BRUNO IS ZOET BtAle jsjnq£nA en tneiljel! Oplossing raadsel vorige week Nieuwe Raadsels ra. Opscheppers aan het woord De herinnering aan een grooten componist MIDDAGRUST EDQAR RICE BURROUGHS Als ik vandaag naar het weer tewerk zou gaan, zou ik jullie zo twee volle maanden vacantie willen geven, 't Ts badpakken weer, de warmte hangt broeiend in kantoor en maakt loom en in de verte hoor ik een school klas zingen, dat doet me terugdenken aan de tijd, dat ik daar ook op de banken zat, 't lijkt zo kort geleden, en toch, 't is al zo lang, 30 jaar toen ik voor het eerst de school binnenstapte. Ik vind het gezellig als door het open aam die klanken komen en nu ga ik aan jullie schrijven, ik hoop, wanneer de krant met deze briefjes bij jullie naar bin nenvalt, dat het dan net zulk heerlijk weer is, zó fijn, dat je naar strand kan om te zwemmen. Misschien zien we elkaar van middag wel. Het boek is van de week gewonnen door twee zusjes: Bali en Annie v. Bynen, Hoogstraat 22. Geluksvogels zijn jullie, tweetal, net als die jonge vogeltjes van jullie. Wanneer zal ik nu eens komen? Tot Vrijdag ben ik de stad uit. Een vriendje stuurt me een versje en een briefje en hij vergeet zijn naam. Hoe is het mogelijk als je zooveel schrijft, dat je dan zo'n kleine naam vergeet. Maar hier volgt het door hem ingezonden versje: ZOMERMORGEN Uit de verte klinkt een klokje, Zilverrein en zacht van toon, En het vogeltje in het lommer. Zingt maar zonder leed of kommer Blijde liedjes, lief en schoon. Uit het Oosten zendt het zonlicht Gouden stralen neer op aard, En de lieve bloempjes beuren 't Kleurig hoofd, vol frisse geuren, In den rijken bloemengaard. En van blad, van bloem en twijgen Valt de dauwdrop glinsterend neer! 't Lijkt een diamanten regen O, hoe juicht hei allerwegen: „Wat is alles schoon, o Heer!" L. Leopold. Martha, Tonia en Dientje Briars. Ja, dat zou een feest zijn, als jullie de Augus tusmaand ook zulk heerlijk warm weer had den, Martha, wat zou je bruin bakken, net als een brood, dat te lang in de oven heeft gestaan, tegen zwart aan. Nu, ik hoop het voor jullie drietjes en voor al m'n. vriendjes cn vriendinnetjes. Mary Jurg. Wat een gezellig gehoor is dat, het roepen van zo'n koekoek, vind je niet Mary. Nu we 's nachts de ramen heb ben open staan, horen we 's morgens vroeg in het park ook dikwijls een koekoek en een merel zit om vijf ur al vaak het hoogste lied uit te zingen, 't Is wel een beetje vroeg, maar 't is toch ook gezellig. Als bovendien een of andere koe nog een vroege bui heeft, achter het land op de linie, hebben we pre cies het idee of we op een boerderij wonen. Marietje Weeda. Ik hoop, dat je op het oogenblik blij kunt zijn, omdat je geslaagd bent voor het toelatingsexamen van de H. B.S. of het lyceum, Marietje. Ik weet, dat er veel geweest zijn en ook, dat het niet ge makkelijk was, vooral het rekenen niet en een moeilijk opstel, is 't niet? Nu, volgende week hoor ik wel van je, wat het resultaat was. Rika Koningstein. Ik geloof, dat jij nu al draaierig wordt als je aan de kermis denkt, Rika en ik heb een idee, als jjj de hele avond in dat vrolijke rad rondgezwierd hebt, waarvoor je al je Zondagscenten hebt opge spaard, dan zal je 's nachts nog wel liggen draaien in je bed. Goeiemorgen, wat ga jij graag met draaierij om, Rika. Ik ben het met je eens, dat je bijna nergens zulk mooi helder zand aan het strand vindt als bij ons op Huisduinen. Er is maar één Huis duinen, wat jij. Henny v. Peperzeel. Dat was zeker een teleurstelling, Henny, dat je niet naar An- dijk geweest bent, met de gymnastiekuitvoe- ring. 't Is juist zo gezellig om er eens een dag tussen uit te zijn met een leuk clubje. Teuntje Kloosterman. Dat „doorkomen" ln zee vind ik ook altijd een toer, Teuntje. Brrr, dat water prikt zo onaangenaam, maar als je eenmaal ondergedoken bent, dan is de prikkerij afgelopen en is het heerlijk. Ali Kloosterman. Weet je het kantoor van de krant niet, Ali. 't Is toch erg ge makkelijk te vinden. Iedereen kan het je wijzen als je in de Koningstraat bent en dan stap je maar naar binnen in de vestibule en daar vind je een doos staan met er op „Kin derbriefjes". Daar stop je je oplossing en briefje in en klaar is Kees. Loeki en Leon v. d. Wal. Ik vind het fijn, dat je zo blij bent met je boek en ik geloof graag, dat er 'uinig op bent. Ik zie wel aan je briefje, dat je het netjes bewaren zult. Wat een heerlijk speelterrein hebben jullie daar bij huis, is het niet? In dat op zicht is Den Helder fijner dan Den Haag. 't Is hier minder gevaarlijk om te spelen en je kijkt niet altijd tegen huizen, huizen en nog eens huizen op. George Veer. Daar bofte je bij, George, dat een van de jongens voor de reis naar Andijk uitviel en dat jij toen meekon en bo vendien nog de vréugde, dat jullie de eerste prijs wonnen, dat was helemaal fijn. Een leuke tocht, hé, naar Andijk? Maria Verbeek. Je hebt je best wel ge daan op het raadsel, Marie, en het is daarom wel jammer, dat er een van de twee fout was. Wat een gezellige poesjes heb je. Jam mer, dat je ze niet kan houden, maar ik kan me best begrijpen, dat je moeder er geen katjes meer bij wil hebben. Breng je album maar. Marietje Kramer. Ja, Zondags is het erg druk in het Timorpark, Marietje, én ook 's avonds vinden er tegenwoordig heel wat mensen de weg heen. Maar het mooist is het 's morgens vroeg, als de meeste mensen nog slapen en de vogels pas wakker zijn. Dan moet je eens komen kijken. Jetty But. Wat was die regen van Dinsdagavond heerlijk voor de bomen en de bloemen, Jetty. Heb je wel gezien hoe het alles opleefde en we hadden in twee avonden niet te sproeien. Je hebt keurig geschreven, hoor, met je „krassende" pen, Ik heb heel wat vriendjes en vriendinnetjes, die het met een niet krassende pen heel wat krassender doen. Jongens en meisjes, eigenlijk heb ik vol gende week geen tijd, want ik ben vier da gen weg, maar het is de laatste keer voor de grote vacantie én ik vind hét dus wat sneu, als we dan nog niet eens met elkaar kunnen babbelen. Schrijf dus maar, ik zal m'n best doen. Tot volgende week dus, dan zullen we voor 't laatst een taart verloten. I. Eendracht maakt macht. II. Oever ever. Goede oplossingen ontvangen vant Jan Koomen; Jettie Buit; Marietje Kra mer; Marietje Verbeek; George Veer; Jan Bek; Bali, Annie en Cor v. Bijnen; Loek en Leon v. d. Wal; Tineke Klaassen; Tini v. Brederode; Tillie en Ellie Bisschop; Nel- lie de Langen. Ik ben een grote stad, Geloof me wat ik zeg; Maar voegt ge er in een t, Dan vlieg ik haastig weg. Stel uit de volgende 4 woorden een spreek woord te zamen van drie woorden: rasp, negen, roe, dat. Met een d ben ik een knaap, Met een W verscheur ik het schaap, Maar met een g vindt gij me in zee. De vogels vielen dood voor ze ge troffen waren. Allemaal hebben jullie natuurlijk van Ba ron von Munchhausen gehoord, die zó kon opscheppen, dat hij op het laatst zijn eigen verhalen geloofde. Hij had de meest won derlijke dingen meegemaakt, trok zichzelf aan zijn haren omhoog, bond zijn paard aan een kerktoren en zomeer. Nog steeds zegt men wel eens, als iemand erg zit te fantaseren over zijn avonturen en heldendaden: „Hij is: een echte von Münch- hausen!" Zo'n echte von Miinchhausen leefde jaren geleden ook in Tirol. Hij was een jager en hij beweerde, dat hij nog nooit een schot gemist had. Als je hem wilde geloven, had hij altijd al getroffen, voor hij nog gescho ten had. Het spreekt vanzelf, dat bijna nie mand zijn verhalen geloofde, maar-hij ver maakte de mensen er wel erg mee. Hij heette Seppl, en omdat hij zo goed kon schieten werd hij Trefsepp genoemd. Zo vertelde hij, dat hij een keer een wan deling door de bossen maakte en dat er tóen opeens een fazant voor hem weg vloog en in een boom ging zitten. Hij legde zijn buks aan, maar plotseling hoorde hij de vo- .gel zeggen: „Ben jij niet Trefsepp?" „Ja, die ben ik, antwoordde de jager. „Ach, ach, dan heb ik geen kans meer! Je hoeft niet meer te schieten. Trefsepp, ik kom liever meteen beneden en ben dood!" En daarop liet de vogel zich van de boom vallen en lag dood op de grond. Dit verhaal is bijna nog ongelooflijker dan de verhalen van von Miinchhausen. De hazen en de snuiftabak. Een andere jager vertelde, dat hazen erg van snuiftabak hielden. Niemand had daar ooit eerder van gehoord, maar hij beweer de, dat het werkelijk waar was! Hij had er op een listige manier gebruik van gemaakt. Op een bosweg, waar vrij veel dikke stenen langs de kant lagen, had hij een heel sterk soort snuiftabak gestrooid en altijd vlak bij een steen. Die nacht kwamen de hazen op het pad en zodra ze de snuiftabak bemerkten, be gonnen ze heftig te snuiven. Het gevolg was, dat ze allemaal begonnen te niezen en onder het niezen hun koppen tegen de ste nen stuk sloegen. De jager had niets anders te doen dan de dode hazen op te pakken en naar huis te brengen. Vastgevroren hazen. In Noord-Amerika houdt men er een an dere manier van hazenvangen op na, ten minste volgens de verhalen van de opschep pers. Ieder weet, dat het daar in de winter heel erg koud is en dat het vriest, dat het kraakt, zoals bij ons alleen in een heel strenge winter. Hoe moesten de mensen nu in die wintermaanden hazen vangen? Wel heel eenvoudig.... zeggen de von Miinch- hausens. Ze zetten een lantaarn ergens mid den op het land en lieten daar een lichtje in branden, 's Nachts werden de hazen door het licht gelokt en gingen er in een kring omheen zitten. Stomverbaasd keken de die ren dan naar dat lichtje en door het lange staren, kregen ze tranen in hun ogen, die op de grond vielen en daar meteen bevroren. De vlogende tranen vielen weer op dat ijs en langzamerhand vroor de haas vast aan de grond. Na een tijdje kwamen de jagers en braken de hazen gewoon los! Met pompoenen op eendenvangst. Weer ergens anders had men een goed middel bedacht om eenden te vangen. Op een plek waar geregeld eenden kwamen, legden de jagers grote pompoenen m t wa ter. Langzamerhand raakten de dieren aan die vreemde ronde dingên gewend en dan holden de jagers de pompoenen uit, gingen in het water staan en staken hun hoofden in de uitgeholde vrucht. Als de eenden kwa men, zwommen ze rustig om de pompoenen heen en de jager trok dan gemakkelijk de een na de ander in de diepte en maakte hem dgar dood. zonder dat een van de an dere dieren het merkte. Op die manier konden ze wel honderd eenden op een avond vangen. Maar vergeet bij het lezen van al deze verhalen vooral niet, dat het allemaal door grote opscheppers werd ver teld! De muziekvrienden onder jullie zullen allemaal wel eens van Joseph Haydn ge hoord hebben. Haydn was een grote Oos tenrijkse componist, die veel beroemde muziekstukken geschreven heeft. Hij leef de van 1732—1809. Net zoals wij trots zijn cp onzen Rembrandt en de molen, waar deze grote schilder gewoond heeft nog steeds aan de vreemdelingen tonen, zijn ook de Duitsers trots op Joseph Haydn en daarom is zijn huis in Eisenstadt in Honga rije, waar hij van 1766 tot 1778 woonde, weer helemaal opgeknapt en het museum, dat zich al in het huis bevond, weer aange vuld. Het was dit jaar op de 31ste Mei 130 jaar geleden, dat de grote componist stierf en deze herdenking was de aanleiding om alles in het kleine museum weer in orde te maken. Verschillende heel goede schilde rijen van den kunstenaar hangen er en van een paar van zijn muziekstukken kan men hier de eerste druk bewonderen. Postzegels en munten met de beeltenis van den com ponist erop zijn tentoongesteld en ook zijn dodenmasker bevindt zich in het museum. Voor muziekvrienden is er veel interes sants in dit kleine museum te vinden. We kennen allemaal die tijd, na de kof fie, als het in de zomer zo heel v^m is en iedereen het liefst even wil uitrusten. Dan ligt het werk stil en zoekt iedereen de schaduw op. Dan worden hark en emme-s vergeten en rusten we even uit om straks, als het weer een beetje koeler is, weer des te beter te kunnen werken. Het lijkt wel of de hele natuur mee rust, de vogels zin gen niet en nergens wordt een geluid ge hoord, behalve het tokken van een kip, die eten zoekt. Dit uurtje van de dag wordt op dit plaat je voorgesteld en het is, als we er naar kij ken, net of we de warmte en de rust voe len! Men heeft uitgerekend, dat in het jaar 1937 7549 kilo gedroogde watervlooien zijn uitgevoerd, die samen ongeveer drie mil- lioen dinaren gekost hebben. Ze zijn alle maal naar vishandelaren in Engeland, Frankrijk en België gestuurd. Zeg eens even, waarom huil jij? Je bent toch niet bang? Bruno zal je heus niets doen, hoor, Hij kent ons allang! Hij wil juist wat met je spelen, Buiten op het gras. Weet je nog van kort geleden, Hoe erg leuk dat was? Kom nu, Broertje, hier een zoentje! Is het nu weer goed? En nu moet je niet meer bang zijn, Want heus: Bruun is zoet! DOOR Toen Tarzan daar plotseling tussen de op standige menigte en haar achtervolgers ver scheen, steeg er een luide kreet op, van moed en vertrouwen. Tarzan greep de toorts uit de handen van een der burgers. „Haal je toort sen riep hij. „Toortsen en speren moeten naar voren komen Daarna keerde hij zich naar de wilde dieren en ue mannen met toort sen en speren kwamen aanrennen. Alles wat zij nodig hadden, was een leider. De hongerige leeuwen liepen achteruit, toen de brandende flambouwen voor hun ogen flikkerden, want zij waren evenals alle wilde dieren, bang voor vuur. De bewakers schreeuwden opgewonden en aanmoedigend en uitten allerlei verwenst- gen. doch alles was nutteloos. Toen een van de leeuwen wiens manen in vlam geraakt waren zich plotseling omkeerde, deelde hij het vuur aan zijn buurman mede. Beide dieren wlren dol van angst zij rukten zich los en renden naar de koninklijke stallen. Onderweg rlakten ze verward in de teugels van de andere leeu wen en rukten deze ook los uit de handen der bewakers. In een oogwenk werd het plein het toneel van een ontzettende erwarring en nie mand kon voorspellen wat het einde van dit tumult zou zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 8