Borstbeeld van Dorus Rijkers
onthuld
SALON
CEBUTO
Ti effende plechtigheid op Helden der
Zeeplein
Janus Kuiper
Koninklijk
onderscheiden
Maandag 17 Juli 1939
Generaal Swart draagt
monument aan Gemeente
over
Tweede Blad
MANSHANDEN
Auto in de Buitenhaven
gereden
Beiaardconcert
Rectificatie Kruiswoordraadsel
Burgerlijke Stand van Den Hekier
Waarschuwingen
G is de Gastvrijheid
Ontredderde wereld
De belangen der cliënten gaan
vóór alles bij E S O N A
H.L.O. vaardigheidspro even
Zaterdagmiddag om drie uur heeft op het
jfelden der Zeeplein de onthulling plaats ge
vonden van het borstbeeld van wijlen den
grootsten Nederlandschen redder, Dorus Rij
kers, een menschenleeftijd schipper van de red-
dingvlet, die meer dan 500 menschen het leven
redde, ondanks het groote gevaar voor eigen
leven. In hem zijn alle oud-redders geëerd.
Onder zeer groote belangstelling vond' des
jniddags de onthulling van het borstbeeld
plaats. H. M. de Koningin was vertegenwoor
digd door den len Luitenant ordonnance offi
cier A. J. F. M. Egten van Wissekerke, terwijl
zeer vele Marine- en burger-autoriteiten acte
de présence gaven.
Aanwezig waren o.m. de hoofdbestuursleden
G. Whitlau, voorzitter van het Dorus Rijkers
fonds, luitenant-generaal H. N. A. Swart, pre
sident-commissaris, Jhr. Gevers Deynoot, de
lieer Ruhaak, de dames Dirkzwager en De
Jong—de Ruyter. Het eerelid Dr. Rademaker
en van de oprichters van het Dorus Rijkers
fonds, de heeren H. J. P. Egner, L. Grunwald,
P. Jager en W. F. la Lau.
Voorts de Burgemeester van Den Helder, de
heer G. Ritmeester, en Mevr. Ritmeester
v. d. Feen, wethouder en Mevr. P. S. van der
Vaart. De waarn. Commandant van de Marine,
kolonel Baron en Mevr. C. J. van Asbeck, de
Adjudant van den Commandant der Marine,
luit. ter zee der le kl. B. J. Velderman, en
Majoor v. d. Blom. Namens het Hoofdbestuur
van' de Nd.- en Zd.-Hollandsche Redding Mij.,
de Commissaris van het Loodswezen, de heer
P. C. van Diest. De heeren Bandsma, Dokter,
Middendorp, Leewens e.a. Tal van oud
redders, o.a. Janus Kuiper, Piet Ostenbrug, P.
Bontes en het bestuur van de Vereeniging
„Moed, Volharding en Zelfopoffering". En
natuurlijk Doortje Vader Rijkers, Opa's
eenigste dochter.
Eveneens waren bijna alle plaatselijke ver-
eenigingen vertegenwoordigd, terwijl 't Corps
Adelborsten en leerlingen van de Zeevaart
school voor een eerewacht hadden gezorgd.
Aan weerskanten van het monument, dat nog
met de driekleur was gedekt, stonden een
tweetal zeevaartscholieren opgesteld.
Het monument is geplaatst tegen de dijk-
glooiing, in het midden van een keurig onder
houden plantsoen, met het front naar het Hel
den der Zee-monument.
Precies drie uur zette het Stafmuziekkorps
der Koninklijke Marine het „Wilt heden nu
treden" van Valerius in, waarna het „Helders
Mannenkoor" „Hollands Glorie" zong.
De heer Whitlau.
Hierna verkreeg de heer G. Whitlau, voor
zitter van het „Dorus Rijkersfonds", het woord.
Namens het hoofdbestuur sprak hij- er
zijn voldoening over uit, dat zoovelen ge
volg hebben gegeven aan de uitnoodiging
om bij de onthulling van dit borstbeeld van
wijlen Dorus Rijkers tegenwoordig te zijn.
In het bijzonder heette hij welkom den ver
tegenwoordiger van H. M. de Koningin en
hij verzocht dezen den hartelyken dank
hiervoor aan H. M. te willen overbrengen.
„Het is geen levensgroot standbeeld gewor
den, wat het Dorus Rijkers-comité aanbiedt.
Maar de waardeering voor het werk, dat deze
redder heeft gedaan, zit niet in de grootte van
het monument.
Juist in onze dagen, waar alles even snel
leeft en waar stemmingen en toestanden ieder
oogenblik veranderen, zien wij hoe een stand
beeld, dat eens met gejuich en enthousiasme
en gloedvolle redevoeringen werd onthuld,
eenigen tijd later door tegenstanders van zijn
voetstuk werd gestooten. Nog klinkt den
eenen dag het Hosanna, den anderen dag werpt
de volksmassa steenen. Dit lot zal het beeld
van Dorus Rijkers nimmer treffen, want hij
kende geen vijanden. Hij redde Mohammeda
nen, Christenen, Joden en Boeddhisten. Ras en
Nationaliteit maakten voor hem geen verschil.
Spreker deed nu een beroep op het Neder-
landsche Volk om de helden te blijven steunen
door middel van het Dorus Rijkersfonds.
Na dank te hebben gebracht aan den Burge
meester en zijn waardeering te hebben uitge
sproken voor de wijze, waarop de beeldhouw
ster, Mevr. Van BeekCalkoen zich van haar
taak heeft gekweten, verzocht hij den presi
dent-commissaris van het Dorus Rijkersfonds,
generaal Swart, adjudant in b.d. van H. M. de
Koningin, tot onthulling en overdracht aan de
gemeente over te gaan.
De 75-jarige generaal begaf zich naar
het borstbeeld en verwijderde het doek.
Dan richtte hij zich met enkele woorden
tot het gemeentebestuur en verzocht dit
borstbeeld wel te willen aanvaarden. Een
beeld, dat de herinnering levendig houdt
aan een groot Nederlander, die oll men
schen redde.
Daarna werd namens H.M. de Koningin een
krans gelegd, waarbij door het Stafmuziek
korps het Wilhelmus werd gepeeld. Nadat
ook de krans van het Dorus Rijkersfonds was
neergelegd, volgde een krans van het gemeen
tebestuur, van „Moed, Volharding en 1 P
offering, de Nd.- cn Zd.-Hollandsche Reddings-
Mij. en diverse andere instanties.
Burgemeester Ritmeester.
De Burgemeester van Den Helder, de heer
DAMES KAPPER HEERER
Stakmanbossestr. 65 Tel. 51*
G. Ritmeester, voerde hierna het woord. Hij
herinnerde aan het bewogen leven van Dorus
Rijkers. Dorus Rijkers' naam, die spreekt voor
zoo veler verbeelding. Dorus Rijkers, man van
storm en strijd met den dood, man, redder,
meer dan redder, held, die in het tijdvak van
1872 tot 6 Maart 1911, als schipper der red
dingboot te Nieuwediep van de Noord- en
Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij, 38
reddingen van 511 schipbreukelingen heeft
verricht en zich steeds onderscheiden heeft,
zooals het er in eenvoudige woorden staat
geschreven: door menschlievendheid, moed en
zeemanschap.
511 menschen gered van een wissen
dood. Spreker releveert de redding van
de „Renown", een redding, die tot ver over
de grenzen van ons land bewondering
wekte voor den moed van de redders.
Voor dit feit benoemde Koning Willem
de Derde Dorus tot broeder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw, een eeretee-
ken, dat slechts uitzonderlijk verleend
wordt en alleen aan hen, die zich door
machtige daden, door zelfopoffering of
andere blijken van menschenliefde, zooals
de wet op de orde van 29 Sept. 1815 zegt,
deze onderscheiding waardig maken.
En te midden van deze strijders met den
dood bevonden zich twee mannen, die hier
thans aan mijn zijde staan en wier namen ik
U als een levende herinnering wil noemen.
Adrianus IJsbrand Kuiper, na Dorus schipper
der reddingboot, thans 83 jaren, zijn borst ver
sierd met talrijke eereteekenen voor de red
ding van meer dan 400 schipbreukelingen.
Het was mij een groot voorrecht hem zoo
straks te hebben mogen mededeelen, dat het
Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd
hem te benoemen tot broeder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw. En dan onze oude
vriend Pieter Ostenbrug, eveneens drager der
„Renown"-medaille, wiens levensavond thans
door het Dorus Rijkersfonds wordt verlicht,
want onze redders verrichten hun daden niet
om geld en rijk zijn zij er niet van geworden.
Bij de onthulling van het Marine-monument
in Den Helder in 1923 werd Dorus weer „ont
dekt" door Dr. Rademaker, den hoofdredacteur
van „Het Vaderland" en eerelid van het Dorus
Rijkersfonds, die geijverd heeft om hem door
levenslange wekelijksche toelagen een moeilij
ken ouden dag te besparen, hetgeen gelukt is.
Het Helden der Zeefonds „Dorus Rijkers", door
Henri ter Hall, Egner, L. Grunwald in het
leven geroepen, is zijn zegenrijke taak begon
nen en het Nederlandsche Volk, eenmaal ont
waakt, steunde en steunt door schenkingen en
gaven, opdat de velen, die het behoeven, hun
weduwen, een minder zorgelijken dag krijgen.
Wij willen Dorus in onze herinnering, in dien
van onze kinderen en kindskinderen, doen
voortbestaan door dit beeld. Daarom zijn wij
het hoofdbestuur van het Dorus Rijkersfonds
erkentelijk voor deze schenking, die het ge
meentebestuur gaarne aanvaardt en in den
besten toestand zal bewaren.
Spreker brengt dank aan allen, die aan deze
posthume hulde hebben deelgenomen en eindigt
met te zeggen: Dorus Rijkers heeft niet tever-
zich meer dan ooit één voelen, één in hulp, én
ken tot goede daden, zal anderen de gedachte
bijbrengen, dat zij zich op andere wijze moeten
aangorden om hun hulp en steun te verleenen.
In dezen tijd moet het Nederlandsche volk
hebben het twaalfhonderdkoppige publiek ver
in steun.
Aan Dorus Rijkers komt den dank der natie
toe, men brenge die over op hen, die hem
steeds ter zijde hebben gestaan, onze stoere
redders van de zee.
De plechtigheid werd door zang van het
„Helders Mannenkoor" en door een koraal van
het Stafmuziekkorps besloten.
De eigenaar van een der jachten, die aan
de zeilwedstrijden deelgenomen hebben, had in
de.i nacht van Vrijdag op Zaterdag een vrij
onaangename ervaring. Juist toen hij zich
aan boord van zijn jacht begeven had, hoorde
hij een luiden plons en bij nader onderzoek
bleek, dat zijn auto in de Buitenhaven dreef.
Te ongeveer twee uur aangekomen, had hij
zijn wagen op de helling ter hoogte van de
ligplaatsen der sleepbooten geparkeerd, maar
vergeten hem op de rem te zetten.
Even later is de wagen gaan rijden, met
bovengemeld resultaat.
Te ongeveer half twaalf Zaterdagmorgen
werden door de onderneming Nelis pogingen
in het werk gesteld het voertuig te lichten,
die al spoedig met succes werden bekroond.
Een neergelaten anker greep den wagen
onder het spatbord, en van dit oogenblik af
had de berging een vlot verloop.
Klokkenspel monument Nederlansch Red
dingswezen te geven heden, van 89 uur, door
den stadsbeiaardier.
Programma:
1. Een gangspildeuntje J. Viotta
2. Ave Maria Jef Denijn
3. a. De Kleine Chauffeur Aug. Weiss
b. De Mondharmonica Jacob Hamel
c. Baas Jan de Timmerman
Bernard Diamant
4. Allegretto St. Heller
5. a. Als 't klokje klingelt, Jos Reekers
b. Limburg, mijn Vaderland, Henri Tijsen
c. Hemelhuis Emiel Hullebroek
6. Allegro Scheppers
In de opgaaf staat achter Vert. 55: Oud rijk,
welks immersenz. Moet zijn: „Oud rijk,
welks inwoners". In de oplossing van 8 Juli
staat bij Vert. 43: „Wil", moet zijn: „Uil",
BEVALLEN: A. MelkerKabel, z.; Th. A.
M. van GamerenKeizer, d.
OVERLEDENK. M. van Belzen, m., 8 w.
Gevonden en Verloren voorwerpen
Gevonden
Etui met twee zonnebrillen, vulpen zonder
dop, dameshoed, groentekist, badpak met
handdoek, drie belastingmerken, kinder
fietsje en blaezertje, polshorloge zonder arm
bandje, 1 mand kersen, baddoek met badpak,
bovenstuk van een vulpen met gouden pen.
Verloren.
Verchroomd dameshorloge met dito arm
bandje, zwarte damestasch, bruine pet, doublé
armband-horloge met dito armband, wandel
wagentje, dameshandschoen, 2 portemonnaie
met inhoud, 2 belastingmerken, doublé arm
bandje, roode alpinemuts, blauw overal, vul
pen, gouden broche, 2 sleuteltjes.
De burgemeester van Leerdam waarschuwt
tegen eenige personen, waaronder Joodsche
typen, die bij de menschen trachten binnen te
komen door het tegen bespottelijk lagen prijs
te koop aanbieden van witte jassen, dameskou
sen, heerensokken, waarvan zij monsters bij
zich hebben en toonen. Deze goederen kunnen
worden besteld en zullen later worden toege
zonden. Eenmaal bestellingen gedaan, trachten
zij onder bedrieglijke voorwendselen coupons
stoffen voor heerencostuums te verkoopen en,
volgens hunne mededeeling, zal dan later op
verzoek een coupeur komen, die het costuum
zal maken. De coupons zijn in het algemeen
van slechte qualiteit en worden tegen een veel
te hoogen prijs verkocht. Deze stoffen moeten
direct worden betaald. De bestelde goedkoope
jassen, kousen en sokken, enz. worden niet ge
leverd en ook de coupeur, die verschijnt, blijkt
met de verkoopers van de stof niets uitstaande
te hebben en hen zelfs niet te kennen. De door
hen afgegeven kaarten van de kleermakerij
„Ulta", Alb. Cuyperstraat 810 te Amster
dam, zijn dezen lieden niet door deze firma
verstrekt.
Belanghebbenden wordt in overweging ge
geven hierop niet in te gaan en deze lieden bui
ten de deur te houden.
Namens de Officier van Justitie te 's-Her-
togenbosch waarschuwt de burgemeester van
Waalre belanghebbenden om, alvorens in
relatie te treden met Gerardus van der Meer,
geb. te Helvoirt 1 Febr. 1890, handelaar en
koopman in schilderijen, wonende te Waalre
(Aalst), Valkenswaardscheweg 45; reizende
met den auto, gekenmerkt N 31695, zich eerst
om inlichtingen te wenden tot genoemden
burgemeester.
Van der Meer is meestal in gezelschap van
een tweeden persoon.
UITSLAG NEDERLAAGWEDSTRIJDEN.
Bios BoysHospitaal 35
waarmee de Cebuto Reiziger wordt
onthaald in het voornaamste hotel
en de schilderachtigste dorps-
taveerne. Geen gezoek en gezeur.
Cebuto kent de beste adressen en
regelt alles.
Uit de Cebuto Massakeus:
6 dg. Luxemburg ƒ49.—
7 dg Vogezen 56.75
6 dg. Harzgebergte 47.—
7 dg Zwarte Woud 55.—
10 dg. Beieren en Tirol „81.—
8 dg. Zwitserland, Luzern 69.50
Inlichtingen en reisgids bij:
Reisbureau VELTHUYS, Den Heider.
tegenover Postbrug. Tel. 308.
Benoemd tot broeder in de Orde
van den Ned.Leeuw.
Janus Kuiper, na wijlen Opa Rijkers, de
ongekroonde koning der Heldersche Zeerid
ders. is Zaterdag op zeer. eervolle wijze ko
ninklijk onderscheiden. Een verdiende hulde
aan dezen redder, die zijn titel met eere
draagt.
Het was tijdens de lunch, die het gemeente
bestuur aan de genoodigden in het badpavil
joen aanbood, dat de burgemeester mee
deelde, dat het Hare Majesteit de Koningin
behaagd had, Janus Kuiper te benoemen tot
ridder in de orde van den Ned. Leeuw.
Deze mededeeling van den burgemeester
werd met hartelijk applaus ontvangen- en de
burgemeester bleek zelf blij ontroerd door
deze onderscheiding van den grijzen redder.
In zijn welkomstwoord aan de gasten van
het gemeentebestuur wees de heer Ritmees
ter op de taak, die het heele Nederlandsche
volk heeft ter vereffening van een schuld, die
men aan hen heeft, die altijd bereid waren
hun leven voor hun medemensch te willen
geven. Het is een genoegen mede te werken
aan het delgen van die schuld.
De burgemeester sprak zijn erkentelijkheid
uit voor hetgeen door het Dorus Rijkersfonds
en andere fondsen in den loop der jaren voor
de oude redders is verricht. Voor de blijmoe
dige wijze waarop het hoofdbestuur van het
Dorus Rijkersfonds" zich van deze taak
heeft gekweten, niettegenstaande veel cri-
tiek, zegt spr.
De burgemeester herinnert aan het leven
van Dorus Rijkers, kind uit doodarme ouders,
die zijn leven in dienst van zijn medemensch
gesteld heeft en die in arme omstandig
heden zijn leven gelaten heeft. Het is aan het
initiatief van Dr. Rademaker, oud-hoofd
redacteur van „Het Vaderland" te danken
dat hierin een kentering is gekomen. Met
eere mag de naam van Dr. Rademaker ge
noemd worden en hij mag voor zijn arbeid
den dank van allen in ontvangst nemen.
De burgemeester herinnert aan de benoe
ming van Jaap "Been tot broeder in de orde
van den Ned. Leeuw, nadat spr. over de zorg
volle omstandigheden van dezen ouden red
der gesproken had. Dit beteekende voor Been
200.per jaar, een bedrag, dat zijn zor
gen minder maakte.
Weinigen hebben deze hooge onderschei
ding ontvangen. Met Dorus Rijkers was het
slechts Jaap Been.
Spr. deelde dan onder spannende stilte
mede, dat het Hare Majesteit de Koningin
behaagd heeft Janus Kuiper te benoemen tot
broeder in de orde van den Nederl. Leeuw.
Doortje VaderRijkers, die stiefzuster van
Janus is, is na den burgemeester de eerste
die den ouden redder met deze zeldzame en
hooge onderscheiding, met een hartelijke om
helzing gelukwenscht
Janus dankt den burgemeester ontroerd.
Dan worden hem hartelijk en welgemeend tal
van handen geschud.
Een „Lang zal hij leven" wordt aange
heven.
Een gloriedag voor Dr. Rademaker.
Dr. Rademaker, oud-hoofdredacteur van
..Het Vaderland", aan wien Dorus Rijkers
zooveel te danken heeft, verteld van zijn eer
ste ontmoeting met Opa. Zijn werk voor Rij
kers beschouwt spr. niet als een verdienste
maar als een genade Gods. Het was bij de
onthulling van het Marine-monument. Dorus
vertelde hem toen van zijn omstandigheden
en dat hij bij zijn dochter, zijn oogappel, in
huis was.
Spr. voelde, dat het voor den ouden fieren
zeeheld een smart was, dat hij zoo afhanke
lijk was, hoewel met groote liefde voor hem
gezorgd werd. Toen schreef spr. de ge
schiedenis van Dorus Rijkers en het Neder
landsche volk reageerde daarop spontaan.
Spr. is daarvoor zeer dankbaar. Nu zal
Rijkers in het monument voortleven als het
groote voorbeeld voor heel het Nederlandsche
volk, van hen, die ieder oogenblik gereed
staan hun leven te offeren.
Dr. Rademaker brengt een woord van
hulde, die de redders een zoo warm hart
toedraagt. Hij is er zeker van, dat in zijn han
den de belangen van de oude redders veilig
zijn.
Met een „lang zal hij leven" besluit Dr.
Rademaker zijn toespraak
De burgemeester herinnert dan aan de
stranding van de „Renown", waarvan twee
redders: Janus Kuiper en Piet Ostenburg nog
in leven zijn.
Tot den bijna blinden Ostenburg spreekt hij
een hartelijk woord en overhandigt hem daar
na, namens het hoofdbestuur van het Dorus
Rijkersfonds een envelop met inhoud, met den
wensch, dat de inhoud zijn levensavond iets
zal mogen verlichten.
Coen Bot, de schipper van de „Dorus
Rijkers", spreekt namens zijn collega's een
dankwoord en herinnert nog eens aan het
leven van opa Rijkers, onder wien hij 10 jaar
als reserve-schipper diende.
Hierna begeven de genoodigden zich naar
het Helden der Zeeplein, waarvan men het
verslag hierboven leest.
Een paar jaar geleden reeds meenden velen,
dat men aan de climax der internationale span
ningen toe was, en dat het Tiiet lang meer zou
duren, alvorens de zoo hoog opgezweepte poli
tieke hartstochten in rustiger beddingen geleid
zouden worden.
Telkenmale is men echter opnieuw teleurge
steld. Telkens weer was er een nieuwe climax
en telkens weer bleek, dat de mogelijkheden
voor internationale intriges, haat en conflicten,
onuitputtelijk zijn.
Met name thans zou men geneigd zijn' te ver
onderstellen, dat de spanningen zich niet meer
kunnen toespitsen. Waarheen men het oog ook
richt, het is overal misère. En dat dusdanig, dat
men zelfs de moeilijkheden vlak bij huis, name
lijk de zich moeizaam voortsleepende kabinets
crisis, als onbelangrijk, althans als een secun
daire aangelegenheid, beschouwt.
De Duitsch-Britsche en Britsch-Duitsche
haat heeft vrijwel haar hoogtepunt bereikt. De
heer Stephen Kings-Hall heeft zich in een par
ticulier schrijven tot het Duitsche volk gewend,
met de bedoeling dit te wijzen op het groote ge
vaar, dat gelegen is in het feit, dat de heeren
machthebbers van het Derde Rijk het volk linea
recta naar den oorlog drijven. Het blijkt, dat
deze daad in de Wilhelmstrasse zeer zwaar op
gevat wordt en dat men overweegt stappen te
nemen. Hierover behoeven wij ons overigens
niet al te ongerust te maken. Reeds gedurende
langen tijd is Duitschland bezig met een inten
sieve stemmingmakerij in tal van landen, in en
buiten Europa, zoodat de verontwaardiging van
Duitsche zijde over het initiatief van Stephen
Kings-Hall wel wat vreemd aandoet. Het is
zuiver een kwestie van leer-om-leer.
Overigens kunnen wij toch wel weer be
grijpen, dat de heer Goebbels zich op zijn
hart getrapt gevoelt. De hermetisch geslo
ten grenzen blijken, toch altijd nog lekken te
bezitten en niets is hem onaangenamer, dan
dat andere meeningen in Duitschland de
zijne kruisen.
De strijd van het Russische leger in het
Verre Oosten tegen het Japansche gaat kalm
door. Als men de berichten moet geloóven, val
len er dagelijks honderden slachtoffers. Even
eens strijdt Japan door tegen China. De Chi-
neesche draak schijnt inderdaad een zevenkop
pig monster te zijn. Van een snelle verovering
komt niets en telkens hoort men weer de mee
ning, dat juist dezen oorlog aan China zijn
eenheid teruggeeft.
In Tokio onderhandelt Japan met Engeland
over een hoogst ernstige prestige kwestie. De
eerste berichten van het zoo juist aangevangen
onderhoud luiden verre van bemoedigend. Japan
staat op z'n stuk en Engeland eveneens. Men
schijnt langs elkaar heen te praten. Hopelijk
vindt men nog een modus om uit het moeras
te komen. In het tegenovergesteld geval zijn de
gevolgen op dit oogenblik nog niet te overzien.
En nu zwijgen wij maar van de internationale
spionnage-affaires, van Zuid-Tirol, van de poli
tieke spanning in de V.S. en van de sleepende
besprekingen in Moskou. Het ziet er alles wel
zeer troosteloos uit en men zou haast geneigd
zijn, het hoofd in de schoot te leggen en te
wachten op het Groote Wonder. Het wonder,
dat aan de moede en afgetobde wereld haar
rust zal weergeven, de rust, die wij allen zoo
zeer van noode hebben.
Er is een oud spreekwoord, dat zegt:
als het water aan de lippen staat is de red
ding nab(j. Welnu, wie weet of deze red
ding inderdaad niet zeer nabij is. Wij
hopen het vurig en wjj zjjn er zeker van,
dat deze hoop door millioenen gedeeld
wordt.
(auto- en bootdiensten)
Zaterdagmiddag werd een aanvang gemaakt
met het afnemen der H.L.O.-vaardigheidsproe-
ven en wel allereerst met de athletiekproeven.
Deze werden afgenomen op het terrein aan
de Kemphaanstraat alwaar de-candidaten ook
gedurende 3 maanden één avond per week heb
ben geoefend. Het bleek echter, dat niet allen
deze trainingsperiode nuttig gebruikt hadden.
Een vijftal heeren en één dame konden aan de
gestelde eischen niet voldoen en moesten van
verdere deelname afzien. Hieruit blijkt weer
eens duidelijk dat, hoe eenvoudig deze eischen
zoo oppervlakkig bezien lijken, men toch niet
zonder ernstige voorbereiding het diploma kan
verwerven.
De wandelproef welke door velen Zondag
werd afgelegd, bracht geen meerdere uitvallers;
hoewel er verscheidene behoorlijk „beblaard"
waren. Als bijzonderheid kan nog worden ver
meld, dat het geheel met een smalfilm-apparaat
is opgenomen. De candidaten kunnen dus over
eenigen tijd hun verrichtingen nog eens, maar
dan rustig op een stoel zittende, aanschouwen.
Men verzocht ons nog te willen vermelden,
dat het Werk-comité heeft besloten, bij vol
doende deelname, de proeven nog éénmaal en
wel in September a.s. af te nemen, zoodat de
gelegenheid tot trainen, iederen Dinsdagavond,
nog steeds bestaat.
HAVEN VAN NIEUWEDIEP.
Aangekomen.van Londen en vertrokken naar
Harlingen het Engelsche s.s. „Falcon",