Wij lazen voor II DRIE MANNEN De bijdragen voor de omroepverenigingen Radioprogramma Vallend tuimelraam werd inbrekers noodlottig en dun noodlot DOOR EDQAR RICE BURROUGHS Ook Italië beeft nog eischen! Morgan S» Roscue 74. B(j het open raam bleef Tarzan even luis teren. Hevig gesnurk vertelde hem, dat de man daar binnen sliep en de lucht deelde hem mede, dat de slaper dronken was. De aapman zwaaide een been over de vensterbank en stapte naar binnen. Weer hield hij stil, tot zijn ogen aan de duisternis gewend waren. Hij was in staat om in het donker tamelijk goed te kunnen onderscheiden. Misschien was dit vermogen bfl hem ontwikkeld, omdat het voor een bewoner van de jungle noodzakelijk is. Onder de beschuttende duisternis trekken de wilde dieren er op uit, om hun prooi in de wildernis te bemachtigen, en hij, die 's nachts kan zien, heeft meer kans om aan voedsel te komen en in leven te blijven. Nu doorkruiste Tarzan de kamer en zijn vingers raakten de deurknop aan. De deur piepte een beetje, toen tij haar opendeed, doch hij behoefde niet bang te zijn, dat de dronken nian door het geluid e.van wakker zou worden. Hij opende de deur verder en liep de zwak verlichte gang op. Op nieuw hield Tarzan stil, met de instinctieve voorzichtigheid van een dier. Hij hoorde stem men, die tamelijk luid waren door de boosheid, die er in klonk, de stemmen van Menofra en Phoros. Spoedig waren deze geluiden ver mengd met schuifelende geluiden! Plotseling klonk er een luide gil, gevolgd door een plof van een vallend lichaam. Daarna stilte! EEN FORDJE IS BETER! DE BESTE KEUS. De Nieuwe Rotterd. Crt. (lib.) over den nieuwen Kabinetsformateur: energieke wijze was opgebouwd en dat als een minimum-program beschouwd wordt. Dit zakelijke standpunt zullen de partij, met haar fractie in het parlement, en de ministers, die uit haar midden zijn voort gekomen, ook tegenover den nieuwen for mateur moeten handhaven. gers hadden dit geconstateerd, maar de verdachte ontkende ook gister morgen, dat hij medeplichtig zou zijn geweest. De uitdrukking „radio-belasting" kan verwarring wekken. Men meldt ons van -bevoogde zijde ,dat de berichten aangaande de plannen van den minister van Binnenlandsche Zaken tot heti nvoeren van een „radio-belasting" in zooverre juist zij, dat in aansluiting op hetgeen de minister bij de monde linge behandeling van de bcgrooting van het staatsbedrijf der P. T. T. in de Eerste Kamer der Statcn-Generaal op 4 Februari 1938 mededeelde inderdaad de vraag overwogen is of er een weg te vin den zou zijn om, met handhaving van de zelfstandigheid van de Nederlandsche om- roepvereenigingen en van de vrijheid van den luisteraar om zich aan te sluiten bij den omroep zijner keuze, de noodige in komsten te verzekeren door de omroepbe- langen in den breedsten zin volledig door de Nederlandsche luisteraars te doen bekos tigen. Ook is juist dat de contact-commissie voor de werelduitzendingcn dezer dagen haar met algemcene stemmen aanvaard rapport aan den minister van binnenland sche zaken zal uitbrengen, van welk rap port het bovengenoemde punt een onderdeel uitmaakt. Het is echter nog voorbarig aangaande den inhoud van dit rapport publicaties te doen, daar in verband met en ten uitvoe ring van de in dit rapport belichaamde voorstellen nog verschillende besprekingen gevoerd moeten worden. 4)e juistheid van de te dezer zake geda ne publicaties moet derhalve geheel voor rekening van de betreffende berichtgevers gelaten worden. Thans zij echter reeds gewezen op het feit, dat de uitdrukking „radio-belasting" tot het invoeren waarvan plannen zouden bestaan, op zijn minst genomen verwarring kan wekken. Bij een dergelijke regeling zou het slechts gaan om de invoering van het beginsel, dat elke luisteraar verplicht is om financieel bij te dragen aan de instand houding en den verderen uitbouw van den Nederlandschen radio-omroep. Met de ovlossing van de kwestie Danzig zou de oorloqsbedrei- gina niet zijn afgewend. De Italiaansche Resto del Carlino publi ceert een artikel, waarin het blad uiteen zet, dat een eventueele regeling van de kwestie-Danzig overeenkomstig de verlan gens van Duitschland niet voldoende zou zijn om de oorlogsdreiging die over Europa hangt, af te wenden. Om tot een werkelijke kalmeering te geraken, aldus het blad, zou men ook nog aan Italië Tunis, Suez en Dji- bocti moeten geven, aan Duitschland kolo niën, en tenslotte zou het noodig zijn, dat de „geldheerschappijen" financieel mede werken aan den overgang van den Duit- schen en Italiaanschen handel van de te genwoordige structuur naar de vredesstruc- tuur. WOENSDAG 12 JULI 1939. Hilversum I. 1875 en 414.4 m. VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. en 7.30 —8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.16 Berichten). 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor de arbeiders in de continu-bedrijven 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.17 Het VARA-orkest. 1.00 Gramofoonmuziek. I.15—1.45 Het VARA-orkest. 2.00 Voor de vrouw. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Esmeralda, 5.50 Het VARA-orkest (ca. 6.28 Berichten). 6.40 Causerie over handschriftkunde. 7.00 VARA-kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Vocaal concert. 7.30 Muziek. 7.35 Cursus „Jeugd 1939". 7.508.00 Muziek. 8.05 Herhaling SOS-berichten. 8.07 Berichten ANP en VARA-Varia. 8.15 De VARA-Zomerprijsvraag. 8.17 „Die verkaufte Braut", opera (le en 2a bedrijf). 9.40 Reportage. 10.00 Berichten ANP. 10.10 Causerie „De staatsrechtelijke beteeke- nis van de Fransche revolutie". 10.30 Bravour en charme. II.00 Gramofoonmuziek. 11.30—12.00 Orgelspel. Hilversum n, 301.5 m. NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.309.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Pianovoordracht en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Stichts Salon-orkest en gramofoonmuz. 3.30 Trio Beute-Zepparoni-Hemerik en gra mofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.10 Causerie: „Filmt U nog niet?" 6.25 Gramofoonmuziek, Berichten. 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Land- en tuinbouwcauserie. 7.357.55 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-ber. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Jaarvergadering van het Nederlandsche Zendelingsgenootschap. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Gramofoonmu k. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Klarinet, altviool en piano. 11.30 Gramofoonmuziek. ca. 11.50—12.00 Schriftlezing. De keuze van den heer Kooien was ver moedelijk de beste, die in het r.k. kamp kon worden gedaan: au dessus de la mê lee, boven het politieke slaggewoeol. Zij was na de mislukking van de poging van den heer Colijn ook een juiste constitutio neels keuze. Maar zijn taak zal met dat al een Hercules-taak zijn. VOET BIJ STUK. Uit De Tijd (r.k.): Eén ding echter kan o.i. reeds nu wor den gezegd. Voor de katholieke partij spe len persoonlijke elementen in deze crisis vrijwel geen rol, maar zij heeft zich vast verankerd aan een primairen eisch van sociale politiek, een zakeliik program van werkloosheidsbestrijding, zooals dat door minister Romme op even bekwame als Evenals voor de rechtbank beweerde hij met zijn broer in de stad te zijn geweest. Op den terugweg naar huis zou zijn broer hebben willen inbreken en hij had hem daar niet van kunnen weerhouden. Ook ten aanzien van de twee andere in braken ontkende de jongeman medeplich tig te zijn geweest. Echter waren er getui gen, die verklaarden, dat zij hem in één geval voor het bewuste pand hadden gezien Dit zou dan geweest zijn op het moment, dat zijn broer z'n slag sloeg, want den vol genden morgen werd de diefstal ontdekt. De procureur-generaal vroeg bevestiging van het vonnis der rechtbank. De verdediger achtte het wettig en over tuigend bewijs niet geleverd en vroeg vrij spraak, subsidiair bepleitte hij clementie. In het Kerkbeurtenblad der Amsterdam- gche Ned. Herv. Gemeente troffen wij het volgende ingezonden stuk aan: „Terwijl ik heden over het Museumplein ging, kwam ik een diacones op een motor fiets tegen, dit is niet de eerste keer dat ik een diacones op een motorfiets tegen kom. Ik kan me hiermede maar niet vereeni gen. Het stuit tegen mijn christelijke ge voelens, ik vind het heel erg. Vindt U ook niet, een vrouw, eene christinne, die zieken en gewonden ver pleegt op zoo'n geweldenaar, die zooveel ongelukken in de maatschappij teweeg brengt. Is het nog wel een vrouw in de goede beteekenis en dan eene christinne? Haalt het niet het aanzien van het Chris tendom op straat omlaag? Vloekt het niet met den Geest van de Schrift? Ik kan me niet voorstellen, dat een der gelijke gang uit noodzaak zou geschieden; men stelle dan meer zusters aan om de zie ken op een dag te bereiken of late het aan instellingen over, die over meer werkkrach ten beschikken, beter dan een dergelijken gang langs de straten. Ik meende verder een blauwe rok onder het overkleed te zien, waarschijnlijk geen diacones van de Hervormde gemeente, maar een van de Luthersche- of Doopsgezinde- of Remonstrantsche gemeente. Ik wilde U het maar eens schrijven, omdat het mij zoo tegenstaat en verder hoop ik dergelijke vrouwen maar niet te ontmoeten." De redactie van het Kerkbeurtenblad schrijft hieronder: Een fordje zou die Zuster beter dienen, maar de kosten! Overigens hebben wij geen bezwaar. Ontkenning baat niet. De rechtbank te Amsterdam veroordeelde onlangs een 21-jarigen jongeman tot twee jaar gevangenisstraf met aftrek van voor arrest, omdat hij in de maand November van het vorige jaar tezamen met zijn jon geren broer een drietal inbraken zou heb ben, gepleegd. Zijn broer legde destijds een volledige bekentenis af, maar deze jonge man ontkende, dat hij medeplichtig zou zijn geweest aan de inbraken, die alle in het westelijke gedeelte van de hoofdstad waren gepleegd. Twee daarvan gelukten, maar de derde werd den twee jongens noodlottig. Want toen de jongste zich op een nacht via een tuimelraam toegang wilde verschaffen tot een banketbakkerszaak aan den Admiraal de Ruyterweg, viel het glas in dit raam op den grond. Op het geraas waren ecnige voorbijgangers naar den winkel geloopen en toen de inbreker dit bemerkte, trapte hij ook de groote ruit in de winkeldeur in om via het hierdoor ontstane gat zoo snel mo gelijk weer op straat te komen en er van door te gaan. Zijn broer had op den uitkijk ge staan en zou den inbreker hebben geholpen om via het tuimelraam naar binnen te komen. Voorbijgan- DE BLOKKADE IN TIENTSIN. Een Japansch soldaat verricht controle diensten op de groentenmarkt. FEUILLETON. 3. Dus ging hij de kamer weer in en verge zelde de anderen op hun onderzoekingstocht door de benedenverdieping. Daarna werd Ba- tes met een revolver gewapend en nadat hij zijn nachtwake begonnen was, wisselden de drie heeren nog enkele opmerkingen over het voorgevallene en zochten hun kamer weer op. Doch O'Malley kon nu eerst recht geen oog dicht doen, in de eerste plaats door de op winding, maar bovenal omdat er iets was waarover h(j zich het hoofd brak. Hij had niets gezien of gehoord van Schenk, vanaf het oogenblik, dat hij zijn slaapkamer verliet tot aan dat waarop hij de bibliotheek was binnen gedrongen. Dat beteekende dat de beursman in de bibliotheek geveest moest zijn even voor h(j, O'Malley, beneden kwam of misschien al langer. Hij was er al toen O'Malley het ge fluister vernam, de lichtstraal zag en den slag en den val hoorde. Hoe lang zou hij daar al geweest zijn en wat had hij daar uitgevoerd? En waarom was zijn wel zeer laat begonnen activiteit ter be hartiging van Chesters belangen een aanval op O'Malley geweest? Het was onmogelijk om deze vragen te be antwoorden, meende de jonge Ier, zonder meer kennis van zaken, dan hij op het oogenblik bezat. Maar hij was blij dat hjj niets had los gelaten over het gezicht in den tuin. Er stak heel wat meer achter deze inbraak dan zoo oogenschijnlijk leek d&t stond als een paal boven water! HOOFDSTUK II. Raadselachtige ontmoetingen, O'Malley en zijn vriend Bob Freeman had den juist hun diner geëindigd in een van de kleinere hotels aan Fifth Avenue en zaten aan hun koffie. Het was nu Dinsdag, Zondagnacht had de inbraak in de villa van mr. Chester op Long- Island plaats gehad, 's Maandagsochtends had de plaatselijke politie diens geheele huishou ding ondervraagd en ook O'Malley had hun precies verteld wat hij gezien en gehoord had, zonder den nadruk te leggen op eenig détail Verder had hij er niets van vernomen en ver wachtte dit ook niet, voor zoover het de po litie betrof, omdat er niets gestolen was. O'Malley had behoefte gevoeld om zijn vriend Bob in vertrouwen te nemen en zoo zaten ze nu nog over het geval te praten. Op Schenk's aandeel in de zaak had hjj geen speciaal licht laten vallen en ook zjjn metgezel scheen geen bijzondere aandacht eraan te schenken. De Ier leunde op zjjn gemak achterover in zijn stoel, zjjn goedgevormd donker hoofd opzjj, een glimlach om zjjn grooten mond, want zjjn vriend Freeman was direct van het gesprek over het nachteljjke avontuur weer op zjjn oud stokpaardje overgestapt: nameljjk om te beproeven zjjn vriend te bekeeren van wat hjj diens idiote manier van doen noemde. Hij zelf, de oudste van de twee, had het al tot een belangrjjke positie bij een groote maatschappij gebracht en hjj zou O'Malley zoo graag den zelfden weg naar het succes zien bewandelen. Dat deze telkens weer de eene bezigheid voor de an dere liet schieten, was een nuchter man als hem een doorn in het oog en hjj meende hem er nog eens te moeten over onderhouden. Zoo is het toch maar, besloot hjj, toen hjj den lach in O'Malley's oogen bespeurde. Er zit geen ernst in je. Je bent intelligent ge noeg, Terry. Je hebt een goed voorkomen en je kunt altijd een baantje krijgen. Maar zoo gauw als je het hebt, is er weer het een of ander, dat je niet aanstaat; er komt een scène en je ligt er uit. Je jaagt luchtkastee- len na, je wilt romantische ideeën verwezen lijken. Je lijkt wel een Don Quichotte, maar we leven nu in de twintigste eeuw en niet in de middeleeuwen. Dat is het verschil! Nu, Don Quisotte had een fijn leventje, lachte O'Malley. Nonsens! viel Freeman uit. Weet je wat goed voor je zou zijn? Dat je geen cent meer van je zelf bezat, Ik wed, dat er dan nog wat van je terecht zou komen. Deze on afhankelijkheid deugt niet voor jou, Terry! Och kom, spotte O'Malley, die zich, als steeds bij deze conversatie, weer kostelijk amuseerde je schijnt me wel voor een groote verkwister en nietsnut aan te zien! Freeman bemerkte, dat al zijn vermaningen boter aan de galg gesmeerd waren en na een laatste, opnieuw tot mislukking gedoemde poging, iheld hij er mee op. O'Malley liet de rust van het stille restau rant met welbehagen op zich inwerken. Het was een goede, dure gelegenheid, maar men werd er niet gedurende het diner door de eeuwige jazzbands gestoord en daardoor was het meestal matig bezocht. Ook nu waren er slechts drie van de keurige tafels bezet. Be halve de hunne was er een waaraan een echtpaar met twee kinderen zat en aan de andere hadden een jonge man en een jong meisje plaats genomen. En O'Malley zat zóó, dat hjj recht op deze tafel keek en daar de afstand van de hunnen niet groot was, kon hij, in de vrijwel leege eetzaal, bijna-alles hooren, wat er gesproken werd, als hij er onwillekeurig naar luisterde. Het jonge meisje, dat zich naar haar vis- è-vis gebogen had, zei ernstig: Maar Julian, dit was toch een mooie ge legenheid. Je ljjkt wel gek dit op te geven voor niets of voor een hersenschim. Ik wist niet wat ik hoorde, toen ik je opbelde van middag en vernam dat je daar vandaan was. Hoe kom je er in 's hemelsnaam toe? Een oogenblik rustte O'Malley's blik afwe zig op het slanke figuurtje. Ze droeg een elegant bruin mantelpakje; haar gezicht was half afgewend en liet alleen den fijnen neus en de ovale lijn van het profiel zien. Door een aardig stroohoedje, dat apn een kant diep over de oogen viel en aan de andere zijde een aardige rosetgarneering had, zag hij niets van haar oogen, totdat zij haar hoofd iets opzij hield en hij een buitengewoon aan trekkelijk, fijnbesneden gezichtje ontwaarde. Van haar keek hij naar haar metgezel, die van middelmatige lengte en een donker uiter lijk was. Hij had regelmatige trekken en moest er onder normale omstandigheden on getwijfeld heel goed uitzien. Doch momenteel werd zijn gezicht ontsierd door een norsch- ongeduldig, haast onhebbelijke uitdrukking. De belangstelling van zijn vriend voor het tweetal ontging Freeman niet en terwijl hij en O'Malley een blik wisselden, haalde hij de schouders op. Het meisje sprak wat zach ter en O'Malley kon haar woorden niet meer verstaan. Doch deze werden onderbroken door een uitbarsting van haar metgezel, die woedend uitriep: Luister Claudia! Ik weet wat ik doe en ik heb geen raad van jou noodig! Dus hou je mond alsjeblieft. O'Malley kon zijn ooren nauwelijks geloo- ven. De jongeman maakte een welopgevoeden indruk en nu een derg°jjjke uitval! En niet alleen verwonderd was d-> jonge Ier, maar ook fel-verontwaardigd. Hij schoof onrustig op zijn stoel, mompelde iets en zou opge sprongen zijn, als Freeman. die hem in het oog had gehouden, hem niet bij den arm ge grepen had en gefluisterd: Kijk een anderen kant uit, idioot. Wou je soms een scène maken hier? Ook de jongeman aan de aangrenzende tafel had O'Malley's bewegingen opgemerkt en werd afwisselend bleek en rood, terwijl hij met een onbeschaamde uitdagende gijjns de afkeurende blikken van den Ier beantwoordde. Bob Freeman kon haast niet rustig in zijn stoel blijven zitten. Terry, snauwde hij, haal toch in vredes naam geen krankzinnige streken uit! Langzaam liet de opgewonden jongeman zich weer in zijn stoel zakken en keek naar Bob. Zoo'n hond, gromde hij. Freeman haalde verlicht adem; het gevaar was nu afgewend, maar hij kon niet nalaten te vragen: Had je je daar nu 'ïeusch mee willen be moeien Wel, waarom niet, was het wederwoord. Die aap was er onbehoorlijk genoeg voor, vind ik. Maar je kent hem niet eens! Welk ver standig mensch bemoeit zich met andermans zaken? O'Malley boog zich naar hem over en ant woordde ernstig: Wat doet dat er toe, of ik ze niet ken? Hij was schandelijk onbeschoft tegen dat meisje. Iemand moet zoo'n vent manieren leeren, dat hij het niet meer in zijn hersens haalt op zoo'n manier tegen een vrouw op te treden. Een seconde staarde Freeman hem aan; toen begon hij onbedaarlijk te lachen. Het jonge meisje aan de andere tafel keek hem met een koelen, halfverwijtenden blik aan eu een oogenblik later zag O'Malley haar vol in het gezicht. Het was of zijn voor indrukken zoo vat baar hart een oogenblik -til stond; ze was wel héél mooi lieflijk zou misschien een beter woord zijn. Je zult wel gelijk hebben, Terry hernam Freeman na een moment. Maar iedere vrouw is niet hetzelfde en bovendien, je zou dagwerk hebben! (Wordt vervolgd.) Naar het Amerikaansch van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7