Borstbeeld van Dorus Rijkers onthuld SALON CEBUTO Ti effende plechtigheid op Helden der Zeeplein Janus Kuiper Koninklijk onderscheiden Maandag 17 Juli 1939 Generaal Swart draagt monument aan Gemeente over Tweede Blad MANSHANDEN Auto in de Buitenhaven gereden Beiaardconcert Rectificatie Kruiswoordraadsel Burgerlijke Stand van Den Hekier Waarschuwingen G is de Gastvrijheid Ontredderde wereld De belangen der cliënten gaan vóór alles bij E S O N A H.L.O. vaardigheidspro even Zaterdagmiddag om drie uur heeft op het jfelden der Zeeplein de onthulling plaats ge vonden van het borstbeeld van wijlen den grootsten Nederlandschen redder, Dorus Rij kers, een menschenleeftijd schipper van de red- dingvlet, die meer dan 500 menschen het leven redde, ondanks het groote gevaar voor eigen leven. In hem zijn alle oud-redders geëerd. Onder zeer groote belangstelling vond' des jniddags de onthulling van het borstbeeld plaats. H. M. de Koningin was vertegenwoor digd door den len Luitenant ordonnance offi cier A. J. F. M. Egten van Wissekerke, terwijl zeer vele Marine- en burger-autoriteiten acte de présence gaven. Aanwezig waren o.m. de hoofdbestuursleden G. Whitlau, voorzitter van het Dorus Rijkers fonds, luitenant-generaal H. N. A. Swart, pre sident-commissaris, Jhr. Gevers Deynoot, de lieer Ruhaak, de dames Dirkzwager en De Jong—de Ruyter. Het eerelid Dr. Rademaker en van de oprichters van het Dorus Rijkers fonds, de heeren H. J. P. Egner, L. Grunwald, P. Jager en W. F. la Lau. Voorts de Burgemeester van Den Helder, de heer G. Ritmeester, en Mevr. Ritmeester v. d. Feen, wethouder en Mevr. P. S. van der Vaart. De waarn. Commandant van de Marine, kolonel Baron en Mevr. C. J. van Asbeck, de Adjudant van den Commandant der Marine, luit. ter zee der le kl. B. J. Velderman, en Majoor v. d. Blom. Namens het Hoofdbestuur van' de Nd.- en Zd.-Hollandsche Redding Mij., de Commissaris van het Loodswezen, de heer P. C. van Diest. De heeren Bandsma, Dokter, Middendorp, Leewens e.a. Tal van oud redders, o.a. Janus Kuiper, Piet Ostenbrug, P. Bontes en het bestuur van de Vereeniging „Moed, Volharding en Zelfopoffering". En natuurlijk Doortje Vader Rijkers, Opa's eenigste dochter. Eveneens waren bijna alle plaatselijke ver- eenigingen vertegenwoordigd, terwijl 't Corps Adelborsten en leerlingen van de Zeevaart school voor een eerewacht hadden gezorgd. Aan weerskanten van het monument, dat nog met de driekleur was gedekt, stonden een tweetal zeevaartscholieren opgesteld. Het monument is geplaatst tegen de dijk- glooiing, in het midden van een keurig onder houden plantsoen, met het front naar het Hel den der Zee-monument. Precies drie uur zette het Stafmuziekkorps der Koninklijke Marine het „Wilt heden nu treden" van Valerius in, waarna het „Helders Mannenkoor" „Hollands Glorie" zong. De heer Whitlau. Hierna verkreeg de heer G. Whitlau, voor zitter van het „Dorus Rijkersfonds", het woord. Namens het hoofdbestuur sprak hij- er zijn voldoening over uit, dat zoovelen ge volg hebben gegeven aan de uitnoodiging om bij de onthulling van dit borstbeeld van wijlen Dorus Rijkers tegenwoordig te zijn. In het bijzonder heette hij welkom den ver tegenwoordiger van H. M. de Koningin en hij verzocht dezen den hartelyken dank hiervoor aan H. M. te willen overbrengen. „Het is geen levensgroot standbeeld gewor den, wat het Dorus Rijkers-comité aanbiedt. Maar de waardeering voor het werk, dat deze redder heeft gedaan, zit niet in de grootte van het monument. Juist in onze dagen, waar alles even snel leeft en waar stemmingen en toestanden ieder oogenblik veranderen, zien wij hoe een stand beeld, dat eens met gejuich en enthousiasme en gloedvolle redevoeringen werd onthuld, eenigen tijd later door tegenstanders van zijn voetstuk werd gestooten. Nog klinkt den eenen dag het Hosanna, den anderen dag werpt de volksmassa steenen. Dit lot zal het beeld van Dorus Rijkers nimmer treffen, want hij kende geen vijanden. Hij redde Mohammeda nen, Christenen, Joden en Boeddhisten. Ras en Nationaliteit maakten voor hem geen verschil. Spreker deed nu een beroep op het Neder- landsche Volk om de helden te blijven steunen door middel van het Dorus Rijkersfonds. Na dank te hebben gebracht aan den Burge meester en zijn waardeering te hebben uitge sproken voor de wijze, waarop de beeldhouw ster, Mevr. Van BeekCalkoen zich van haar taak heeft gekweten, verzocht hij den presi dent-commissaris van het Dorus Rijkersfonds, generaal Swart, adjudant in b.d. van H. M. de Koningin, tot onthulling en overdracht aan de gemeente over te gaan. De 75-jarige generaal begaf zich naar het borstbeeld en verwijderde het doek. Dan richtte hij zich met enkele woorden tot het gemeentebestuur en verzocht dit borstbeeld wel te willen aanvaarden. Een beeld, dat de herinnering levendig houdt aan een groot Nederlander, die oll men schen redde. Daarna werd namens H.M. de Koningin een krans gelegd, waarbij door het Stafmuziek korps het Wilhelmus werd gepeeld. Nadat ook de krans van het Dorus Rijkersfonds was neergelegd, volgde een krans van het gemeen tebestuur, van „Moed, Volharding en 1 P offering, de Nd.- cn Zd.-Hollandsche Reddings- Mij. en diverse andere instanties. Burgemeester Ritmeester. De Burgemeester van Den Helder, de heer DAMES KAPPER HEERER Stakmanbossestr. 65 Tel. 51* G. Ritmeester, voerde hierna het woord. Hij herinnerde aan het bewogen leven van Dorus Rijkers. Dorus Rijkers' naam, die spreekt voor zoo veler verbeelding. Dorus Rijkers, man van storm en strijd met den dood, man, redder, meer dan redder, held, die in het tijdvak van 1872 tot 6 Maart 1911, als schipper der red dingboot te Nieuwediep van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij, 38 reddingen van 511 schipbreukelingen heeft verricht en zich steeds onderscheiden heeft, zooals het er in eenvoudige woorden staat geschreven: door menschlievendheid, moed en zeemanschap. 511 menschen gered van een wissen dood. Spreker releveert de redding van de „Renown", een redding, die tot ver over de grenzen van ons land bewondering wekte voor den moed van de redders. Voor dit feit benoemde Koning Willem de Derde Dorus tot broeder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, een eeretee- ken, dat slechts uitzonderlijk verleend wordt en alleen aan hen, die zich door machtige daden, door zelfopoffering of andere blijken van menschenliefde, zooals de wet op de orde van 29 Sept. 1815 zegt, deze onderscheiding waardig maken. En te midden van deze strijders met den dood bevonden zich twee mannen, die hier thans aan mijn zijde staan en wier namen ik U als een levende herinnering wil noemen. Adrianus IJsbrand Kuiper, na Dorus schipper der reddingboot, thans 83 jaren, zijn borst ver sierd met talrijke eereteekenen voor de red ding van meer dan 400 schipbreukelingen. Het was mij een groot voorrecht hem zoo straks te hebben mogen mededeelen, dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd hem te benoemen tot broeder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. En dan onze oude vriend Pieter Ostenbrug, eveneens drager der „Renown"-medaille, wiens levensavond thans door het Dorus Rijkersfonds wordt verlicht, want onze redders verrichten hun daden niet om geld en rijk zijn zij er niet van geworden. Bij de onthulling van het Marine-monument in Den Helder in 1923 werd Dorus weer „ont dekt" door Dr. Rademaker, den hoofdredacteur van „Het Vaderland" en eerelid van het Dorus Rijkersfonds, die geijverd heeft om hem door levenslange wekelijksche toelagen een moeilij ken ouden dag te besparen, hetgeen gelukt is. Het Helden der Zeefonds „Dorus Rijkers", door Henri ter Hall, Egner, L. Grunwald in het leven geroepen, is zijn zegenrijke taak begon nen en het Nederlandsche Volk, eenmaal ont waakt, steunde en steunt door schenkingen en gaven, opdat de velen, die het behoeven, hun weduwen, een minder zorgelijken dag krijgen. Wij willen Dorus in onze herinnering, in dien van onze kinderen en kindskinderen, doen voortbestaan door dit beeld. Daarom zijn wij het hoofdbestuur van het Dorus Rijkersfonds erkentelijk voor deze schenking, die het ge meentebestuur gaarne aanvaardt en in den besten toestand zal bewaren. Spreker brengt dank aan allen, die aan deze posthume hulde hebben deelgenomen en eindigt met te zeggen: Dorus Rijkers heeft niet tever- zich meer dan ooit één voelen, één in hulp, én ken tot goede daden, zal anderen de gedachte bijbrengen, dat zij zich op andere wijze moeten aangorden om hun hulp en steun te verleenen. In dezen tijd moet het Nederlandsche volk hebben het twaalfhonderdkoppige publiek ver in steun. Aan Dorus Rijkers komt den dank der natie toe, men brenge die over op hen, die hem steeds ter zijde hebben gestaan, onze stoere redders van de zee. De plechtigheid werd door zang van het „Helders Mannenkoor" en door een koraal van het Stafmuziekkorps besloten. De eigenaar van een der jachten, die aan de zeilwedstrijden deelgenomen hebben, had in de.i nacht van Vrijdag op Zaterdag een vrij onaangename ervaring. Juist toen hij zich aan boord van zijn jacht begeven had, hoorde hij een luiden plons en bij nader onderzoek bleek, dat zijn auto in de Buitenhaven dreef. Te ongeveer twee uur aangekomen, had hij zijn wagen op de helling ter hoogte van de ligplaatsen der sleepbooten geparkeerd, maar vergeten hem op de rem te zetten. Even later is de wagen gaan rijden, met bovengemeld resultaat. Te ongeveer half twaalf Zaterdagmorgen werden door de onderneming Nelis pogingen in het werk gesteld het voertuig te lichten, die al spoedig met succes werden bekroond. Een neergelaten anker greep den wagen onder het spatbord, en van dit oogenblik af had de berging een vlot verloop. Klokkenspel monument Nederlansch Red dingswezen te geven heden, van 89 uur, door den stadsbeiaardier. Programma: 1. Een gangspildeuntje J. Viotta 2. Ave Maria Jef Denijn 3. a. De Kleine Chauffeur Aug. Weiss b. De Mondharmonica Jacob Hamel c. Baas Jan de Timmerman Bernard Diamant 4. Allegretto St. Heller 5. a. Als 't klokje klingelt, Jos Reekers b. Limburg, mijn Vaderland, Henri Tijsen c. Hemelhuis Emiel Hullebroek 6. Allegro Scheppers In de opgaaf staat achter Vert. 55: Oud rijk, welks immersenz. Moet zijn: „Oud rijk, welks inwoners". In de oplossing van 8 Juli staat bij Vert. 43: „Wil", moet zijn: „Uil", BEVALLEN: A. MelkerKabel, z.; Th. A. M. van GamerenKeizer, d. OVERLEDENK. M. van Belzen, m., 8 w. Gevonden en Verloren voorwerpen Gevonden Etui met twee zonnebrillen, vulpen zonder dop, dameshoed, groentekist, badpak met handdoek, drie belastingmerken, kinder fietsje en blaezertje, polshorloge zonder arm bandje, 1 mand kersen, baddoek met badpak, bovenstuk van een vulpen met gouden pen. Verloren. Verchroomd dameshorloge met dito arm bandje, zwarte damestasch, bruine pet, doublé armband-horloge met dito armband, wandel wagentje, dameshandschoen, 2 portemonnaie met inhoud, 2 belastingmerken, doublé arm bandje, roode alpinemuts, blauw overal, vul pen, gouden broche, 2 sleuteltjes. De burgemeester van Leerdam waarschuwt tegen eenige personen, waaronder Joodsche typen, die bij de menschen trachten binnen te komen door het tegen bespottelijk lagen prijs te koop aanbieden van witte jassen, dameskou sen, heerensokken, waarvan zij monsters bij zich hebben en toonen. Deze goederen kunnen worden besteld en zullen later worden toege zonden. Eenmaal bestellingen gedaan, trachten zij onder bedrieglijke voorwendselen coupons stoffen voor heerencostuums te verkoopen en, volgens hunne mededeeling, zal dan later op verzoek een coupeur komen, die het costuum zal maken. De coupons zijn in het algemeen van slechte qualiteit en worden tegen een veel te hoogen prijs verkocht. Deze stoffen moeten direct worden betaald. De bestelde goedkoope jassen, kousen en sokken, enz. worden niet ge leverd en ook de coupeur, die verschijnt, blijkt met de verkoopers van de stof niets uitstaande te hebben en hen zelfs niet te kennen. De door hen afgegeven kaarten van de kleermakerij „Ulta", Alb. Cuyperstraat 810 te Amster dam, zijn dezen lieden niet door deze firma verstrekt. Belanghebbenden wordt in overweging ge geven hierop niet in te gaan en deze lieden bui ten de deur te houden. Namens de Officier van Justitie te 's-Her- togenbosch waarschuwt de burgemeester van Waalre belanghebbenden om, alvorens in relatie te treden met Gerardus van der Meer, geb. te Helvoirt 1 Febr. 1890, handelaar en koopman in schilderijen, wonende te Waalre (Aalst), Valkenswaardscheweg 45; reizende met den auto, gekenmerkt N 31695, zich eerst om inlichtingen te wenden tot genoemden burgemeester. Van der Meer is meestal in gezelschap van een tweeden persoon. UITSLAG NEDERLAAGWEDSTRIJDEN. Bios BoysHospitaal 35 waarmee de Cebuto Reiziger wordt onthaald in het voornaamste hotel en de schilderachtigste dorps- taveerne. Geen gezoek en gezeur. Cebuto kent de beste adressen en regelt alles. Uit de Cebuto Massakeus: 6 dg. Luxemburg ƒ49.— 7 dg Vogezen 56.75 6 dg. Harzgebergte 47.— 7 dg Zwarte Woud 55.— 10 dg. Beieren en Tirol „81.— 8 dg. Zwitserland, Luzern 69.50 Inlichtingen en reisgids bij: Reisbureau VELTHUYS, Den Heider. tegenover Postbrug. Tel. 308. Benoemd tot broeder in de Orde van den Ned.Leeuw. Janus Kuiper, na wijlen Opa Rijkers, de ongekroonde koning der Heldersche Zeerid ders. is Zaterdag op zeer. eervolle wijze ko ninklijk onderscheiden. Een verdiende hulde aan dezen redder, die zijn titel met eere draagt. Het was tijdens de lunch, die het gemeente bestuur aan de genoodigden in het badpavil joen aanbood, dat de burgemeester mee deelde, dat het Hare Majesteit de Koningin behaagd had, Janus Kuiper te benoemen tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw. Deze mededeeling van den burgemeester werd met hartelijk applaus ontvangen- en de burgemeester bleek zelf blij ontroerd door deze onderscheiding van den grijzen redder. In zijn welkomstwoord aan de gasten van het gemeentebestuur wees de heer Ritmees ter op de taak, die het heele Nederlandsche volk heeft ter vereffening van een schuld, die men aan hen heeft, die altijd bereid waren hun leven voor hun medemensch te willen geven. Het is een genoegen mede te werken aan het delgen van die schuld. De burgemeester sprak zijn erkentelijkheid uit voor hetgeen door het Dorus Rijkersfonds en andere fondsen in den loop der jaren voor de oude redders is verricht. Voor de blijmoe dige wijze waarop het hoofdbestuur van het Dorus Rijkersfonds" zich van deze taak heeft gekweten, niettegenstaande veel cri- tiek, zegt spr. De burgemeester herinnert aan het leven van Dorus Rijkers, kind uit doodarme ouders, die zijn leven in dienst van zijn medemensch gesteld heeft en die in arme omstandig heden zijn leven gelaten heeft. Het is aan het initiatief van Dr. Rademaker, oud-hoofd redacteur van „Het Vaderland" te danken dat hierin een kentering is gekomen. Met eere mag de naam van Dr. Rademaker ge noemd worden en hij mag voor zijn arbeid den dank van allen in ontvangst nemen. De burgemeester herinnert aan de benoe ming van Jaap "Been tot broeder in de orde van den Ned. Leeuw, nadat spr. over de zorg volle omstandigheden van dezen ouden red der gesproken had. Dit beteekende voor Been 200.per jaar, een bedrag, dat zijn zor gen minder maakte. Weinigen hebben deze hooge onderschei ding ontvangen. Met Dorus Rijkers was het slechts Jaap Been. Spr. deelde dan onder spannende stilte mede, dat het Hare Majesteit de Koningin behaagd heeft Janus Kuiper te benoemen tot broeder in de orde van den Nederl. Leeuw. Doortje VaderRijkers, die stiefzuster van Janus is, is na den burgemeester de eerste die den ouden redder met deze zeldzame en hooge onderscheiding, met een hartelijke om helzing gelukwenscht Janus dankt den burgemeester ontroerd. Dan worden hem hartelijk en welgemeend tal van handen geschud. Een „Lang zal hij leven" wordt aange heven. Een gloriedag voor Dr. Rademaker. Dr. Rademaker, oud-hoofdredacteur van ..Het Vaderland", aan wien Dorus Rijkers zooveel te danken heeft, verteld van zijn eer ste ontmoeting met Opa. Zijn werk voor Rij kers beschouwt spr. niet als een verdienste maar als een genade Gods. Het was bij de onthulling van het Marine-monument. Dorus vertelde hem toen van zijn omstandigheden en dat hij bij zijn dochter, zijn oogappel, in huis was. Spr. voelde, dat het voor den ouden fieren zeeheld een smart was, dat hij zoo afhanke lijk was, hoewel met groote liefde voor hem gezorgd werd. Toen schreef spr. de ge schiedenis van Dorus Rijkers en het Neder landsche volk reageerde daarop spontaan. Spr. is daarvoor zeer dankbaar. Nu zal Rijkers in het monument voortleven als het groote voorbeeld voor heel het Nederlandsche volk, van hen, die ieder oogenblik gereed staan hun leven te offeren. Dr. Rademaker brengt een woord van hulde, die de redders een zoo warm hart toedraagt. Hij is er zeker van, dat in zijn han den de belangen van de oude redders veilig zijn. Met een „lang zal hij leven" besluit Dr. Rademaker zijn toespraak De burgemeester herinnert dan aan de stranding van de „Renown", waarvan twee redders: Janus Kuiper en Piet Ostenburg nog in leven zijn. Tot den bijna blinden Ostenburg spreekt hij een hartelijk woord en overhandigt hem daar na, namens het hoofdbestuur van het Dorus Rijkersfonds een envelop met inhoud, met den wensch, dat de inhoud zijn levensavond iets zal mogen verlichten. Coen Bot, de schipper van de „Dorus Rijkers", spreekt namens zijn collega's een dankwoord en herinnert nog eens aan het leven van opa Rijkers, onder wien hij 10 jaar als reserve-schipper diende. Hierna begeven de genoodigden zich naar het Helden der Zeeplein, waarvan men het verslag hierboven leest. Een paar jaar geleden reeds meenden velen, dat men aan de climax der internationale span ningen toe was, en dat het Tiiet lang meer zou duren, alvorens de zoo hoog opgezweepte poli tieke hartstochten in rustiger beddingen geleid zouden worden. Telkenmale is men echter opnieuw teleurge steld. Telkens weer was er een nieuwe climax en telkens weer bleek, dat de mogelijkheden voor internationale intriges, haat en conflicten, onuitputtelijk zijn. Met name thans zou men geneigd zijn' te ver onderstellen, dat de spanningen zich niet meer kunnen toespitsen. Waarheen men het oog ook richt, het is overal misère. En dat dusdanig, dat men zelfs de moeilijkheden vlak bij huis, name lijk de zich moeizaam voortsleepende kabinets crisis, als onbelangrijk, althans als een secun daire aangelegenheid, beschouwt. De Duitsch-Britsche en Britsch-Duitsche haat heeft vrijwel haar hoogtepunt bereikt. De heer Stephen Kings-Hall heeft zich in een par ticulier schrijven tot het Duitsche volk gewend, met de bedoeling dit te wijzen op het groote ge vaar, dat gelegen is in het feit, dat de heeren machthebbers van het Derde Rijk het volk linea recta naar den oorlog drijven. Het blijkt, dat deze daad in de Wilhelmstrasse zeer zwaar op gevat wordt en dat men overweegt stappen te nemen. Hierover behoeven wij ons overigens niet al te ongerust te maken. Reeds gedurende langen tijd is Duitschland bezig met een inten sieve stemmingmakerij in tal van landen, in en buiten Europa, zoodat de verontwaardiging van Duitsche zijde over het initiatief van Stephen Kings-Hall wel wat vreemd aandoet. Het is zuiver een kwestie van leer-om-leer. Overigens kunnen wij toch wel weer be grijpen, dat de heer Goebbels zich op zijn hart getrapt gevoelt. De hermetisch geslo ten grenzen blijken, toch altijd nog lekken te bezitten en niets is hem onaangenamer, dan dat andere meeningen in Duitschland de zijne kruisen. De strijd van het Russische leger in het Verre Oosten tegen het Japansche gaat kalm door. Als men de berichten moet geloóven, val len er dagelijks honderden slachtoffers. Even eens strijdt Japan door tegen China. De Chi- neesche draak schijnt inderdaad een zevenkop pig monster te zijn. Van een snelle verovering komt niets en telkens hoort men weer de mee ning, dat juist dezen oorlog aan China zijn eenheid teruggeeft. In Tokio onderhandelt Japan met Engeland over een hoogst ernstige prestige kwestie. De eerste berichten van het zoo juist aangevangen onderhoud luiden verre van bemoedigend. Japan staat op z'n stuk en Engeland eveneens. Men schijnt langs elkaar heen te praten. Hopelijk vindt men nog een modus om uit het moeras te komen. In het tegenovergesteld geval zijn de gevolgen op dit oogenblik nog niet te overzien. En nu zwijgen wij maar van de internationale spionnage-affaires, van Zuid-Tirol, van de poli tieke spanning in de V.S. en van de sleepende besprekingen in Moskou. Het ziet er alles wel zeer troosteloos uit en men zou haast geneigd zijn, het hoofd in de schoot te leggen en te wachten op het Groote Wonder. Het wonder, dat aan de moede en afgetobde wereld haar rust zal weergeven, de rust, die wij allen zoo zeer van noode hebben. Er is een oud spreekwoord, dat zegt: als het water aan de lippen staat is de red ding nab(j. Welnu, wie weet of deze red ding inderdaad niet zeer nabij is. Wij hopen het vurig en wjj zjjn er zeker van, dat deze hoop door millioenen gedeeld wordt. (auto- en bootdiensten) Zaterdagmiddag werd een aanvang gemaakt met het afnemen der H.L.O.-vaardigheidsproe- ven en wel allereerst met de athletiekproeven. Deze werden afgenomen op het terrein aan de Kemphaanstraat alwaar de-candidaten ook gedurende 3 maanden één avond per week heb ben geoefend. Het bleek echter, dat niet allen deze trainingsperiode nuttig gebruikt hadden. Een vijftal heeren en één dame konden aan de gestelde eischen niet voldoen en moesten van verdere deelname afzien. Hieruit blijkt weer eens duidelijk dat, hoe eenvoudig deze eischen zoo oppervlakkig bezien lijken, men toch niet zonder ernstige voorbereiding het diploma kan verwerven. De wandelproef welke door velen Zondag werd afgelegd, bracht geen meerdere uitvallers; hoewel er verscheidene behoorlijk „beblaard" waren. Als bijzonderheid kan nog worden ver meld, dat het geheel met een smalfilm-apparaat is opgenomen. De candidaten kunnen dus over eenigen tijd hun verrichtingen nog eens, maar dan rustig op een stoel zittende, aanschouwen. Men verzocht ons nog te willen vermelden, dat het Werk-comité heeft besloten, bij vol doende deelname, de proeven nog éénmaal en wel in September a.s. af te nemen, zoodat de gelegenheid tot trainen, iederen Dinsdagavond, nog steeds bestaat. HAVEN VAN NIEUWEDIEP. Aangekomen.van Londen en vertrokken naar Harlingen het Engelsche s.s. „Falcon",

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 5