HERMAN REPELS'
Charley Chan is niet dood
Sidney Toler als opvolger van
Warner Oland
Vier dochters
%am$mantdf\akfe
JtyanmanteU
©.e in J^dlen en ^antakieën
De Stafmuziek is in
Rotterdam
Wat geven de Bioscopen?
7 ivoli-theater
Goede crimineele film
U/Ute ï3io~lccuxp
Sensatie-program
ïZLaita-tAeaiel
Concerten
,Ons Genoegen
De a.s. Vierdaagsche
Een fietstocht door 't land?
Zakennieuws
Camera Obscura Prijs
vraag
Kledingmagazijnen, Den Helder
Van u-lo-tde. v-adeAtn en
pleMonó geleut&ï
En hoe de Maasstad oordeelt,..
Een studie-oorgaan van de Ned»
Ver. voor Luchtbescherming
Sedert vele jaren is Charley Chan feitelijk
een unicum op filmgebied geweest.
Charley Chan, wiens feitelijke naam luidde
Warner Oland, geboortig niet uit het myste
rieuze China, maar uit het ganschelijk nuch
tere Zweden, heeft sedert vele jaren een vol
komen eigen genre films doen zien. Films, be-
hoorende tot de categorie „mystery-storys",
maar die doorgaans van een belangrijk beter
gehalte waren dan de doorsnee „thriller".
Dat was /oornamelijk hieraan toe te schrij
ven, dat Warner Oland een kunstenaar was.
Een man, die, voordat hij de figuur van Earl
Biggers „Charley Chan" creëerde, diepe studie
maakte van het wezen dezer figuur. Die jaren
lang rondliep met de idee van de uitbeelding
van dezen Chineeschen speurder, die welis-
HET ZIT ER AL JONG IN.
Een der leden van de familie Chan op speur
tocht in de nieuwe 20th Century Fox-film
„Charley Chan in Hono'ulu" met Sidney
Toler in de hoofdrol.
waar alles zou kunnen ontsluieren, doch wiens
verschijning geen gedachten-associaties mocht
oproepen met Sherlock Holmes, Nick Carter,
G. G. (zij het dan nog nooit verfilmd) en
Drummond. Neen, Oland's ideaal was een fon
kelnieuwe verschijning op het doek der
schaduwen te brengen en toen hij haar schiep
toen bleek, dat er inderdaad een nieuw
detectivisch fenomeen bijgekomen was, dat in
recordtijd furore maakte en waarnaar jong en
oud ging kijken, waarbij men „thrill''1 onder
ging van de beste kwaliteit, en van wien
iedere film weer een verrassing was.
Het is slechts anderhalf geleden, dat de
kunstenaar Warner Oland plotseling overleed.
Zijn verlies werd door Hollywood ernstig be
treurd, maar wellicht nog meer miste men den
bekwamen speurder uit de reeks Charley
Chan-films, die nog in scenario gereed lagen
en op verfilming wachtten. Het publiek van
vijf werelddeelen was het er direct over eens,
dat het niet mogelijk was een tweede Charley
Chan te vinden. Teveel stond het zoo bekende
beeld van den eerste voor ieders geest, teveel
had men gefantaseerd om dit fenomeen, welk
geen intrigue te moeilijk, geen opgave te
zwaar was.
Hollywood houdt er echter een eigen mee
ning op na. En het verwonderlijkste daar
bij is wel het feit, dat het steeds weer
kans ziet zijn meening ingang te doen
vinden onder hetmillioenen-leger der
bioscoopbezoekers. Dank zij fenomenale
campagnes, dank zij weergalooze sug
gesties en dank zij de kunst van de tot in
de perfectie doorgevoerde imitatie.
Gisteravond zagen wij de eerste Charley
Chan-film met in den titelrol niet Warner
Oland, doch diens opvolger, Sidney Toler.
„Charley Chan in Honoloeloe" heet deze
film en zij is kennelijk geschreven voor den
eersten Charley Chan. Sidney Toler lijkt uiter
lijk merkwaardig veel op zijn voorganger. Hij
spreekt zijn „gebroken Engelsch" even char
mant als deze en weet net 7.00 snel de
publieke sympathie te winnen.
In scherpzinnigheid geeft hij den ander niets
toe, en met een even groote dosis flair ont
maskert hij na een serie avonturen den moor
denaar.
Tochis hij niet dezelfde. Het blijkt, dat
men in den loop der jaren al te zeer aan den
origineelen Charley Chan is gaan hechten dan
hem nu reeds, bij de eerste poging van zijn
opvolger, te kunnen vergeten. Ondanks het
feit dat Sidney Toler intelligent spel demon
streert, dat ook hij zich terdege in zijn rol
ingeleefd heeft en dat ook bij hem de humor
een belangrijke plaats inneemt.
Deze film bezit ontegenzeggelijk ver
diensten. Eveneens fouten. Niet altyd kan
men den opbouw logisch vinden en even
min heeft men altijd de spanning weten
op te voeren. Liefhebbers van het genre
zullen echter ongetwijfeld hun hart kun
nen ophalen en dit licht crimineel menu
in deze warme dagen met smaak kunnen
consumeeren en verteeren.
In het voorprogramma draait de film „De
Roos van de Rio Grande", een film half
operette, half Zuid-Amerikaansch romantisch
drama.
Het programma van de Witte Bioscoop
biedt deze week met name den liefhebbers
van sensationeele kost iets bijzonders. Als
eerste nummer draait namelijk de film „Ver
dwaald in de Jungle", een rolprent, die een
vrijwel aaneengeschakelde opvolging van
emotioneele gebeurtenissen laat zien en
waarin de door de hoofdrolvertolkers prima
spel gedemonstreerd wordt. Ongetwijfeld zal
de film in den smaak vallen.
Als tweede film draait „De Pokerspeler
van Wyoming", eveneens een talky voor
sterke zenuwen.
„Vier dochters", naar het bekende boek van
Fannie Hurst, is de titel van een charmant
filmwerk, dat heden in Rialto wordt vertoond.
Een film, die begint met een idylle en eindigt
met een idylle, maar in haar ontwikkeling de
tragische momenten niet mist. Deze zorgen
ervoor, dat dit werk, dat overigens ook muzi
kale kwaliteiten bezit, tot een genoeglijke
comedie zonder verdere pretentie geworden is.
Origineel van gegeven en uitwerking heeft
deze tragi-comedie ongetwijfeld uitstekende
kwaliteiten.
In een landelijke omgeving, op een villa te
midden van kersen- en appelboomgaarden,
onderwijst een musicus zijn vier dochters in de
muziek der klassieken, Bach, Beethoven. Maar
zelfs in deze ouderwetsche omgeving, dringen
moderne ideeën, maar dringt het vreeselijkste
volgens den muziekmeester, binnen de jazz.
Onmogelijk dit te verhinderen. En er zijn
meer dingen niet te verhinderen. De oude heer
moet het aanzien, dat hij één voor één zijn
dochters kwijt raakt. Waren alle vier even
normaal aan den man gekomen als de eerste
twee, het verhaal zou vier happy endings te
zien hebben gegeven, terwijl nu slechts drie
huwelijken gesloten worden.
Hoe dit mogelijk is, laten we aan de film
over om u te toonen.
Maar wel willen we dit nog onthullen, dat
het de schuld is van de Benjamin uit het be
koorlijke viertal, die inplaats van één, twee
mannen tracht gelukkig te maken, wat tot
groote moeilijkheden en droevige complicaties
aanleiding geeft.
Dat tenslotte alles terecht komt, alle knoo-
pen ontward worden, de overgebleven zuster
met haar successen als zangeres even gelukkig
is, als de drie anderen met haar man, dat het
eind is als het begin: beeld van geluk, wie zou
het zulk een aantrekkelijk viertal en zoo'n
toonbeeld van een papa niet toewenschen?
Vermelden \ye nog, dat in deze Paramount
film de drie zusters Lane, te weten Lola, Rose-
mary en Priscilla Lane een drietal dochters
voor haar rekening nemen, en de rolverdeeling
verder namen als Gale Page, Claude Rains en
John Garfield vermeldt, dan kan men van een
uitstekend programma verzekerd zijn.
Door een door Amerikaansch is de Para-
mount-film „Doktor Rythm". Alles wat in
Amerika mogelijk is en wat Amerika heeft uit
gedacht, wordt in deze film ten toon gesteld.
Er treedt een gangster voor het voetlicht,
tip-top gentleman en charmeur, die een eigen
jacht bezit, er worden uitstekende stukjes jazz
en songs weggegeven, een groot zigeuer-ballet
toont een weelde van costuums en ongelooflijke
staaltjes van danskunst. Daartusschen door
hekelt deze film de ingebeeldheid van som
mige sterren, stellen de Amerikanen hun eigen
zwakheden aan de kaak. Dat maakt deze film
tot een eerste klas amusementsfilm.
Wat het verhaal betreft kunnen we volstaan,
dat Dokter Remsen (Bing Crosby), van beroep
verandert, zich uitgeeft als bobby O'Roon, om
het meisje, waarop hij verliefd is, uit de han
den van zekeren Ls Roy, een berucht valsch-
speler te redden, wat hem na groote moeilijk
heden vanzelfsprekend gelukt. Daarbij gaat hij
kwistig om met songs, zoodat de heele film een
demonstratie van Bing Crosby's zangcapaci
teiten is.
.v.:
J§
Een opname uit de film
„Vier Dochters" en wel
van Priscilla Lane en
John Garfield.
(Rialto-theater).
De heer Krijgsman heeft met zijn kinder
koor het vorig jaar eenige geslaagde open
luchtconcerten gegeven en het zal daarom
zeker velen een genoegen doen te vernemen,
dat het Kinderkoor „On9 Genoegen" volgen
de week Woensdag en Donderdag weer een
concert geeft, waarvan het eerste in de mu
ziektent in het Julianapark en het tweede in
het badhotel te Huisduinen. Beide concerten
zullen des avonds 8.15 u. uitgevoerd worden.
Een bizondere attractie is, dat een tweetal
dienstplichtige militairen hun medewerking
verleenen. Zij zullen accordeonmuziek geven,
zoowel als begeleiding van het koor als
eenige extra nummertjes, die zeker in den
smaak van de luisteraars zullen vallen.
Wij vertrouwen, dat velen de concerten
zullen bijwonen.
Hieronder volgt het uit te voeren pro
gramma.
1. Zon en Zang C. van Rennes
2. Echo L A. van Tetterode
3. De Regenboog H. van Tusschenbroek
4. De schoonste feestdag, kleine cantate,
C. van Rennes
5a. O Frühling, wie bist du so schön
Paul Lin.cke
5b. Czardas Monti
6. Lente H. van Tusschenbroek
7. Dorpskinderdans C, van Rennes
8a. Nieuw leven C. van Rennes
8b. O wie wunder Schön Franz Abt
(Te zingen door klein koor).
9. Avondrust C. van Rennes
10. Ik hou van Holland Willy Schootemeyer
11. Herkennings-nummer O. G. A. Krijgsman
Bij voldoenden tijd zal op verzoek worden
uitgevoerd: Glimworm-idylle van Paul Lincke.
Alles behoudens toestemming van B. en W.
Eindelijk is dan a.s. Maandag het groote
moment weer aangebroken, dat onze Hel-
dersche Vierdaagscheloopers met den trein
naar Nijmegen zullen verrekken.
Het aantal is vrijwel gelijk aan dat van het
vorige jaar. „De Jutter" zal er 9 (n.1. 5 op
de 55 km en 4 op de 40 km) en de „Zilver
meeuw" totaal 13 (n.1. 4 op de 55 km en 9
op de 40 km), terwijl de Duinkanters" voor
de eerste maal deelnemen met 2 personen op
de 40 km.
Verder zullen een 15-tal individueele loopers
meegaan, welke namen wij reeds eerder publi
ceerden.
Ook de Marine zal zich wederom laten ver
tegenwoordigen door groepen van H. Ms.
„Schorpioen" en het korps Adelborsten.
Ter opluistering zal ook de Stafmuziek aan
wezig zijn, welke wel zal zorgen dat iederen
dag de „laatste loodjes" niet al te zwaar zul
len wegen.
Het spreekt haast vanzelf, dat onze beste
wenschen hen naar Nijmegen vergezellen. Wij
hopen dat ze ook tijdens de marschdagen goed
wandelweer en veel plezier zullen hebben.
Een der deelnemers heeft zich wederom be
reid verklaard, ons dagelijks op de hoogte te
houden van de gebeurtenissen in het Hel-
dersche kamp. Wij zullen derhalve gelijk vorig
jaar, wederom in staat zijn iederen avond per
bulletin de extra nieuwtjes te publiceeren, ter
wijl voorts de volgende dagen een meer uit
gebreid verslag van den afgeloopen dagmarsch
zal volgen.
Purol geneest doorzitten en zonnebrand.
Den Helder krijgt er een lunchroom btj; in
de Spoorstraat, in het voormalige pand van
de firma Van Baaren, begint de zoon van den
heer Van Baaren namelijk een lunchroom.
Het perceel wordt momenteel geheel ver
bouwd, waarmede men binnenkort klaar
hoopt te zijn. Eind Augustus wil men de
lunchroom, die flink opgezet wordt, openen.
Ook de oude zaak van den heer Van Baa
ren wordt weer leven ingemazen. Deze is we
der begonnen met een bedrijf in sanitair en
voorts in alle vroegere artikelen in het pand
naast Herschel (aan de zijde Spoorstraat).
Ongetwijfeld zal de oude cliëntèle den heer
Vrji Baareri nog niet vergeten zijn.
Tenslotte bereiken ons geruchten, dat er
verandering op til is bij Modemagazijn
Herschel.
Op een en ander komen wij te zijner tijd
nog nader terug.
Prijs van 1.000.
De uitgeverij Van Holkema Warendorf
N.V. te Amsterdam zendt ons een prospectus
van een door haar uit te schrijven prijsvraag.
Gevraagd wordt een roman of een bundel
schetsen van nationaal karakter, zich ten doel
stellend een beeld te geven van de Nederland-
sche hedendaagsche samenstelling in haar ver
schillende geledingen. Bij de inzending van het
manuscript moet echter een verklaring zijn,
waaruit blijkt, dat de inzender in Nederland
studeert, gestudeerd heeft of een titel heeft
behaald. Het manuscript mag niet minder
dan 60.000 en niet meer dan 100.000 woorden
bevatten. De uitgever stelt een prijs van
1.000.beschikbaar. Teven geeft zij 10
van den verkoopsprijs van het ingenaaide
boek als honorarium. De jury bestaat uit Ina
BoudierBakker, J. W. F. Werumeus Bu-
ning, M. Nijhoff, Prof. Verdenius en Prof.
Jan de Vries.
Voor nadere condities en bijzonderheden
vrage men prospectus aan bij den uitgever.
en
uitsluitend naar maat gemaakt.
VOORDEELIGE PRIJZEN
Uitsluitend Kleermakerswerk
Eerlijk gezegd, het was te warm om
Dinsdagavond een raadsvergadering te
plegen en dat al de vroede vaderen
met kennelijken tegenzin de vroedhal
bevolkten wie zal het hun euvel
durven duiden?
Het was een merkwaardige vergade
ring. Daar kwam Chef Kreuger binnen
stappen, met in de rechterhand de
traditioneele bruine raadsledenacte-
tasch. Boordevol papieren. Chef liep
alsof hij er al duizend maal geloopen
had. Net of hij even naar huis geweest
was. Met sik en postuur vormt hij
overigens een lang niet onartistiek
décor van de vroedhal. Hij is. zonder
twijfel, het mooiste raadslid. Hulde!
Meneer Van Loo nam een andere
stoel. Hoe lang hij deze warm zal
houden, is ons niet bekend. Mag ons
niet bekend zijn, beter gezegd. Toch
schijnt iedereen het te weten. Ook hij
geeft in zeker opzicht cachet aan de
raadszaal. Hij brengt een sfeer van be
zonken wijsheid en gedegen levens
ervaring mede, die „de jeugd" nog zoo
vaak mist. Het is overigens net of
meneer Van Loo er altijd al gezeten
heeft. Net als meneer Kreuger dus.
De heer Terra vroeg om éénrich
tingsverkeer op de Badhuisstraat. Nu,
dat had er al veel eerder moeten zijn.
Iederen Zondag kijken vreemdelingen
zich de 00gen uit naar de Sprinproccs-
sie van Nieuwediepers, die zich langs
dezen weg bewegen. Een interessant
schouwspel, behalve voor de loopers
zelf, die recht in de kaken van den
Dood staren
Het einde van de vergadering was er
haast nog eerder dan het begin. In één
ren schoot het geheele peloton de zaal
uit en de trap af. inclusief meester
Hoek, die afwerend met zijn baard
wapperde en het ook warm had.
Het schellinkie was het tegengeval
len. Dat had minstens eenig gekrakeel
verwacht en deze verwachting was zijn
goed recht. Maar nu zweeg alles en
zelfs meneer Uithol deed er het zwijgen
toe. Hetgeen tenslotte niet dikwerf
voorkomt. De eenige die beroepshalve
wat sputterde was de heer Schpéffelen-
berger die reeds thans beloofde
later na te sputteren. Buiten stond
diens economische vriend Oortgijsen te
wachten en samen wandelden ze huis
waarts langs het Heldersche Kanaal,
welke rivier beiden zoo gaarne zouden
dempen, zij het op verschillende manie
ren.
De Ruyter smeet de deuren dicht en
de zaak was ten einde.
Overigens kenmerkt de zomer zich
door de gewone kenmerken: men is en
blijft lauw voor alle mogelijke zaken,
die in koelere maanden wellicht belang
stelling opgewekt zouden kunnen heb
ben. Men denkt liever aan het strand
dan aan de politiek en maakt zich
warmer over de aanstaande vacantie-
reis dan over den ernst des levens. Op
een paar personen na, die op gezette
tijden een pamflet bij enkele stad-
genooten in de bus werpen, en op welk
pamflet een zekere Jaap en Thijs (of
Klaas en Hein....?) onvriendelijke
dingen plegen te zeggen ten opzichte
van medemenschen. Dat is natuurlijk in
een democratische wereld hun goed
recht, en men kan alleen maar op den
vorm critiek hebben. Welnu, die
vorm is noch geestig, noch satirisch,
noch intelligent, noch ad rem, neen. zij
is zelfs niet eens origineel, en dat is
misschien nog wel het ergste. Vandaar,
dat geen sterveling zich bekommert om
de als satirisch en critisch opgeblazen
Jaap en Thijs, die in vergelijking met
hun vroeger optreden zijn gedegradeerd
tot een tweetal seniele oude heertjes,
van wier leuterij niemand zich iets
pleegt aan te trekken.
Vandaar, dat het pamflet feitelijk
reeds dood was voor zijn geboorte
De Stafmuziek der Koninklijke Marine is
in Rotterdam geweest. Zij heeft er gespeeld
en Rotterdam luisterde. Hieronder nemen wij
de ontboezeming over van een journalist van
het Rotterdamsch Nieuwsblad.
Hoort wat hij zegt van „onze" Staf:
De Marinekapel uit Den Helder is op be
zoek. Gistermiddag kwamen ze aan, opge-
wacht door de mariniers, natuurlijk met de
tamboers en pijpers.
En meteen is er een groote vreugde rond
om het Hofplein. Want de kapel speelt een
juweel van een marsch, met allerlei mooie
tierlantijnen en kunstige tegenmelodieën, dat
het een lust is voor de Rotterdamsche ooren,
die op het gebied van militaire marsch-
muziek door een kapel niet verwend zijn. Een
slang van muziek kruipt door de stad, eerst
de kapel, als een marcheerende muzikale
glimlach, dan de troep, een marcheerende
vuist met een air van: kom maar eens op, als
je durft.
Het is onbegrijpelijk, hoe zoo'n marsch de
binnenstad electrificeert. Het weer is niet
van de ideale soort, de lucht is zwaar en
bedompt, de mannen kunnen denken, dat zij
in een stoombad marcheeren, maar de muzi
kanten geven geen kamp en de mariniers
loopen stram, in pittig tempo, met zwaaien
de linkerhanden, waarvan de vingers aan
elkaar vastgesoldeerd schijnen te zijn. Het
gaat de Kruiskade op en het Rotterdamsche
verkeer, dat tegenwoordig zelfs op een
Woensdagmiddag al beangstigend druk kan
zijn, krijgt eenige constipaties, de trams suk
kelen voort, de auto's staan te stampwielen,
maar men neemt het en iedereen lacht.
Natuurlijk is er verschil in dat lachen. Al
die winkelmeisjes en keukenmeisjes en ka
mermeisjes, die door de magische, muzikale
en andere krachten naar het venster worden
getrokken en die verheerlijkt naar de mari
niers kijken, lachen weer heel anders dan
de caféhouder, die zijn tapkraan voor enkele
minuten tapkraan laat. Kleinte meisjes en
kleine jongens kijken ademloos, droomerig en
wantrouwend toe, al naar hun aard, en beste
Rotterdamsche grootmoeders, die op zulke
Woensdagmiddagen met de kleine meisjes en
jongens uitgaan, lachen ook en kijken ook
soms wat droomerig, maar weer anders.
De slang heeft natuurlijk geleide. Jongens
hollen, mannen loopen mee, velen ervan heb
ben niets te verzuimen en zoo'n muziekje i3
werkelijk de moeite waard, alleen één cate
gorie van vaste meetrekkende bewonderaars
schijnt vrijwel te ontbreken. Dat zijn de sla
gersjongens. Zou er dus toch iets van waar
zijn, dat dit ras aan het uitsterven is wegens
het sterk verminderend vleeschgebruik in dit
land?
De muziek trekt verder, door deftige wij
ken. Westersingel, het Diaconessenhuis
krijgt zijn portie en achter de ramen ontdekt
men overal een geheimzinnig wit gefladder;
het deftige flatgebouw aan den Westzeedijk
ontwaakt uit zijn siësta-droomen, de muziek
davert de Kievietslaan in, gaat door de legen
darische Parklaan, en overal schijnen de
steenen en vensters der deftigste huizen door
den militairen Orpheus te worden geroerd.
Het tromgeroffel, vermengd met de schelle,
vroolijke pijperstonen, trekt langs den boch-
tigen Schiedamschesingel en botst met
zware echo's tegen de huizen aan den over
kant. En zelfs bij de allerdeftigste huizen,
waar op koperen borden namen staan, die een
rechtgeaard Rotterdammer met eerbied uit
spreekt en met bijgedachten aan hooge poli
tiek en commercieele belangen, ontwaart men
teekenen van leven achter vensters in gevels,
die anders aan de afgeslotenheid van de
strengste kloosters herinneren.
Dan klinkt ergens een commandostem;
Drie-ie!
De muzikanten geven het door, met vin
gertaai. Zij steken drie vingers in de hoogte.
Marsch no. 3 uit het muziekboekje wordt in
het harpje gestoken.
Rrrrrrrrrr Boem! En daar schettert en kla
tert marsch nr. 3 langs de huizen en de
Bijenkorf wordt een echte bijeenkorf met
heel nieuwsgierige bijtjes en een motorwagen
van lijn 11, die anders zoo'n haast heeft,
rijdt plotseling stapvoets, omdat zelfs een
Rotterdamsche wagenbestuurder ook maar
een mensch is. De R.E.T. heeft trouwens
haar eigen harmonie
De Coolsingel vergeet van de warmte
te puffen. En dat wil alles zeggen. Dan
draait de slang de Meent in. Het einde
komt in het verschiet. Het was zeer
schoon!
Eenige maanden geleden is het orgaan der
Ned. Ver. voor Luchtbescherming gereorga
niseerd. In verband met de snelle stijging
van het aantal leden der Vereeniging werd
gedurende den laatsten tijd steeds sterker de
behoefte gevoeld aan een vereenigings-
01 gaan, dat door een populairen propagan-
distischen en instructieven inhoud zoowei een
eenvoudige voorlichting zou kunnen geven,
als de banden tusschen de leden versterken.
Aangezien daardoor een meer wetenschap
pelijke behandeling van de vraagstukken °P
luchtbeschermingëgebied op den achtergrond
zou kunnen geraken, is de Nederlandsche
ereeniging voor Luchtbescherming thans
overgegaan tot de uitgave van een studie
orgaan, waarin deze behandeling zal kun
nen plaatsvinden.
Naast het vereenigingsorgaan verschijnt
dus vanaf heden een vakblad, bestemd voor
allen, die behoefte hebben aan wetenschap
pelijke voorlichting en gedachtenwisseling-
Het tijdschrift staat onder redactie van A-
c en Hertog en het eerste thans verschenen
nummer toont reeds aan. dat het „Studie-
vnfiaaV V L °P dit gebied een waarde
volle leidraad zal kunnen zijn.