeebooten zoo groot en zwaar gewor
den, dat er praktisch van berging geen en
kel resultaat te wachten is. Op de Noordzee
voorts zou men met een bergingsvaartuig
doorgaans evenmin succes hebben, in ver
band met de zware deining en het slechte
weer.
„Ouderwetsche" voorzichtigheid.
Het is merkwaardig te mogen constatee-
ren bij onzen onderzeedienst, dat. ondanks
de fantastisch hoog opgevoerde techniek,
ondanks de evengroote maatregelen ter
voorkoming van incidenten, toch de „ouder
wetsche". haast klassiek aandoende voor
zichtigheid gehandhaafd blijft. Dezelfde
voorzichtigheid die men reeds invoerde bij
de geboorte van den dienst. Om een enkel
voorbeeld hiervan te geven: nog heden ten
dage wordt er aan boord van onze onder-
zcebooten geen sterken drank geschonken
noch mag er gerookt worden!
Nederlandsche duikboot in volle zee.
Het heeft er iets van, of het nood
lot ineens zijn meedoogenlooze sla
gen gaat uitdeelen aan de onder
zeediensten van de diverse naties:
eerst een onderzeeboot in Japan,
die aan de vernietiging werd prijs
gegeven, daarna een Duitsche U-
boot, kortgeleden de Amerikaan-
sche „Squalus" en nu, aan het
einde der vorige week de „Thetis"
van de Britsche navy.
Deze onderzeediensttragiek spreekt
to* de harten van het Nederland
sche volk en dat is geen wonder.
Onze eigen marine bezit in haar
duikboot-wapen een uiterst popu
lair geworden onderdeel, een popu
lariteit die ontstond door de bewij
zen van groote deskundigheid en
zeemanschap eenerzijds en het ma
ken van reizen van een uitgestrekt
heid, die de andere mogendheden
als fantastisch voorkomen, ander
zijds.
Thans vraagt men zich af: kan
een dergelijk ongeluk ook bij onze
marine voorkomen? en zoo ja, wat
zijn de maatregelen, die men kan
aanwenden om de fatale gevolgen
zoo veel mogelijk te verminderen.
Ter beantwoording van deze thans
zoo actueele vragen hebben wij ons
oor te luisteren gelegd bij diegenen
die dagelijks met het onderzeeboot
wapen in de weer zijn, en wier
zienswijze direct getoetst is aan de
praktijk.
Ook bij de navigatie bleef deze typisch
Hollandsche voorzichtigheid gehandhaafd.
Geen bravour. geen sensatie, niets wat bui
ten het technisch verantwoorde program
gaat.
Men hoort thans hier en daar de opmer
king, dat de „Thetis" in verband met haar
zwaardere bewapening en uitrusting een
grooter ongelukken-risiko bezat dan een
Nederlandsche onderzeeboot, doch het tegen
deel is waar. De „Thetis" is grooter dan
de O 20, doch bezit een kleiner onderwater
bewapening en in het geheel geen mijnen.
Voorts bezit zij geen antiluchtmitrailleurs
van ons kaliber.
Het is wellicht interessant hierbij nog aan
te merken, dat, in dien dit laatste ongeluk-
op een van onze onderzeebooten geschied
was, waarschijnlijk allen gered waren. De
Nederlandsche onderzeebooten bezitten nl.
torpedobuizen aan de achterzijde, die men
had kunnen openen, waarna de inzitten
den via een ladder of touw naar buiten
hadden kunnen worden gehaald. Immers
het achterstuk van de „Thetis stak boven
water uit!
Conclusie:
Op de Nederlandsche onderzeebooten be
schikt men over een prima luchtverver-
schingsinstallatie, waarmede men in alle
compartimenten zuurstof kan suppleeren,
terwijl het uitgeademde weer geabsorbeerd
wordt. Men kan het normaal 3 etmalen uit
houden, tenzij, zooals reeds geschreven,
door de accu's chloorgas ontwikkeld wordt.
Bij den Onderzeedienst wordt in dit ver
band als stellig aangenomen, dat de gehec-
le „Thetis"'bemanning den chloorgasdood
gestorven is.
Resumerende blijkt uit dit alles duide
lijk, dat er voor den Nederlandschen Onder
zedienst in geen enkel opzicht eenige lee
ring valt te trekken uit het gebeurde met
de in den laatsten tijd gezonken onderzee
booten. Noch bestaat er eenige aanleiding
om het reddingsmatcriaal te wijzigen, be
houdens eventueel het aanschaffen van de
bij de Squalus gebruikte duikerklok, welke
zonder meer echter bij de huidige construc
tie onzer onderzeebooten niet kan worden
toegepast.
De voorkoming van ongelukken kan men
niet beter fudeeren dan op de beide facto
ren, die van de oprichting van onzen O.Z.D.
af als volkomen afdoende zijn gebleken:
De bijzondere geoefendheid der be
manning en de uiterste borg aan het
materieel.
En mocht dan tóch het noodlot een der
Hollandsche onderzeebooten treffen, dan rer
kent men op de individueele ontsnapping.
Russen komen over de grens.
Sovjet Russische soldaten zijn Zaterdag
bij Tsjang Kingtoe over de grens van Mand
sjoekwo gekomen. Zij werden direct terug
gedreven door Mandsjoereesch-Japansche
grensbewakers. Bij het vuurgevecht hebben
de. Russen vijf dooden te betreuren Vijf
Mandsjoereezen zijn gewond. De grenswacht
heeft opdracht gekregen haar waakzaam
heid te .verscherpen;
Scherpe critiek op de marine
leiding. Bemanning geofferd
ter wille van een slecht schip.
HARTELIJKE DEELNEMING,
OOK UIT DUITSCHLAND.
Door de werf Camel-Laird wordt
officieel medegedeeld, dat men de
hoop heeft opgegeven het leven der
nog in de Britsche duikboot Thetis
aanwezige opvarenden te redden.
Aan de mededecling werd toege
voegd. dat het denkbeeld als zou
men overwegen het vaartuig op te
blazen; niet op waarheid berust.
Wel zullen pogingen in het werk
worden gesteld de boot te bergen.
Naar de meening van de maat
schappij. zijn de mannen aan boord
omgekomen door chloorgas, waar
van een groote hoeveelheid aan
boord was en dat door den scheven
stand van het vaartuig heeft kun
nen ontsnappen.
Vroeger op den dag had de admiraliteit
reeds medegedeeld, dat zich in de gezon
ken duikboot ook zeven civiele ambtenaren
van het departement van marine bevinden.
Bij de vroegere opsommingen waren deze
menschen niet medegeteld.
Uit de aanvullende lijst van namen, ver
strekt door het departement van marine,
bleek toen, dat zich 101 personen aan boord
van de „Thetis" bevonden, toen de duik
boot zonk. Tegen den avond meldde Havas
echter nog, dat de firma Brown Brothers
had bericht, dat ook een van haar em-
ployé's aan boord van de „Thetis" was, zoo
dat 102 personen aan boord waren
Hiermee is het doodental dus tol 98 ge
stegen. slechts vier man zijn geréd.
Scherpe critiek op de marine
leiding.
Wat zich op de werf afspeelde op het
oogenblik van het bekend worden van bet
laatste verpletterende communiqué, laat
zich nauwelijks beschrijven. Het rumoer
verstomde, een doodsche stilte viel, toen de
onheilvolle woorden klonken. Hier en daar
begaven een enaele vrouw ot moeder de
krachten. Vrienden stonden haar bij. In
stilte, een diepe stille, weenden de anderen.
Geen hoop meer.
En dan, als tot allen de volle zwaarte van
dit alles is doorgedrongen, wordt het rumoer
herboren. Critiek is er nu, critiek in over
vloed, critiek in scherpe woorden. Niets is
er gedaan, al dien langen tijd, zegt men.
Slechts half ingelicht, en geschokt door deze
smart na de martelende onzekerheid, is men
gereed tot schimpen en een stem zegt plot
seling: „De mannen zijn opgeofferd voor
het schip".
Onder de wachtenden is de vader van een
der machinisten; William Allen heet hij en
hij vertelt ons, wal er vroeger is gebeurd.
„De „Thetis" leek een ongeluksschip. Bij
de eerste snelheidsproeven deed zij het niet.
Den tweeden keer weigerde ze te duiken
door een mankement aan de machinerie.
De apparatuur, waarmee ze moest rijzen, was
defect en als ze toen had gedoken, was ze
nooit meer boven gekomen. Maar al was de
duikboot nu in orde, dan was het nog
dwaasheid te duiken op een plaats, waar
iedereen weet. dat een massa wrakken op
den bodenr liggen. Die wrakker zijn nog uit
den oorlog en ze staan op alle kaarten.
Verwachting: Droog, licht tot
lialfbewolkt, zwakke tot ma
tigen N O. wind. In het N
tamelijk warm, in het Z
warm.
Deelneming.
Inmiddels zijn reeds uit vele landen offi-
cieele betuigingen van deelneming binnen
gekomen.
De Britsche koning heeft een telegram
gezonden aan den eersten lord der admira
liteit, waarin hij verzoekt zijn sympathie te
betuigen aan de verwanten der omgekome
nen.
De Fransche minister van marine heeft
den Franschen marine-attaché te Londen te
legrafisch verzocht, uiting te geven aan de
deelneming der Fransche marine met de
ramp van de „Thetis".
Hitier heeft den koning van Engeland
mede namens 't Duitsche volk telegrafisch'
zijn deelneming betuigd met de ramp van
de „Thetis".
Opmerkelijk zijn de-Duitsche persstemmen.
Zoo schrijft de „Völkischer Beobachter":
„Wij zeggen niet te veel, als wij verklaren,
dat in de laatste 36 uur, niet alleen de En-
gelschcn overal ter wereld, maar ook ontel
bare krantenlezers in Duitschland met stij
gende bezorgdheid de berichten hebben ge
volgd over de reddingspogingen, die eerst
zoo gunstig luidden."
„Gebeurtenissen als deze vereenigen alle
menschen in gemeenschappelijke hoop, wel
ke politieke en andere kloven hen anders
ook mogen scheiden. En ook ons warme
medegevoel gaat thans niet alleen uit naar
de nabestaanden der slachtoffers, maar
evenzeer naar de heele natie waartoe deze
mannen behoorden, die omkwamen bij da
uitoefening van hun plicht."
In gelijken zin uiten zich ook andere
Duitsche bladen.
Schokkend verhaal van een duiker.
Alle schepen der vloot, die naar de plaats
van den ondergang der Thetis waren ge
gaan zullen vandaag naar hun bases terug-
keeren. De bergingswerkzaamheden zullen
door do Cammcl Laird verzorgd worden.
De duiker, die het eerste contact tot stand
had gebracht met den onderzeeër heeft de
volgende verklaring afgelegd aan de -pers
„Toen ik de bodem bereikte, die met kiezel
bedekt was, vond ik den onderzeeër en
begon ik op den wand te kloppen. Ik kreeg
onmiddellijk antwoord. Maar de slagen
schenen 'y: worden gegeven door mannen,
die spoedig uitgeput raakten. Ik werd door
de zee voortdurend van den duikboot af
gedreven en toen mijn kameraden en ik
weer naar beneden giggen, konden wij
geen enkele verbinding tot stand bren-'
gen".
Men zal trachten de ongelukstooot, waar
van we de tewaterlating in beeld geven,
morgen met behulp van kabels en bokken
te lichten. De ramp van de Thetis is de
grootste welke .de Engelsche marine in
vredestijd ooit heeft getroffen. Van 25 cata-
strophen i nde laatste 24 jaar kon slechts
eenmaal de gcheele bemanning van een
gezonken onderzeeboot worden gered.
F
HET WORDT HOOITIJD. Voor de boeren breken drukke weken aan: hooi
tijd! Hoeveel ligt er niet in dat eene woordje besloten. De boer op ons plaatje
moet bovendien nog met iets bijzonders rekening houden, want zooals men
ziet, zit er in zijn hooiland een broedend zwanenpaar. En dit laat zich zonder
meer niet verdrijven. De boer kan met de maaimachine spektakel maken zoo
veel hij wil en ook de paarden mogen eens springen, het doet er niet toe. Heer
Zwaan is strijdlustig en mevrouw Zwan voelt zich volkomen veilig onder be
scherming van haar kranigen echtgenoot!