De „Zeearend" wint
de Noordzeerace0^
Abessynië
Nederlanders starten goed
in den Tour de Trance
Om drie uur
vannacht
Nieuwediep
binnen-
geloopen
krijgt „echte' steden
Nog steeds***
Kabinetscrisis
„Boekanier" om 5 uur
als tweede gevolgd
Wat de heer
Bruynzeel
vertelde
Moedige uitlooppogingen
van Hellemons
Muilen
Tot laat in den avond, zelfs tot in
het begin van den nacht, heeft een
aantal Nieuwediepers aan den „bui
tenkant" de wacht gehouden. On
danks den vrij guren Noordwesten
wind, die naarmate het later werd,
aardig begon door te zetten, ondanks
het feit, dat het daar aan de haven
verre van gezellig was.
Maar men wilde klaarblijkelijk niet naar
huis gaan, alvorens tenminste iets te weten
gekomen te zijn over het lot der drie of vier
zeejachten, die Maandagmorgen 10 uur van
uit Ostende waren vertrokken, linea recta
kruisende op Nieuwediep. Afgezien van het
feit, dat het van een race van 11 zeilsche
pen een vrij pover resultaat was, wilde men
toch niet verzuimen de binnenkomst van de
„laatste der Mohikanen" te aanschouwen
Beroepszeilers aan wal vertelden dat het niet
aan te nemen was, dat de schepen eerder
dan den morgen zouden aankomen. Er stond
een zeer behoorlijk stuk wind en ongetwij
feld zou alle zeemanschap van de diverse
bemanningen vereischt zijn om het tot een
goed einde te brengen. Van een aankomst
in den voornacht kon geen sprake zijn.
In en om het havenkantoor hebben wij ge
wacht, De Noordwester kreunde om het ge
bouw, het water klotste met driftig breken
de golfjes onder de steigers en slechts een
enkele maal puurde de maan tusschen de
„lucht-van-oude-dweilen" door.
Buitengaats, voor de haven, met den
kop in den stroom, lag H. M. torpe
doboot G 13, onder commando van
luitenant ter zee E. H. Vorster. Drie
helder-witte lichten, horizontaal
naast elkaar, wezen op het feit, dat
het schip dienst deed als finish.
Aan boord werd permanent scherp
uitgekeken naar naderende zeilen
aan den kim.
Het werd één uur het werd twee uur
en de allerlaatste belangstellende verdween.
Overbleven een paar bejaarde Nieuwedie
pers, de beambte van het havenkantoor en
een enkele marine-man.
Zeil in zicht.
Om even over half drie kwam het
eerste bericht door. De wacht op den
toren te Huisduinen meende een zeil
gesignaleerd te hebben, komende
richting Nieuwediep Even later werd
de tijding reeds bevestigd en nog net
enkele minuten voor drie uur kwam
een schoongelijnd zeiljacht voor de
haven, om door de finish te gaan.
Wij behoefden niet lang in dubio
te staan bij de bekende contouren
van het prachtige zeejacht: het was
de „Zeearend".
Men maakte niet veel omslag. Direct zeil
de men de haven in en binnen een kwartier
maakte de heer Bruynzeel vast. De Zeearend
had haar zoovcelste prijs in de wacht ge
sleept en was thuis.
De heer Bruynzeel vertelt.
Wij hebben ons direct aan boord begeven
van de „Zeearend", die het aan te zien was
dat het onderweg werken geweest was. In
het benedenschip hebben wij wat met de
opvarenden zitten praten. Ze maakten stuk
voor stuk, een frisschen indruk en uit niets
was feitelijk op te maken, dat ze zoo juist
een 17 uur zeilen achter den rug hadden.
Alleen misschien uit de omstandigheid, dat
allen dóór en dóór nat waren en dat men
bezig was droog goed aan en het doorweek
te baaien uit te trekken. De opmerking van
wal, dat meneer Bruynzeel wel iets had van
een „doorweekte haring in een vetvrij pa
piertje" (het oliegoed) was overigens niet
van originaliteit ontbloot
Waar zijn de andere?
Onze eerste vraag gold de overige deelne
mers. Wij vernamen dat behalve de Zee
arend uit Ostende gestart waren de Boe
kanier, de Zwerver en de Corabia II. Men
maakte een vrijwel gelijke start. Spoedig
echter kwam de Corabia II iets achter, ter
wijl de Zeearend geruimen tijd op gelijke
hoogte bleef zeilen met de Boekanier. Eerst
ter hoogte van het Gocreesche Gat, toen de
wind iets minder sterk werd, kreeg de Zee
arend haar kans £n nam den kop. Een po
sitie, die zij niet meer kwijtraakte. De Boe
kanier verdween daarna geleidelijk aan
uit zicht en men wist op dit oogenblik nog
met geen enkele zekerheid te zeggen waar
zij zich kon bevinden. De Zwerver is al
spoedig na de start onder de kust gaan
varen, en waarschijnlijk met het plan te
Vlissingen binnen te loopen.
125 mijl in 17 uur.
Op de vraag of men tevreden was met
het bereikte resultaat OstendeNieuwe
diep vernamen wij dat men dit zeer zeker
was. Men heeft de 125 mijl afgelegd in on
geveer 17 uur, hetgeen praktisch neerkomt
op een knoop of 7% gemiddeld. Men had
slechter kunnen zeilen met den sterk door-
staanden Noordwester, die naarmate men
noordelijker kwam behoorlijk in kracht toe
nam. Doorloopend zijn ook all hands nqo-
dig geweest. Vooral na het passeeren van
Scheveningen was dat het geval.
Overiens viel er, volgens den heer
Bruyzeel over het weer niet te kla
gen. Het was best zeilweer, wat een
goed zeejacht best aankon. Het rus
tige verloop aan boord van de Zee
arend was daar trouwens ook wel
het bewijs van.
Het schip had zich best gehouden. De
eenige averij, die men gemaakt had, was
een klein topzeiltje_,'t apie" dat men er
gens onderweg kwijt geraakt is. Dat heeft
echter niets te beteekenen.
Nee, aldus lachtte de heer Bruyn
zeel, het is werkelijk geen avontuur
geweest. Aan land heeft men blijk
baar wel dien indruk gekregen,
maar met wat zeemanschap en een
goed schip was het waarlijk niet
zoo'n heksenwerk om Nieuwediep te
bereiken. Trouwens, U ziet het, we
•staan gezond en wel voor U en het
eenige waar we wat behoefte aan
hebben is slaap.
We hebben dit als een zachte wenk ge
voeld en klommen aan dek. Waar 't water
afdroop, waar de zeilen, na uren en uren
gespannen gestaan te hebben, thans nat en
druipend neerhangen en waar één der op
varenden bezig is de boel wat te redderen.
Een mooi schip, zooals het thans belicht
wordt door de maan. Een sohip, dat. met
goede zeilers aan boord, nog van zich zal
doen hooren.
De „Boekanier" komt.
En -weer gaat een uur voorbij met
wachten. Het wordt vier uur. Om
half vijf rinkelt opnieuw de telefoon
in het Ha'venkantoor. Opnieuw is
dan een zeil gesignaleerd. Full speed
komt een tweede jacht op de haven
af. Naar alle waarschijnlijkheid is
het de „Boekanier" van W. Ruys Bz.
Een kwartier later wordt het zekerheid.
Met bolle zeilen gaat inderdaad de „Boeka
nier" om even over 5 uur door de finish en
ook zij haast zich de haven in te schieten
en haar ligplaats, vlag bij de „Zeearend" op
te zoeken.
Hetzelfde relaas. Goed zeilweer,
niets bijzonders gebeurd. Geen ave
rij. Een vlotte reis gehad.
Het is vrijwel dag. Aan dek van de
„Zeearend" is het eenzaam. Haar
bemanning slaapt reeds. Het zal niet
lang duren of hetzelfde zal het ge
val zijn met die van de „Boekanier",
Nog op een is thans de wacht. Op de
„Corabia II" van Mr. J. Kars. Volgens de
bemanning van de Boekanier zit deze haar
dicht op de hielen,
Inderdaad komt ook deze ongeveer een
uur lated, precies 10 minuten voor 6 uur,
voor de haven. Wij vernemen van de be
manning, dat de „Zwerver" inderdaad bij
Vlissingen opgegeven heeft. Men had name
lijk een zieke aan boord en men vond het
niet verantwoord deze langer aan boord te
houden.
Gedrieën liggen de Zeearend, de Boeka
nier en de Corabia II thans aan den Hel-
derschen steiger. Allé drie de bemanningen
slapen. Hetgeen, na zooveel uur zeilen, te
begrijpen is.
Indeeling volgens rassenbegin-
sel: de kleurlingen ieder hun
eigen wijk.
ASMARA, DE STAD VAN VER
MAAK EN NIEUWE O.W.'ERS.
(Van een specialen correspondent.)
Addis Abeba, Juli 1939.
Na eerst al zijn aandacht te hebben ge
wijd aan de verbetering van het wegennet
in Abessynië, zet Italië zich thans aan het
vereuropeeschen der steden. Noodig is dit
wel; want in het vroegere Abessynië was
het worod „stad" eigenlijk een veel te weid-
sche uitdrukking voor wat de Europeanen
zonder meer zouden hebben betiteld als een
verzameling hutten, waartusschen zich hier
en daar enkele gebouwen verhieven, welke
althans aanspraak mochten maken op den
naam „huis" en in den regel aan buiten
landers toebehoorden. Hierin zal, onder de
Italiaansche heerschappij, een zeer noodza
kelijke verandering worden gebracht. Men
heeft plannen voor stadsaanleg uitgewerkt,
die aan de Abessijnsche steden een geheel
ander voorkomen zullen verleenen.
Inboorlingenwijk een staal
kaart van rassen en godsdien
sten.
Het grondplan, volgens hetwelk men te
werk zal gaan, is voor alle steden hetzelfde,
zooals uit de teekeningen voor den aanleg
van Addis Abeba, Asmara, Gondar en Gim-
ma blijkt. Zij zijn ingedeeld in wijken, naar
de beroepen, welke er zullen worden uitge
oefend. Zoo vindt men er een officieele wijk
waarin zich de zetel der regeering en die
van het stadsbestuur enz. bevinden, een in
dustrieel wijk, een handelswijk, een sport
wijk, en een inboorlingenwijk. Deze laatste
is van het Europeesche deel de stad ge
scheiden door een met plantsoen beplante
strook van ongeveer 500 meter breedte. Deze
scheiding is een uitvloeisel van de nieuwe
Italiaansche rassenpolitiek. Natuurlijk staat
de inboorlingenwijk in directe verbinding
met de stad, zoodat de bewoners niet den
indruk kunnen krijgen, dat zij geheel van
de samenleving zijn afgesneden. Overigens
is ook deze wijk onderverdeeld in verschil
lende kwartieren, vooral met het oog op de
talrijke rassen en verschillende godsdien
sten, welke men in Abessynië aantreft. Zoo
vindt men er Muzelmannen. Kopten, Ery-
treeërs, Yemenieten, Indiërs en nog andere
rassen en secten.
Verkeersproblemen ln Asmara.
Op verschillende plaatsen moet men re
kening houden met den reeds bestaanden
toestand, hetgeen de uitvoering der nieu
we plannen zeer bemoeilijkt. In de meeste
gevallen, zooals Addis Abeba valt dienten
gevolge het centrum der stad (dat steeds
wordt gevormd door de regeerings- en an
dere officieele gebouwen) buiten de thans
reeds bestaande straten. Een typisch voor-
beled van den onsystematischen stede-
Lambrichts vijfde in den zelf
den tijd van den winanar. Albert
van Schendel, Gommers en
Seijen slechts 16 seconden ach
ter.
De eerste étappe van de Ronde
van Frankrijk moest, na een afwis
selenden en zeer interessanten strijd
waarin enkele Nederlandsche ren
ners een belangrijken rol hebben
gespeeld, in de sprint beslist wor
den: een groep van negen renners
kwam de stampvolle baan van Caen
binnenstuiven, waar zij nog een
volle ronde moesten rijden voordat
zij de étappe als beëindigd konden
beschouwen. En onder deze negen
bevond zich ook een drager van een
witte trui met een rood-blauwen
band, nl. de Limburger Lambrichts,
frisch als een hoen, die een groote
kans op de zege zou hebben gehad,
en zeker op een tweede plaats, in
dien hij niet gehandicapt zou zijn
geweest door een verwrongen stuur.
Nu won de Franschman Fournier
met groot gemak voor Romain Macs
en Marcel Kint in den tijd van 6
uur 21 min. 57 sec. en móest Lam
brichts zich met de zesde plaats te
vreden stellen.
Deze eerste etappe kenmerkte zich inder
daad door talrijke uitlooppogingen, waar
door de koers een zeer aantrekkelijk karak
ter kreeg. Enkele Nederlandsche renners
hebben daarbij een belangrijken rol ge
speeld.
Eerst was het de Franschman Gianello,
die na 73 k.m. bij Le Breuil, reeds een voor
sprong van 1 min. 5 sec. op het peleton had
maar de poging alleen weg te blijven niet
met succes bekroond zag. Want in de om
geving van Evreux was de vluchteling al
ingehaald.
Hellemons ontsnaptl
De groote favorieten bewaakten elkaar
evenwél zoo scherp, dat weinig aandacht
werd geschonken aan Hellemons, die na
118 k.m. dus toen reeds meer dan de helft
van de étappe was afgelegd, 200 meter voor
sprong nam en door soepel rijden blijk gaf
niet' van zins te zijn zich spoedig te laten
inloopen. Het tempo van onzen landgenoot,
die als een waardig kampioen van Neder
land reed, lag juist iets boven dat van het
peleton, zoodat zijn voorsprong steeds groo
ter werd. 10 K.m. verder lag Hellemons
reeds 3 minuten vóór op het peleton, waar
in Albert van Schendel en Gommers voorop
zaten, en natuurlijk zooveel mogelijk het
tempo drukten.
Ongeveer 40 k.m. heeft Hellemons
alleen op kop gezeten en het Fran-
sche publiek uitte zijn verbazing in
alle mogelijke termen over deze
prestatie. In de dorpen en steden,
waar Hellemons en de volgauto's
passeerden, klonk het uit vele mon
den: „Ah, c'est un Hollandais".
Prachtig zat de man uit Bleiswijk
op zijn stuur, soepel gingen de bee-
nen op en neer, 't lichaam schokte
niet, maar alles werd uitgevoerd in
een gelijkmatige beweging.
Doch het moedige rijden van onzen land
genoot kon niet met succes bekroond wor
den. Want hij had geen rekening gehou
den met den vrij straffen wind, welken hij
op de open velden van dit deel van Frank
rijk volkomen tegen had. Te veel vergde
Hellemons van zijn krachten, zijn voor
sprong verminderde zienderoogen en bij Li-
sicux, toen er nog 40 k.m. moesten worden
gereden, had het achtervolgend peleton
hem opgeslorpt.
Weer Iwee Nederlanders weg.
Onmiddellijk maakte ziöh een groep
van vier uit dit lange lint der deel-
nrers los. Het waren de Korver, An-
ton van Schendel, van Ovcrberghe
en Litschi. Onze beide landgenooten
moesten de twee anderen spoedig
laten gaan en ten slotte lieten zij
zich weer door de groote groep in
loopen.
Litschi moest, van Overberghc laten gaan
en de laatste, een renner uit de B-ploeg van
België, deed een serieuze poging alleen
door te gaan. Reeds toen werd het duidelijk
dat de Belgische a- en b-ploeg in scherpe
concurrentie met elkaar lagen, een logisch
gevolg van de nieuwe reglementen van di!
jaar. Zoo was het ook volkomen begrijpelijk
dat de groote mannen van de a-ploeg de
achtervolging inzetten, met het gevolg, dat
van Ovcrberghe het niet kon houden en on
geveer 20 km. voor Caen gaf hij zijn poging
op. Het tempo werd nog verscherpt, het pe
leton viel uit elkaar. Negen renners maak
ten zich los van de overigen. Gezamenlijk
werden de laatste kilometers in snel tempo
afgelegd.
John Lambrichts heeft pech.
Bij St. André de Fontenay, 10 km.
voor Caen, juist toen Lambrichts
een poging wilde doen alleen uit de
groep van negen te komen, raakte
het voorwiel van den Limburger de
achteras van Marcel Kint's fiets. Bij
zijn krampachtige poging zich staan
de te houden, werd zijn stuur ver
wrongen. Toen heeft Lambrichts de
laatste kilometers met een enkele
graden afwijking vertoonend stuur
moeten rijden. Bij de sprint op de
baan was hij daardoor kansloos en
zijn zesde plaats mag, indien wij met
deze feiten rekening houden, buiten
gewoon fraai worden genoemd.
Albert van Schendel, Gommers en Sijen
hadden zich in het peleton gehandhaafd en
met resp. de 21e, 22e en 23e plaats sloegen
-ook zij een uitstekend figuur. Slechts 16 se
conden achterstand hadden zij op den win
naar. Dominicus en de Korver waren iets
achtergeraakt, maar ook hun klasseering
was zeer verdienstelijk. Anton van Schen
del had op het laatste gedeelte van deze
etappe met kuitkramp te kampen, waar
door hij zich niet geheel meer kon geven,
dit als verklaring voor zijn achterstand van
ongeveer elf minuten op den winnaar. Etr
Hellemons werd nog laatste van de Neder
landers, hetgeen hij voor zijn kranig rijden
niet verdiend had. Hij moest n.1. 15 km.
Voor de finish afstappen in verband met een
onwillige ketting, welke hij opnieuw moest
spannen.
De uitslagen luiden: 1. Fournier (Frank
rijk) 6 uur 21 min. 57 sec.; 2. Romain
Maes (Relgië) 3 Marcel Kint (België); 4
De Lathouwer (België); 5. Tassin Frank
rijk); 6. Lambrichts (Nederland): 7. Gala-
tcau (Frankrijk): 8. Storme (België); 9.
Passat (Frankrijk) allen zelfden tijd.
Het landenklassement luidt; 1. Fransche
Noordoostploeg 19 uur 5 min. 23 sec.; 2.
België A-ploeg 19 uur 5 min .51 sec.; 3, L
5 en 6. Nederland, met de renners Lam*
brichts, A. van Schendel, Sijen, België
B-ploeg Fransche Westploog en Fransche
Zurdwcstploeg rn 19 uur 6 min. 23 sec.
Des avonds in het hotel waren de acht
Nederlanders vol goeden moed op het ver
dere verloop van den rit. Vandaag wordt
gereden van Caen naar YiVrr tCg0n het
horloge en van Virc naar Rerrnes in lijn.
Litvallers welen er nog niet te noteeren.
bouw, zooals die tot dusverre rn Abessynië
werd toegepast, vormt Asmara, voor welk®
plaats na de beëindiging der vijandelijkhe
den een tijdperk van hoogconjunctuur aan
brak. Tal van blanken zetten zich hoer na
den oorlog neder, aangetrokken door de
groote winstmogelijkheden, vooral in het
expeditiebedrijf. Aan den zoom van de stad
openbaarde zich deze nieuwe welvaart door
het bouwen van talrijke loodsen, winkel, ga-
rages, geïmproviseerde werkplaatsen, enz. op
stukken grond, die men voor een appel en
een ei kocht. In het centrum daarentegen
verrezen dancings, café s, bioscopen en an
dere inrichtingen voor vermaak. De groote
ontwikkeling der stad buiten de voorma
lige poorten heeft zeer moeilijk te ontwar
ren verkeersproblemen in het leven geroe
pen Het zal lang niet gemakkelijk vallen
om dezen chaos onder te brengen in de
nieuwe, systematische indeeling der stad.
Geen wolkenkrabbers ln A.bes.
synië.
Het ligt niet in het voornemen van de
nieuwe machthebbers om Abessynië met
nieuwe steden te begiftigena Enkele groo-
tere plaatsen, zooals de thans bestaande,
zijn natuurlijk noodig in een koloniaal rijk,
als centra voor de economische ontwikke
ling des lands; doch het is voorloopig niet
noodzakelijk, daarnaast nieuwe steden te
bouwen. Ook is het niet de bedoeling, om
het stadsbeeld te doen beheerschen door
wolkenkrabbers, zelfs niet, als ze van be
scheiden formaat zijn. Voorschrift is, dat
geen enkel huis hooger mag zijn dan drie
verdiepingen; en in de woonwijken zal er
zooveel mogelijk naar worden gestreefd,
om het karakter van een tuin- en villastad
te bewaren. Men zal in Abessynië ook geen
goudgraverskampen in één nacht uit den
grond zien rijzen, naar Amerikaansch voor-
beled, om de wel zeer geldige reden, dj*
van dit edele metaal tot dusverre nog geen
spoor is gevonden.
Wanneer wij hier spreken van een systema
tische indeeling der steden moet de lezer
zich niet voorstellen,, dat het de bedoeling
is, een soort „eenheidssteden" in het leven
te roepen. De standaarddiseering, om het
zoo te noemen, heeft alleen betrekking op
de plannen voor den aanleg der straten;
wat de huizen zelf betreft, blijft er ruimte
genoeg voor fantasie.
Noord-Italië overgeplant in Afrika,
Mogadiscio en Assab, de haven aan de
Roode Zee, waarvoor kosten noch moeite
worden gespaard, of het uit een oudheid
kundig oogpunt belangwekkende Gondar,
dat men beschouwt als het toekomstige cen
trum voor het vreemdelingenverkeer, zoo
wel als de oude hoofdstad Addis Abeba
zullen alle haar eigen cachet behouden. Wat
nu de nieuw gebouwde huizen betreft is het
eigenaardig, op te merken, dat deze geen
bepaald tropisch karakter vertoonen. Zij
herinneren het sterkste aan de huizen in
Noord-Italië. De voornaamste steden in
Abessynië liggen op een hoogte van 1200
tot 2800 meter, met groene weiden, bos-
schen, beekjes, en riviertjes. In deze omge-
vig maken de nieuwe huizen op den
vreemdeling den indruk, alsof hij zich in
Aosta of Pistoya bevindt, in plaats van in
Afrikaa Deze bouw is aesthetisch zoowet als
technisch verantwoord: de zware regens,
die in den regentijd vallen, maken het bou
wen van platte daken zeer ongewenscha,
daar het water dan niet spoedig genoeg kan
wegvloeien.
Dr. Deckers ten tweeden male
bij mr. dr. Kooien.
Mr. dr. D. A. P. N. Kooien, de Ka
binetsformateur, heeft reeds twee
maal geconfereerd met mr. dr. L.
N. Deckers, den voorzitter der R.K.
Kamerfractie.
In parlementaire kringen acht men het
niet uitgesloten, dat dr. Kooien op dezelfde
klip zal stranden als dr. Colijn, nl. de moei
lijkheid om bij de grootste Kamerfracties
steun te vinden voor zijn conservatieve op
vattingen ten aanzien van de werkloosheids-
politiek. Mocht de nieuwe kabinetsforma
teur zich eveneens genoopt zien, zijn pogin
gen op te geven, dan schijnt het voor den
heer Colijn weer te dagen Alsnog zou
ons Staatshoofd den ex-minister-president
nl. kunnen verzoeken, zich met de vorming
van een kabinet te belasten. Doch zeker
heid hieromtrent is uit den aard der zaak
nog niet te krijgen.
Het Hdbld., verneemt, dat ook Mr. Oud,
burgemeester van Rotterdam en oud-minis
ter van Financiën voor de moeilijke opdracht
in aanmerking zou komen. Alles blijft tot nu
toe bij veronderstellingen. Het is echter,
met het oog op den internationalen toestand,
wel te hopen, dat het schip van staat niet
lang meer op zijn stuurman zal behoeven te
wachten.
Katholieken confereeren.
Gisterenmiddag hebben verschillende
Roomsch-Katholieke persoonlijkheden, onder
wie mr. dr. Deckers en staatsraad prof. mr.
P. J. M. Aalberse, gezamenlijk overleg ge
pleegd.
OM HET KAMPIOENSCHAP VAN
NEDERLAND.
Amsterdam is gisteren het tournooi
om het kampioenschap van Nederland
begonnen. De uitslagen van de eerste ronde
luiden;
SterkStumpers i—0
Roeleir. van Steenis l—0
Jhr. mr, dr. v. d. Bosch—
t van Scheltinga 0—1'
LandauWrjnans
De Ronde—van Doesburgh O—1
De winnaar legt geen beslag op den
kampioenstitel, doch verkrijgt slechts het
voorrecht, met dr. Euwe een match van 10
partijen te mogen spelen, waarbij de titel
den inzet zal zijn.