Met de wichelroede er op uit ÖJU-eA> cLett Pie-kel Hoe Wang in de armen van Japan gedreven werd Nieuwe experimenten MODE IS POLITIEK Orde in de kinderkamer Aanslag tc Hainoi zou de maat hebben doen overloopen „Schuilloopgraven" ontdekt. Kan water met de wichelroede worden opqespoord? In een boschrijke streek te Hildes- heim hebben onder controle van medici, geologen en technologen ex perimenten met wichelroedeloo- pers plaats gevonden, die hun hulp hadden aangeboden voor het ontdek- van waterspranken ten behoeve van verschillende nieuwe industrieën, die hier in opkomst zijn. Nog altijd is de geleerde wereld het er niet over eens, of en in hoeverre de wichel roede bij het opsporen van onderaardsche waterspranken van practisch nut kan zijn. In overgroote meerderheid wijst de weten schap het gebruik van de wichelroede bij het opsporen van water als een overblijfsel van de bijgeloovige tijden der Middeleeuwen van de hand. Er is echter een kleine groep van geleerden, die zich reeds tientallen jaren al le mogelijke moeite geeft om den weten- schappelijken bewijsgrond te leveren voor de onmiskenbare resultaten, die meermalen met de wichelroede werden verkregen. Zij tracht dit te doen door de practische ervaringen en het door velen reeds aanvaarde geloof in de wichelroede met bewijzen, verkregen uit de experimenteele en theoretische natuurkunde te staven. Nieuwe wichelroede-experimenten Aldus is in vele landen in de laatste jaren onder wetenschappelijke controle met de wi chelroede geëxperimenteerd. De jongste proefnemingen op dit gebied vonden in de buurt van het Duitsche stadje Hildcsheim plaats en zij stonden onder toezicht van on partijdige geologen, medici en technologen. De Middenduitsche industriecentra, die zich in deny laatsten tijd zeer snel ontwikkelen hebben dringend behoefte aan nieuwe bron nen voor de watervoorziening. Bekende wi- chelroedeloopers hadden reeds meermalen hun medewerking aangeboden bij het opspo ren van waterspranken. In hoeverre de plaatselijke autoriteiten van deze aap biedin gen gebruik zullen maken, zal afhangen van het resultaat der genomen proeven. Bij dit experiment werd een aantal roedeloopers een voor een door een met dicht struikgewas begroeid terrein uitgezonden. Zij kregen de opdracht, eventueel ontdekte punten of lij nen op hun tocht door het bosch voor andere personen onzichtbaar te merken. Het resul taat was, dat verschillende roedeloopers in verschillende deelen van het bosch dezelfde lijnen of een voortzetting van de lijnen, door anderen ontdekt, aangaven. Gangen ontdekt. Degenen, die een oordeel hebben uit te spre ken over het resultaat dezer proefneming, zullen ongetwijfeld ook nog wel rekening houden met een allermerkwaardigst resul taat, dat soortgelijke experimenten bij Osna- brück gedaan, hebben opgeleverd. Daar ont dekten roedeloopers een onbekend systeem van gangen. Zij gaven namelijk lijnen aan, onder welke zich onderaardsche gangen moesten bevinden. Inderdaad konden deze gangen worden blootgelegd. Zij liepen van het centrum der stad naar buiten en moeten eertijds dienst hebben gedaan, om in geval van beleg, de stadsbezetting gelegenheid te geven, buiten de stad te komen, teneinde de belegeraars in den rug aan te vallen. Men is nu van plan, de ontdekte gangen, die eens de middeleeuwsche bevolking zulke goede diensten hebben bewezen, ook thans weer aan verdedigingsdoeleinden dienstbaar te maken, door ze namelijk als schuilloopgra ven in te richten. Zoo zullen verdedigings werken van vervlogen eeuwen zelfs in onzen tijd van vliegtuigen en gasoorlog nog bruik baar zijn. Het instrument der roedeloopers Over het algemeen gebruiken de roedeloo pers een gegaffelden hazelaartak, dikwijls echter ook een eenvoudige of spiraalvormi ge draad, die geknikt of gebogen wordt. Soms gebruikt men ook apparaten, zooals de siderische slinger of de polarisator. Men houdt de roede in onder- of bovengreep, in het eerste geval met de holte der hand naar boven, de duimen buitenwaarts, de ellebo gen tegen den romp gedrukt. In deze, op een gespannen veer gelijkende houding, wijkt de roede gemakkelijk naar beneden uit. De nog onbewezen verklaring Wetenschappelijk gevormde roede loopers verklaren, dat de gegaffelde hazelaartak of de siderische slinger doorslaat boven gebieden, die zich, tengevolge van een krachtige stra ling in verhouding tot hun omgeving in een bepaalden electrischen toe stand, den zoogenaamden ionisatie- toestand, bevinden. Deze straling gaat volgens hen uit van het binnen ste der aarde en verhoogt het gelei dingsvermogen der lucht. Dergelijke strooken met bijzonder sterke stra ling vermoeden zij op plaatsen met breuken en spleten, waarboven de radioactiviteit der lucht verhoogd Is. Door het grootere geleidingsvermogen moe ten dan spanningsverschillen tusschen lucht en aarde optreden, die men met zoogenaam de objectieve wichelroeden, d.z. electrische instrumenten, kan vaststellen. De sterkste straling moeten volgens hen voorkomen bo ven onderaardsche, smalle waterspranken en grondwateraders. Zelfs zien vele roede loopers in deze ondergrondsche wateraders de onmiddelijke oorzaak van deze aardstra ling. Waar ligt de waarheid? In vroeger eeuwen geloofde men, dat met be hulp van de wichelroede niet alleen water, maar ook ertsaders, met name goud kon worden opgespoord. Dit geloof heeft, zooals in den aanvang opgemerkt, de moderne we tenschap vrijwel unaniem als een overblijf sel van het Middeleeuwsche bijgeloof ver worpen. Men verklaart het doorslaan van de wichelroede dan als een gevolg van ze nuw- en spierreacties der roedeloopers. Ve le geleerden stellen de daarvoor noodzake lijke opwinding op rekening van het onder bewustzijn van den rocdelooper. Zij hebben aangetoond, dat de electrische velden, voort gebracht door de in de aarde voorkomende gelijkstroom, veel te zwak zijn, om invloed op den mensch te kunnen hebben. Ook het onderaardsch stroomende water kan geen electrisch veld voortbrengen, aangezien de door de wederzijdsche wrijving der water deeltjes opgewekte wrijvingselectriciteit door den weerstand van den aardbodem wordt op geheven. Buitendien heeft men langs proef- ondervindelijken weg de door wichelroede lopers beweerde aardstraling nog nooit kunnen aantoonen. Voor het veelomstreden vraagstuk van de wichelroede kan het expe riment van Hildcsheim dan ook wellicht een belangrijke bijdrage zijn, om tot meer dere klaarheid te geraken. Steeds heeft de mode zich door allerlei gebeurtenissen laten beinvloeden en ook deze seizoenen geeft zij hier blijk van. De politieke toestanden, die ieder oogenblik zeer critiek zijn, hebben de mode-ontwer pers uiting doen geven aan hun patriottis me, hetgeen aan vele modellen valt waar te nemen, die men op de rennen te Long- champs zag dragen. Een der meest toon aangevende dames op modegebied, de her togin de G. droeg een wit moiré tailleur met een lange, kleurige shawl, waarop de land kaart van Frankrijk was afgedrukt met de namen van de provincies en voornaamste steden. Een ander, niet minder opvallend costume werd gedragen door een te Parijs wonende prinses en bestond uit een ko ningsblauw wandeltoilet, waarbij een groo- te stroohoed a la Musquetier werd gedra gen en een clip in den vorm van een kleine trommel. Zelfs Chamberlain's onafscheidelijke pa- rapluie spookt klaarblijkelijk nog steeds in de hoofden van de ontwerpers in de Rue Saint-Honoré en het gevolg hiervan is, dat het formaat der dames-parapluies zich zal wijzigen. De kleine tompouce, waarmede wij ons in den loop der jaren zoo vertrouwd hebben gemaakt, zal het moeten afleggen tegen veel langere en dunne modellen, die men thans tracht te lanceeren. Tasch en handschoenen worden bij voor keur kleurig gedragen en zijn van hetzelf de materiaal. Een uitzondering hierop ma ken de wit piqué tasschen met dito hand schoenen. Deze zijn met de hand gemaakt en met dun glacéleer gevoerd. Op de tas schen worden de naamletters der bezitster in goudfiligrain aangebracht. Groote touffes van kleurige bloemen ziet men niet alleen op hoeden, doch ook op zijden costumes gehecht, hetgeen buiten- woon chique werkt, zooals men op bijgaan de schets kan waarnemen. Het ontwerp van dit elegante zacht grijze crêpe ensem ble is van het bekende Parijsche huis Mo- lyneux. De japon heeft een opgeknipte rok met gedrapeerde corsage en los hangend man teltje, dat tot de vingertoppen reikt. Hoed met afhangende wijdmazige tulle en zwar te band om den bol. Reeds van zijn vroege jeugd of moet een kind leeren, dat hij alles wat hij gebruikt, heeft, op moet ruimen. Zin voor orde en netheid moeten evenzeer als regelmaat worden aangekweekt. Noodig is, dat het kind weet, waar hg alles kan opbergen, hetzij hij een speelhoek heeft, waar een kist staat voor zijn speelgoed, dan wel een plank van een muurkast, die met de broer tjes en zusjes gedeeld wordt. Ieder is ver antwoordelijk voor zijn eigen plank en Antje, Pietje en Marietje mogen hun din gen niet op elkanders plank opbergen. Een kast als deze schets te zien geeft, neemt weinig plaats in en is bedoeld om de kleeren in op te hangen, schoenen en klein speelgoed op te bergen. Ieder krijgt zijn eigen vakjes, die voor de grootere van een letter voorzien zijn, terwijl een of an der figuur hetzij een grappig poppetje of een dier, de kleinste wegwijs maakt. Het geheel kan aan de voorzijde afge dekt worden door een kleurig waschbaar gordijn, waarvan de roede aan de zijkan ten bevestigd wordt. In een Fransch populair wetenschapp lijk blad betreurt een schrijver het feit, het ..nuttige" effect van de muziek nie grondiger wordt onderzocht en aangewen Iedereen weet b.v., dat soldaten hun pijnlijke voeten ineens kilometers kunnen loopen wanneer de muziek vroolijken marsch inzet. Het effect van muziek op dieren is een- te minstens even merkwaardig. Niet alleen geven koeien gewilliger en meer melk wan neer men haar opvroolijkt met een gramo- foonplaat, ook paarden zijn daar niet on gevoelig voor. Een Fransch dierenarts weet te vertellen van merkwaardige muzikale genezingen, vooral met dieren die gekweld werden door buikpijn. De muziek (op zich zelf voor velen zoo onverteerbaar) deed nuttig werk voor het herstel van de nor- maje digestie. En een wijsje op de viool heeft een koppigen ezel menigmaal heen- geholpen over zijn tegenzin om verder te loopen. Het is bekend, dat slangen uiterst ge voelig zijn voor de macht van muziek en hagedissen kunnen door gefluit uit hun rotsspleten worden te voorschijn gelokt, spinnen, muizen en ratten zijn volgens den Franschen schrijver eveneens te beïnvloe den door een prettige melodie. Als nu maar, zoo verzucht hij, een of ander weten schappelijk onderlegd musicus de formule kon vinden voor den marsch die indruk zou maken op sprinkhanen en dergelijke schadelijke insecten, dan zou aan derge lijke plagen een einde kunnen worden ge maakt door een soort van modernen Insec tenvanger van Hameln. Het is mij echter niet duidelijk waarom hij alleen aan dieren denkt. Het feit, dat onze concertzalen tengevolge van de hyper moderne muziek, die er tegenwoordig ge geven wordt, bijna leeg zijn, is een aanwij zing dat zelfs menschen voor muziek ge voelig zijn. Men zou die muziek dus ook met succes kunnen doen hooren bij samen scholingen en oproer, waarbij men volks menigten wil verspreiden. En waarom zou men niet eens een fakir, die gewend is met zijn zoet gefluit slangen te biologeeren, laten komen om te probee- ren een bekentenis te ontlokken aan een misdadiger? Zoo behoorde ook iedere politieagent bij wijze van proef te worden toegerust met een viool, wanneer hij bij een brand de menschen moet aanmanen tot „doorloopen". Wat bij een koppigen ezel helpt, zou misschien ook bij zijn even- mensch effect hebben! Dat men geen sprinkhaan behoeft te rijn, maar dat een beetje springerigheid al ge- noeg is om door een marsch zijn tent uit geloktte worden (en zelfs voor zijn halve leven op sleeptouw genomen te worden) is voldoende bekend. Maar daar dit een on politieke rubriek is, zullen wij daar niet dieper op ingaan. Dat wij de macht der muziek heelemaal verkeerd aanwenden, staat als een paai boven water. Gaat U maar eens na, waar muziek te hooren is. In een café, waar wij komen om het hoogste woord te hebben dat ons thuis ont houden wordt, of waar wij gezellig ver trouwelijk mededeelingen willen uitwisse- len In beide gevallen is muziek precies datgene wat wij niet noodig hebben. Thuis, door de radio, maar die staat den heelen dag te blèren, zoodat wij niet meer weten of hij aan of uit is. Hebt U wel eens uw kiezen laten trek ken onder de verzachtende klank van een sonate van Bach of Beethoven? Ik ver zeker u dat de tandarts, die zoo'n New Deal aandurfde, volle wachtkamers zou trekken. Misschien wel met menschen die hun kiespijn vergaten, maar is dat geen enorm succes i En wat doet de Staat om van de macht der muziek profijt te trekken? Niets. Hij subsidieert muziekinstellingen, in plaats van met muziek geld los te tokkelen. Hoe dat kan? Heel eenvoudig! Dat nog geen enkel hoofd van dienst op de gedachte is gekomen, menschen die in een doodver velende queue moeten wachten, het staan lichter te maken, is eenvoudig ongeloofelijk! Toe meneer Damme, u bent origineel ge noeg. Zet in ieder postkantoor een goede gramofoon neer en let eens op, of de mensch zich dan niet even gewillig laat melken als de koe. Het belastingbetalen wordt op die manier een artistiek genot, het woord „Postkantoor" zal bij de men schen een associatie opwekken van gezel ligheid, terwijl zij nu bij dat woord alleen maar denken aan verboden te dit, verboden te dat en rare onaesthetische bakken op den grond. De menschen zullen niet meer zijn wèg te krijgen, en als vader thuis komt zal hij een girorekening hebben genomen, postzegels hebben gekocht in alle variaties, postwisselformulieren, ver- zendkaarten, enz. Meneer Damme, denk eens over het voorstel na. Er zit muziek in! ACHTERGRONDEN VAN DEN BREUK MET TSJIANG KAI-SJEK. WANG's „VREDESOPROEP" VOND GEEN WEERKLANK. Sjanghai, Juli 1939. De laatste gebeurtenissen in Chi na hebben de aandacht der wereld op den vroegeren medewerker van Tsjiang Kai-Sjek, den revolutionai ren politicus Wang Tsjing-Wei ge vestigd. Onze correspondent heeft in een vorigen brief Wang's avon tuurlijke loopbaan tot den breuk met den maarschalk verteld; het volgende artikel beschrijft de ach tergronden van dezen breuk en verklaart daarmede ook de huidige activiteit van Wang Tsjing-wei. Geen van de verantwoordelijke leiders van China met uitzondering van de communisten begon twee jaren geleden den oorlog tegen Japan met geestdrift. Al te goed kende men de eigen zwakke pun ten en Voorzag de gevaren en moeilijkheden Vermoedelijk heeft naast Tsjiang Kai-Sjek niemand dat zoozeer ondervonden als Wang Tsjing-wei. Hij heeft zich daarop, evenals de anderen, ter beschikking gesteld van de nationale zaak. Gelijktijdig echter heeft hij iedere mogelijkheid aangegrepen, die kans op een beëindiging van den oorlog langs don weg der onderhandelingen bood. Wel is waar is er dikwijls sprake ge weest van geheime vredesonderhandelingen maar bepaalde gegevens zijn s'echts over een bemiddelingspoging aan het eind van het jaar 1937 bekend geworden. En wel heeft Wang daarover in Maart 1939 een protocol gepubliceerd, wat men hem in Tsjoengking zeer kwalijk genomen heeft; want daaruit bleek, dat toondertijd alle leidende persoonlijkheden, Tsjiang Kai-Sjek niet uitgesloten, tot onderhandelingen, be reid waren (wat men voor het Chineesche volk geheim gehouden heeft). In het voorjaar en den zomër van 1938 doken daarop telkens geruchten over Engel- sche pogingen op, maar daarover is nooit iets betrouwbaars bekend geworden. Afgezien van pogingen van derde mo gendheden zijn echter ongetwijfeld de dra den tusschen Tokio en de Chineesche hoofd stad nooit geheel verbroken. De draden mogen niet steeds van regeering tot regee ring gesponnen geweest zijn, maar in ieder geval tusschen meer of minder ivloedrijke groepen aan heide zijden. Wang moet daar bij bijzonder actief geweest zijn. Men scheen toen in China zijn hoop gevestigd te heb ben op den Japanschen minister van bui- tenlandsche zaken, generaal Oegaki, die echter in September 1938 aftrad. Voor dit aftreden hebben alle Chineesche staatslie den bij iedere gelegenheid, natuurlijk onder de gebruikelijke voorwaarden, steeds weer den nadruk gelegd op den principieele be reidheid tot den vrede van China. Na Oe- gaki's heengaan veranderde zich dat, men verklaarde aan een echten vredeswil van Japan niet meer te kunnen gelooven. Slechts een heeft niet opgehouden, het woord vrede uit te spreken, dat was Wang Tsjing-wei. Zijn uitlatingen tegenover bui- tenlandsche pepsvertegenwoordigers in hët begin van dit jaar waren voor de Chinee sche bladen anloiding, hem de bitterste verwijten te maken. Be vlucht. Op grond van de latere ontwikkeling moet men aannemen, dat in November en December 1938 een uitwisseling van mee ningen tusschen Tokio en Tsjoengking heeft plaats gehad en dat Wang hierbij een ac tieve rol spelde. In de Japansche regee- ringsverklaring van 2 November 1938 werd gezegd, dat „Japan de medewerking van de Kwomintang-regeering aan de vestiging van de nieuwe orde in Azië niet zal afwij zen, onder voorwaarde, dat deze regeering zich hervormen en haar anti-Japansche houding en haar samenwerking met de communisten opgeven zal." Hiermede was dus de verklaring van 16 Januari 1938 („Ja pan zal nooit weer met de Kwomintang onderhandelen") officieel omgestooten. Ee- nig opzien baarde later een door een pers bureau verspreide uitlating, die vorst Ko- noje op 2 December in een zitting van den Geheimen Raad gedaan zou hebben. Hij zou gezegd hebben, dat de oorlog niet slechts met de wapens zou kunnen wor den beëindigd, en dat het einde misschien sneller zou kunnen komen, dan men alge meen aannam, indien Tsjiang Kai-Sjek na het aftreden van zijn regeering aan een nieuwe regeering zou willen deelnemen. Deze uitlating werd wel is waar bestreden, maar in Tokio beweert men nog steeds, dat de vorst deze woorden inderdaad ge sproken heeft. Het ligt voor de hand, deze Japansche uitlatingen met een zitting van het Executieve Comité van de Kwomintang op 6 December in verhand te brengen. Op deze zitting moeten de mceningsverschil- len tusschen Wang en Tsjiang Kai-Sjek openlijk aan het daglicht getreden zijn De maarschalk moet zich krachtig verzet heb ben tegen het door Wang verdedigde voor stel, vredesonderhandelingen met do Japan ners te beginnen. Kort' daarop is Wang ge vlucht. h Was Tsjang Kai-Sjek op de hoogte t-Tc' bcsProkcn is de vraag of Tsjang Kai-Sjek op de hoogte was van Wano-'s plan tot vluchten. De meeste waarnemers geloo\en, dat er wel is waar niet gesproken kan worden van een intrigue, maar dat ^angs plannen toch aan den manrscjiafk hekend moeten zijn geweest. Men nfm dat Tsjiang Kai-Sjek, daar Wang niet van' zijn vredesplannen af te brengen was hem ten slotte hee t laten gaan. onderv^nvaar. het spel zou'olijven1Se4ialk' <taa,'bij bVtitcn In tegenstem,, g met Wangs optimistische op vattingen geloofde men in Tsjoengking niet,, dat zich een basis voor vredesonderhande lingen zou laten vinden. Maar waarom zou Wang het niet probeeren, wanneer de re geering daarbij niet gecompromitteerd werd? Dit alles is intusschen slechts een vermoe den. Misschien heeft Tsjiang Kai-Sjek wer kelijk van niets geweten en was de vlucht van Wang een werkelijke vlucht. De verklaring van vorst Konoje. Toen vorst Konoje op 22 December de ver klaring over de „nieuwe orde" in Oost-Azië aflegde, bevond Wang zich reeds eenige da gen in Hanoi. De vorst wees er in de eer ste plaats nog eens op, dat de verwijdering van de anti-Japansche regeering het doel van den strijd zou zijn. Als „basis voor het herstel der JapanschChineesche betrekkin gen" noemde hij de volgende punten: 1. Vorming van een blok tusschen Japan, China en Mantsjoerije tot vestiging van de „nieuwe orde", tot bestrijding van het com munisme en tot economische samenwer king; 2. Erkenning van het rijk Mantsjoe kwo; 3. Anti-Kominternpact tusschen Japan en China; L Stationeering van Japansche troejïen op bepaalde plaatsen in China; 5. Vestiging van een bijzondere anti-commu nistische zóne in Binncn-Mongolië; 6. Vrij heid van nederzetting voor Japansche han delaren in geheel China; 7. Gelegenheid voor Japan tot ontsluiting der natuurschat- ten. Verder merkte Konoje op, dat de onaf hankelijkheid van China niet zou worden geëischt. Tsjiang Kai-sJek legde daarop een tegen verklaring af. Hij meende, dat opnieuw be wezen was', dat Japan geheel China wilde onderdrukken. Men kan niet van soeve reiniteit van een land spreken en tegelijk garnizoenen eischcn. Op 29 December heeft Wang daarop van het buitenland uit zijn aan de Tsjoeng- king-regeering gcrichtcn vredesoproep gepu bliceerd, waarin hij de verklaring van Ko noje een basis voor de vredesonderhandelin gen noemde. Verstooting.* Begin Januari 1939 werd Wang uit al zijn functies ontslagen en als verrader gebrandmerkt. Desondanks bleef er een verbinding tusschen hem en den maarschalk bestaan. Men weet eigenlijk nog niet, wie daarbij in de zwakkere positie was: de maarschalk, die zijn medewerker niet wilde ergeren om hem niet ge- heql in de armen van de Japanners te drijven, of Wang, die hals over kop vertrokken was en moest vast stellen, dat hij alleen stond, want geen generaal lieip naar Wang over, geen provincie viel van Tsjoengking af, nergens gingen vermoeide troe pen tot muiterij over. Desondanks schijnt Tsjoengking nog een beroep op de vaderlandsliefde van Wang gedaan te hebben; men schijnt hem verge- vtng te hebben beloofd, indien hij voor ef.1?1?en Üjd naar Amerika of Europa zou willen verdwijnen. Dit weigerde Wang ert op 21 Mei vond toen in Hanoi de aanslag plaats, waarhij een medewerker van Wang het leven liet. Hierna werden de betrekkin gen tusschen Wang en Tsjoengking zoo slecht, dat hij naar Sjanghai vertrok. Dn a dus is nu geschied, wat Tsjoengking met alle middelen wilde vermijden: Wang is ge- heel in de armen der Japanners gedreven. Wang TsjingWei blijft echter de eerste toon aangevende Chinees, die van vrede en .'oe- komstmog]ijkheden gesproken heeft. men kan zich moeilijk voorstellen, dat Japanners daaruit geep munt zullen ten te slaan. J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 10