't Klinkt als een
Oostersch sprookje
Neem uw kinderen mee naar zee
Maart Gebruik uw verstand
Maar t lijkt op Westersch fascisme
Drvan Hiltenkinderarts, zegt:
Wat men moet doen en nalaten
HOE DE PHILIPPINO'S DE DEMOCRATIE
OPVATTEN.
MANILLA.
Te Manilla en naaste omgeving wonen
twaalf inlanders uit Nederlandsch Indië,
Javanen, Madoereezen, Sumatranen, die er
inrichtingen van hooger onderwijs bezoeken
en dus Engclsch kennen, want het onder
lijs wordt hier gegeven in het Engelsch
0f het Spaansch. Er zijn nog andere Ne-
derlandsch-Indiërs, zoo bij voorbeeld aan
de Nederlandsch-Indische Handelsbank, die
yer een filiaal heeft.
De Nederlandsch-Indische „studenten", die
j]icr landbouw of handelswetenschappen
studeeren, zijn niet hierheen gekomen, om
dat het onderwijs hier zooveel beter is dan
in Nederlandsch-Indië Het tegendeel is het
geval. Deze jongelui zijn of waren min of
meer revolutionnair, tegen de „vreemde
overheersching" in hun eigen land. Ze had-
Ex-opstandelingen, die staatshoofd
worden, hebben steeds, naar de ge
schiedenis bewijst, de neiging zich
als dictator te ontpoppen. Was het
in de zeventiende eeuw anders met
den Engelschman Cromwell? En in
de achttiende eeuw met Robespier-
re? In den aanvang dezer eeuw met
Kemal Pasja in Turkije? En thans
met Hitier, Mussolini, Stalin en
den huidigen sjah van Iran (Per-
zië), die zijn loopbaan als kozak be
gon?
Quemon populair.
President Quezon van de Philippijnen ver
genoegt zich niet, als president Lebrun
van Frankrijk, met een bescheiden rol. Hij
houdt geregeld toespraken, tneedt op in
het openbaar en er gaat bijna geen dag
voorbij zonder dat de bladen foto's van
hem publiceeren: president Quezon inspec
teert troepen, president Quezon op zijn
den gehoord van de Philippino's, in meer
derheid toch een Maleiseh ras, die de
vrijheid hadden en spoedig hun algeheele
onafhankelijkheid zullen verkrijgen. Dat
heeft hen getrokken en met geestdrift zijn
ze naar de Philippijnen gekomen. Ach,
die geestdrift heeft niet lang geduurd.
Verontwaardigd
Vrijwel alle deze jongelui spreken uit
stekend Nederlandsch en zij komen me
dikwijls bezoeken en nu en dan ga ik
naar hen toe. Allen zijn Mohamedanen en
hun verontwaardiging is groot over de
Philippino's, die grootendeels (voor negen
tig procent) Christenen zijn geworden.
Eén hunner spreekt geen Nederlandsch.
Heel jong is hij door zijn vader naar Ara-
bië en Egypte gezonden, waar hij uitste
kend Engelsch heeft leeren spreken. Op
jeugdigen leeftijd is hij reeds een man van
beteekenis, want hij is „hadji", bezocht
twee maal de heiiige stad der Mohamme
danen, Mekka. Hij studeerde eenige jaren
aan de beroemde Mohammedaansche uni
versiteit te Caïro en is in den Islam een
schrifgeleerde. Thans woont hij eenige ja
ren te Manilla. Dezer dagen vroeg hij mg,
hoeveel jaren hij noodig zou hebben, om
goed Nederlandsch te spreken. Ik kon hem
niet anders antwoorden dan; „Tweemaal
zoo lang als ge noodig hebt gehad om
goed Engelsch te leeren." Om dit antwoord
tvas hij eenigszins ontmoedigd.
Bij ons in Indië
Al deze Nederlandsch-Indische jongelui,
Javanen, Sumatranen, Madoereezen en an
deren, trekken steeds vergelijkingen tus-
tchen Nederlandsch-Indië en de Philippij
nen en de Philippijnen komen daar niet
goed af. Telkens kan ik hooren. bij ons
(dat is in Nederlandsch-Indië) is het leven
veel goedkooper, zijn de straten reiner, is
de postdienst beter, de ziekenhuizen zinde-
li.iker, de politie vriendelijker en onom
koopbaar, de autobusdiensten geregelder
en beter georganiseerd. Zelfs voor de Ne
derlandsch-Indische soldaten hebben ze
jhans een vriendelijk oordeel en eens
hoorde ik een dier jongelui bij het zien
^an Amerikaansche soldaten zegeen.
«keen, dan zijn de Nederlandsche soldaten
foch veel „pittiger"! Hun teleursteling over
de Philippijnen maakt hun oordeel soms
rel eens wat al te onbillijk. En het heim
wee naar hun eigen land speelt daarbij
eveneens een rol. Vooral van de Javanen
is het bekend, dat zij niet gemakkelijk
rennen in een ander land, tenzij ze met
zoovelcn zijn, dat ze gezamenlijk in een
®.rht dorp kunnen wonen. Bjj de kolonisa-
:'0 van Javanen op Sumatra en elders
houdt de Nederlandsche regeering daarme-
de wel degelijk rekening.
De democratie der philippino's.
Echter, veel in de critiok dier Neder-
laiirtsch-Indische jongelui is gegrond. Da
zelfbestuur der Philippijnen, waarmede cte
Amerikanen zich zoo goed als niet
h°moeicn, laat in vele opzichten nogal 1 t.
1tvenschen over. liet is, naar Europeesche
'eprippon, vaak zonderling en vreemd pn...
®eht Oostersch, al beweren do Plulipruno -
volle overtuiging, dat ze een „demo-
atisch" regeeringsstelsel hebben.
ruiakt op mij soms veel meer den indruk
Gen „fascistisch" repreerinprsstelsel.
President van het Philippijnsrlie gemee
nst (rommonwealth) is Quezon, een oud-
bstandeling tegen de Spanjaarden en tegen
e Amerikanen. Onder Amerikaansch be-
r heeft hij zelfs nog in de gevangenis
8ezeten;
Het »gebouw der Volksvertegenwoordiging
te Manilla.
jacht (hij heeft een prachtig zeewaardig
jacht), president Quezon spreekt studenten
of arbeiders of bankiers toe, presidejit Que
zon begroet den Amerikaanschen hoogen
commissaris, zit bij een plechtig diner aan,
onderféekent een wet, woont een voor
naam bal bij. Bij de eene gelegenheid is
hij statig in rok of smoking, bij een andere
draagt hij. de mouseline blouse der Philip-
pijnsche arbeiders. Met Hitier behoort hij
tot de meest gefotografeerde staatshoofden.
Quezon benoemt zich zelf!
Deze dagen heeft hij zichzelf tevens be
noemd tot secretaris (zooiets als minister)
van het departement van landsverdediging,
dus tot minister van oorlog, want de Phi
lippijnen hebben, in afwachting van de
volkomen onafhankelijkheid thans een eigen
leger gevormd. Die zelfbenoeming tot mi
nister van oorlog heeft niemand vreemd
gevonden en er is geen woord van protest
tegen op gegaan. Men stelle zich zooiets
voor in Europa, bij voorbeeld de president
der Fransche republiek, die zich tot minis:
ter van oorlog zou benoemen... Den volgen
den dag zou geheel Frankrijk in opstand
zijn.
President Quezon benoemt ook, zonder
dat de Amerikanenn er zich in het minst
mede bemoeien, de rechters, maar zeer
gelukkig schijnt hij in zijn benoemingen
niet te zijn, want in de enkele maanden,
dat ik hier vertoef, werden eenige rechters
van hun functies ontheven, daar ze zich
hadden laten omkoopen.
Men fluistert algemeen, dat hiermede nog
geen einde is gemaakt aan de omkooping
van rechters, die trouwens in Oostersche
landen met zelfregeering geen uitzondering
is. Integendeel, naar ik weet, door mijn
ervaringen in Turkije, Iran (Perzië), Irak
en het oude Abessinië.
Een van de dingen, waarover de
hier vertoevende Nederlandsch
Indiërs zich het meest verbazen, is
die omkoopbaarheid van rechters
(en vaak van politiemannen). In
Nederlandsch-Indië bestaat deze
omkoopbaarheid niet. Een der voor
naamste weldaden, die kolonisee-
rende mogendheden als Frankrijk,
Engeland en Nederland aan de Indi
sclie bevolking gebracht hebben, is
een naar menschenmogelijkheid on
partijdige rechtspraak.
Doch niet alleen rechters zijn hier om
koopbaar.
Naieve arbeiders.
Er bestaat (of bestond) hier een arbeiders
beweging, die als overal zeer verdeeld
was. Politieke overtuigingen en ij delheid en
eerzucht van leiders speelden bij die on
derlinge verdeeldheid een rol. Enkele dagen
geleden, 5 Juni, hebben de arbeidersleiders
de éénheid der arbeidersbeweging geprocla
meerd. Hoe men eensklaps tot die eenheid
gekomen is? Dat is een publiek geheim.
Men heeft die eenheid gevierd door de
planting van een „eenheidsboom" in een
park te Manilla en er werd ook een optocht
gehouden, waaraan volgens de bladen meer
dan honderdduizend arbeiders deelnamen,
volgens mijn schatting echter hoogstens
vijf-en-twintig-duizend. Die optocht zou een
oude „vakverbonder" tot blinde woede
hebben kunnen brengen. Voorop in den
stoet marcheerde een militair muziekkorps
en als eerste daarachter kwam de... secre
taris (minister) van arbeid. De vrouw van
den president van het „gemeenebest" ont
hulde dien dag met een toespraak een
„eenheidsvaandel" en de president zelf sprak
ook de menigte tpe. En de menigte juichte,
niet beseffend, dat de arbeidersbeweging
thans onder leiding der regcering staat."
Dit klinkt als een Oostersch sprookje,
maar gelijkt tevens beangstigend op Wes
tersch fascisme.
J. K. BREDERODE.
In het bekende opvoedkundige perio
diek „Het Kind" vinden w(j een bijdrage
van dr. Th. C. van Hilten, waarin deze
een beschouwing wijdt aan 't probleem:
Mag men z'n jeugdige kinderen mee
naar 't strand nemen? Gaarne verlee-
nen wij 't artikel van den in den Noord-
kop van onze provincie zoo bekenden
kinderarts plaats, er van overtuigd
zijnde, dat vele anderen er hun voordeel
uit trekken kunnen.
Na den langen, langen wintertijd, tijd
van spanning en hard werken, tijd, waarin
van bijna iedereen het uiterste van zijn
werkkracht wordt gevergd, doemt dan
eindelijk in het verre verschiet, als een
oase in de Woestijn de vacantietjjd op.
Vacantie tooverwoord voor een ieder,
die een jaar lang In den tredmolen van het
leven de volle 100 percent van zijn werk
kracht heeft gegeven.
Vacantie, nu eens een dag of veertien
juist niet dót doen, wat we vijftig weken
achtereen hebben moeten doen. Twee volle
rustweken, die ieder op zijn manier ge
niet, de één door zijn geest te verfrisschen
met het bezoeken van musea en andere
cultuurmonumenten, anderen met te zwer
ven door vreemde landen, en weer ande
ren door een rustig plekje uit te zoeken en
zich aan een dolce far niënte over te geven.
Maar voor we zoover zijn komt eerst het
groote vraagstuk: waar zullen we dit jaar
heengaan.
Waarheen met de kinderen?
Brengt dit in het algemeen voor volwasse
nen niet zoo heel veel moeilijkheden mee, an
ders wordt dit voor huisgezinnen met kinderen,
vooral kleine kinderen (tenzij de ouders uit
gaan en de kinderen mee mogen zeulen), maar
eerst dient toch altijd het cardinale punt be
handeld: bosch en heide of duin en zee. Waar
zuil en we met de kinderen heengaan: naar
Gelderland, Overijsel of naar Katwijk, Bergen
zullen we met de kinderen heengaan: naar
hei in Drenthe, in de uitgestrekte bosschen
van loof- en denneboomen bij Ommen óf zullen
we ze laten plassen en stoeien aan Europa's
prachtigste stranden, die van Hollands West
kust?
Is er iets heerlijker dan rond te dwalen over
de oneindige wijdte van de Veluwe of zich in
slaap te laten wiegen door 't eeuwigdurend
geklots der golven aan Hollands blonde strand!
Naar zee?
Moge de keuze voor ons zelf dan al gemak
kelijk vallen, voor de kinderen wordt het soms
moeilijker. Het eene kind kan tegen de zee,
het andere niet. Het laatste wordt nerveus,
gaat slecht eten en slaapt onrustig, terwijl het
eerste daarentegen gaat eten als een wolf en
slapen als een marmot. Het nerveuse kind is
prikkelbaar, lastig, krijgt standjes en als het
wat grooter is wordt het zelfs nog ondankbaar
genoemd. Dat bij zulke kinderen een vacantie
aan zee gunstige resultaten zal afwerpen lijkt
uitermate twijfelachtig.
Maar gelukkig, voor verreweg het grootste
gedeelte der gezonde jeugd is een verblijf aan
zee niet alleen een tijd van heerlijk genieten,
maar ook een bron van gezondheid. Ik durf te
verklaren, dat dit niet alleen geldt voor het
meerendeel der gezonde kinderen, maar zelfs,
dat er slechts een zeer klein percentage is voor
wie de zeelucht minder gewenscht is.
Geldt deze uitspraak ook voor de allerjong
ste editie der spes patriae, de zuigelingen?
Mogen die zelf wel naar zee? Er bestaat bij
de meest menschen een heimelijke angst om
zuigelingen mee te nemen daarheen, zoodat
daarop vaak het vacantieplan schipbreuk lijdt.
Door die angst krijgen we vaak de vraag te
hooren: „dokter mag een zuigeling eigenlijk
wel naar zee?", of we krijgen de klacht: „ik
zou wel graag eens naar het strand gaan, maar
ja, ik heb nog een zuigeling en die mag na
tuurlijk niet mee en trouwens, ik mag toch
niet baden of zwemmen zoolang ik die kleine
zelf voed".
Het antwoord zoowel op de vraag als op de
klacht kan kort zjjn. Er bestaat geen enkel
bezwaar tegen een zuigeling eventueel mee
te nemen, nóch voor ae moeder om te baden
of te laten zwemmen.
Waarom toch zou er een contra-indicatie
bestaan tegen het opsnuiven van de zuivere
lucht aan zee voor een zuigeling, waarom zou
een moeder haar lichaam niet „fit" houden
door een gezonde sport?
Zijn de kinderen van onze kust-bewoners
ZONDAG 16 JULI 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
8.55 VARA. 10.GJ VPRO. 12.00 AVRO. 5.00
VARA. 8.00—12.00 AVRO.
8.55 Gramofoonmuziek.
9.00 Berichten.
9.05 Tuinbouwhalfuur.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.40 Causerie „Van Staat en Maatschappij".
9.59 Berichten.
10.00 „In de vreugde dezer dagen", toespraak.
10.30 Nederlandsch Hervormde Kerkdienst.
12.00 AVRO-Amusementsorkest (Om 12.15
Berichten).
12.45 Schilderijbespreking.
1.00 Gramofoonmuziek.
1.30 Causerie: „Het openleggen van Nieuw-
Guinea".
I.50 Gramofoonmuziek.
2.00 Boekenhalfuur.
2,30 Koninklijk Mannenkoor „Kunst na Ar
beid met orgelbegeleiding.
2.50 Gramofoonmuziek.
3.00 Residentie-orkest en solist. In de pauze:
Gramofoonmuzie
4.30 Reportage.
5.00 Jack de Vries' Internationals en solist.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.00 Esmeralda.
6.30 Sportnieuws ANP, gramofoonmuziek.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Schuldig of onschuldig?
7.30 Brevour en Charme.
8.00 Berichten ANP, radiojournaal, mede-
deelingen.
8.20 Gevarieerd concert.
9.05 Radiotooneel met muziek.
9.40 Residentieorkest en soilst.
10.30 Het Renova-septet.
II.4512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 301.5 m.
8.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 5.00
NCRV. 7.45—11.30 KRO.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Orgelconcert.
9.50 Gereformeerde Kerkdienst. Hierna:
Evangeliesatiekoor „Maranatha" en gra
mofoonmuziek.
12.15 Causerie: „Blijft het kampwerk nood
zakelijk
12.35 Gramofoonmuziek.
1.00 Boekbespreking.
I.20 Koninklijk erkende, harmonie „Concor-
dia".
2.00 Goc1 dienst onderricht.
2.30 Verzoekconcert (gr.pl.).
4.30 Ziekenhalfuur.
4.555.00 Gramofoonmuziek.
5.05 Gewijde muziek (gr.pl.).
5.50 Nederlandsch Hervormde Kerkd'eust.
Hierna: Gewijde muziek (gr.pl.).
7,45 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, mededeelingen.
8.15 KRO-Melodisten en solist.
8.45 Gramofoonmuziek.
9.00 KR.-orkest en -koor en solisten.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Epiloog.
II.0011.30 Esperantolezing.
MAANDAG 17 JULI 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4' m.
Algemeen programma, verzorgd door de
VARA. 10.00—10.20 v.m. VPRO.
8.00 Gramofoonmuzitk (ca. 8.16 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10 40 Zang, piano en gramofoonmuziek.
11.10 Declamatie.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.15 Berichten.
12.17 VARA-orkest.
I.001.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Pianovoordracht.
2.30 Gramofoonmuziek.
3.00 Declamatie.
3.30 Orgelspel en gramofoonmuziek.
4.30 Voor dg kinderen.
5.00 Gramofoonmuziek.
5.30 Esmeralda en soliste.
6.28 Berichten.
6.30 Muzikale causerie (met gramofoorimuz.)
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Gramofoonmuziek.
7.10 „De eerste reis naar de maan", lezing.
7.30—8.00 VARA-orkest.
8.05 Herhaling SOS-berichten.
8.07 Berichten ANP.
8.17 Derde acte van de opera „Die verkaufte
Braut" (opn.).
9.10 Declamatie
9.30 Jack de Vries' Internationals en solist.
10.00 Berichten ANP.
10.10 Orgelspel.
10.*5 Esmeralda en soliste.
II.1512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 301.5 m.
NC'RV-uit zending.
8.00 Schriftlezing en medi'atie.
8.15 Berichten, -amofoonmuziek. (9.309.45
Gelukwenschen.
10.30 Morgendienst.
11.00 Christ. lectuur.
11.30 Gramofoonmuziek. (12.0012.15 Ber.).
12.45 „Marcando-Ensemble" en gramofoon
muziek.
2.00 Orgelspel.
3.00 Voor tuinliefhebbers.
3.40 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
A45 Gramofoonmuziek.
5.15 Voor de kinderen.
6 15 Gramofoonmuziek.
6 30 Berichten, vragenuurtje. (7.007.15
Berichten).
7.3? Gramofoonmuziek.
7.407.5? Toespraak over de plannen voor
het Generaal Appèl op 3 Augustus 1939.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-ber.
8.15 Dr. Hoedemaker-avond.
10.15 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.45 Gymnastiekles.
11.00 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
soms zwakker en ziekelijker dan die van de
stedelingen
Zou zwemmen en baden ongezonder wezen
dan roeien, tennissen, schaatsenrijden, enz.
Immers neen, eerder het tegendeel.
Ik weet wel, er bestaat nog steeds een cate
gorie van menschen en helaas niet alleen onder
de minder ontwikkelden, (ze bestaan zelfs on
der wie deskundig moesten zijn!), die buiten
lucht voor een zuigeling uit den booze acht en
die op iedere bladzijde van haar vocabularium
het woord tocht heeft staan, ja het zelfs in
Gods vrije natuur wil laten tochten, maar, ge
lukkig, dat ras is aan het uitsterven.
Is het dus toegestaan een zuigeling mee
te nemen naar het strand, aan den anderen
kant dienen dan toch ook de meest moge
lijke voorzorgen in acht genomen te wor
den om de peuters te besehermen tegen de
felle zonnestralen en over-verhitting. Nog
altijd zien we volwassene de grenzen van
het toelaatbare overschrijden door b.v.
veel te lang achtereen zonnebaden te ge
bruiken, enz., enz. Heeft niet onlangs een
dame in Zandvoort het bewijs geleverd
hoe verregaand onverstandig het is „mis-
brujk te maken van de zon" met als resul
taat: het ziekenhuis. Te lang het naakte
lichaam aan de zonnestralen bloot stellen,
vooral als men begint met „zonnen", kan
de meest funeste gevolgen hebben.
En wat voor volwassenen geldt, geldt a
priori in nog sterker mate voor zuigelingen.
Deze worden aan het strand, als regel, nooit
geheel naakt aan de zonnestralen blootgesteld,
tenzij 's morgens vroeg en zelfs dan nog niet
te lang. We laten ze dan eerst een poosje,
pl.m. 10 minuten, op hun buik spartelen en
geven daarna de voorkant een beurtje, waarbij
we er steeds voor zorgen het hoofdje in de
schaduw te houden.
Is het heel warm dan doen we verstandig de
kinderwagen thuis op een koel plekje te zetten,
waarbij we er dan tevens voor zorgen, dat de
kleine zoo luchtigjes mogelijk gekleed is.
Zijn we dus uiterst voorzichtig aan zee met
zuigelingen, bij de kleuters kunnen we de
teugels wel een beetje laten vieren en ze dan
ook naar hartelust laten grasduinen in het
water.
Ook bij hen echter zijn er grenzen, welke we
niet mogen overschrijden. Te vaak zien we nog,
dat kinderen uit de stad, dadelijk, reeds den
eersten dag, in badpak gestoken worden en
uren achtereen mogen ploeteren in het water.
De gevolgen merken de ouders helaas pas des
avonds, als de kinderen niet kunnen slapen
van pijn en branden op hun rug, maar dan is
het te laat en den volgenden morgen is de
huid van den rug dik, rood en soms vol blaren.
Dit is dan ook een cardinale fout, die eigen
lijk geen enkel verstandig mensch bij eenig
nadenken zou mogen maken, ook niet als de
huid zoogenaamd behandeld is met olie, vet
en dergelijken. Welke roeier, die in het voor
jaar voor het eerst weer de riemen in zijn
handen neemt, gaat dadelijk uren lang roeien,
welke wintersport beoefenaar begint den eer
sten dag in Zwitserland met een grooten berg
tocht? Immers niemand. Daarom beginnen we
de kinderen geleidelijk aan zee en zon te laten
wennen, iederen dag een beetje langer, totdat
ze eindelijk getraind zijn. Ook aan de zee ge
wend zijn, want het is niet alleen de zon, waar
ze aan wennen moeten, maar ook het water;
want het is ook onjuist ze dadelijk den ge-
heelen dag in het water te laten.
Manen dus zoowel zon als water de ouders
tot voorzichtigheid, deze zijn toch niet de
eenige factoren. Ook de gesteldheid van het
weer eischt hun aandacht. Vooral kinderen,
die zoo af en toe van het strand mogen genie
ten, hebben bg betrokken en eenigszins win
derig weer gauw last van de koude. Wat overi
gens heel licht te begrijpen is. Schijnt het zon
netje lekker warm, dan zal het badpakje vlug
droog zijn en hebben ze geen last van de koude,
maar gaat het telkens achter de wolken schuil,
dan zal bij eenigen wind de afkoeling te sterk
zijn, wat vooral bij niet al te robuste kinderen
onaangename gevolgen zal meebrengen. Daar
om is het beter op zulke dagen het badpak
maar thuis te laten en ze te laten „pootje
baden" in de plassen door den vloed op het
strand achtergelaten. Dit zijn de meest uit
gezochte plekjes, waar ook het kleinste grut
bij mooi weer naar hartelust mag ploeteren.
Zooals vanzelf spreekt zijn er nog meer ge
varen aan het verblijf aan zee verbonden; om
maar enkele te noemen: draaikolken, het trek
ken van de zee bij Oostenwind, vooral bij het
ebben. Maar deze gevaren raken meer de vol
wassenen.
Wel bestaat er nog een vermeend gevaar bij
de ouders,.ze zijn n.1. vaak bang kinderen, dié
pas gegeten hebben, in het water te laten
spelen, gedachtig aan den goeden raad niet
met een volle maag te gaan zwemmen. Met
een gerust geweten echter kunnen ze hun
kroost ook na den maaltijd in de zee laten
dartelen zonder eenig gevaar voor hun ge
zondheid.
Tot slot nog een raadgeving. We zien aan
het strand zeer vaak de ouders hun spruiten
telkens van badpak verwisselen. Als ze uit zee
komen gaat het natte uit een droog aan en
omgekeerd.
Dit is bij mooi zonnig weer totaal overbodig,
wanneer de kinderen maar een dun en geen
dik wollen badpakje aan hebben.
Hierbij zou ik het kunnen laten, maar wil
toch nog even op een onverstandigheid wijzen
bij vele vaders en moeders. Ik hoor nog al eens,
dat een kind niet tegen zee kan en bij nader
inzien blijkt dan, dat de ouders, vooral de
dagjes-menschen, de fout maken hun kroost
z?°.n vo1 Je stoPPen met fruit, chocolade,
„ijsjes", enz., enz. Bij het naar huis gaan, ach
ter op de fiets, in een bus enz. deponeeren dan
de stakkers, doodvermoeid en warm hun maag
inhoud op een verkeerde plaats. Maar is het
strand hieraan nu schuld? Zeer zeker niet, het
is de onjuiste mentaliteit van de ouders, die
trouwens bij ieder „dagje uit" een afgod vin
hun maag maken.