Met de wichelroede
er op uit
ÖJU-eA> cLett Pie-kel
Hoe Wang
in de armen van Japan
gedreven werd
Nieuwe
experimenten
MODE IS POLITIEK
Orde in de kinderkamer
Aanslag tc Hainoi zou de maat
hebben doen overloopen
„Schuilloopgraven" ontdekt.
Kan water met de wichelroede
worden opqespoord?
In een boschrijke streek te Hildes-
heim hebben onder controle van
medici, geologen en technologen ex
perimenten met wichelroedeloo-
pers plaats gevonden, die hun hulp
hadden aangeboden voor het ontdek-
van waterspranken ten behoeve van
verschillende nieuwe industrieën,
die hier in opkomst zijn.
Nog altijd is de geleerde wereld het er
niet over eens, of en in hoeverre de wichel
roede bij het opsporen van onderaardsche
waterspranken van practisch nut kan zijn.
In overgroote meerderheid wijst de weten
schap het gebruik van de wichelroede bij het
opsporen van water als een overblijfsel van
de bijgeloovige tijden der Middeleeuwen van
de hand. Er is echter een kleine groep van
geleerden, die zich reeds tientallen jaren al
le mogelijke moeite geeft om den weten-
schappelijken bewijsgrond te leveren voor de
onmiskenbare resultaten, die meermalen met
de wichelroede werden verkregen. Zij tracht
dit te doen door de practische ervaringen en
het door velen reeds aanvaarde geloof in de
wichelroede met bewijzen, verkregen uit de
experimenteele en theoretische natuurkunde
te staven.
Nieuwe wichelroede-experimenten
Aldus is in vele landen in de laatste jaren
onder wetenschappelijke controle met de wi
chelroede geëxperimenteerd. De jongste
proefnemingen op dit gebied vonden in de
buurt van het Duitsche stadje Hildcsheim
plaats en zij stonden onder toezicht van on
partijdige geologen, medici en technologen.
De Middenduitsche industriecentra, die zich
in deny laatsten tijd zeer snel ontwikkelen
hebben dringend behoefte aan nieuwe bron
nen voor de watervoorziening. Bekende wi-
chelroedeloopers hadden reeds meermalen
hun medewerking aangeboden bij het opspo
ren van waterspranken. In hoeverre de
plaatselijke autoriteiten van deze aap biedin
gen gebruik zullen maken, zal afhangen van
het resultaat der genomen proeven. Bij dit
experiment werd een aantal roedeloopers
een voor een door een met dicht struikgewas
begroeid terrein uitgezonden. Zij kregen de
opdracht, eventueel ontdekte punten of lij
nen op hun tocht door het bosch voor andere
personen onzichtbaar te merken. Het resul
taat was, dat verschillende roedeloopers in
verschillende deelen van het bosch dezelfde
lijnen of een voortzetting van de lijnen, door
anderen ontdekt, aangaven.
Gangen ontdekt.
Degenen, die een oordeel hebben uit te spre
ken over het resultaat dezer proefneming,
zullen ongetwijfeld ook nog wel rekening
houden met een allermerkwaardigst resul
taat, dat soortgelijke experimenten bij Osna-
brück gedaan, hebben opgeleverd. Daar ont
dekten roedeloopers een onbekend systeem
van gangen. Zij gaven namelijk lijnen aan,
onder welke zich onderaardsche gangen
moesten bevinden. Inderdaad konden deze
gangen worden blootgelegd. Zij liepen van
het centrum der stad naar buiten en moeten
eertijds dienst hebben gedaan, om in geval
van beleg, de stadsbezetting gelegenheid te
geven, buiten de stad te komen, teneinde de
belegeraars in den rug aan te vallen. Men is
nu van plan, de ontdekte gangen, die eens
de middeleeuwsche bevolking zulke goede
diensten hebben bewezen, ook thans weer
aan verdedigingsdoeleinden dienstbaar te
maken, door ze namelijk als schuilloopgra
ven in te richten. Zoo zullen verdedigings
werken van vervlogen eeuwen zelfs in onzen
tijd van vliegtuigen en gasoorlog nog bruik
baar zijn.
Het instrument der roedeloopers
Over het algemeen gebruiken de roedeloo
pers een gegaffelden hazelaartak, dikwijls
echter ook een eenvoudige of spiraalvormi
ge draad, die geknikt of gebogen wordt.
Soms gebruikt men ook apparaten, zooals de
siderische slinger of de polarisator. Men
houdt de roede in onder- of bovengreep, in
het eerste geval met de holte der hand naar
boven, de duimen buitenwaarts, de ellebo
gen tegen den romp gedrukt. In deze, op een
gespannen veer gelijkende houding, wijkt
de roede gemakkelijk naar beneden uit.
De nog onbewezen verklaring
Wetenschappelijk gevormde roede
loopers verklaren, dat de gegaffelde
hazelaartak of de siderische slinger
doorslaat boven gebieden, die zich,
tengevolge van een krachtige stra
ling in verhouding tot hun omgeving
in een bepaalden electrischen toe
stand, den zoogenaamden ionisatie-
toestand, bevinden. Deze straling
gaat volgens hen uit van het binnen
ste der aarde en verhoogt het gelei
dingsvermogen der lucht. Dergelijke
strooken met bijzonder sterke stra
ling vermoeden zij op plaatsen met
breuken en spleten, waarboven de
radioactiviteit der lucht verhoogd
Is.
Door het grootere geleidingsvermogen moe
ten dan spanningsverschillen tusschen lucht
en aarde optreden, die men met zoogenaam
de objectieve wichelroeden, d.z. electrische
instrumenten, kan vaststellen. De sterkste
straling moeten volgens hen voorkomen bo
ven onderaardsche, smalle waterspranken
en grondwateraders. Zelfs zien vele roede
loopers in deze ondergrondsche wateraders
de onmiddelijke oorzaak van deze aardstra
ling.
Waar ligt de waarheid?
In vroeger eeuwen geloofde men, dat met be
hulp van de wichelroede niet alleen water,
maar ook ertsaders, met name goud kon
worden opgespoord. Dit geloof heeft, zooals
in den aanvang opgemerkt, de moderne we
tenschap vrijwel unaniem als een overblijf
sel van het Middeleeuwsche bijgeloof ver
worpen. Men verklaart het doorslaan van
de wichelroede dan als een gevolg van ze
nuw- en spierreacties der roedeloopers. Ve
le geleerden stellen de daarvoor noodzake
lijke opwinding op rekening van het onder
bewustzijn van den rocdelooper. Zij hebben
aangetoond, dat de electrische velden, voort
gebracht door de in de aarde voorkomende
gelijkstroom, veel te zwak zijn, om invloed
op den mensch te kunnen hebben. Ook het
onderaardsch stroomende water kan geen
electrisch veld voortbrengen, aangezien de
door de wederzijdsche wrijving der water
deeltjes opgewekte wrijvingselectriciteit door
den weerstand van den aardbodem wordt op
geheven. Buitendien heeft men langs proef-
ondervindelijken weg de door wichelroede
lopers beweerde aardstraling nog nooit
kunnen aantoonen. Voor het veelomstreden
vraagstuk van de wichelroede kan het expe
riment van Hildcsheim dan ook wellicht
een belangrijke bijdrage zijn, om tot meer
dere klaarheid te geraken.
Steeds heeft de mode zich door allerlei
gebeurtenissen laten beinvloeden en ook
deze seizoenen geeft zij hier blijk van. De
politieke toestanden, die ieder oogenblik
zeer critiek zijn, hebben de mode-ontwer
pers uiting doen geven aan hun patriottis
me, hetgeen aan vele modellen valt waar
te nemen, die men op de rennen te Long-
champs zag dragen. Een der meest toon
aangevende dames op modegebied, de her
togin de G. droeg een wit moiré tailleur met
een lange, kleurige shawl, waarop de land
kaart van Frankrijk was afgedrukt met de
namen van de provincies en voornaamste
steden. Een ander, niet minder opvallend
costume werd gedragen door een te Parijs
wonende prinses en bestond uit een ko
ningsblauw wandeltoilet, waarbij een groo-
te stroohoed a la Musquetier werd gedra
gen en een clip in den vorm van een
kleine trommel.
Zelfs Chamberlain's onafscheidelijke pa-
rapluie spookt klaarblijkelijk nog steeds in
de hoofden van de ontwerpers in de Rue
Saint-Honoré en het gevolg hiervan is, dat
het formaat der dames-parapluies zich zal
wijzigen. De kleine tompouce, waarmede
wij ons in den loop der jaren zoo vertrouwd
hebben gemaakt, zal het moeten afleggen
tegen veel langere en dunne modellen, die
men thans tracht te lanceeren.
Tasch en handschoenen worden bij voor
keur kleurig gedragen en zijn van hetzelf
de materiaal. Een uitzondering hierop ma
ken de wit piqué tasschen met dito hand
schoenen. Deze zijn met de hand gemaakt
en met dun glacéleer gevoerd. Op de tas
schen worden de naamletters der bezitster
in goudfiligrain aangebracht.
Groote touffes van kleurige bloemen ziet
men niet alleen op hoeden, doch ook op
zijden costumes gehecht, hetgeen buiten-
woon chique werkt, zooals men op bijgaan
de schets kan waarnemen. Het ontwerp
van dit elegante zacht grijze crêpe ensem
ble is van het bekende Parijsche huis Mo-
lyneux.
De japon heeft een opgeknipte rok met
gedrapeerde corsage en los hangend man
teltje, dat tot de vingertoppen reikt. Hoed
met afhangende wijdmazige tulle en zwar
te band om den bol.
Reeds van zijn vroege jeugd of moet een
kind leeren, dat hij alles wat hij gebruikt,
heeft, op moet ruimen. Zin voor orde en
netheid moeten evenzeer als regelmaat
worden aangekweekt. Noodig is, dat het
kind weet, waar hg alles kan opbergen,
hetzij hij een speelhoek heeft, waar een
kist staat voor zijn speelgoed, dan wel een
plank van een muurkast, die met de broer
tjes en zusjes gedeeld wordt. Ieder is ver
antwoordelijk voor zijn eigen plank en
Antje, Pietje en Marietje mogen hun din
gen niet op elkanders plank opbergen.
Een kast als deze schets te zien geeft,
neemt weinig plaats in en is bedoeld om
de kleeren in op te hangen, schoenen en
klein speelgoed op te bergen. Ieder krijgt
zijn eigen vakjes, die voor de grootere van
een letter voorzien zijn, terwijl een of an
der figuur hetzij een grappig poppetje of
een dier, de kleinste wegwijs maakt.
Het geheel kan aan de voorzijde afge
dekt worden door een kleurig waschbaar
gordijn, waarvan de roede aan de zijkan
ten bevestigd wordt.
In een Fransch populair wetenschapp
lijk blad betreurt een schrijver het feit,
het ..nuttige" effect van de muziek nie
grondiger wordt onderzocht en aangewen
Iedereen weet b.v., dat soldaten
hun pijnlijke voeten ineens kilometers
kunnen loopen wanneer de muziek
vroolijken marsch inzet.
Het effect van muziek op dieren is een-
te minstens even merkwaardig. Niet alleen
geven koeien gewilliger en meer melk wan
neer men haar opvroolijkt met een gramo-
foonplaat, ook paarden zijn daar niet on
gevoelig voor. Een Fransch dierenarts weet
te vertellen van merkwaardige muzikale
genezingen, vooral met dieren die gekweld
werden door buikpijn. De muziek (op zich
zelf voor velen zoo onverteerbaar) deed
nuttig werk voor het herstel van de nor-
maje digestie. En een wijsje op de viool
heeft een koppigen ezel menigmaal heen-
geholpen over zijn tegenzin om verder te
loopen.
Het is bekend, dat slangen uiterst ge
voelig zijn voor de macht van muziek en
hagedissen kunnen door gefluit uit hun
rotsspleten worden te voorschijn gelokt,
spinnen, muizen en ratten zijn volgens den
Franschen schrijver eveneens te beïnvloe
den door een prettige melodie. Als nu
maar, zoo verzucht hij, een of ander weten
schappelijk onderlegd musicus de formule
kon vinden voor den marsch die indruk
zou maken op sprinkhanen en dergelijke
schadelijke insecten, dan zou aan derge
lijke plagen een einde kunnen worden ge
maakt door een soort van modernen Insec
tenvanger van Hameln.
Het is mij echter niet duidelijk waarom
hij alleen aan dieren denkt. Het feit, dat
onze concertzalen tengevolge van de hyper
moderne muziek, die er tegenwoordig ge
geven wordt, bijna leeg zijn, is een aanwij
zing dat zelfs menschen voor muziek ge
voelig zijn. Men zou die muziek dus ook
met succes kunnen doen hooren bij samen
scholingen en oproer, waarbij men volks
menigten wil verspreiden.
En waarom zou men niet eens een fakir,
die gewend is met zijn zoet gefluit slangen
te biologeeren, laten komen om te probee-
ren een bekentenis te ontlokken aan een
misdadiger? Zoo behoorde ook iedere
politieagent bij wijze van proef te worden
toegerust met een viool, wanneer hij bij
een brand de menschen moet aanmanen tot
„doorloopen". Wat bij een koppigen ezel
helpt, zou misschien ook bij zijn even-
mensch effect hebben!
Dat men geen sprinkhaan behoeft te rijn,
maar dat een beetje springerigheid al ge-
noeg is om door een marsch zijn tent uit
geloktte worden (en zelfs voor zijn halve
leven op sleeptouw genomen te worden) is
voldoende bekend. Maar daar dit een on
politieke rubriek is, zullen wij daar niet
dieper op ingaan.
Dat wij de macht der muziek heelemaal
verkeerd aanwenden, staat als een paai
boven water.
Gaat U maar eens na, waar muziek te
hooren is.
In een café, waar wij komen om het
hoogste woord te hebben dat ons thuis ont
houden wordt, of waar wij gezellig ver
trouwelijk mededeelingen willen uitwisse-
len In beide gevallen is muziek precies
datgene wat wij niet noodig hebben. Thuis,
door de radio, maar die staat den heelen
dag te blèren, zoodat wij niet meer weten
of hij aan of uit is.
Hebt U wel eens uw kiezen laten trek
ken onder de verzachtende klank van een
sonate van Bach of Beethoven? Ik ver
zeker u dat de tandarts, die zoo'n New
Deal aandurfde, volle wachtkamers zou
trekken. Misschien wel met menschen die
hun kiespijn vergaten, maar is dat geen
enorm succes i
En wat doet de Staat om van de macht
der muziek profijt te trekken? Niets. Hij
subsidieert muziekinstellingen, in plaats
van met muziek geld los te tokkelen. Hoe
dat kan? Heel eenvoudig! Dat nog geen
enkel hoofd van dienst op de gedachte is
gekomen, menschen die in een doodver
velende queue moeten wachten, het staan
lichter te maken, is eenvoudig ongeloofelijk!
Toe meneer Damme, u bent origineel ge
noeg. Zet in ieder postkantoor een goede
gramofoon neer en let eens op, of de
mensch zich dan niet even gewillig laat
melken als de koe. Het belastingbetalen
wordt op die manier een artistiek genot,
het woord „Postkantoor" zal bij de men
schen een associatie opwekken van gezel
ligheid, terwijl zij nu bij dat woord alleen
maar denken aan verboden te dit,
verboden te dat en rare onaesthetische
bakken op den grond. De menschen zullen
niet meer zijn wèg te krijgen, en als vader
thuis komt zal hij een girorekening hebben
genomen, postzegels hebben gekocht in
alle variaties, postwisselformulieren, ver-
zendkaarten, enz.
Meneer Damme, denk eens over het
voorstel na.
Er zit muziek in!
ACHTERGRONDEN VAN DEN BREUK
MET TSJIANG KAI-SJEK.
WANG's „VREDESOPROEP" VOND GEEN
WEERKLANK.
Sjanghai, Juli 1939.
De laatste gebeurtenissen in Chi
na hebben de aandacht der wereld
op den vroegeren medewerker van
Tsjiang Kai-Sjek, den revolutionai
ren politicus Wang Tsjing-Wei ge
vestigd. Onze correspondent heeft
in een vorigen brief Wang's avon
tuurlijke loopbaan tot den breuk
met den maarschalk verteld; het
volgende artikel beschrijft de ach
tergronden van dezen breuk en
verklaart daarmede ook de huidige
activiteit van Wang Tsjing-wei.
Geen van de verantwoordelijke leiders
van China met uitzondering van de
communisten begon twee jaren geleden
den oorlog tegen Japan met geestdrift. Al
te goed kende men de eigen zwakke pun
ten en Voorzag de gevaren en moeilijkheden
Vermoedelijk heeft naast Tsjiang Kai-Sjek
niemand dat zoozeer ondervonden als Wang
Tsjing-wei. Hij heeft zich daarop, evenals
de anderen, ter beschikking gesteld van de
nationale zaak. Gelijktijdig echter heeft
hij iedere mogelijkheid aangegrepen, die
kans op een beëindiging van den oorlog
langs don weg der onderhandelingen bood.
Wel is waar is er dikwijls sprake ge
weest van geheime vredesonderhandelingen
maar bepaalde gegevens zijn s'echts over
een bemiddelingspoging aan het eind van
het jaar 1937 bekend geworden. En wel
heeft Wang daarover in Maart 1939 een
protocol gepubliceerd, wat men hem in
Tsjoengking zeer kwalijk genomen heeft;
want daaruit bleek, dat toondertijd alle
leidende persoonlijkheden, Tsjiang Kai-Sjek
niet uitgesloten, tot onderhandelingen, be
reid waren (wat men voor het Chineesche
volk geheim gehouden heeft).
In het voorjaar en den zomër van 1938
doken daarop telkens geruchten over Engel-
sche pogingen op, maar daarover is nooit
iets betrouwbaars bekend geworden.
Afgezien van pogingen van derde mo
gendheden zijn echter ongetwijfeld de dra
den tusschen Tokio en de Chineesche hoofd
stad nooit geheel verbroken. De draden
mogen niet steeds van regeering tot regee
ring gesponnen geweest zijn, maar in ieder
geval tusschen meer of minder ivloedrijke
groepen aan heide zijden. Wang moet daar
bij bijzonder actief geweest zijn. Men scheen
toen in China zijn hoop gevestigd te heb
ben op den Japanschen minister van bui-
tenlandsche zaken, generaal Oegaki, die
echter in September 1938 aftrad. Voor dit
aftreden hebben alle Chineesche staatslie
den bij iedere gelegenheid, natuurlijk onder
de gebruikelijke voorwaarden, steeds weer
den nadruk gelegd op den principieele be
reidheid tot den vrede van China. Na Oe-
gaki's heengaan veranderde zich dat, men
verklaarde aan een echten vredeswil van
Japan niet meer te kunnen gelooven.
Slechts een heeft niet opgehouden, het
woord vrede uit te spreken, dat was Wang
Tsjing-wei. Zijn uitlatingen tegenover bui-
tenlandsche pepsvertegenwoordigers in hët
begin van dit jaar waren voor de Chinee
sche bladen anloiding, hem de bitterste
verwijten te maken.
Be vlucht.
Op grond van de latere ontwikkeling
moet men aannemen, dat in November en
December 1938 een uitwisseling van mee
ningen tusschen Tokio en Tsjoengking heeft
plaats gehad en dat Wang hierbij een ac
tieve rol spelde. In de Japansche regee-
ringsverklaring van 2 November 1938 werd
gezegd, dat „Japan de medewerking van de
Kwomintang-regeering aan de vestiging
van de nieuwe orde in Azië niet zal afwij
zen, onder voorwaarde, dat deze regeering
zich hervormen en haar anti-Japansche
houding en haar samenwerking met de
communisten opgeven zal." Hiermede was
dus de verklaring van 16 Januari 1938 („Ja
pan zal nooit weer met de Kwomintang
onderhandelen") officieel omgestooten. Ee-
nig opzien baarde later een door een pers
bureau verspreide uitlating, die vorst Ko-
noje op 2 December in een zitting van den
Geheimen Raad gedaan zou hebben. Hij
zou gezegd hebben, dat de oorlog niet
slechts met de wapens zou kunnen wor
den beëindigd, en dat het einde misschien
sneller zou kunnen komen, dan men alge
meen aannam, indien Tsjiang Kai-Sjek na
het aftreden van zijn regeering aan een
nieuwe regeering zou willen deelnemen.
Deze uitlating werd wel is waar bestreden,
maar in Tokio beweert men nog steeds,
dat de vorst deze woorden inderdaad ge
sproken heeft. Het ligt voor de hand, deze
Japansche uitlatingen met een zitting van
het Executieve Comité van de Kwomintang
op 6 December in verhand te brengen. Op
deze zitting moeten de mceningsverschil-
len tusschen Wang en Tsjiang Kai-Sjek
openlijk aan het daglicht getreden zijn De
maarschalk moet zich krachtig verzet heb
ben tegen het door Wang verdedigde voor
stel, vredesonderhandelingen met do Japan
ners te beginnen. Kort' daarop is Wang ge
vlucht. h
Was Tsjang Kai-Sjek op de hoogte
t-Tc' bcsProkcn is de vraag of Tsjang
Kai-Sjek op de hoogte was van Wano-'s
plan tot vluchten. De meeste waarnemers
geloo\en, dat er wel is waar niet gesproken
kan worden van een intrigue, maar dat
^angs plannen toch aan den manrscjiafk
hekend moeten zijn geweest. Men nfm
dat Tsjiang Kai-Sjek, daar Wang niet van'
zijn vredesplannen af te brengen was hem
ten slotte hee t laten gaan. onderv^nvaar.
het spel zou'olijven1Se4ialk' <taa,'bij bVtitcn
In tegenstem,, g met Wangs optimistische op
vattingen geloofde men in Tsjoengking niet,,
dat zich een basis voor vredesonderhande
lingen zou laten vinden. Maar waarom zou
Wang het niet probeeren, wanneer de re
geering daarbij niet gecompromitteerd werd?
Dit alles is intusschen slechts een vermoe
den. Misschien heeft Tsjiang Kai-Sjek wer
kelijk van niets geweten en was de vlucht
van Wang een werkelijke vlucht.
De verklaring van vorst Konoje.
Toen vorst Konoje op 22 December de ver
klaring over de „nieuwe orde" in Oost-Azië
aflegde, bevond Wang zich reeds eenige da
gen in Hanoi. De vorst wees er in de eer
ste plaats nog eens op, dat de verwijdering
van de anti-Japansche regeering het doel
van den strijd zou zijn. Als „basis voor het
herstel der JapanschChineesche betrekkin
gen" noemde hij de volgende punten:
1. Vorming van een blok tusschen Japan,
China en Mantsjoerije tot vestiging van de
„nieuwe orde", tot bestrijding van het com
munisme en tot economische samenwer
king; 2. Erkenning van het rijk Mantsjoe
kwo; 3. Anti-Kominternpact tusschen Japan
en China; L Stationeering van Japansche
troejïen op bepaalde plaatsen in China; 5.
Vestiging van een bijzondere anti-commu
nistische zóne in Binncn-Mongolië; 6. Vrij
heid van nederzetting voor Japansche han
delaren in geheel China; 7. Gelegenheid
voor Japan tot ontsluiting der natuurschat-
ten. Verder merkte Konoje op, dat de onaf
hankelijkheid van China niet zou worden
geëischt.
Tsjiang Kai-sJek legde daarop een tegen
verklaring af. Hij meende, dat opnieuw be
wezen was', dat Japan geheel China wilde
onderdrukken. Men kan niet van soeve
reiniteit van een land spreken en tegelijk
garnizoenen eischcn.
Op 29 December heeft Wang daarop van
het buitenland uit zijn aan de Tsjoeng-
king-regeering gcrichtcn vredesoproep gepu
bliceerd, waarin hij de verklaring van Ko
noje een basis voor de vredesonderhandelin
gen noemde.
Verstooting.*
Begin Januari 1939 werd Wang
uit al zijn functies ontslagen en als
verrader gebrandmerkt. Desondanks
bleef er een verbinding tusschen
hem en den maarschalk bestaan.
Men weet eigenlijk nog niet, wie
daarbij in de zwakkere positie was:
de maarschalk, die zijn medewerker
niet wilde ergeren om hem niet ge-
heql in de armen van de Japanners
te drijven, of Wang, die hals over
kop vertrokken was en moest vast
stellen, dat hij alleen stond, want
geen generaal lieip naar Wang over,
geen provincie viel van Tsjoengking
af, nergens gingen vermoeide troe
pen tot muiterij over.
Desondanks schijnt Tsjoengking nog een
beroep op de vaderlandsliefde van Wang
gedaan te hebben; men schijnt hem verge-
vtng te hebben beloofd, indien hij voor
ef.1?1?en Üjd naar Amerika of Europa zou
willen verdwijnen. Dit weigerde Wang ert
op 21 Mei vond toen in Hanoi de aanslag
plaats, waarhij een medewerker van Wang
het leven liet. Hierna werden de betrekkin
gen tusschen Wang en Tsjoengking zoo
slecht, dat hij naar Sjanghai vertrok. Dn
a dus is nu geschied, wat Tsjoengking met
alle middelen wilde vermijden: Wang is ge-
heel in de armen der Japanners gedreven.
Wang TsjingWei blijft echter de eerste toon
aangevende Chinees, die van vrede en .'oe-
komstmog]ijkheden gesproken heeft.
men kan zich moeilijk voorstellen, dat
Japanners daaruit geep munt zullen
ten te slaan. J