Indiê in je branding RADIO vaart uit :n ©i OLIFANTS MANNEN DOOR EDGAR RICE BURROUGHS Een „behoorlijke' vloot noodig Amerikaansche stao in verband met Tientsin Lucbtvaartquarantaine te Medan? Het „Koedijk-drama" te Zaandam Burgemeester voor Ambtenarengerecht PROGRAMMA Ethel M Dell 53. Stanley Wood was met de overige gevange nen aan het werk gezet om voor de groote oorlogsolifanten van Athne te zorgen. Maar hij gebruikte elk beschikbaar ogenblik om de taal te leren, zodat hij inlichtingen over Gon- fala zou kunnen inwinnen en mogelijke po gingen zou kunnen doen om haar te redden. Hij vernam, dat ze in het paleis van Phoros was, de wrede koning, die met zijn troep handlangers koning Zygo en zijn edellieden had overwonnen. Een van deze edellieden, die nu een gevangene was en in de olifantsstallen werkte, werd spoedig zijn beste vriend. Deze twee reden dikwijls te zamen, wanneer zü on der een groot escorte van krijgers, de olifan ten africhtten, wat hun speciale taak was. Op zekere dag, toen ze van het oefenveld naar de stallen waren teruggekeerd, kregen zij bevel opnieuw op te stijgen en weer uit te rijden. Buiten op het veld gekomen, hoor den ze, dat de hele brigade er op uitgetrok ken was om een trotse wilde olifant te van gen, die veel schade op het veld had aan gericht. „Als het beest zo groot is en wild als zij zeggen, zullen enkelen van ons niet van de jacht terugkeren", zei Valthor grimmig. Lezing luitenant ter zee le kl. Moorman. Wanneer men een balans opmaakt van onze maritieme weermacht, dan staat op de creditzijde daarvan het herleefde nationale bewustzijn, de vloot, die wij thans hebben en de belangen, die de groote mogendhe den hebben, tegenover de ontbinden de krachten, welke het herleefde na tionaal besef in zich draagt, het ge vaar gelegen in de rijkdom van de bezittingen van Groot Nederland, de strategisch teere ligging van onze ge- biedsdeelen, de huidige internatio nale politieke mentaliteit en de lan ge tijdsduur voor een sterkere vloot gereed is. Deze balans hield de luitenant ter zee le klasse H. C. W. Moorman de leden van de vereeniging „Onze Vloot" te Batavia in een lezing voor, en hij voegde eraan toe, dal men dus slechts met een gematigd optimis me de toekomst tegemoet kan zien. Slechts snel en doortastend handelen kan de ba lans in het voordeel voor land en volk doen omslaan. Zoo lezen wij in het Bataviaansch Nieuwsblad. Krachten tot ontbinding. Het herleefde nationale bewustzijn, dat thans een groot deel van het Nederland-' sche volk omvat, draagt in zich krachten tot ontbinding, aldus de spreker, omdat een gedeelte van hen, die door het wereldge beuren wakker geschud zijn, slechts hun ideologie willen beveiligen voor de drei ging van anderen. Het is deze groep, die haar defaitistischen arbeid weer zal her vatten, zoodra het onmiddellijke gevaar is geweken. Dan zullen zij, die hierbij behoo- ren opnieuw gaan spreken van „het gehate militairisme" en weer beginnen te verkon digen dat men „geen man en geen cent" voor de Defensie over heeft. Het Groot Nederlandsche Rijk, dat in economische beteekenis onmid dellijk volgt op de groote mogend heden, zal zich een weermacht moe ten aanschaffen om zich op deze plaats te kunnen handhaven. Hier in Indië is men er over het alge meen over eens dat dit machtige deel van het Rijk verdedigd moet worden door een behoorlijke vloot. Spreker besprak daarna de sterkte van onze vloot en de verhoudingen van maritie me krachten tusschen aanvaller en verdedi ger in dit deel van de wereld en kwam tot de conclusie, dat Nederlandsch Indië veilig zou kunnen zijn, indien men hier over een vloot beschikte, die den aanvaller zou dwin gen zijn slagschepen in te zetten. Echter zijn er in het moederland bezwaren van finantieelen en personeelen aard tegen een krachtige vloot. Maar spreker vroeg zich af of een land met een even ste vige economische positie als Engeland, dat f 50 per hoofd van de bevolking voor zijn weermacht uitgeeft, met slechts f 20 aan de grens van zijn financieele draagkracht is, terwijl het verder ook in ongeveer dezelfde positie verkeert. Evenmin kan spr. begrij pen, dat uit de 400.000 werkloozen, die ver zorgd moeten worden, niet ongeveer een 7000 man kunnen worden gerecruteerd om de vloot, die noodig is te bemannen, het geen dan in vijf jaren kan geschieden: den tijd. noodig om de vloot uit te breiden. Met den wensch, dat het Nederlandsche volk zich tijdig mag beraden, besloot spr. zijn causerie. Blokakde onwettig geacht. De Amerikaansche regeering heeft tegen over de Japansche regeering uiting gegeven aan haar bezorgdheid over de blokkade te Tientsin. De zaakgelastigde te Tokio heeft het Japansche ministerie van Bui- tenlandsche Zaken medegedeeld, dat de Vereenigde Staten te Tientsin belangen heb ben en bezorgd zijn vooi een mogelijke be dreiging dier belangen dooi de blokkade. De Amerikaansche belangen worden be groot op 26 millioen dollar. De juridische deskundigen der regeering hebben verklaard dat de Japansche blokkade geen rechtvaar diging in het internationale recht vindt. De buitenlandsche concessies te Tientsin, Sjanghai, Koclangsoc en elders zijn tot stand gekomen door onderhandelingen tusschen China en de regeering en zij zijn neutrale ei gendommen. De blokkade is daarom al dus deze juristen even onwettig als een blokkade tegen een neutrale mogendheid in oorlogstijd. Het gevaar van de gele koorts. De Sumafra Post van 3 Juni meldt: Naar wij vernemen hebben de eerste be sprekingen plaats gehad tot instellingen eener organisatie, welke ten doel heeft Me dan aan te wijzen als luchthaven, waar uit Europa komende vliegtuigen in quarantaine zullen kunnen en/of moeten gaan. Een en ander houdt mede verband met de komst van snellere vliegtuigen, die t.z.t. door de K.L.M. op de Indië-lijn zullen worden inge zet en met het latente gevaar voor besmet ting met gele koorts, dat voor Nederlandsch- Indië steeds bestaat. Het gaat hier vooral om vliegtuigen welke stations aandoen waar ook toestellen landen, die over met gele koorts besmette gebieden vliegen, bijv. Afri ka. Echtgenoot naar Haarlem over gebracht. De monteur D. uit Zaandam, die gearres teerd is, omdat hij ervan verdacht wordt, schuldig te zijn aan het verdrinken van zijn vrouw tijdens een tochtje per kano op Za terdag j.1., is naar Haarlem overgebracht en ter beschikking van de Justitie gesteld. De ntan blijft ontkennen. De ontslagkwestie te Ootmar- sum. De met ingang van 1 Maart il ontslagen burgemeester van Ootmarsum, jhr. E. L. M. T. J. von Bönninghauscn, die door de Kroon van zijn functie on'heven werd, om dat hij zekere onnationale uitdrukkingen zou hebben gebruikt, heeft met dit ontslag geen genoegen genomen. In de eerste plaats heeft hij eenige dagen, nadat de ontslag brief hem bereikte, zich tot H.M. de Konin gin gewend met het verzoek hem voor een nieuwe benoeming tot burgemeester van Ootmarsum in aanmerking te doen komen en in de tweede plaats is hij bij het Ambte narengerecht in Arol.em in beroep geko men tegen het ontslag. Dit Ambtenarengerecht kwam thans van morgen te Almelo bijeen om van de ontslag kwestie en wat daar omheen zit, kennis te nemen. Daarbij doet zich allereerst de be langwekkende vraag voor of het gerecht inderdaad bevoegd is in deze een uitspraak te doen. Er bestaat geen jurisprudentie omtrent dergelijke gevallen, daar het eigenlijk nooit is voorgekomen dat een burgemeester onder deze omstandigheden ontslag is gegeven, terwijl een of ander Ambtenarenge recht ook nog nimmer de vraag heeft beoordeeld of het competent is een uitspraak te doen in een geschil tusschen de Kroon en een burge meester. Het is dus feitelijk niet uitgemaakt of een burgemeester ambtenaar in den zin der wet moet worden geacht en het Arnhemsche Ambtenarengerecht moet zich dus in eerste instantie hierover uitspreken, voordat het de zaak zelve beoordeelt. Dit neemt niet weg, dat de zitting gewoon haar gang kon gaan, want het gerecht volg de den gcbruikelijken weg en ging pas in raadkamer na afloop van de zitting. Ministers gedagvaard. Tal van personen waren gedagvaard. De raadsman van den ex-burgemeester, diens bro.eder Jhr. Mr. E. J. B. M. von Bönning- hausen, lid der Eerste Kamer, had o.m. de ministers Goscling en van Boeyen opgeroe pen, den eerste omdat deze een onderzoek had gelast en den tweede omdat hij als par tij, optredende voor de Kroon, werd - be schouwd. Voorts waren diverse personen, be trokken in deze zaak gedagvaard, zooals een wethouder van Ootmarsum (die verklaard heeft, dat de ontslagene de geïncrimineerde woorden had gebezigd), de waarnemend com missaris der koningin, mr. dr. J. W. Schnei- der te Hengelo, enkele industrieelen enz. De heer Schneidcr was aanwezig geweest bij het verhoor, dat den heer von Bönninghauscn in Januari j.1. door minister van Boeyen per soonlijk was afgenomen, de industrieelen hadden aangezeten aan een jachtmaaltijd, tijdens welken de voormalige burgemeester ook eenige uitlatingen zou hebben gedaan, welke niet door den beugel konden. KOEGRAS JULIANADORP. CONCERT HARMONIE „KUNSTZIN". De Harmonie „Kunstzin", dir. de heer J. van Glabbeek is voornemens om Zondag avond een concert in de Muziektent in het r.oopuytpark te geven Er wordt om 8 uur begonnen. liet volgende programma zal ten beste worden gegeven: 1. Gloricusc rentrée marsch C J. N. Cori. 2. La cité meurtrie, ouv. dram. A. L. Doyen 3. Uit volle Borst, marsch H. Luseman. 4. Souvenir de Biarrits, A Dttpony. 5. Death or Glory, marsch. R. B. Hall. 6. La vallée du Drae, ouv., Boyer. 7. Marsch-finale. HELDERSCHE EIERVEILING, 15 Juni. Aanvoer: 28525 kipeieren: 5254 Kg. 2.80— 2.90, 55—57 Kg. 2.90—3.30, 58-60 Kg. 3— 3.50, 61—63 Kg. 3.20-3.80, 64—70 Kg. 3.70- 4.40, 277 eendeieren 2.302.60 per 100 st. EIERVEILING SCHAGEN, 15 Juni. Aanvoer: 60.000 kipeieren 33.85 per 100 stuks. NOORDSCI-IARWOUDE, 16 Juni. Aanvoer: 4200 Kg. aardappelen: Schot- sche muizen 55.30, drielingen 33.20, klei ne 11.50. BROEK OP LANGENDIJK, 16 Juni. Aanvoer: 1000 Kg. aardappelen: Schotsche muizen 56, drielingen 34.30. kleine 1— 2.20, 1900 bos peen 6.70—8.40, 6 Kg. spercie- boonen 41.—, 30 Kg. snijboonen 37.—, 270 bos rabarber 4J?04.60 bloemkool 11.40 12.30, 2e soort 6.30—8.10. ZATERDAG 17 JUNI 1939 Hilversum I. 1875 en 415.5 m. KKO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek (Ca. S.15 Ber.), 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. I.15 Berichten, hiernaKRO-Melodisten en solist. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.30 KRO-Melodisten en solist. (4.30—4.45 Gramofoonmuziek) 5.15 Internationale sportrevue. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journ. weekoverzicht. 6.45 Berichten, gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Caus. „Bezetenheid en krankzinnigheid". 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten A.N.P., mededeelingen. 8.15 Meditatie met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 KRO-Operette-orkest en solisten. 10.30 Berichten ANP. 10.4017.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 301.5 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 7.30 VI'RO. 8.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Ber.), 2.00 Causerie over „Kanton". 2.20 Esmeralda. 3.00 Reportage. 3.30 Gramofoonmuziek met conférence. 4.20 Gramofoonmuziek. 4.30 „Zoete most. De zuivere vruchtendrank", 4.50 VARA-Orkest en solist. 5.30 Filmland. 6.30 Uit de Roode jeugdbeweging. 6.28 Berichten. 6.30 Orgelspel. 7.00 VARA-kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.308.00 Een halfuur met ouders. 8.05 Herhaling S.O.S.-berivhten. 8.07 Ber. ANP, VARA-Varia. 8.20 VARA-Orkest en soliste. 9.00 Puzzle-uitzending. 9.15 En nuOké. 10.30 Berichten ANP. 10.40 VARA-koor. II.00 Radiotooneel. 11.15 Orgelspel en zang. 11.4512.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. 41 Darling, het is mijn schuld niet! Het is Pierce, die me zulke dingen laat zeggen. Maar werkelijk, gun je je iets afgrijselijkers voorstellen, dan gebonden te zijn... gebonden notabene... aan een werkelijk deugdzaam man voor je heele verdere leven? Dat kim je vast niet. Dus doe maar niet alsof. Pierce schudde haar hoofd. U zult nog wel eens anders, praten, miss Sybil. Sybil haalde haar cigarettenkoker te voor schijn. Nee hoor! En te denken, dat dat ongelukkig kind nu in 't huwelijk gestort moet worden, omdat ze er een week-end tusschen uit is geweest. Nou, ik vind het een ver vloekte schande! Ze kent den man ternau wernood. Ze is net van school af. at weet zoo'n schaap nou van de wereld! Als u het mij vraagt, zei Pierce, ik denk dat ze niet erg deugt en dat ze van ge luk mag spreken, dat ze een braven man ge vonden heeft, die haar trouwen wil. Sybil gierde het uit, terwijl ze een eigaret opstak. Dat zeg zeker ook van mij, ais ik nog ooit trouw. Wie is eigenlijk die Rolfe Britton? Kent iemand hem? Ik heb gehoord, zei Pierce, dat ze hem in Beam den Deen noemen. Maar nie mand schijnt er het rechte van te weten, hij leeft nog altijd op zich zelf, Sybil blies een rookwolk uit. In ieder geval weer hij wat een mooi meisje is. Ze is mooi, werkelijk iets bijzonders. Pierce zette een gezicht, alsof ze schoon heid iets afkeurenswaardigs vond. ja, viel Lady Tredville in, dat zei je vader ook. Hij heeft haar eens gezien, ik weet niet meer wanneer. In vind, dat een meisje van dien stand er eigenlijk niet veel aan heeft. Ze gaan altijd den slechten weg op. Daar hoef je heusch niet mooi voor te zijn, meende Sybil. Ah, daar komt je medische raadgever. Als jullie over onbehoor lijke dingen gaan praten, is het misschien maar beter, dat ik verdwijn. Maar Sybil, lieve! vermaande lady Tredville. Wat je er toch allemaal uitgooit! Alsof we dat zouden doen! Kom binnen, Dr. Keston. We hadden het juict over de romance van het visschersdorp. U weet er zeker alles van. Ik heo er zooiets van gehoord, zei htj, alsof het hem niet bijzonder interesseerde. O iedereen praat erover, verzekerde Lady Tredville. Ze zijn drie heele dagen samen weggeweest in zijn motorboot. Hij zei, dat het ''oor den mist kwam. Sybil lachte spottend. Werkeljk, dat zei hij, verze kerde haar moeder. Hij heeft het aan je vader verteld. Maar kapitein Stark heeft 't er zeker niet bi, laten zitten, want de jonge man kwam dadelijk nadat ze terug waren bjj mgn man en ze gaan over veertien dagen trouwen met een speciale vergunning. Allemaal erg wonderlijk. Maar jonge menschen zijn tegen woordig zoo wonderlijk. Vindt u ook niet? Een heeleboel wel, stemde Keston toe. Zoo, dus Starks dochter gaat al trouwen. Ze is er gauw bg. Na zoo'n escapade! zei Lady Tred ville, Ze was zoo ontzettend gecompromit teerd. Dat goede, oude woord, zei Sybil. Ik wist, dat het vroeg of laat moest ko men. Ze schommelde zachtjes heen en weer in een ouderwetschen schommelstoel en Kestons blik hield haar eenige oogenblikken vast. Ze lachte plagend tegen hem en ging door met schommelen. We zeiden juist, dat het afschuwelijk was, dat eeu kind als zij zou moeten trouwen met een man, dien ze niet langer dan twee of drie weken kent, alleen omdat ze een week-end met hem uit geweest is in zijn boot. Dat zei jij, lieve, merkte Lady Tred ville op. Goed. Ik zei het. En als het Starks drijven is, dan vind ik het gewoon onmen- schelgk van hem. Is er eenige reden om te veronderstellen, dat het meisje tegen haar zin trouwt? vroeg Keston. Sybil staarde naar het uiteinde van haar eigaret. Ze vermeed het met opzet in zijn richting te kijken. Niet voorzoover ik weet, zei ze. Maar dat verandert niets aan de zaak. Ze is te jong om te weten, wat ze doet en ais ze een poosje wachtte, zou ze misschien een veel beter huwelijk kun nen doen. Of het tegendeel, merkte Keston droogjes op. Als het inderdaad een „ma nage de convenance" is, dan zou ik zeggen, dat ze van geluk mag spreken, dat hij haar inderdaad trouwt. Sybil schaterde het uit. Precies wat Pierce zegt! Wonderlijk hoe de contrasten elkaar ontmoeten! U zou er zeker niet over denken te trouwen in dergelijke omstandig heden. Ik zei Keston. Nee zeker niet. Als ik trouw, dan zal het niet zijn als be taling voor verkregen gunsten, maar voor gunsten, die ik nog heb te vorderen. Met andere woorden, ik kijk onveranderlijk naar de toekomst en bekommer me niet over het verleden. Sybil sprong plotseling overeind. Ze had een kleur en zag er zonderling verontwaar digd uit. O, u hebt geen hart, zei ze en er was meer drift dan plaaglust in haar stem. Op die manier zult u wel nooit trouwen. En dat is misschien maar goed ook. Wat Pierce „den huwelijksband" noemt, zal voor u wel niets aantrekkelijks hebben. Integendeel, zei Keston. Ik ben stellig van plan te trouwen. Inderdaad Ze lachte minachtend. Maar daar zijn er twee voor noodig. Sybil, kindlief! protesteerde Lady Tredville. Sybil wendde zich naar de deur. Ze lachte nog, naar er was iets driftigs in haar bewe gingen. Jij begrjjpt de mop niet, schat, zei ze. In jou tgd was er nog zooiets als fatsoen. Maar dat telt nou niet meer. Ik ben er niet zoo zeker van, dat er nog iets meetelt behalve persoonlijke begeerte. De wereld is een varkensstal, waar iedereen, zooveel mo gelijk voor zichzelf ziet te krijgen zonder te betalen. Ik ga naar buiten om me eens uit te laten waaien! Doe dat vooral, zei Keston, die met een glimlach de deur voor haar opende. Ik zou den Don Quichot van Beam eens gaan bezoeken, om uit te vinden, of hij werkelijk zoo deugdzaam is als het lijkt! Ze zeggen, dat Stark een vrek is, die ergens een fortuin verborgen heeft. Misschien is dat zijn motief wel. Een mooi meisje èn een schip met goud aan den horizon zou een verlokkende com binatie z(jn voor iedereen. Beest! mompelde Sybil, terwijl ze langs hem ging. Maar toen de deur zachtjes achter haar gesloten was, bleef ze aarzelend staan als in tweestrijd met zichzelf. Daarna ging ze naar haar kamer en deed de deur op slot. Een tijdlang zat ze verwoed te rooken met zwaar gefronste wenkbrauwen. Toen ze haar eiga ret had opgerookt gooide ze die weg en zei tot de vièr muren, die haar omringden: Wat ter wereld zie ik in hem? Waarom geef ik om hem? Ik verafschuw zijn zelfver zekerdheid. Ik zou er alles voor willen geven om hem te vernederen. En toch... niettegen staande dat... bespottelijke dwaas die ik ben geef ik om hem. Getrouwd of niet, ik bén gebonden HOOFDSTUK 12 Julie leunde tegen den muur langs de zee, in een bocht juist voorbij „De Zwarte Zwaan" en staarde bedroefd voor zich uit. De opwin ding was voorbij. Het leven ging weer zjjn regelmatigen gang; voorbereidingen werden getroffen en over een week zou ze de vrouw van Rolfe Britton zijn. Ze was nog als ver doofd door de gebeurtenissen, die hiertoe had den geleid en een betreurenswaardige reactie was begonnen. Hoewel Rolfe haar met de grootste edelmoedigheid behandelde, hoewel hjj er zich nu \'an weerhield zich op te drin gen, voelde ze zich nog bitter vernederd en haar stemming jegens Stark was een intense vijandigheid. Ze beschouwde hem als de oor zaak van alles, wat haar was overkomen, wat hjj inderdaad ook was. En hoewel ze zich be wust was van de onredelijkheid, kon ze niet laten Rolfe mee in te sluiten in den cirkel van haar wrok. Rolfe was zoo hooghartig ge weest. Hij had eerder genomen dan gevraagd. En ze had min of meer het gevoel van een verschrikt dier, dat van den eenen meester aan den anderen wordt overgedaan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7