Wij lazen U.... voor Hollandschen op den kustvaarder Zuid - Tirolers ontevreden Dr. Colijn bewondert Napoleon Zal Engeland maatregelen nemen ben insider zegt: de neder. bandsche concurrentie is eerijk en natuurlijk. Grondstoffennood in Engeland Door de mazen der wet Pleidooi voor een Ziekenfondsraad Antobus stort in ravijn Uit de Pers van heden Auto met zes inzittenden tegen boom Engeland tegen het Iersche geweld JALOEZIE (Van onzen eigen verslaggever). De toestand waarin de Engelsche kustvaart verkeert is zeer slecht. Blijkens een rapport van de „Mer- cantile Marine Service Association" zijn de Nederlandsche kustvaarders de oorzaak van de Engelsche nood toestanden. Zal het de oppositie ge lukken, de Engelsche regeering tot het nemen van maatregelen tegen de Nederlandsche kustvaarders te nopen? In 1651 werd de Acte van Navigatie uitgevaardigd om de En gelsche vloot de suprematie op de wereldzeeën te verzekeren. Zal er nu, bijna 300 jaar later, een nieuwe Acte van Navigatie komen, alleen toegepast op de kustvaart? Reeds meermalen is er gesproken en ge- Schreven over den onhoudbaren toestand, die in Engeland ten aanzien van de kust- vaart heerscht. Engeland, de groote zee mogendheid, moet het gedogen, dat de kustvaart ei-barmelijk slecht is. Zoo nu en dan publiceeren de groote Engelsche dag bladen de moeilijkheden, waaronder deze kleine zeevaart heeft te lijden en de En- gelschman is dan vol verbazing, dat zooiets in zijn land kan bestaan. Het spreekt van zelf, dat er een strooming ontstaan is, die deze toestanden voorstaat te verbeteren en ook, dat er een zondenbok is gezocht... en gevonden! Nederland de schuld van alles! s Men werpt de schuld op den grootsten concurrent: Nederland. De Nederlandsche kustvaarders zijn 't, die de opdrachten van Engelsche zijde voor den neus van hun Engelsche collega's wegkapen. Geen bui- tenlandsche kustvaarders die de kunst zoo goed verstaan, orders in de wacht te slee pen. Tot nu toe hebben de Engelschen dit met leede oogen aangezien, maar er vormt zich een allengs sterker blok, dat maatre gelen eischt tegen de „oneerlijke en moor dende concurrentie" der Nederlanders. Slaagt men er in, de regeering inderdaad daartoe te brengen dan zal het er somber uitzien voor de Nederlandsche kustvaart op Engeland. Is er echter wel sprake van „oneerlijke en moordende" concurrentie, zijn alle ver wijten wel juist, die men over de hoofden der Nederlanders uitstort? Hoe denken de Nederlandsche kustvaarders zelf over deze kwestie? Om een antwoord op deze vragen te ontvangen hebben wij ons gewend tot een der best geïnformeerde Nederlandsche kustvaarders, die al jaren op Engeland vaart -en daardoor met deze kwestie uit stekend vertrouwd is. „Niets dan naijver". I De Nederlandsche concurrentie is eerlijk en natuurlijk, dat moet de Engelsche regeering zelf toegeven, aldus onze zegsman. Wij Nederland- .sche kustvaarders, zijn betere zee lui, ons personeel is bekwamer, wij kennen ons werk beter en daar door gelukt het ons, meer successen te behalen en de Engelsche kust vaart te overvleugelen. Alle verwij ten, die men ons van Engelsche zijde maakt, ontspruiten uit jaloe zie. Men zegt, dat wij ons personeel slecht betalen en dat wij daarom lagere vracht prijzen kunnen berekenen. Iedereen weet echter, dat de Hollandsche kustvaarders tot het best betaalde personeel behooren Verder zouden wij te weinig personeel aan boord hebben en ook daardoor den vrachtprijs kunnen drukken. Maar men vergeet, dat in Nederland evengoed als in Engeland bepa lingen bestaan waarbij een minimum aan>- tal leden der bemanning wordt voorgeschre ven. Zoo zou ik tallooze aantijgingen kunnen noemen, die men ons voor de voeten werpt, aldus de kapitein, maar de werkelijke oor zaken zijn heel anders. De werkelijke oorzaken Behalve de grootere vakbekwaamheid der Nederlanders speelt ook het scheepstype een belangrijke rol. De Engelschen hebben altijd schepen gebruikt, die veel grooter waren dan de onze. Men kan voor de kustvaart het best gebruiken vaartuigen van 100 tot 500 ton. Grootere schepen zijn onhandig en duurder in het gebruik. Toen de Engelschen dat ook begonnen in te zien heeft men zich inder haast toegelegd op de vervaardiging van het kleinere scheepstype. Nederland is ech ter gespecialiseerd in dat soort schepen en omdat Engeland een grootcn achterstand heeft in te halen, koopen de meeste Engel schen hun schepen in Holland. Er bestaan in het traditie-rijke Engeland allerlei voorschriften die de Engelsche schip pers trouw navolgen, maar waar de Neder landers zich niet van aantrekken. 't'er schuilt dan ook wel een kern van onrecht vaardigheid in: de Engelschen zijn aan ver schillende maatregelen onderworpen, die niet gelden voor buitenlanders. Maar dat kan men bezwaarlijk de Nederlanders aan rekenen! Zal men maatregelen treffen. De groote moeilijkheid der Engelsche re geering is, dat zij alles uit twee oogpunten nioet bezien: zij moet de belangen der kust vaarders behartigen, maar ook moet zij om verschillende redenen de Hollanders tot vriend houden. Een voorstel tot een speciale sub sidie van de kustvaart vond geen in gang. Natuurlijk werd eveneens van de hand gewezen een voorstel tot verhooging van invoerrechten op m het buitenland gebouwde schepen, want de Engelsche reeders koopen liever de goedkoopere Hollandsche schepen. Bovendien vreesde men Hollandsche tegenmaatregelen. Want Holland is een zeer goede klant van Engeland! Het is dus lang niet zeker, welke maatre gelen men zal treffen. In 1651 heeft men de Acte van Navigatie uitgevaardigd om dezelfde reden: naijver op de Hollandsche handelssuccessen. Dat een tweede scheepvaartwet onmogelijk is, lijdt geen twijfel. Maar wel kunnen regelingen worden ingesteld, die funest zijn voor de Hollandsche kustvaarders. Indien het zoo ver mocht komen, zullen we er veel last van krijgen, maar de Britsche regeering zal zich wel tweemaal bedenken alvorens maatrege len te nemen, die neerkomen op een verdrij ven van de Nederlandsche kustvaarders uit de Engelsche wateren! Frankrijk zou kunnen helpen! De Lombard Street medewerker van de „Financial News" schrijft, dat de recente officieele verklaring in houdende, dat Engeland voor drie maanden reserves heeft aan eiken essentieel'en grondstof, en welke bedoeld was om de ongerustheid over het grondstoffenvraagstuk weg te nemen, in dezen opzet niet ge slaagd is. Daar het vaak maanden lang duurt, zoo vervolgt genoemde medewerker, alvorens grondstoffen, welke in verafgelegen landen gepro duceerd worden, in Engeland aan komen, is een voorraad van drie maanden nauwelijks voldoende om zelfs een tijdelijke onafhankelijk heid te waarborgen in geval de scheepvaart stagneert. Veel grootere voorraden zijn noodig, wil Engeland machtige tegenstanders impo- neeren door zijn economische voorbereidin gen. Om dat doeleinde te bereiken, dienen de buitenlandsche valutabronnen in ruime mate te worden gebruikt. Liet bezit immers van een grooten voorraad van niet aan bederf onderhevige grondstoffen, zou een even waardevoilen steun voor het pond sterling beteekenen, als het bezit van een overeenkomstig bedrag aan goud. De kosten aan opslag e.a. mogen de regeering er niet van weerhouden voldoende voorraden grond stoffen aan te leggen. De extrakosten zijn van geen beteekenis in verhouding tot die, welke gepaard gaan met het bouwen van extra torpedojagers en escortevaartuigen, ter bescherming van dringend noodige ver schepingen in de eerste maanden van een oorlog. Frankrijk staat er beter voor. In dit opzicht verkeert Frankrijk in een sterk bevoordeelde positie vergeleken met Engeland. Frankrijk kan zich min of meer zelf voorzien, en heeft geen reserve aan voedsel noodig. Wel zou het groote behoef te hebben aan een voorraad grondstoffen om te voorzien in zijn behoeften gedurende het eerste tijdperk van een oorlog. Zijn groote en toenemende goudvoorraad zou het terstond in staat stellen de noodige voorra den aan te leggen. Het is aan te bevelen, dat contact tot stand wordt gebracht tus- schen Londen en Parijs ter verkrijging eener nauwe samenwerking bij het aan leggen van voorraden voedsel en grond stoffen. Frankrijk verkeert in een positie uit zijn tarwe-overschot tot de Britsche kroonkoloniën veel v. Frankrijk's behoeften aan grondstoffen zouden kunnen leveren. In ieder geval het zou raadzaam zijn om zoo mogelijk de economische verdedigingsplan nen der beide landen te coördineeren. Deze samenwerking dient niet tot Groot- Brittaniië en Frankrijk beperkt te blijven. Ook Polen, Roemenië en Griekenland be hooren aan deze economische besprekingen deel te nemen. Autpbusdirecteur tot boete veroordeeld. f 100.— De waarnemende Amsterdamsche kanton rechter mr. M. D. Lijberse behandelde gisteren een strafzaak tegen den directeur van de Coöperatieve Autobusonderneming C. A. R., verdacht van overtreding van arti kel 2 van het nieuwe Reglement Autover voer Personen. De politie nam kort geleden de autobus in beslag. De busonderneming dagvaardde, zooals wij dezer dagen meld den, in kort geding den Necterlandschen Staat, omdat naar de meening van eische- res de politie onrechtmatig de autobus in beslag had genomen, daar het hier een zui ver eigen gebruik van de autobus betrof door de Coöperatieve Vereeniging C. A. R. en geen ongeconcessionneerde busdienst. De presi dent van de rechtbank te Den Haag ver klaarde zich onbevoegd om van den eisch kennis te nemen. Ter zitting voor den kantonrechter ver klaarde de directeur, dat z. i. geen sprake was van overtreding van het R. A. P., slechts leden van de Coöperatie zouden vervoerd worden van Amsterdam naar Rotterdam via Den Haag. De vereeniging was opgericht om lieden met kleine beurzen in staat te stel len van Amsterdam naar Den Haag of Rot- terdag te reizen. Ook kon z.i. niet van een toerwagenrit worden gesproken omdat het in het geheel niet vast stond, dat de leden weer mee terug gingen. Voorts voerde verd. nog aan, dat niet hij doch het bestuur aan sprakelijk was. ,.Ik ben alleen maar het knechtje van het bestuur en voer slechts de opdrachten uit, hoewel ik in Maart j.1. de vereeniging heb opgericht vervul ik geen bestuursfunctie". De vereeniging had de autobus in huur koop gekocht en is op den eersten rit in beslag genomen volgens verdachte. Van ca mouflage is z.i. geen sprake. Noch de amb tenaar van het O. M. noch de kantonrechter waren het met deze lezing eens. Conform den eisch veroordeelde de kantonrechter den directeur van de C. A. R. tot f 100.boete subs 30 dagen hechtenis, doch hij gelastte de teruggave van de inbeslag genomen auto bus. De kantonrechter was van oordeel, dat de C. A. R. camouflage was om het R. A. P. te ontduiken. Psychologie in de werkkamer. Het was enkele jaren voor zijn dood, dat wij eens bij Monseigneur Nolens „thuis" kwamen, zoo schrijft de Haagsche Post. „Thuis" dat wilde voor hem zeggen: het gesticht der katholieke „Liefde-zusters" pp de Prinsengracht te 's Gravenhage, waar hij inwoonde. Wij hadden met hem en nog twee andere genoodigden den middag maaltijd gebruikt, waarbij Nolens zélf zijn gasten van de spijzen bediende. Zusters brachten groote schotels binnen. Nolens, als een vader zijn kinderen, voorzag ons van het noodige. Nóg zien we, hoe trotsch hij was op een praelitigen haas, dien hij aan sneed,, een haas hem toegezonden uit zijn eigen geliefde Limburg. Toen de maaltijd was afgeloopen, begaven wij ons naar zijn studeer-vertrek. Daar hingen verschillende groote portretten. Bij één daarvan bleef Nolens stilstaan. „Mijn moeder!" zei hij zacht. Een eind verder hing een portret van Napoleon en Nolens begon met veel be wondering over hem te spreken. Een jaar of wat later waren wij op visite bij Minis ter-President Colijn. Ook in zijn werkkamer hingen vele portretten. En op zijn schrijf bureau zagen wij vier groote: van mevrouw Colijn, van Kuyper, van Calvijn en... van Napoleon. Is dit geen merkwaardig klaver blad van-vier? En is het niet typeerend, die bewondering van staatslieden als Nolens en Colijn voor den Franschen keizer? Typee rend, maar wanneer we er even wat langer over nadenken; wanneer we wat dieper graven; wanneer we nagaan wat de sterke lijnen waren in de Napoleon-figuur en ons dan de karakteristieke persoonlijkheid in denken van Nolens en Colijn, dan vinden we voor die bewondering zeer wel de ver klaring. Dr. Colijn verklaarde ons trouwens bij die gelegenheid, dat hij niets zoo graag leest als levensbeschrijvingen van groote persoonlijkheden. Ook dit is verklaarbaar. Zou voor zijn sterke dappere leven de geschiedenis van andere grooten niet een sterke stimulans zijn ge weest? En daarom wordt het toch wel ver klaarbaar, dat wij in die twee werkkamers ook het portret van Napoleon vonden. Vereeniging ontbonden. Het officieele orgaan „Wiener Zeitung" publiceert een verordening betreffende de ontbinding van de Vereeniging van Zuid- Tirolers in Innsbruck. De bezittingen der vereeniging worden geconfiskeerd. Hoewel de tekst der verordening inhoudt, dat het besluit door de Gestapo op 22 Februari 193!) is genomen, schijnt het toch, dat men ver band kan leggen tusschen dezen maatregel en de recente accoorden met Italië betref fende het en massa overbrengen van de Duft'sche bevolking uit de streek van den Boven Etsch naar Duitsch gebied. Zooals men weet, heerscht levendige ontevreden heid onder de Zuid-Tiroolsche bevolking, die bedreigd wordt met gedwongen verlaten der gebieden, waar zij sedert eeuwen was gevestigd. Ineen vergadering van vertegenwoordi gers van het Nederlandsch Verbond van Vakbewegingen, het Roomsch-Katholieke Werkliedenverbond, het Christelijk Natio naal Vakverbond, de Centrale Bond van Zie kenfondsen en den Bond van Roomsch-Ka tholieke Ziekenfondsen is besloten zich tot de regeering te wenden met het dringende verzoek te willen bevorderen, dat vrijheid van organisatie op ziekenfondsgetoied prin cipieel zal worden gewaarborgd en dat van overheidswege een ziekenfondsraad zal wor den ingesteld, aan welken rand o.m. bevoegd heden waren te verleenen moeilijkheden op ziekenfondsgobied tot oplossing te brengen. In de overwegingen, die tot dit besluit hebben geleid, wordt o.m. het volgende ge zegd: Bij verschillende besprekingen, mede naar aanleiding van in een aantal plaatsen be staande conflicten, welke besprekingen sinds het begin van het vorige jaar zijn gehouden, is komen vast te staan, dat de samenwer king op voet van gelijkheid der samenwer kende partijen door de Maatschappij voor Geneeskunst onmogelijk wordt gemaakt en derhalve moet worden vastgesteld, dat uit eigen krachten der op ziekenfondsgebied werkzame organisaties geen coördinatie, met alles wat daarmede verband houdt, zal kun nen worden tot stand gebracht. Vijftien dooden. Een autobus van den dienst Alicante Valencia is, na met een personenauto in botsing te zijn gekomen, in een ravijn ge stort. Vijftien personen werden gedood en 25 gewond. DE VIERDAAGSCHE MAAKT VEERKRACHTIG. De Haagsche Post schrijft over de Vier- daagsche o.m.: In een tijd, dat rollende, snelvarende en vliegende verplaatsingen aan de orde van den dag zijn, herneemt misschien juist als tegenwicht de wandelsport haar oude eereplaats. Dit is verheugend. Want mar- cheeren in de vrije natuur is niet alleen een kwestie van getrainde beenen. Het kweekt veerkracht en vasthoudendheid. DE BEGINSELVASTHEID DER KATHOLIEKEN In de Haagsche Post (lib.) lezen wij over de Kabinetscrisis: Te betreuren valt dat een groote partij als de roomsch-katholicke in deze hachelijke tij den uitsluitend haar kracht meent te moe ten zoeken in afbraak en dreigementen en het nieuwe bewind reeds ter dood heeft ver oordeeld alvorens het nog één daad heeft kunnen stellen. Vooral met het dreigement der „uiterste noodzaak", het samengaan van roomsch en rood, werd in deze dagen in de katholieke pers veel geschermd. Wij herin neren ons nog den tijd, dat van den kansel den katholieken werd verboden om zelfs maar in hun gewone privé-leven omgang met sociaal-democraten te hebben. Nu is we liswaar in de politiek het geheugpn kort, doch wij meenden dat de katholieken er steeds prat op gingen, dat hun politiek niet door een kort geheugen maar door duurza mer beginselen werd beheerscht. Vandaar wellicht, dat zij nog heden het monsterverbond waarmede zij dreigen, als „uiterste noodzaak" be titelen, al blijft het vreemd, dat be ginselvaste lieden als uiterste nood zaak hun beginselen willen laten va ren. WERK VOOR BOUWVAK ARBEIDERS! Het Volk (s.d.a.p.) schrijft: Twee belangrijke adviezen zijn aan de (voor-) vorige regeering uitgebracht: het rapport-Westhoff dat groote werken ten plattelande aanwees, en het rapport-Van der Waerden over de „blijvende werkloosh d", samengesteld door een commissie, die door den Hoogen Raad van Arbeid was benoemd. Bede rapporten toonen, wat er in Nederland, kan worden gedaan door een regeering, die- de kracht heeft om aan te pakken. De bezwaren, die men tegen deze plannen opwerpt, zijn vooral van financieëlen aard. Om te doen zien, hoe overdreven deze be zwaren zijn, kiezen wij één der bijlagen van hét rapport der commissie-Van der Waer den en wel de beschouwingen van Ch. Glasz over de mogelijkheden van werkloosheidsbe strijding door woningbouw. Op gezag van den volkshuisvestingsin specteur ir. Zoetmuller gaat het rapport uit van een percentage van 11 PCt. der wonin gen op het platteland, die aanstonds zouden moeten worden vervangen. Er zouden hier voor dus omstreeks 75.000 woningen nieuw gebouwd moeten worden. Indien men deze vervanging over vijf jaren zou verdeelen, zou er werkgelegenheid voor ruim 8700 bouwvakarbeiders per jaar worden gescha pen. Hierbij zou dan nog indirecte werkver schaffing voor steenbakkerijen, kalkzand steenfabrieken, houtzagerijen, houtschave- rijen en timmerfabrieken komen, waardoor nog ongeveer 3500 personen per jaar aan het werk gezet zouden worden, afgezien dan nog van de werkverruiming door de grootere verbruiksuitgaven van de werkkrijgende ar beiders. De bouw van 15.000 woningen per jaar zou naar een berekening van dr. ir. F. Bakker Schut 36 millioen gulden per jaar kosten. De commissie-Van der Waerden meent, dat hiervoor geleend mag worden, voor zoover het in zulke woningen te steken kapitaal zijn rente kan opbrengen. Een deel van de bewoners der woningen zou de volle huur niet geheel zelf kunnen opbrengen, zoodat een deel van de bouwsom gedekt zou moe ten worden uit de gewone jaarlijksche over heidsinkomsten. De berekening van het rap- port-Glasz is nu, dat er 20 van de 36 mil lioen geleend zou mogen worden en dat 16 millioen ten laste van de gewone uitgaven zou komen, een berekening, die ons al te voorzichtig lijkt. Intusschen staat hier tegen over, dat door de vermindering der werk loosheid nagenoeg 8 millioen aan steun be spaard zou worden. He bouwplan, waardoor de woning nood ten plattelande geheel zou ver dwijnen, zou derhalve vijf jaar lang niet meer dan 8 millioen gulden vorderen, waardoor tevens een aan zienlijke vermindering van de werk loosheid te bereiken ware. Ziehier één van de mogelijkheden voor een ministerie, dat een grootsche bestrijding \an de werkloosheidsramp als eerste taak zou beschouwen. Innsbruck, de hoofdstad van Tirol. Slechts lichtgewonden. Door nog niet bekende oorzaak reeds Don derdagavond omstreeks tien uur een auto met zes personen te Oirschot tegen een boom. De heer de Rooy uit Dordrecht reed met zijn wagen, waarin zijn vrouw, twee kin deren, zijn schoonmoeder en de heer K. za ten, uit de richting Oirschot naar Tilburg. Op den Spoordonkscheweg reed hij met tamelijke vaart tegen een boom. De inzit tenden werden gewond, terwijl de auto licht beschadigd werd. De bestuurder kreeg snij- wonden aan hoofd en schouders en K. liep aan den neus op. Een der kinderen werd door glasscherven aan het gelaat gewond. Alle inzittenden werden door dokter Bur gering uit Oisterwijk naar het ziekenhuis aldaar overgebracht. De bestuurder en het gewonde kind zijn ter verpleging opgeno men. Hun toestand is bevredigend. De licht gewonden konden na verbonden te zijn huiswaarts keeren. De auto is in beslag genomen, doch na onderzoek vrijgegeven. Een plan ontdekt voor aanval len op munitiegebouwen, vlieg velden en menschenlevens. Het Engelsche Hoogerhuis heeft de wet tot verhindering van geweld in tweede lezing zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Bij de indiening, van de wet in tweede le zing verklaarde De la Warr, dat er tot dus ver 130 aanslagen waren gepleegd, voor mil- lioenen ponden schade was aangericht, twee menschen gedood en 73 personen min of meer ernstig gewond waren. Het was, aldus De la Warr, al erg genoeg dat dergelijke aanslagen in dezen tijd werden gepleegd, doch men behoefde niet over veel verbeel ding te beschikken om in te zien, wat het zou worden, zoo er een oorlog mocht uit breken. Spr. legde er den nadruk op, dat al deze aanslagen doelloos- waren, omdat geen verstandig mensch zich zou kunnen ver beelden, dat de houding der regeering door zulk een optreden ook maar in het minst zou worden beinvloed. Hij verklaarde voorts, dat het noodig was, de wet vandaag geheel af te handelen, omdat er op dit oogenblik een weloverwogen plan gaande was, om bepaal de zienswijzen ten aanzien van Iersche aan gelegenheden aan de Britsche regeering op te dringen. Dit plan is opgesteld met de gron digheid van een militairen gene- ralen staf. Wij zijn, aldus De la Warr, zoo gelukkig geweest tenmin ste één uitgave van dit plan in han den te krijgen, waarin regelingen zijn vastgesteld- voor aanvallen op onze openbare diensten, op onze mu nitiefabrieken en vliegvelden, en het beperkt zich niet slecht: tot aansla gen op openbare eigendommen doch ook op menschenlevens. Na hulde gebracht te hebben aan de me dewerking, die de oppositiepartijen ver leend hebben door het aannemen van de wet te vergemakkelijken, vervolgd-* De la Warr: de bevoegdheden, die door deze wet worden verleend, zijn van dien aard, dat geen enkel lid van het parlement ze ook maar voor een oogenblik zou dulden, tenzij bij allerhoog ste noodzaak. De wet zal gedurende twee jaar van kracht zijn. Een kortere periode zou niet doeltreffend zijn. De wet is werke lijk gematigd, vergeleken met het gevaar, waarvoor wij geplaatst zijn, en wij hebben ons meer bepaald tot het beginsel van pre ventie dan van bestraffing. Wij weten, dat er een groep van gewetenlooze en misleide mannen bestaat, die zich noch om eigendom men, noch om menschenlevens bekom meren. Velen hunner zijn aan de politie bekend, doch tot dusver kon niet voldoende bewijsmateriaal ver zameld worden om hen te verhin deren, onze veiligheid in gevaar te brengen. Wet ook in derde lezing aange nomen. Na met enkele wijzigingen door dc com missie te zijn goedgekeurd is de wet in der de lezing aangenomen en naar het Lager huis teruggezonden ter behandeling van de amendementen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 11