Een dozijn is dertien
in Lissabon
verovering
Bereidt Japan
der Philippijnen voor?
De Portugees bewaakt zijn
vrouw als kostbaar kleinood
„Roosevelt wilde
Engeland steunen
Een prachtige antiloop
in Artis
Een uitstekende
aanvalsbasis
onafhankelijkheid is den PhilipPÜ*
Onze medewerkster MeJ. Boekei
vertelt van haar avonturen in
Lissabon, stad der tegenstellin
gen, stad waar in de nauwe ste
gen bloemen fleuren, stad waar
schrilste armoede naast stralende
rijkdom woont
„Op de Bibelebomsche berg,
Wonen Bibelebomsche menschen...",
zong i'k vroeger toen Ik nog hooge knoop
jes-schoenen droeg en stroohoeden met een
elastiek onder m'n kin en die wonder
lijke berg met z'n wonderlijke bewoners
leefde dan voor me als iets zeer werkelijks.
Maar nooit heb ik er als klein meisje van
gedroomd dat ik daar ook nog eens echt
zou komen als ik een oud meisje zou zijn
met korte rokken en poppehoeden. En dat
is nu toch gebeurd; ik ben eensklaps bo
ven op den Bibelebomschen berg alleen
heet die tegenwoordig Lissabon.
Daarom wonen daar nu ook Lissabonsche
menschen, die je kunt verdeelep in; 1. als
heer verkleede mannen, die op het Rocio
naar passeerende dames kijken; en 2. visch-
vrouwen. Men zegt er is nog een derde
groep, n.1. huisvrouwen en inderdaad zie je
die overal over de balconnetjes hangen,
maar op straat ontmoet je ze zelden.
Een vrouw geniet hier nog niet veel
vrijheid1; zij is thuis en doet de
huishouding, of als ze daarvoor per
soneel heeft, doet ze niets of bab
belt., maar zij mag niet een al te
zelfstandig wezen worden, geen
Sport bedrijven, gaan zwemmen of
iets dergelijks ondernemen, want
dat is niet volgens de Portugeesche
etiquette. Vooral ook behoort ze na
's morgens 12 niet meer alleen uit
te gaan en daaraan zal wel die
sterk verbreide gewoonte om uit
het raam te hangen zijn te dan
ken, want ook een Lissabonsche
vrouw is... laat ik zeggen; belang
stellend.
Dat zeg ik nu een tikkeltje hatelijk eni ik
moet toegeven, dat ik overdrijf en er uit
zonderingen zijn, maar ofschoon ik Lissa
bon een prachtstad vind om te zien, als
ik denk aan het leven daar als dame, dan
word ik onmiddellijk kwaadaardig. Dat is
de schuld van de reeds vermelde als heer
verkleede mannen op het Rocio. Niet al
leen daar trouwens, maar ook door de hee-
le stad hebben de mannen de gewoonte je
op zeer onhebbelijke manier te bekijken. Ik
ben toch wel wat gewend op 't gebied van
aangegaapt te worden. Ik heb me laten op
nemen door ernstige Finnen, leutige Tiro-
lers, nieuwsgierige Serven, gebaarde Mo
hammedanen, door boeren, burgers en bui
tenlui van allerlei Europeesohe uithoeken
en de groote belangstelling was niet altijd
prettig, maar nooit was het zoo tergend en
tegelijk zoo onbeschaamd als hier, waar een
man in een tram zich eenvoudig omdraait
om je ononderbroken te bezien, of op straat
z'n vrienden waarschuwt, waarna ze je ge
zamenlijk op een brutale manier staan te
taxeeren, Het is niet m'n bedoeling om
vooral op de onaangename dingen van dit
land den nadruk te leggen, maar ik kan
en wil dit eerlijkheidshalve niet verzwij
gen, want het heeft m'n dagen hier ver
gald. Eerst probeerde ik nog te denken, dat
in het me inbeeldde en dat ik een humeu
rige ouwe juffrouw werd, maar weldra ont
dekte ik, dat andere buitenlandsche dames
m'n vernietigend oordeel geheel onder
schreven, zoodat het tenslotte nog zoo onbe
grijpelijk niet is, dat een Portugees z'n
vrouw en dochters niet alleen op straat wil
hebben. Gelukkig echter zijn de Portugee-
zen buiten Lissabon veel aangenamer en
veranderen de Lissabonners zelf wanneer je
aan ze wordt voorgesteld plotseling in hof
felijk buigende en veel glimlachende hee-
ren; maar dat maakt hun zonden op
straat toch niet goed!
Groep 2: de vlschvrouwen.
Wat groep 2 betreft, de vischvrouwen,
daarzonder is de stad ondenkbaar. Bij
honderden komen ze 's morgens van de
haven met groote manden visch op het
hoofd, die ze straat op straat af naar hun
klanten dragen, 't Zijn niet allemaal aan
vallige vrouwtjes, zooals ze met. hun ver-
wpprde gezichten, schubben in het haar;
met vreeselijke krijscbsemmen en hevig
wiegelende beupen op een sukkeldrafje
door de stad gaan. Wel loopen ze allen
kaarsrecht, wat trouwens vanzelfsprekend
is, omdat anders de mand zou vallen;
maar het lijkt mij soms haast onmogelijk
om je nek recht te houden onder dergelijke
zware lasten. Want het is niet alleen
visch; een Portugeesche vrouw draagt alles
on haar hoofd, van een klosje garen tot een
sta nel brandhout toe, ja zelfs de baby. Soms
Is de. last te zwaar voor baar armen en
moet ze hulp hebben om die op haar hoofd
te tillen, maar is het eenmaal boven, dan
maakt ze een klein hupje om de zaak
recht te zetten en loopt weg of ze geen
gpwicht meer voelt. Zoo zag ik zelfs eens
een vrouw met een trapnaaimachine rustig
babbelend door de sraten gaan. Het liefst
gaan ze barrevoets, maar dat is tegen
woordig verboden en de agenten houden
terdege toezicht dat ze hun sloffen ook
werkelijk aan hun voeten dragen en die
niet ook stiekum op hun hoofd leggen;
want dat doen ze als ze de kans schoon
zien, ook al hebben ze beide banden vrij.
Een zeer oude stad
Lissabon is heusch zoo oud als de Bibe
lebomsche berg. De geleerden hebben er
zelfs ruzie over of de naam moet worden
afgeleid van TTlvssijio Odvsseus, den
Griekscben held die op z'n omzwervingen
na de Troiaanschen oorlog ook deze plek
*»ou hebben bezocht, of dat de stad door de
'Uioeniciërs is gesticht. Wij, huis-, tuin- en
oikenimenschen, kunnen rustig aannemen
dat geen van die geleerden er veel van
weet en ik wil de historie dan ook met
rust laten tot 1755, toen Lissabon door een
aardbeving grondig in puin werd gelegd.
Oude geJjouwen vind je er dan ook alleen
in den vqpm van ruïnes en misschien zou
met die aardbeving voorgoed een eind aan
't bestaan der stad zijn gekomen, wanneer
niet de zeer kundige Pombal zijn volk met
ijzeren wil had gedwongen deze te herbou
wen.
Voor de benedenstad langs de
Taag werd een logisch plan gemaakt
mefrechtp straten en vierkante
ijl hun huizen. Ze deden dat, zooals het op
de puinhoopen het geschiktst uitkwam,
waardoor zeer fantastische straatjes ont
stonden, die niet 25 meter recht zijn en
geen van allen in één richting loopen. 't Is
erg interessant om in die nauwe rua's en
traversa's te dwalen, waar flodderig wasch-
goed tot boven aan de dakgoot hangt te
drogen, halfnaakte kindertjes spelen, kat
ten sluimeren en vele groezelige donkere
winkeltjes zijn. In die straatjes kan het ook
gebeuren, dat je je plotseling tegen den
muur moet drukken, om een petroumven-
ter te laten passeeren, die zijn kruiken en
kranen om een ezeltje heeft hangen en de
straat volkomen in beslag neemt.
Bloemen en kanariepietjes.
Maar al die slopjes worden opgefleurd
door ontelbaar vele potten bloeiende bloe
men die overal op de balconnetjes staan en
verder door de gladde tegeltjes, waarmee
vaak de heele gevel is belegd. Dat zijn de
„azulejos" of wel de „blauwtjes", die echter
ook wel eens groen of rood zijn of meerde
re kleuren hebben. Steeds is hun effect al-
leraardigdst.
Ik zou onvolledig zijn, wanneer ik de vele
kanariepietjes vergat te vermelden, die
overal in kooitjes buiten aan de huizen han
gen en dan nog de katten. Lissabon heeft
de katterigste katten die ik ooit zag; ze be
staan uit een paar gluiperige oogen, een
ribbekasje, en een vieze dunne staart, 's Is
niet moeilijk ze te vinden, want ze zitten en
mmmm
pleinen, die allen goed geplaveid
zijn. Daaraan staan de regeeringsge-
gebouwen, de banken en groote han
delszaken. Het belangrijkste plein
voor het Lissabonsche leven is het
Rocio, waarop de groote winkelstra
ten uitkomen, de trams hun eind
punt hebben, het groote station is,
de menschen kuieren of zitten in de
café's te praten, de bioscopen zijn vol
en vanwaar de prachtige, breede
Avenida da Liberdade begint, die
een paar kilometer verder wordt
besloten niet een groot plein, waar
in het midden op een hooge zuil de
Markies van Pombal staat en uitziet
over de door hem herschapen stad.
Maar links en rechts van dit deel, juist
buiten het gezichtsveld van den gestrengen
Markies, herbouwden de burgers in aller
Het standbeeld van Pombal.
sluipen overal; op drempels, in de etala
ges, op toonbanken en overal verder waar
maar een kat kan zitten of sluipen. Ieder
huis heeft z'n kat, want dat beteekent ge
luk, maar niemand maakt ooit een kat
dood, omdat dat ongeluk brengt. Daar
door heeft ieder huis ook meerdere katten,
want die dieren bezitten nu eenmaal de
eigenschap zich te vermenigvuldigen.
Een dozijn is 13 ih Lissabon.
Langzamerhand wende ik toch in de
Portugeesche hoofdstad. Ik leerde tot 10 tel
len, wat erg belangrijk was; ik ontdekte dat
een dozijn 13 was., behalve bij bananen,
maar dat K dozijn altijd 6 is; ik paste m'n
Noordelijk ongeduld aan bij het langza
Zuidelijke tempo; vond uit hoe te loopei
om niet te veel te klimmen en te dalen
en toch wel de prachtige uitzichten over u
bontgekleurde huizenheuvels en de wijci-,
rustige Taag te bereiken; en bovenal kwam
ik op de hoogte met de maaltijden en net
eten.
Morgens eet een Portugees nog besctiei-
den en neemt alleen 2 kleine broodjes, maar
dat telt hij dan ook niet als maaltijd P®ee>
Het eigenlijke ontbijt is pas om 1 uur, dat
onveranderlijk begint met soep, waarin kool
bladeren en aardappelen drijven. Hierop
volgt eerst een vischgerecht en daarna -
vleeschgerechten, aan elk waarvan je als
Hollander wel genoeg zoud hebben, waarna
ter aanvulling nog een biefstuk en 2 gebak
ken eieren worden gebracht. Maar dan is
het ook nagenoeg geleden en komen alleen
nog het dessert en de vruchten, waaraan je
met een kopje koffie het etentje kunt be
sluiten. Op dit ontbijt volgt een lange pauze
tot 's avonds 8 uur, wanneer het tijd is voor
de „Jantar" wat weer 'n even groote culinai
re prestatie wordt als het ontbijt. Natuurlijk
kun je den maaltijd wel vereenvoudigen
door een visch- of vleeschgerecht uit te
schakelen, maar dan heb je kans met je ve
le vorken en lepels in de war te komen en
bovendien kan het dan gebeuren, dat je
een schaal in water gekookte rijst voor je
krijgt, die eigenlijk bij het betreffende ge
recht hoorde, maar nu zonder iets er bij.
Toen mij dat eens overkwam, wachtte ik
eerstnog geduldig, maar begon eindelijk
toch ntaar te pruimen. Met dit gerecht was
ik toch verwonderlijk gauw klaar en wenkte
den kelner voor het volgende nummer van
het eetprogramma. Hij bracht echter een
pot suiker, en ik nam aan, dat hij mede
lijden had gekregen en ik begin daarom met
frisschen moed weer met de rijst, wat hem
blijkbaar erg verwonderde. Na de rijst werd
er een leeg glas voor me gezet en een schaal
heet water, waarin 2 eieren rondzwommen,
wel een aardig stilleven, maar ik wist er
toch niet goed raad mee en besloot dan ook
maar, de hulp van den bediende in te
roepen. Nu was hij werkelijk verblijft:
„Hadden wij in Holanda dan heelemaal
geen eieren"? Gedienstig ving hij het twee
tal voor me en sloeg ze open in het glas.
Ze bleken nog rauw te zijn, werden een
poosje geroerd, waarna er 7 scheppen suiker
bijkwamen en toen werd ik uitgenoodigd
den poespas te genieten. „Dus, de suiker
was niet voor de rijst?" „Nee, nee, signora",
lachte de man toegeeflijk.
Ja, dat had ik kunnen bedenken. Natuur
lijk at men hier geen rijst met suiker, maar
Bibelebomsche pap,
Met een Bibelebomsche lepel,
Uit een Bibelebomsche nap.
t»
De Fransche pers over de opzeg
ging van het Amerikaasch-Ja-
pansche handelsverdrag.
Over de opzegging door de Ver-
eenigde Staten van het handelsver
drag met Japan schrijft de „Jour":
In werkelijkheid moet deze maatre
gel uitsluitend in een politiek licht
worden gezien. Uit een commercieel
oogpunt was het verdrag namelijk
voordeelig voor Amerika. Tokio
heeft het zwaard van Damocles bo
ven het hoofd hangen.
Zoo het de Amerikaansche voorwaarden af
wijst, zal het de grondstoffen verliezen, die
niemand anders, en vooral niet de vrien
den van de as, het kan leveren. Als het
niet accepteert, zijn het ware economische
sancties, die het bedreigen, totale sancties,
met inbegrip van petroleum.
Teslotte een ander resultaat, dat de ver
melding waard is: Amerika gaat eenigs-
zins den weg op van herziening der neu-
traliteit.
De „Epoque verklaart: de onderteekening
van liet accoord tusschen Craïgie en Arita
heeft in de Vereenigde Staten een zeer die
pen indruk gemaakt- De Amerikanen
vreesden op hun beurt in de Stille Zuid
zee alleen te blijven. Roosevelt heeft willen
toonen, dat het uitstellen van de herziening
der Neutraliteitswet niet bewees, dat zijn
land ervan af heeft gezien in de wereld een
rol te spelen en dat het dictaturen en de
mocratieën op gelijken voet hceit geplaatst.
De „Figaro" spreekt van een waardevollen
steun aan hen, die den vrede willen.
Volgens de „Oeuvre" wilde Roosevelt voor
al Engeland steunen, op het oogenblik waar
op het met Japan in onderhandeling trad,
en het in staat stellen zich te verzetten te-
gen de Japansche eischen die op instigatie
van de as zeker steeds grooter zullen
worden.
Met spiraalvormig gewonden
horens.
Men schrijft ons:
In het antilopen'huis van Artis, vlak naast
de giraffenstallen met de enorme rhodesia-
giraffe, is een bijzondere nieuwe aanwinst
te zien. Kortgeleden kwam hier uit Centraal
Oost-Afrika 't antilopenland bij uitnemend
heid, een der grootste en mooiste, zoo niet
de allermooiste antiloop aan, de z.g. groote
koedoe (strepsiceros (pallas) uit de
bush-steppen van Kenya-Calony, beroemd
om zijn prachtige spiraalvormig gewonden
horens.
Nadat het aanvankelijk nog schuwe, ge
vaarlijk schrikachtige dier voldoende „stal-
vast" was geworden, kon hem het groote
zonnige zandperk tusschen giraffe en beisa,
zijn „natuurlijke buren", tot woonplaats ge
geven worden, waar deze statigste en tevens
bevallige verschijning onder de antilopen
zich thans al wonderwel „thuis" schijnt te
voelen. Wondermooi is de uitdrukking van
den fijngevormden kop met de groote don
kere oogen, harmonisch, edel van gestalte,
het soepelgebouwde lichaam op de fijne
krachtige pooten.
Nog vertoont het nagenoeg volwassen dier
niet de volle schoonheid van de glanzende,
grauwbruine met wit gestreepte vacht met
het sierlijke wit van hals- en rugmanen en
zwierige verlengde haarfranje aan keel en
borst, dat bij het imponeerend zelfvertoon
van den Volwassen bok in golvende bewe
ging komt en dan een opvallend effect
maakt. De groote spiraalhorens zijn echter
al flink ontwikkeld en welhaast een meter
lang.
Met dit prachtexemplaar van den grooten
koedoe is de antilopenverzameling een wasr
„schaustueck" rijk daar deze soort maar
zelden in de zoölogische tuinen is vertegen
woordigd. In zijn museumcollectie heeft Ar
tis ook een bijzonder mooi opgezet exemplaar
dat hier vroeger in het antilopenhuis heeft
geleefd.
POLITIEKE GOOCHELTOEREN.
MANILLA.
In Oostersche landen is men altijd
sterk in goocheltoeren, ten vermake
van het publiek, maar ook goochel
toeren, die een meer practisch nut
hebben, bijvoorbeeld in de politiek.
In Turkije, in Irak, (Perzië) en het
oude Abessinië heb ik er reeds vroe
ger ervaringen mede opgedaan, zoo
dat de Philippijnen op dit gebied me
liet sterk verbazen.
De waarde van een menschen-
leven.
Turkije, Irak, Iran (Perzië) en Abessinië
gingen door en gaan gedeeltelijk nog door
voor democratische landen. Er zijn of wa
ren volksvertegenwoordigingen, maar in de
ze volksvertegenwoordigingen was geen
werkelijke oppositie-partij, al had het er
soms wel den schijn van. In Iran (Perzië)
worden steeds drie of vier stemmen tegen
elke door de regeering ingediende wet uit
gebracht, maar de leden, die tegen stemmen
hebben daartoe opdracht van de regeering
om den indruk te wekken, dat er werkelijk
een oppositie-partij en vrije meeningsuiting
bestaat. In Turkije gaf de sedert overleden
Ata Turk (Kemal oasja) drie jaar geleden
de order, dat er in de volksvertegenwoordi
ging een oppositie-partij moest worden ge
vormd, daar in Europa toch ook elke volks-
vertegenwoordiginig een oppositie-partij
heeft. De Turksche volksvertegenwoordigers
toonden niet veel neiging dit bevel op te
volgen, daar ze de gewoonten van het land
kenden; Tenslotte werd door eenigen, ik
meen een tiental, een oppositie-partij ge
vormd, met het gevolg, dat binnen een jaar
reeds drie der leden van deze oppositie op
gehangen waren. Een menschonleven heeft
in den Oriënt bijzonder weinig waarde.
Geen oppositie-partij.
Ook in de Philippijnen, waar men steeds
den mond vol heeft van „democratie" be
staat een volksvertegenwoordiging zonder
oppositie-partij. Alle leden behooren er tot
de partij van den president van het „gemee-
nebest". Hoe dat mogelijk is? Waarschijn
lijk zou men een verklaring van dit ver
schijnsel kunnen vinden als men de prac-
tijken bij de verkiezingen eens grondig na
ging-
Een oppositie-pers bestaat op de Philippij
nen evenmin. Ook dit verbaasde me niet. Zulk
een oppositie-pers bestond evenmin in het
oude Abessinië onder keizer Hailé Selassié
en bestaat niet in Iran (Perzië), Turkije en
Irak, andere „vrije" Oostersche landen. Maar
de Philippino's zijn overtuigd, dat zij pers
vrijheid genieten, hoewel in werkelijkheid
de persvrijheid op Java, een land „onder
vreemde overheersching", zooals een Philip-
pino zich tegenover mij uitdrukte, veel groo
ter is dan in het „vrije" gemeenebest der
Philippijnen.
De invloed der Japanners.
In dit merkwaardige land neemt de in
vloed der Japanners met den dag toe, wat
velen als een gevaar beschouwen voor ile
zuidelijk gelegen Nederlandsche en Engel-
sche bezittingen. Zelfs de „boycott" der Chi-
neezen van de Japansche handelswaren
heeft de toename van dien invloed in de
hand gewerkit. Toen de Japanners in 1937
China binnen vielen, besloten de Chineezen
geen Japansche waren meer te koopen. Aan
gezien een groot deel van den handel op de
Philippijnen in handen is van Chineezen,
beteekent dit een ernstige benadeeling van
den Japanschen uitvoer.
De Japanners beschikken evenwel over
een niet-Oostersche energie. Zij namen te
genmaatregelen. Als paddestoelen verrezen
te Manilla en elders op de Philippijnen Ja
pansche, door Japanenrs gedreven „bazars",
waar Japansche artikelen te koop werden
aangeboden tegen ongelooflijk lage prijzen.
Japansche banken vestigden op de Philip
pijnen filialen. De Japansche scheepvaart
op de Philippijnen breidde zich nog meer
uit. Er werden gemengd Philippijnsch-Ja-
pansche industrieele ondernemingen opge
richt, die feitelijk geheel in handen van
Japanners zijn. Er is zelfs een Japansch-
Philippijnsche rijwielfabriek en een Ja-
pansch-Philippijnsche bierbrouwerij. Groote
uitgestrektheden land werden door Japan
ners van Philippijnen gehuurd en de Ja
panners begonnen daar landbouwonderne
mingen op groote schaal. Dit geschiedde
vooral op Mindanao, een eiland in het zui
den van den archipel, bijna twee maal zoo
groot als België en Nederland samen, en
beangstigend dicht bij Nederlandsch gebied,
op slechts enkele honderden zeemijlen van
Noord-Celebes en van Britsch en Neder
landsch Borneo, een eiland, rijk aan petro
leum.
Op het eiland Mindanao werd, zooals be
kend, door de Japanners zelfs een stad ge
sticht, de stad Davao. Deze stad is gelegen
aan een breede, diepe baai en heeft een
goede haven. Voor die haven is een eiland
gelegen, dat als het ware de haven „be
schut", een pracht-haven voor een marine
basis bij een aanval.
Vooralsnog is evenwel 't eiland Mindanoa Phi
lippijnsch, dus feitelijk Amerikaansch ge
bied. Te Davao, waar ook Japansche scho
len bestaan, wonen thans „officieel" zestien
duizend Japanners, maar hoeveel wonen er
niet-officieel? Niemand, die dit met eenige
zekerheid zeggen kan. Het is waar, op de
Philippijnen bestaat een immigratie-com
missie. waarvan de leden Philippino's zijn
en deze commissie moet beslissen over de
toelating van vreemdelingen, doch vele le
den dier commissie zijn buitengewoon snel
„in goeden doen" gekomen. Men fluistert,
dat de leden dezer commissie voor goede
woorden, maar vooral voor geld soms zeer
tegemoetkomend zijn.
Amerika maakt zich ongerust.
De Amerikanen laten de* Philippino's,
wat het binnenlandsch bestuur betreft, ge
heel vrij en bemoeien zich dus ook niet
met de immigratie van vreemdelingen,
maar in de Amerikaansche volksvertegen
woordiging hebben enkele leden zich reeds
ongerust gemaakt over die toename van den
Japanschen invloed op de Philippijnen en
aan die ongerustheid uiting gegeven. Er
zijn zelfs min of meer duidelijke beschuldi
gingen geuit tegen Philippijnsche macht
hebbers, die de belangen van hun land aan
vreemdelingen (in dit geval Japanners)
verkoopen.
De Japanners maken ook propaganda en
doen dit op een handige manier. De vice-
president van het gemeentebest' der Philip
pijnen is reeds eenige malen in Japan ge
weest en daar met veel eer en plechtstatig
heid ontvangen. Groepen studenten koop
lieden en journalisten uit de Philippijnen
gaan geregeld naar Japan en worden daar
propagandistisch bewerkt.
In geheel het Verre Oosten heerscht een
anti-Japansche stemming om den inyal der
Japanners in China, alleen op de Philippij
nen bemerkt, men van zulk een anti-Japan
sche gezindheid niets, behalve natuurlijk
onder daar wonende Chineezen.
Geruchten.
In Amerikaansche marinekringen
heerscht de meening, dat de eerst
volgende veroveringstocht der Ja
panners in zuidelijke richting ge
richt zal zijn Ik had eenige malen
gelegenheid met Amerikaansche ma-
rine-menschen te praten en ik hoor
de steeds deze meening verkondigen.
Het komt mij voor, dat de verove
ring van de Philippijnen het eerst
aan de beurt is in een Japansch
veroveringsplan in zuidelijke rich
ting. De Japanners hebben thans de
handen nog vol in China en zul
len wel eenige jaren wchten, tot de
Philippijnen geheel onafhankelijk
zijn
De verovering der Philippijnen zal dan
buitengewoon gemakkelijk vallen en met die
verovering zullen de Japanners in het be
zit komen van een uitstekenden aanvalsba
sis voor een veroveringstocht ip zuidelijke
richting..
Voorbereidingen.
I)e verovering der Philippijnen is thans
f-l!! .1' na?r -ik. verneem, door de Japanners
voorbereid. Zij hebben in het noorden, het
sten en het oosten goede bases voor aan
,iü.',jln !.,n,°°rden Formosa, op ruim hon-
p?."y.IJ 'K zeemijlen van het noordpunt
imvnti PpiJ'leTn> ,in het westen het onlangs
Ho,-1 C a.?d Hainan (op nog geen vierhon-
W„me6ITn! en van de Philippijnen en de
sprattley-eilanden, in het oosten de Man-
aaatseilanden (op achthonderd zeemijl van
mi- P,Pi'nen). Het is echter waarschijn-
ni °0als ,,k reeds opmerkte, dat de Ja-
Penners zullen wachten met hun verove-
nnJLlr1? Philippijnen tot na 1946, het
mnn n f'v, il de Philippijnen hun volko-
i onafhankelijkheid zullen verkrijgen en
ppr( vlag er niet meer wap-
d?nJrfZe?d "i .een striid' dat de verhou-
in 1 Stillen Ocean veel vreedza-
t rr6n ,en Japan nog niet wa.s uitge
trokken op zijn veroveringstocht in China.
Do
rilfa de" Z1'n nu anders en in Ame-
,oirac)*a,aV?eds slemmen op tegen deze
zelfstandigheid en onafhankelijkheid.
J. K. BREDERODE.