25 jaar geleden
JloS ft
Een historische Julimaand
Het voorspel tot het grootste
drama, dat de wereld ooit
beleefd heeft
In deze dayen gaan de gedachten te
rug naar hetgeen zich vijf en twintig
jaar geleden afspeelde, het voorspel tot
het grootste drama, dat de wereld ooit
gekend heeft. Hieronder laten wij een
overzicht volgen uit die bewogen da
gen.
Maarschalk Joffre, opperbevelhebber van
het Fransche leger in 1914, de held van de
Marne; indien hij er niet geweest was, zou
de oorlog wellicht binnen enkele weken
beslecht geweest zijn.
„Op deze historische plaats heeft Ga-
vrilo Prinzip de vrijheid verkondigd", al
dus luidt met den datum van 28 Juni 1914
in Cyrillisch schrift de gulden inscriptie
van een zwart-steenen gedenkteeken, welke
in 1930 geplaatst werd bij den brug te Se-
rajewo, waar de 19-jarige gymnasiast zijn
moordwapen met een welgemikt schot
richtte op den Oostenrijkschen troonopvol
ger aartshertog Frans Ferdinand en diens
gemalin gravin Chotek. En ongeveer een
kilometer buiten de stad op het Servisch-
orthodoxe kerkhof bevindt zich op de laat
ste rustplaats, waarheen het stoffelijk over
schot van den moordenaar in 1920, twee
jaar na zijn dood in gevangenschap te Oll-
mütz, was overgebracht, een grafmonument
als een hulde aan den zg. strijder voor de
Slavische vrijheid. Bovendien werd het vo
rig jaar in zijn geboorteplaats Bosansko
Grahovo een gedenkteeken te zijner eere
opgericht in den vorm an een gebouw
met een leeszaal en andere cultureele in
stellingen, hetgeen een markant bewijs
vormt, hoe diep onze hedendaagsche „cul
tuur" wel moet zijn gezonken.
De tragiek van deze heele historie is wel
dubbel schrijnend, als men daarmede ver
gelijkt, op welk een denigreerende wijze
de slachtoffers van dezen laffen moord, het
Kroonprinselijk echtpaar, vanwege zijne
morganatische echtverbintenis op instigatie
der Weensche hofkliek, overhaast en zon
der het minste eerbetoon als het ware ten
grave werden gesleept.
Maar nog gruwelijker zou de droeve na
sleep zijn van dat eerste schot, dat om 11
uur 15 van dien rampzaligen dag werd ge
lost en een tragiek van millioenen men-
schenlevens ten gevolge zou hebben. Het
afvuren van dat schot werd het sein tot het
inwerkingtreden van het ingewikkelde ra
derwerk, dat men politiek pleegt te noe
men.
Tal van raadselen over het verloop der
daarop volgende besprekingen en politieke
demarches zijn heden ten dage nog steeds
onopgelost, ondanks de ontzagwekkende
hoeveelheid litteratuur, welke aan het uit
breken van den wereldoorlog is gewijd.
Eerst later, als de mémoires van de daarbij
betrokken politici eenmaal het licht zullen
hebben gezien, zal mogelijk een beter his
torisch inzicht in den gang van zaken kun
nen worden verkregen.
Toch willen wij het wagen aan de hand
der reeds vaststaande feiten een overzicht
te geven van de gebeurtenissen, welke in
die bewogen Julimaand van 1914 zich heb
ben voorgedaan en welke onmiddellijk
voorafgingen aan den grooten wereldoor
log. Wij maken hierbij o.m. gebruik van
„Kriegsausbruch", d.i. notities, welke des
tijds door Keizer Wilhelm persoonlijk zijn
opgesteld en na den wereldoorlog door den
ex-monarch in zeer beperkte oplaag wer
den gepubliceerd.
Op 5 Juli ontving de Duitsche Keizer
van Franz Josef een persoonlijk schrijven,
waarin deze den door den moord gerezen
situatie en de plannen der Oostenrijksche
regeering uiteenzette. Keizer Wilhelm be
sprak den toestand met de regeeringsauto-
riteiten, die aanvankelijk het geheele ge
val als een zuiver Oostenrijksche aangele
genheid beschouwden, waarbij inmenging
van allen grond ontbloot zou zijn. Zoodoen
de besloot de Keizer zijn voorgenomen reis
naar het Noorden niet uit te stellen en ver
trok den volgenden dag.
Pa Oostenrijksche ministerraad kwam op
7 Juli bijeen, op welke zitting werd beslo
ten een nota aan de Servische regeering te
zenden. Een week later echter vergaderde
deze ministerraad opnieuw, ditmaal te
Ischl. Bij die gelegenheid werd besloten in
plaats van een nota, Servië te vergasten op
een ultimatum. De Engelsche gezant kwam
hiervan op 16 Juli ontijdig op de hoogte en
seinde dit onmiddellijk aan zijn regeering
te Londen, terwijl ook de Fransche en Rus
sische regeering langs deze route ervan in
kennis werden gesteld. Inmiddels ging de
gezamenlijke Engelsche vloot rond Port
land op manoeuvre.
Daarop volgde van 19 tot 23 Juli een be
zoek van President Poincaré en den Fran-
schen minister-president Viviani aan het
Russische Tsarenhof. Volgens Duitsche le
zing zouden de grootvorstinnen Anastasia
en Militza op 22 Juli aan den Franschen ge
zant Paléogue hebben medegedeeld, dat
haar vader, de Koning van Montenegro
haar in een cijfertelegram zou hebben me
degedeeld, „dat voor het einde der maand
(Volgens de Russische tijdrekening vóór 15
Aug.) de oorlog zou zijn uitgebroken....
Van Oostenrijk zou niets overblijven....
Frankrijk zou Elzas-Lotharingen terugne
men.. De Russische en Fransche legers
zouden zich te Berlijn treffen.... Duitsch-
land zou worden vernietigd."
Den 21en Juli om 6 uur 's avonds vond te
Belgrado de overreiking plaats van het Oos
tenrijksche ultimatum. De Duitsche Rijks
kanselier richtte daarop via de gezantschap
pen te St. Petersburg, Parijs en Londen no
ta's tot de overige groote mogendheden,
teneinde het OostenrijkschServische ge
schil te localiseeren. Rusland en Frankrijk
trachtten daarop tevergeefs den Engelschen
minister Sir Edward Grey te bewegen om
stelling te nemen. De Russische minister
van buitenlandsche zaken Sasonow ver-
klaarde tezelfder tijd, dat de Russische mo
bilisatie in ieder jeval moest worden door
gevoerd; tevens zegde hij den Servischen
gezant te St. Petersburg toe, dat Rusland
geen agressieve handelingen van Oosten
rijk ten opzichte van Servië zou toelaten,
terwijl bovendien de Fransche gezant aan
de Russische regeering deed weten, dat
Frankrijk in geval- van nood al zijn ver
plichtingen, voortspruitend uit het bestaan
de bondgenootschap, zou nakomen. In den
namiddag van dienzelfden dag kwam te St.
Petersburg de ministerraad bijeen. Op deze
vergadering werd vastgesteld, dat Rusland
bereid was Servië te ondersteunen en bij
te staan.
In een bijeenkomst, welke den volgenden
dag (25 Juli) onder voorzitterschap van
den Tsaar te Krasnojer Selo werd gehou
den, besloot men tot een gedeeltelijke mo
bilisatie tegen Oostenrijk, voor het geval
dit land een offensief tegen Servië zou on
dernemen. Voorts verklaarde Sasonow aan
den Engelschen gezant, dat Rusland, indien
het zeker was van de hulp van Frankrijk,
de geheele risico van een oorlog op zich zou
nemen. Om 3 uur 's namiddags proclameer
de Servië de mobilisatie. Grey deed den
Engelschen gezant te St. Petersburg weten,
dat hij niet geloofde, dat de Engelsche
openbare meening het zou billijken, indien
het imperium van wege Servië in een oor
log zou worden gewikkeld. Indien het ech
ter tot een oorlog zou komen, zou Engeland
uit andere overwegingen erbij betrokken
kunnen worden. Om 6 uur in den namiddag
vond de overreiking plaats van het Servi
sche antwoord op het Oostenrijksche ulti
matum. Weliswaar waren hierin de meeste
eischen ingewilligd, doch Oostenrijk toon
de zich onbevredigd met gevolg, dat de di
plomatieke betrekkingen tusschen beide
landen werden verbroken. Om half 10 des
avonds volgde daarop de mobilisatie van 22
Oostenrijksche infanterie- en 2 kavaleriedi-
visies tegen Servië. Als antwoord hierop
consigneerde Rusland om half 12 des avonds
zijn troepen in hun standplaatsen. De Fran
sche gezant te Londen, Paul Cambon, werd
ter informatie naar Parijs geroepen, waar
hij tot 27 Juli verbleef. De hachelijke situ
atie noopte voorts den Duitschen Keizer
overhaast naar de Duitsche hoofdstad terug
te keeren.
Nauwelijks was de nieuwe dag daarop
aangebroken, om om 1 uur des morgens
van den 26en Juli werd voor de Russische
vestingen de oorlogstoestand geprocla-
Lloyd George, die zich gedurende den We
reldoorlog deed kennen als een der felste
tegenstanders van de Centrale Mogend
heden.
Wilhelm II, keizer van Duitschland, bond
genoot van Oostenrijk-Hongarije.
meerd. Nog minder dan 2i/2 uur later volg
de officieel de van-kracht-wording van den
oorlogsvoorbereidingstoestand voor het ge
heele Europeesch-Russische gebied. Daarop
richtte de Duitsche regeering aan Rusland
de waarschuwing, dat Russische mobilisa
tie-maatregelen tegen Duitschland onmid
dellijk de Duitsche mobilisatie ten gevolge
zouden hebben.
Engeland weigerde in te gaan op een ver
zoek van Duitschland om te St. Petersburg
een matigenden invloed uit te oefenen, doch
stelde voor een conferentie bijeen te roepen
van afgevaardigden van Engeland, Frank
rijk, Italië en Duitschland. Om 4 uur des
namiddags volgde het bevel aan den bij
Portland samengetrokken vloot om zich ge
reed te houden. Daarop werd de Duitsche
vloot uit de Noorsche wateren teruggeroe
pen. Frankrijk stelde toen de „mesures de
précaution", waarbij de verloven der mili
tairen werden ingetrokken.
Inmiddels zette Rusland zijn oorlogsvoor
bereiding voort, terwijl thans ook Frankrijk
zijn troepen in hun standplaatsen consig
neerde. Het voorstel van Grey, werd door
Duitschland van de hand gewezen, daar
een bijeenkomst van een dergelijke samen
stelling zonder twijfel ten nadeele van Oos
tenrijk zou besluiten. De Duitsche Keizer,
die intusseljen te Potsdam was aangeko
men, stelde, althans volgens zijn eigen no
tities, onmiddellijk alles in het werk, ten
einde een oorlog te voorkomen. Hij zond
persoonlijke telegrammen'aan den Tsaar
van Rusland- en den Koning van Engeland,
terwijl hij tevens de Oostenrijk-Hongaar-
sche regeering aanspoorde met Servië tot
een minnelijke schikking te geraken. Vol
gens anderen echter zou het juist Duitsch
land zijn geweest, dat Oostenrijk in zijn
recalcitrante houding stijfde. De uitbarsting
liet intusschen niet op zich wachten.
28 Juli des voormiddags verklaarde Oos
tenrijk-Hongarije Servië den oorlog. Kei
zer Wilhelm deed aan den Tsaar telegra
fisch nogmaals een dringend verzoek om
zijn vredesbemoeiingen te willen ondersteu
nen. Sasonow zond daarop aan den Russi-
schen gezant te Berlijn een telegram, waar
in werd verklaard, dat ten gevolge van de
oorlogsverklaring van Oostenrijk aan Ser
vië de Russische regeering den volgenden
dag de mobilisatie zou bevelen van de troe
pen te Odessa, Kiew, Moskou en Kasan.
Tevens werd in dit telegram verzocht de
Duitsche regeering er van in kennis te stel
len en nadrukkelijk te verklaren, dat Rus
land geenerlei agressieve bedoelingen ten
opzichte van Duitschland koesterde. (Naar
beweerd wordt, zouden de Engelsche en
Fransche gezanten te St. Petersburg er bij
de Russische regeering op hebben aange
drongen te bewerkstelligen, dat de schuld
van den oorlog door de openbare meening
op Duitschland zou worden geschoven, ten
einde het daardoor mogelijk te maken, dat
het Engelsche volk voor den oorlog zou
worden gewonnen.)
Op 29 Juli des morgens om 7 uur zette
de Engelsche vloot koers naar Scapa Flow,
doch nam hierbij de route om de Oostkust
in plaats van, zooals aanvankelijk in de be
doeling lag, om de Westkust, daar men an
ders een treffen vreesde met de Duitsche
vloot. Bovendien zond de Engelsche regee
ring aan leger en vloot een „warning tele
gram" om op alle eventualiteiten te zijn
voorbereid. Denzelfden ochtend zond de
chef van den Russischen generalen staf aan
de commandanten van de stelling War
schau een telegram, waarin 30 Juli werd
vastgesteld als dag van de algemeene mo
bilisatie.. Grey liet zich tegenover Lichows-
ky aldus uit: „Zoolang het conflict beperkt
zou blijven tot Oostenrijk en Rusland, zou
de Britsche regeering zich afzijdig houden.
Mochten echter ook Duitschland en Frank
rijk erin worden betrokken, zoo zou de si
tuatie voor zijn regeering geheel verande
ren en zou het Britsche Rijk niet langer
werkloos kunnen toezien."
Om half zeven des namiddags zond Kei
zer Wilhelm aan den Tsaar opnieuw een
telegram, dat tengevolge had, dat deze den
zelfden avond om 11 uur telefonisch aan
Suchomlinow beval de mobilisatie tegen
Oostenrijk op te houden. Aan dit bevel van
den Tsaar werd niet voldaan! Inmiddels
deed Duitschland aan Engeland het voor
stel om in geval van een Duitsch-Franschen
oorlog neutraal te blijven tegen de verze
kering, dat Duitschland geen enkele ge
biedsuitbreiding ten koste van Frankrijk
voor had. Op de Oostenrijksche mededee-
ling van de Russische mobilisatie in de ves-
tinggebieden consigneerde Duitschland al
zijn troepen in hun standplaatsen.
Zoo zijn wij genaderd tot 30 Juli. Nog
slechts woedt de oorlogsfakkel alleen in
Zuid-Oost-Europa, nog kan het vuur be
perkt blijven en een wereldbrand worden
voorkómen. Niet alle hoop is verdwenen;
besprekingen en onderhandelingen zetten
zioh voort. Het is een hausse-toestand in de
wereld der diplomatie. Van Engelsche zijde
komt een bemiddelingsvoorstel en ae Luii-
sche regeering maant het Oostenrijksch
bewind hierop in te gaan, omdat een w eige
ring van iedere meeningsuitwisseling met
St. Petersburg als een zware fout zou wor
den aangerekend.
Nieuwe hoop wordt gewekt, als om 1 uur
20 des namiddags Keizer Wilhelm een tele
gram bereikt van den Tsaar, waarin deze
zijn dank uitspreekt voor de bemiddelings
pogingen van den Keizer; tevens wordt er
in medegedeeld, dat de getroffen militaire
maatregelen slechts gelden als een verde
digingsmiddel tegen Oostenrijk, terwijl er
voorts in wordt aangekondigd, dat de Tsaar
zijn generaal a la suite Tatischtschew met
instructies zou sturen. De generaal is nooit
te Berlijn aangekomen.
Dan volgt ruim 2 uur later een telegram
van Keizer Wilhelm aan den Tsaar, waarin
hij hem wijst op den grooten ernst van
den toestand, terwijl hij in geval van een
Russische mobilisatie tegen Duitschland de
geheele verantwoordelijkheid voor de ge
volgen van zich afzet.
Eindelijk op 31 Juli tusschen 8 en 9 uur
des voormiddags wordt in het geheele Rus
sische Rijk de algemeene mobilisatie afge
kondigd. De Italiaansche ministerraad
neemt het besluit, dat in den op handen
zijnden oorlog voor Italië geen grond aan
wezig is, waarom het ingevolge het drie-
landenverbond DuitschlandOostenrijk—-
Italië) tot hulpverleening is verplicht. Italië
zal dientengevolge neutraal blijven. Om 2
uur 4 in den namiddag zendt Keizer Wil
helm nogmaals een telegram aan den Tsaar
waarin hij hem wijst op de traditioneele
Aartshertog Frans Ferdinand van Oosten
rijk, die vijf en twintig jaar geleden te Se-
rajewo werd vermoord.
Duitsch-Russische vriendschap en hem te
vens dringend waarschuwt voor de gevol
gen van de Russische „oorlogspolitiek". Dit
telegram kruist een telegrafische boodschap
van den Tsaar, waarin deze te kennen geeft
dat een tenietdoen van de militaire voor
bereidingen om technische redenen onmo
gelijk was.
Intusschen is om 12 uur 23 des namid
dags in OostenrijkHongarije de algemee
ne mobilisatie geproclameerd. Om 1 uur
verklaart Duitschland officieel den toestand
van dreigend oorlogsgevaar aanwezig. 2y2
uur later seint de Rijkskanselier aan den
Duitschen gezant te St. Petersburg, dat de
mobilisatie zal worden afgekondigd, indien
Rusland niet binnen 12 uur zijn oorlogs
toerusting tegen Duitschland en Oostenrijk
zou staken.
Een maand van ondragelijke spanning en
onontwarbaar politiek gekijf was verstre
ken, zonder dat men maar één schrede
vooruit was gekomen op den weg, welke
uiteindelijk zou voeren tot een bevredigen
de oplossing van het geschil; de vertroebel
de sfeer was allerminst opgehelderd, doch
integendeel werd met koortsachtigen ijver
gejaagd naar een catastrophe, welke onaf
wendbaar bleek te zijn.
Op 1 Augustus deelde Grey aan Cambon
mede, dat hij een schending der Belgische
neutraliteit door Duitschland niet zou dul
den en dat iedere demonstratie van de
Duitsche vloot aan de Fransche kust zou
worden verhinderd. Op een vraag van den
Duitschen gezant te Londen of Engeland
zich wilde verplichten neutraal te blijven,
indien Duitschland de verzekering gaf de
Belgische neutraliteit niet te schenden,
bleef Engeland het antwoord schuldig. Ook
Koning Albert van België.
OP ZOEK NAAR GELUK?
Wie is het
niet|
Dr. JOB DE COC*
Nadruk verboden,
op andere vragen (o.m. welke garanties
Engeland voor zijn neutraliteit wilde be
dingen) als op het aanbod van de integri
teit van Frankrijk en zijn koloniën gaf
Grey een ontwijkend antwoord met te zeg
gen „Engeland moet zijn handen vrij heb
ben."
Om 1 uur namiddag antwoordde de Fran
sche regeering op de Duitsche vraag van
den vorigen avond: „Frankrijk zal doen,
wat zijn interessen hem gebieden." 3 Uur
nadien proclameerde Frankrijk de algemee
ne mobilisatie, weer 1 uur later gevolgd
door de mobilisatie van het Duitsche leger.
Daar Rusland het hem gestelde ultimatum
onbeantwoord had gelaten, volgde om 6
uur des avonds de oorlogsverklaring van
Duitschland aan Rusland..
Om half 11 zond de Duitsche Keizer nog
een laatste telegram aan den Tsaar, echter
tevergeefsch. Wodan was reeds op stap en
de wereldbrand was niet meer te stuiten.
Op 2 Aug. des voorm. om 2 uur 25 werd
het officieele mobilisatiebevel der Engel
sche vloot afgekondigd. Engeland nam de
bescherming op zich van de Fransche kust
en de Fransche scheepvaart tegen de Duit
sche vloot. Om 8 uur 's avonds richtte
Duitschland een ultimatum tot België voor
vrijen doortocht der Duitsche troepen. Den
volgenden dag nam de Roemeensche regee-
imtg het besluit neutraal te blijven, ondanks
de moeiten, welke Koning Carol zich in
den kroonraad had gegeven Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije bij te springen.
Om 6 uur namiddags verklaarde Frank
rijk aan Duitschland den oorlog. Italië bleef
nog neutraal.
In den nacht van 3 op 4 Aug. trokken de
Duitsche troepen België binnen, en daar
mede was de gruwzame menschenslachting
voor goed ingezet. Een ultimatum van Enge
land volgde en nog denzelfden dag kwam
de oorlogsverklaring van Groot-Brittanniè
aan Duitschland.
Zoo stonden de z.g. Centralen (Oosten
rijk-Hongarije en Duitschland, waarbij zich
later Bulgarije en Turkije voegden) tegen
over de geallieerde mogendheden Servië,
Montenegro, Rusland, Frankrijk, België en
Groot-Brittannië, waarbij later Japan, Ha"
lie, Roemenië, Griekenland en ten slotte de
ver. Staten zich aansloten.
De wederzij dsche legersterkten bedroe-
gen in„^en aanvang resp. 3.500.000 man te
gen 5.800.000 man. De menschheid dook on-
'}er In een zee van ellende, waarvan de
de dampen thans na 25 jaren nog steeds
tien gezichteinder benevelen.
In ieder mensch zit het verlangen naaf
geluk, het instinct van de hoop. Ieder jaagt
een doel na, in de veronderstelling, dat het
bereiken daarvan hem geluk zal brengen
Dikwijls wordt een geheel leven besteed
aan het najagen van een doel dat óf niet
bereikt wordt óf achteraf niet der moeite
waard blijkt. Hoe komt dat dan? Ver-
moedelijk is het volgende daarvan de voor!
naamste reden: Wij vinden haast altijd
datgene, waarnaar wij voortdurend ernstig
verlangen en ook actief streven, maar dik
wijls is het in wezen zoozeer verschillend
van het beeld, dat onze illusie zich ervan
gevormd had, dat wij niet erkennen als ons
lang begeerd ideaal. Wij wenschen ons alle
maal gezondheid, geluk en evenwicht, maar
zijn wij ook bereid zóó te leven, dat deze
dingen tot ons kunnen komen?
De bij zuigt haar honing, de spin haar
gif uit dezelfde bloem, de een zal, met
precies dezelfde gegevens nog iets weten te
bereiken de ander ziet zelfs geen kans het
te probeeren.
Dit feit legt de verantwoording voor ons
leven precies waar deze behoort, op ons
zelf.
Wij deinzen ervoor terug, dat wijzelf ver
antwoordelijk zijn voor hetgeen tot ons
komt. Wèl wanneer alles goed gaat, dan
zijn wij maar al te bereid om figuurlijk ge
sproken, onszelf op den schouder te klop.
pen, omdat wij dat zoo netjes gedaan ge
daan hebben. Dan hebben wij allen aan
leg tot zelfbeklag, wij zijn verongelijkt
en konden er niets aan doen. Maar in wer
kelijkheid zijn wijzelf wel degelijk de ver
antwoordelijke persoon. Het ontkennen van
deze wet helpt niets om aan haar werking
te ontkomen. Ieder heeft zijn eigen proble
men en weet zelf, indien hij voor een twee
sprong gesteld wordt, het beste, wat voor
hem het zwaarste weegt. Wanneer wij be
wust bereid zijn, onze eigen strijd te strij
den, zullen wij sneller tot inzicht en rijp
heid komen, dan wanneer wij steeds steun
zoeken.
De meesten van ons leven nog te veel in
de veronderstelling, dat het geluk gelegen
is in bezittingen. Dit is onjuist. Honder
den malen is gebleken, dat het bezit van
lang-begeerde goederen geen tiende deel
van het geluk bracht, dat ervan verwacht
werd. Geluk is een geestestoestand, onaf
hankelijk van stoffelijke factoren. Hij die
de kunst verstaat om het beste van zijn
leven te maken, is gelukkig: hij die de
„honing" uit de bloem haalt, en het gif
voorbijziet.
Wanneer wij gelukkig willen zijn, moeten
wij ons niet vergelijken met dingen, die on
eindig grooter zijn dan wij. Vergeleken bij
het uitspansel voelen wij ons klein en on
belangrijk, totdat wij ons bewust wor
den van de scheppende kracht, die wij door
onze gedachte in werking kunnen stellen
en die ons een blik gunnen in een onafzien
baar gebied van mogelijkheden. Wie zich
zelf beperkt tot stoffelijke omstandigheden
is als iemand, die hardnekkig achter ge
sloten gordijnen zit, en ontkent, dat daar
buiten nog een geheele wereld is waar de
zon schijnt voor hen, die hun gelaat naar
het licht wenden, zoodat de schaduwen ach
ter hen vallen.