Wij lazen
U....
voor
Hollandschen
op den
kustvaarder
Zuid - Tirolers ontevreden
Dr. Colijn bewondert
Napoleon
Zal Engeland maatregelen
nemen
ben insider zegt: de neder.
bandsche concurrentie is
eerijk en natuurlijk.
Grondstoffennood in Engeland
Door de mazen der wet
Pleidooi voor een
Ziekenfondsraad
Antobus stort in ravijn
Uit de Pers van heden
Auto met zes inzittenden
tegen boom
Engeland tegen het
Iersche geweld
JALOEZIE
(Van onzen eigen verslaggever).
De toestand waarin de Engelsche
kustvaart verkeert is zeer slecht.
Blijkens een rapport van de „Mer-
cantile Marine Service Association"
zijn de Nederlandsche kustvaarders
de oorzaak van de Engelsche nood
toestanden. Zal het de oppositie ge
lukken, de Engelsche regeering tot
het nemen van maatregelen tegen
de Nederlandsche kustvaarders te
nopen? In 1651 werd de Acte van
Navigatie uitgevaardigd om de En
gelsche vloot de suprematie op de
wereldzeeën te verzekeren. Zal er
nu, bijna 300 jaar later, een nieuwe
Acte van Navigatie komen, alleen
toegepast op de kustvaart?
Reeds meermalen is er gesproken en ge-
Schreven over den onhoudbaren toestand,
die in Engeland ten aanzien van de kust-
vaart heerscht. Engeland, de groote zee
mogendheid, moet het gedogen, dat de
kustvaart ei-barmelijk slecht is. Zoo nu en
dan publiceeren de groote Engelsche dag
bladen de moeilijkheden, waaronder deze
kleine zeevaart heeft te lijden en de En-
gelschman is dan vol verbazing, dat zooiets
in zijn land kan bestaan. Het spreekt van
zelf, dat er een strooming ontstaan is, die
deze toestanden voorstaat te verbeteren en
ook, dat er een zondenbok is gezocht... en
gevonden!
Nederland de schuld van alles!
s
Men werpt de schuld op den grootsten
concurrent: Nederland. De Nederlandsche
kustvaarders zijn 't, die de opdrachten van
Engelsche zijde voor den neus van hun
Engelsche collega's wegkapen. Geen bui-
tenlandsche kustvaarders die de kunst zoo
goed verstaan, orders in de wacht te slee
pen. Tot nu toe hebben de Engelschen dit
met leede oogen aangezien, maar er vormt
zich een allengs sterker blok, dat maatre
gelen eischt tegen de „oneerlijke en moor
dende concurrentie" der Nederlanders.
Slaagt men er in, de regeering inderdaad
daartoe te brengen dan zal het er somber
uitzien voor de Nederlandsche kustvaart op
Engeland.
Is er echter wel sprake van „oneerlijke
en moordende" concurrentie, zijn alle ver
wijten wel juist, die men over de hoofden
der Nederlanders uitstort? Hoe denken de
Nederlandsche kustvaarders zelf over deze
kwestie? Om een antwoord op deze vragen
te ontvangen hebben wij ons gewend tot
een der best geïnformeerde Nederlandsche
kustvaarders, die al jaren op Engeland
vaart -en daardoor met deze kwestie uit
stekend vertrouwd is.
„Niets dan naijver".
I De Nederlandsche concurrentie is
eerlijk en natuurlijk, dat moet de
Engelsche regeering zelf toegeven,
aldus onze zegsman. Wij Nederland-
.sche kustvaarders, zijn betere zee
lui, ons personeel is bekwamer, wij
kennen ons werk beter en daar
door gelukt het ons, meer successen
te behalen en de Engelsche kust
vaart te overvleugelen. Alle verwij
ten, die men ons van Engelsche
zijde maakt, ontspruiten uit jaloe
zie.
Men zegt, dat wij ons personeel slecht
betalen en dat wij daarom lagere vracht
prijzen kunnen berekenen. Iedereen weet
echter, dat de Hollandsche kustvaarders tot
het best betaalde personeel behooren Verder
zouden wij te weinig personeel aan boord
hebben en ook daardoor den vrachtprijs
kunnen drukken. Maar men vergeet, dat in
Nederland evengoed als in Engeland bepa
lingen bestaan waarbij een minimum aan>-
tal leden der bemanning wordt voorgeschre
ven.
Zoo zou ik tallooze aantijgingen kunnen
noemen, die men ons voor de voeten werpt,
aldus de kapitein, maar de werkelijke oor
zaken zijn heel anders.
De werkelijke oorzaken
Behalve de grootere vakbekwaamheid der
Nederlanders speelt ook het scheepstype een
belangrijke rol. De Engelschen hebben altijd
schepen gebruikt, die veel grooter waren dan
de onze. Men kan voor de kustvaart het best
gebruiken vaartuigen van 100 tot 500 ton.
Grootere schepen zijn onhandig en duurder
in het gebruik. Toen de Engelschen dat ook
begonnen in te zien heeft men zich inder
haast toegelegd op de vervaardiging van
het kleinere scheepstype. Nederland is ech
ter gespecialiseerd in dat soort schepen en
omdat Engeland een grootcn achterstand
heeft in te halen, koopen de meeste Engel
schen hun schepen in Holland.
Er bestaan in het traditie-rijke Engeland
allerlei voorschriften die de Engelsche schip
pers trouw navolgen, maar waar de Neder
landers zich niet van aantrekken. 't'er
schuilt dan ook wel een kern van onrecht
vaardigheid in: de Engelschen zijn aan ver
schillende maatregelen onderworpen, die
niet gelden voor buitenlanders. Maar dat
kan men bezwaarlijk de Nederlanders aan
rekenen!
Zal men maatregelen treffen.
De groote moeilijkheid der Engelsche re
geering is, dat zij alles uit twee oogpunten
nioet bezien: zij moet de belangen der kust
vaarders behartigen, maar ook moet zij om
verschillende redenen de Hollanders tot
vriend houden.
Een voorstel tot een speciale sub
sidie van de kustvaart vond geen in
gang. Natuurlijk werd eveneens van
de hand gewezen een voorstel tot
verhooging van invoerrechten op m
het buitenland gebouwde schepen,
want de Engelsche reeders koopen
liever de goedkoopere Hollandsche
schepen. Bovendien vreesde men
Hollandsche tegenmaatregelen. Want
Holland is een zeer goede klant van
Engeland!
Het is dus lang niet zeker, welke maatre
gelen men zal treffen.
In 1651 heeft men de Acte van Navigatie
uitgevaardigd om dezelfde reden: naijver op
de Hollandsche handelssuccessen. Dat een
tweede scheepvaartwet onmogelijk is, lijdt
geen twijfel. Maar wel kunnen regelingen
worden ingesteld, die funest zijn voor de
Hollandsche kustvaarders. Indien het zoo
ver mocht komen, zullen we er veel last van
krijgen, maar de Britsche regeering zal zich
wel tweemaal bedenken alvorens maatrege
len te nemen, die neerkomen op een verdrij
ven van de Nederlandsche kustvaarders uit
de Engelsche wateren!
Frankrijk zou kunnen helpen!
De Lombard Street medewerker van
de „Financial News" schrijft, dat
de recente officieele verklaring in
houdende, dat Engeland voor drie
maanden reserves heeft aan eiken
essentieel'en grondstof, en welke
bedoeld was om de ongerustheid
over het grondstoffenvraagstuk weg
te nemen, in dezen opzet niet ge
slaagd is. Daar het vaak maanden
lang duurt, zoo vervolgt genoemde
medewerker, alvorens grondstoffen,
welke in verafgelegen landen gepro
duceerd worden, in Engeland aan
komen, is een voorraad van drie
maanden nauwelijks voldoende om
zelfs een tijdelijke onafhankelijk
heid te waarborgen in geval de
scheepvaart stagneert.
Veel grootere voorraden zijn noodig, wil
Engeland machtige tegenstanders impo-
neeren door zijn economische voorbereidin
gen. Om dat doeleinde te bereiken, dienen
de buitenlandsche valutabronnen in ruime
mate te worden gebruikt. Liet bezit immers
van een grooten voorraad van niet aan
bederf onderhevige grondstoffen, zou een
even waardevoilen steun voor het pond
sterling beteekenen, als het bezit van een
overeenkomstig bedrag aan goud. De kosten
aan opslag e.a. mogen de regeering er niet
van weerhouden voldoende voorraden grond
stoffen aan te leggen. De extrakosten zijn
van geen beteekenis in verhouding tot die,
welke gepaard gaan met het bouwen van
extra torpedojagers en escortevaartuigen,
ter bescherming van dringend noodige ver
schepingen in de eerste maanden van een
oorlog.
Frankrijk staat er beter voor.
In dit opzicht verkeert Frankrijk in een
sterk bevoordeelde positie vergeleken met
Engeland. Frankrijk kan zich min of meer
zelf voorzien, en heeft geen reserve aan
voedsel noodig. Wel zou het groote behoef
te hebben aan een voorraad grondstoffen
om te voorzien in zijn behoeften gedurende
het eerste tijdperk van een oorlog. Zijn
groote en toenemende goudvoorraad zou het
terstond in staat stellen de noodige voorra
den aan te leggen. Het is aan te bevelen,
dat contact tot stand wordt gebracht tus-
schen Londen en Parijs ter verkrijging
eener nauwe samenwerking bij het aan
leggen van voorraden voedsel en grond
stoffen. Frankrijk verkeert in een positie
uit zijn tarwe-overschot tot de Britsche
kroonkoloniën veel v. Frankrijk's behoeften
aan grondstoffen zouden kunnen leveren. In
ieder geval het zou raadzaam zijn om zoo
mogelijk de economische verdedigingsplan
nen der beide landen te coördineeren.
Deze samenwerking dient niet tot Groot-
Brittaniië en Frankrijk beperkt te blijven.
Ook Polen, Roemenië en Griekenland be
hooren aan deze economische besprekingen
deel te nemen.
Autpbusdirecteur tot
boete veroordeeld.
f 100.—
De waarnemende Amsterdamsche kanton
rechter mr. M. D. Lijberse behandelde
gisteren een strafzaak tegen den directeur
van de Coöperatieve Autobusonderneming
C. A. R., verdacht van overtreding van arti
kel 2 van het nieuwe Reglement Autover
voer Personen. De politie nam kort geleden
de autobus in beslag. De busonderneming
dagvaardde, zooals wij dezer dagen meld
den, in kort geding den Necterlandschen
Staat, omdat naar de meening van eische-
res de politie onrechtmatig de autobus in
beslag had genomen, daar het hier een zui
ver eigen gebruik van de autobus betrof door
de Coöperatieve Vereeniging C. A. R. en geen
ongeconcessionneerde busdienst. De presi
dent van de rechtbank te Den Haag ver
klaarde zich onbevoegd om van den eisch
kennis te nemen.
Ter zitting voor den kantonrechter ver
klaarde de directeur, dat z. i. geen sprake
was van overtreding van het R. A. P., slechts
leden van de Coöperatie zouden vervoerd
worden van Amsterdam naar Rotterdam via
Den Haag. De vereeniging was opgericht om
lieden met kleine beurzen in staat te stel
len van Amsterdam naar Den Haag of Rot-
terdag te reizen. Ook kon z.i. niet van een
toerwagenrit worden gesproken omdat het
in het geheel niet vast stond, dat de leden
weer mee terug gingen. Voorts voerde verd.
nog aan, dat niet hij doch het bestuur aan
sprakelijk was. ,.Ik ben alleen maar het
knechtje van het bestuur en voer slechts de
opdrachten uit, hoewel ik in Maart j.1. de
vereeniging heb opgericht vervul ik geen
bestuursfunctie".
De vereeniging had de autobus in huur
koop gekocht en is op den eersten rit in
beslag genomen volgens verdachte. Van ca
mouflage is z.i. geen sprake. Noch de amb
tenaar van het O. M. noch de kantonrechter
waren het met deze lezing eens. Conform
den eisch veroordeelde de kantonrechter den
directeur van de C. A. R. tot f 100.boete
subs 30 dagen hechtenis, doch hij gelastte
de teruggave van de inbeslag genomen auto
bus.
De kantonrechter was van oordeel, dat de
C. A. R. camouflage was om het R. A. P. te
ontduiken.
Psychologie in de werkkamer.
Het was enkele jaren voor zijn dood, dat
wij eens bij Monseigneur Nolens „thuis"
kwamen, zoo schrijft de Haagsche Post.
„Thuis" dat wilde voor hem zeggen: het
gesticht der katholieke „Liefde-zusters" pp
de Prinsengracht te 's Gravenhage, waar hij
inwoonde. Wij hadden met hem en nog
twee andere genoodigden den middag
maaltijd gebruikt, waarbij Nolens zélf zijn
gasten van de spijzen bediende. Zusters
brachten groote schotels binnen. Nolens, als
een vader zijn kinderen, voorzag ons van
het noodige. Nóg zien we, hoe trotsch hij
was op een praelitigen haas, dien hij aan
sneed,, een haas hem toegezonden uit zijn
eigen geliefde Limburg. Toen de maaltijd
was afgeloopen, begaven wij ons naar zijn
studeer-vertrek. Daar hingen verschillende
groote portretten. Bij één daarvan bleef
Nolens stilstaan. „Mijn moeder!" zei hij
zacht. Een eind verder hing een portret van
Napoleon en Nolens begon met veel be
wondering over hem te spreken. Een jaar
of wat later waren wij op visite bij Minis
ter-President Colijn. Ook in zijn werkkamer
hingen vele portretten. En op zijn schrijf
bureau zagen wij vier groote: van mevrouw
Colijn, van Kuyper, van Calvijn en... van
Napoleon. Is dit geen merkwaardig klaver
blad van-vier? En is het niet typeerend, die
bewondering van staatslieden als Nolens en
Colijn voor den Franschen keizer? Typee
rend, maar wanneer we er even wat langer
over nadenken; wanneer we wat dieper
graven; wanneer we nagaan wat de sterke
lijnen waren in de Napoleon-figuur en ons
dan de karakteristieke persoonlijkheid in
denken van Nolens en Colijn, dan vinden
we voor die bewondering zeer wel de ver
klaring. Dr. Colijn verklaarde ons trouwens
bij die gelegenheid, dat hij niets zoo graag
leest als levensbeschrijvingen van groote
persoonlijkheden.
Ook dit is verklaarbaar. Zou voor zijn sterke
dappere leven de geschiedenis van andere
grooten niet een sterke stimulans zijn ge
weest? En daarom wordt het toch wel ver
klaarbaar, dat wij in die twee werkkamers
ook het portret van Napoleon vonden.
Vereeniging ontbonden.
Het officieele orgaan „Wiener Zeitung"
publiceert een verordening betreffende de
ontbinding van de Vereeniging van Zuid-
Tirolers in Innsbruck. De bezittingen der
vereeniging worden geconfiskeerd. Hoewel
de tekst der verordening inhoudt, dat het
besluit door de Gestapo op 22 Februari 193!)
is genomen, schijnt het toch, dat men ver
band kan leggen tusschen dezen maatregel
en de recente accoorden met Italië betref
fende het en massa overbrengen van de
Duft'sche bevolking uit de streek van den
Boven Etsch naar Duitsch gebied. Zooals
men weet, heerscht levendige ontevreden
heid onder de Zuid-Tiroolsche bevolking,
die bedreigd wordt met gedwongen verlaten
der gebieden, waar zij sedert eeuwen was
gevestigd.
Ineen vergadering van vertegenwoordi
gers van het Nederlandsch Verbond van
Vakbewegingen, het Roomsch-Katholieke
Werkliedenverbond, het Christelijk Natio
naal Vakverbond, de Centrale Bond van Zie
kenfondsen en den Bond van Roomsch-Ka
tholieke Ziekenfondsen is besloten zich tot
de regeering te wenden met het dringende
verzoek te willen bevorderen, dat vrijheid
van organisatie op ziekenfondsgetoied prin
cipieel zal worden gewaarborgd en dat van
overheidswege een ziekenfondsraad zal wor
den ingesteld, aan welken rand o.m. bevoegd
heden waren te verleenen moeilijkheden op
ziekenfondsgobied tot oplossing te brengen.
In de overwegingen, die tot dit besluit
hebben geleid, wordt o.m. het volgende ge
zegd:
Bij verschillende besprekingen, mede naar
aanleiding van in een aantal plaatsen be
staande conflicten, welke besprekingen sinds
het begin van het vorige jaar zijn gehouden,
is komen vast te staan, dat de samenwer
king op voet van gelijkheid der samenwer
kende partijen door de Maatschappij voor
Geneeskunst onmogelijk wordt gemaakt en
derhalve moet worden vastgesteld, dat uit
eigen krachten der op ziekenfondsgebied
werkzame organisaties geen coördinatie, met
alles wat daarmede verband houdt, zal kun
nen worden tot stand gebracht.
Vijftien dooden.
Een autobus van den dienst Alicante
Valencia is, na met een personenauto in
botsing te zijn gekomen, in een ravijn ge
stort.
Vijftien personen werden gedood en 25
gewond.
DE VIERDAAGSCHE MAAKT
VEERKRACHTIG.
De Haagsche Post schrijft over de Vier-
daagsche o.m.:
In een tijd, dat rollende, snelvarende en
vliegende verplaatsingen aan de orde van
den dag zijn, herneemt misschien juist
als tegenwicht de wandelsport haar oude
eereplaats. Dit is verheugend. Want mar-
cheeren in de vrije natuur is niet alleen een
kwestie van getrainde beenen. Het kweekt
veerkracht en vasthoudendheid.
DE BEGINSELVASTHEID DER
KATHOLIEKEN
In de Haagsche Post (lib.) lezen wij over
de Kabinetscrisis:
Te betreuren valt dat een groote partij als
de roomsch-katholicke in deze hachelijke tij
den uitsluitend haar kracht meent te moe
ten zoeken in afbraak en dreigementen en
het nieuwe bewind reeds ter dood heeft ver
oordeeld alvorens het nog één daad heeft
kunnen stellen. Vooral met het dreigement
der „uiterste noodzaak", het samengaan van
roomsch en rood, werd in deze dagen in de
katholieke pers veel geschermd. Wij herin
neren ons nog den tijd, dat van den kansel
den katholieken werd verboden om zelfs
maar in hun gewone privé-leven omgang
met sociaal-democraten te hebben. Nu is we
liswaar in de politiek het geheugpn kort,
doch wij meenden dat de katholieken er
steeds prat op gingen, dat hun politiek niet
door een kort geheugen maar door duurza
mer beginselen werd beheerscht.
Vandaar wellicht, dat zij nog heden
het monsterverbond waarmede zij
dreigen, als „uiterste noodzaak" be
titelen, al blijft het vreemd, dat be
ginselvaste lieden als uiterste nood
zaak hun beginselen willen laten va
ren.
WERK VOOR BOUWVAK
ARBEIDERS!
Het Volk (s.d.a.p.) schrijft:
Twee belangrijke adviezen zijn aan de
(voor-) vorige regeering uitgebracht: het
rapport-Westhoff dat groote werken ten
plattelande aanwees, en het rapport-Van der
Waerden over de „blijvende werkloosh d",
samengesteld door een commissie, die door
den Hoogen Raad van Arbeid was benoemd.
Bede rapporten toonen, wat er in Nederland,
kan worden gedaan door een regeering, die-
de kracht heeft om aan te pakken.
De bezwaren, die men tegen deze plannen
opwerpt, zijn vooral van financieëlen aard.
Om te doen zien, hoe overdreven deze be
zwaren zijn, kiezen wij één der bijlagen van
hét rapport der commissie-Van der Waer
den en wel de beschouwingen van Ch. Glasz
over de mogelijkheden van werkloosheidsbe
strijding door woningbouw.
Op gezag van den volkshuisvestingsin
specteur ir. Zoetmuller gaat het rapport uit
van een percentage van 11 PCt. der wonin
gen op het platteland, die aanstonds zouden
moeten worden vervangen. Er zouden hier
voor dus omstreeks 75.000 woningen nieuw
gebouwd moeten worden. Indien men deze
vervanging over vijf jaren zou verdeelen,
zou er werkgelegenheid voor ruim 8700
bouwvakarbeiders per jaar worden gescha
pen. Hierbij zou dan nog indirecte werkver
schaffing voor steenbakkerijen, kalkzand
steenfabrieken, houtzagerijen, houtschave-
rijen en timmerfabrieken komen, waardoor
nog ongeveer 3500 personen per jaar aan het
werk gezet zouden worden, afgezien dan nog
van de werkverruiming door de grootere
verbruiksuitgaven van de werkkrijgende ar
beiders.
De bouw van 15.000 woningen per jaar zou
naar een berekening van dr. ir. F. Bakker
Schut 36 millioen gulden per jaar kosten.
De commissie-Van der Waerden meent, dat
hiervoor geleend mag worden, voor zoover
het in zulke woningen te steken kapitaal
zijn rente kan opbrengen. Een deel van de
bewoners der woningen zou de volle huur
niet geheel zelf kunnen opbrengen, zoodat
een deel van de bouwsom gedekt zou moe
ten worden uit de gewone jaarlijksche over
heidsinkomsten. De berekening van het rap-
port-Glasz is nu, dat er 20 van de 36 mil
lioen geleend zou mogen worden en dat 16
millioen ten laste van de gewone uitgaven
zou komen, een berekening, die ons al te
voorzichtig lijkt. Intusschen staat hier tegen
over, dat door de vermindering der werk
loosheid nagenoeg 8 millioen aan steun be
spaard zou worden.
He bouwplan, waardoor de woning
nood ten plattelande geheel zou ver
dwijnen, zou derhalve vijf jaar lang
niet meer dan 8 millioen gulden
vorderen, waardoor tevens een aan
zienlijke vermindering van de werk
loosheid te bereiken ware.
Ziehier één van de mogelijkheden voor
een ministerie, dat een grootsche bestrijding
\an de werkloosheidsramp als eerste taak
zou beschouwen.
Innsbruck, de hoofdstad van Tirol.
Slechts lichtgewonden.
Door nog niet bekende oorzaak reeds Don
derdagavond omstreeks tien uur een auto
met zes personen te Oirschot tegen een
boom.
De heer de Rooy uit Dordrecht reed met
zijn wagen, waarin zijn vrouw, twee kin
deren, zijn schoonmoeder en de heer K. za
ten, uit de richting Oirschot naar Tilburg.
Op den Spoordonkscheweg reed hij met
tamelijke vaart tegen een boom. De inzit
tenden werden gewond, terwijl de auto licht
beschadigd werd. De bestuurder kreeg snij-
wonden aan hoofd en schouders en K. liep
aan den neus op. Een der kinderen werd
door glasscherven aan het gelaat gewond.
Alle inzittenden werden door dokter Bur
gering uit Oisterwijk naar het ziekenhuis
aldaar overgebracht. De bestuurder en het
gewonde kind zijn ter verpleging opgeno
men. Hun toestand is bevredigend. De licht
gewonden konden na verbonden te zijn
huiswaarts keeren.
De auto is in beslag genomen, doch na
onderzoek vrijgegeven.
Een plan ontdekt voor aanval
len op munitiegebouwen, vlieg
velden en menschenlevens.
Het Engelsche Hoogerhuis heeft de wet tot
verhindering van geweld in tweede lezing
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Bij de indiening, van de wet in tweede le
zing verklaarde De la Warr, dat er tot dus
ver 130 aanslagen waren gepleegd, voor mil-
lioenen ponden schade was aangericht, twee
menschen gedood en 73 personen min of
meer ernstig gewond waren. Het was, aldus
De la Warr, al erg genoeg dat dergelijke
aanslagen in dezen tijd werden gepleegd,
doch men behoefde niet over veel verbeel
ding te beschikken om in te zien, wat het
zou worden, zoo er een oorlog mocht uit
breken. Spr. legde er den nadruk op, dat al
deze aanslagen doelloos- waren, omdat geen
verstandig mensch zich zou kunnen ver
beelden, dat de houding der regeering door
zulk een optreden ook maar in het minst zou
worden beinvloed. Hij verklaarde voorts, dat
het noodig was, de wet vandaag geheel af te
handelen, omdat er op dit oogenblik een
weloverwogen plan gaande was, om bepaal
de zienswijzen ten aanzien van Iersche aan
gelegenheden aan de Britsche regeering op
te dringen.
Dit plan is opgesteld met de gron
digheid van een militairen gene-
ralen staf. Wij zijn, aldus De la
Warr, zoo gelukkig geweest tenmin
ste één uitgave van dit plan in han
den te krijgen, waarin regelingen
zijn vastgesteld- voor aanvallen op
onze openbare diensten, op onze mu
nitiefabrieken en vliegvelden, en het
beperkt zich niet slecht: tot aansla
gen op openbare eigendommen doch
ook op menschenlevens.
Na hulde gebracht te hebben aan de me
dewerking, die de oppositiepartijen ver
leend hebben door het aannemen van de wet
te vergemakkelijken, vervolgd-* De la Warr:
de bevoegdheden, die door deze wet worden
verleend, zijn van dien aard, dat geen enkel
lid van het parlement ze ook maar voor een
oogenblik zou dulden, tenzij bij allerhoog
ste noodzaak. De wet zal gedurende twee
jaar van kracht zijn. Een kortere periode
zou niet doeltreffend zijn. De wet is werke
lijk gematigd, vergeleken met het gevaar,
waarvoor wij geplaatst zijn, en wij hebben
ons meer bepaald tot het beginsel van pre
ventie dan van bestraffing.
Wij weten, dat er een groep van
gewetenlooze en misleide mannen
bestaat, die zich noch om eigendom
men, noch om menschenlevens bekom
meren. Velen hunner zijn aan de
politie bekend, doch tot dusver kon
niet voldoende bewijsmateriaal ver
zameld worden om hen te verhin
deren, onze veiligheid in gevaar te
brengen.
Wet ook in derde lezing aange
nomen.
Na met enkele wijzigingen door dc com
missie te zijn goedgekeurd is de wet in der
de lezing aangenomen en naar het Lager
huis teruggezonden ter behandeling van de
amendementen.