Een dozijn is dertien in Lissabon verovering Bereidt Japan der Philippijnen voor? De Portugees bewaakt zijn vrouw als kostbaar kleinood „Roosevelt wilde Engeland steunen Een prachtige antiloop in Artis Een uitstekende aanvalsbasis onafhankelijkheid is den PhilipPÜ* Onze medewerkster MeJ. Boekei vertelt van haar avonturen in Lissabon, stad der tegenstellin gen, stad waar in de nauwe ste gen bloemen fleuren, stad waar schrilste armoede naast stralende rijkdom woont „Op de Bibelebomsche berg, Wonen Bibelebomsche menschen...", zong i'k vroeger toen Ik nog hooge knoop jes-schoenen droeg en stroohoeden met een elastiek onder m'n kin en die wonder lijke berg met z'n wonderlijke bewoners leefde dan voor me als iets zeer werkelijks. Maar nooit heb ik er als klein meisje van gedroomd dat ik daar ook nog eens echt zou komen als ik een oud meisje zou zijn met korte rokken en poppehoeden. En dat is nu toch gebeurd; ik ben eensklaps bo ven op den Bibelebomschen berg alleen heet die tegenwoordig Lissabon. Daarom wonen daar nu ook Lissabonsche menschen, die je kunt verdeelep in; 1. als heer verkleede mannen, die op het Rocio naar passeerende dames kijken; en 2. visch- vrouwen. Men zegt er is nog een derde groep, n.1. huisvrouwen en inderdaad zie je die overal over de balconnetjes hangen, maar op straat ontmoet je ze zelden. Een vrouw geniet hier nog niet veel vrijheid1; zij is thuis en doet de huishouding, of als ze daarvoor per soneel heeft, doet ze niets of bab belt., maar zij mag niet een al te zelfstandig wezen worden, geen Sport bedrijven, gaan zwemmen of iets dergelijks ondernemen, want dat is niet volgens de Portugeesche etiquette. Vooral ook behoort ze na 's morgens 12 niet meer alleen uit te gaan en daaraan zal wel die sterk verbreide gewoonte om uit het raam te hangen zijn te dan ken, want ook een Lissabonsche vrouw is... laat ik zeggen; belang stellend. Dat zeg ik nu een tikkeltje hatelijk eni ik moet toegeven, dat ik overdrijf en er uit zonderingen zijn, maar ofschoon ik Lissa bon een prachtstad vind om te zien, als ik denk aan het leven daar als dame, dan word ik onmiddellijk kwaadaardig. Dat is de schuld van de reeds vermelde als heer verkleede mannen op het Rocio. Niet al leen daar trouwens, maar ook door de hee- le stad hebben de mannen de gewoonte je op zeer onhebbelijke manier te bekijken. Ik ben toch wel wat gewend op 't gebied van aangegaapt te worden. Ik heb me laten op nemen door ernstige Finnen, leutige Tiro- lers, nieuwsgierige Serven, gebaarde Mo hammedanen, door boeren, burgers en bui tenlui van allerlei Europeesohe uithoeken en de groote belangstelling was niet altijd prettig, maar nooit was het zoo tergend en tegelijk zoo onbeschaamd als hier, waar een man in een tram zich eenvoudig omdraait om je ononderbroken te bezien, of op straat z'n vrienden waarschuwt, waarna ze je ge zamenlijk op een brutale manier staan te taxeeren, Het is niet m'n bedoeling om vooral op de onaangename dingen van dit land den nadruk te leggen, maar ik kan en wil dit eerlijkheidshalve niet verzwij gen, want het heeft m'n dagen hier ver gald. Eerst probeerde ik nog te denken, dat in het me inbeeldde en dat ik een humeu rige ouwe juffrouw werd, maar weldra ont dekte ik, dat andere buitenlandsche dames m'n vernietigend oordeel geheel onder schreven, zoodat het tenslotte nog zoo onbe grijpelijk niet is, dat een Portugees z'n vrouw en dochters niet alleen op straat wil hebben. Gelukkig echter zijn de Portugee- zen buiten Lissabon veel aangenamer en veranderen de Lissabonners zelf wanneer je aan ze wordt voorgesteld plotseling in hof felijk buigende en veel glimlachende hee- ren; maar dat maakt hun zonden op straat toch niet goed! Groep 2: de vlschvrouwen. Wat groep 2 betreft, de vischvrouwen, daarzonder is de stad ondenkbaar. Bij honderden komen ze 's morgens van de haven met groote manden visch op het hoofd, die ze straat op straat af naar hun klanten dragen, 't Zijn niet allemaal aan vallige vrouwtjes, zooals ze met. hun ver- wpprde gezichten, schubben in het haar; met vreeselijke krijscbsemmen en hevig wiegelende beupen op een sukkeldrafje door de stad gaan. Wel loopen ze allen kaarsrecht, wat trouwens vanzelfsprekend is, omdat anders de mand zou vallen; maar het lijkt mij soms haast onmogelijk om je nek recht te houden onder dergelijke zware lasten. Want het is niet alleen visch; een Portugeesche vrouw draagt alles on haar hoofd, van een klosje garen tot een sta nel brandhout toe, ja zelfs de baby. Soms Is de. last te zwaar voor baar armen en moet ze hulp hebben om die op haar hoofd te tillen, maar is het eenmaal boven, dan maakt ze een klein hupje om de zaak recht te zetten en loopt weg of ze geen gpwicht meer voelt. Zoo zag ik zelfs eens een vrouw met een trapnaaimachine rustig babbelend door de sraten gaan. Het liefst gaan ze barrevoets, maar dat is tegen woordig verboden en de agenten houden terdege toezicht dat ze hun sloffen ook werkelijk aan hun voeten dragen en die niet ook stiekum op hun hoofd leggen; want dat doen ze als ze de kans schoon zien, ook al hebben ze beide banden vrij. Een zeer oude stad Lissabon is heusch zoo oud als de Bibe lebomsche berg. De geleerden hebben er zelfs ruzie over of de naam moet worden afgeleid van TTlvssijio Odvsseus, den Griekscben held die op z'n omzwervingen na de Troiaanschen oorlog ook deze plek *»ou hebben bezocht, of dat de stad door de 'Uioeniciërs is gesticht. Wij, huis-, tuin- en oikenimenschen, kunnen rustig aannemen dat geen van die geleerden er veel van weet en ik wil de historie dan ook met rust laten tot 1755, toen Lissabon door een aardbeving grondig in puin werd gelegd. Oude geJjouwen vind je er dan ook alleen in den vqpm van ruïnes en misschien zou met die aardbeving voorgoed een eind aan 't bestaan der stad zijn gekomen, wanneer niet de zeer kundige Pombal zijn volk met ijzeren wil had gedwongen deze te herbou wen. Voor de benedenstad langs de Taag werd een logisch plan gemaakt mefrechtp straten en vierkante ijl hun huizen. Ze deden dat, zooals het op de puinhoopen het geschiktst uitkwam, waardoor zeer fantastische straatjes ont stonden, die niet 25 meter recht zijn en geen van allen in één richting loopen. 't Is erg interessant om in die nauwe rua's en traversa's te dwalen, waar flodderig wasch- goed tot boven aan de dakgoot hangt te drogen, halfnaakte kindertjes spelen, kat ten sluimeren en vele groezelige donkere winkeltjes zijn. In die straatjes kan het ook gebeuren, dat je je plotseling tegen den muur moet drukken, om een petroumven- ter te laten passeeren, die zijn kruiken en kranen om een ezeltje heeft hangen en de straat volkomen in beslag neemt. Bloemen en kanariepietjes. Maar al die slopjes worden opgefleurd door ontelbaar vele potten bloeiende bloe men die overal op de balconnetjes staan en verder door de gladde tegeltjes, waarmee vaak de heele gevel is belegd. Dat zijn de „azulejos" of wel de „blauwtjes", die echter ook wel eens groen of rood zijn of meerde re kleuren hebben. Steeds is hun effect al- leraardigdst. Ik zou onvolledig zijn, wanneer ik de vele kanariepietjes vergat te vermelden, die overal in kooitjes buiten aan de huizen han gen en dan nog de katten. Lissabon heeft de katterigste katten die ik ooit zag; ze be staan uit een paar gluiperige oogen, een ribbekasje, en een vieze dunne staart, 's Is niet moeilijk ze te vinden, want ze zitten en mmmm pleinen, die allen goed geplaveid zijn. Daaraan staan de regeeringsge- gebouwen, de banken en groote han delszaken. Het belangrijkste plein voor het Lissabonsche leven is het Rocio, waarop de groote winkelstra ten uitkomen, de trams hun eind punt hebben, het groote station is, de menschen kuieren of zitten in de café's te praten, de bioscopen zijn vol en vanwaar de prachtige, breede Avenida da Liberdade begint, die een paar kilometer verder wordt besloten niet een groot plein, waar in het midden op een hooge zuil de Markies van Pombal staat en uitziet over de door hem herschapen stad. Maar links en rechts van dit deel, juist buiten het gezichtsveld van den gestrengen Markies, herbouwden de burgers in aller Het standbeeld van Pombal. sluipen overal; op drempels, in de etala ges, op toonbanken en overal verder waar maar een kat kan zitten of sluipen. Ieder huis heeft z'n kat, want dat beteekent ge luk, maar niemand maakt ooit een kat dood, omdat dat ongeluk brengt. Daar door heeft ieder huis ook meerdere katten, want die dieren bezitten nu eenmaal de eigenschap zich te vermenigvuldigen. Een dozijn is 13 ih Lissabon. Langzamerhand wende ik toch in de Portugeesche hoofdstad. Ik leerde tot 10 tel len, wat erg belangrijk was; ik ontdekte dat een dozijn 13 was., behalve bij bananen, maar dat K dozijn altijd 6 is; ik paste m'n Noordelijk ongeduld aan bij het langza Zuidelijke tempo; vond uit hoe te loopei om niet te veel te klimmen en te dalen en toch wel de prachtige uitzichten over u bontgekleurde huizenheuvels en de wijci-, rustige Taag te bereiken; en bovenal kwam ik op de hoogte met de maaltijden en net eten. Morgens eet een Portugees nog besctiei- den en neemt alleen 2 kleine broodjes, maar dat telt hij dan ook niet als maaltijd P®ee> Het eigenlijke ontbijt is pas om 1 uur, dat onveranderlijk begint met soep, waarin kool bladeren en aardappelen drijven. Hierop volgt eerst een vischgerecht en daarna - vleeschgerechten, aan elk waarvan je als Hollander wel genoeg zoud hebben, waarna ter aanvulling nog een biefstuk en 2 gebak ken eieren worden gebracht. Maar dan is het ook nagenoeg geleden en komen alleen nog het dessert en de vruchten, waaraan je met een kopje koffie het etentje kunt be sluiten. Op dit ontbijt volgt een lange pauze tot 's avonds 8 uur, wanneer het tijd is voor de „Jantar" wat weer 'n even groote culinai re prestatie wordt als het ontbijt. Natuurlijk kun je den maaltijd wel vereenvoudigen door een visch- of vleeschgerecht uit te schakelen, maar dan heb je kans met je ve le vorken en lepels in de war te komen en bovendien kan het dan gebeuren, dat je een schaal in water gekookte rijst voor je krijgt, die eigenlijk bij het betreffende ge recht hoorde, maar nu zonder iets er bij. Toen mij dat eens overkwam, wachtte ik eerstnog geduldig, maar begon eindelijk toch ntaar te pruimen. Met dit gerecht was ik toch verwonderlijk gauw klaar en wenkte den kelner voor het volgende nummer van het eetprogramma. Hij bracht echter een pot suiker, en ik nam aan, dat hij mede lijden had gekregen en ik begin daarom met frisschen moed weer met de rijst, wat hem blijkbaar erg verwonderde. Na de rijst werd er een leeg glas voor me gezet en een schaal heet water, waarin 2 eieren rondzwommen, wel een aardig stilleven, maar ik wist er toch niet goed raad mee en besloot dan ook maar, de hulp van den bediende in te roepen. Nu was hij werkelijk verblijft: „Hadden wij in Holanda dan heelemaal geen eieren"? Gedienstig ving hij het twee tal voor me en sloeg ze open in het glas. Ze bleken nog rauw te zijn, werden een poosje geroerd, waarna er 7 scheppen suiker bijkwamen en toen werd ik uitgenoodigd den poespas te genieten. „Dus, de suiker was niet voor de rijst?" „Nee, nee, signora", lachte de man toegeeflijk. Ja, dat had ik kunnen bedenken. Natuur lijk at men hier geen rijst met suiker, maar Bibelebomsche pap, Met een Bibelebomsche lepel, Uit een Bibelebomsche nap. t» De Fransche pers over de opzeg ging van het Amerikaasch-Ja- pansche handelsverdrag. Over de opzegging door de Ver- eenigde Staten van het handelsver drag met Japan schrijft de „Jour": In werkelijkheid moet deze maatre gel uitsluitend in een politiek licht worden gezien. Uit een commercieel oogpunt was het verdrag namelijk voordeelig voor Amerika. Tokio heeft het zwaard van Damocles bo ven het hoofd hangen. Zoo het de Amerikaansche voorwaarden af wijst, zal het de grondstoffen verliezen, die niemand anders, en vooral niet de vrien den van de as, het kan leveren. Als het niet accepteert, zijn het ware economische sancties, die het bedreigen, totale sancties, met inbegrip van petroleum. Teslotte een ander resultaat, dat de ver melding waard is: Amerika gaat eenigs- zins den weg op van herziening der neu- traliteit. De „Epoque verklaart: de onderteekening van liet accoord tusschen Craïgie en Arita heeft in de Vereenigde Staten een zeer die pen indruk gemaakt- De Amerikanen vreesden op hun beurt in de Stille Zuid zee alleen te blijven. Roosevelt heeft willen toonen, dat het uitstellen van de herziening der Neutraliteitswet niet bewees, dat zijn land ervan af heeft gezien in de wereld een rol te spelen en dat het dictaturen en de mocratieën op gelijken voet hceit geplaatst. De „Figaro" spreekt van een waardevollen steun aan hen, die den vrede willen. Volgens de „Oeuvre" wilde Roosevelt voor al Engeland steunen, op het oogenblik waar op het met Japan in onderhandeling trad, en het in staat stellen zich te verzetten te- gen de Japansche eischen die op instigatie van de as zeker steeds grooter zullen worden. Met spiraalvormig gewonden horens. Men schrijft ons: In het antilopen'huis van Artis, vlak naast de giraffenstallen met de enorme rhodesia- giraffe, is een bijzondere nieuwe aanwinst te zien. Kortgeleden kwam hier uit Centraal Oost-Afrika 't antilopenland bij uitnemend heid, een der grootste en mooiste, zoo niet de allermooiste antiloop aan, de z.g. groote koedoe (strepsiceros (pallas) uit de bush-steppen van Kenya-Calony, beroemd om zijn prachtige spiraalvormig gewonden horens. Nadat het aanvankelijk nog schuwe, ge vaarlijk schrikachtige dier voldoende „stal- vast" was geworden, kon hem het groote zonnige zandperk tusschen giraffe en beisa, zijn „natuurlijke buren", tot woonplaats ge geven worden, waar deze statigste en tevens bevallige verschijning onder de antilopen zich thans al wonderwel „thuis" schijnt te voelen. Wondermooi is de uitdrukking van den fijngevormden kop met de groote don kere oogen, harmonisch, edel van gestalte, het soepelgebouwde lichaam op de fijne krachtige pooten. Nog vertoont het nagenoeg volwassen dier niet de volle schoonheid van de glanzende, grauwbruine met wit gestreepte vacht met het sierlijke wit van hals- en rugmanen en zwierige verlengde haarfranje aan keel en borst, dat bij het imponeerend zelfvertoon van den Volwassen bok in golvende bewe ging komt en dan een opvallend effect maakt. De groote spiraalhorens zijn echter al flink ontwikkeld en welhaast een meter lang. Met dit prachtexemplaar van den grooten koedoe is de antilopenverzameling een wasr „schaustueck" rijk daar deze soort maar zelden in de zoölogische tuinen is vertegen woordigd. In zijn museumcollectie heeft Ar tis ook een bijzonder mooi opgezet exemplaar dat hier vroeger in het antilopenhuis heeft geleefd. POLITIEKE GOOCHELTOEREN. MANILLA. In Oostersche landen is men altijd sterk in goocheltoeren, ten vermake van het publiek, maar ook goochel toeren, die een meer practisch nut hebben, bijvoorbeeld in de politiek. In Turkije, in Irak, (Perzië) en het oude Abessinië heb ik er reeds vroe ger ervaringen mede opgedaan, zoo dat de Philippijnen op dit gebied me liet sterk verbazen. De waarde van een menschen- leven. Turkije, Irak, Iran (Perzië) en Abessinië gingen door en gaan gedeeltelijk nog door voor democratische landen. Er zijn of wa ren volksvertegenwoordigingen, maar in de ze volksvertegenwoordigingen was geen werkelijke oppositie-partij, al had het er soms wel den schijn van. In Iran (Perzië) worden steeds drie of vier stemmen tegen elke door de regeering ingediende wet uit gebracht, maar de leden, die tegen stemmen hebben daartoe opdracht van de regeering om den indruk te wekken, dat er werkelijk een oppositie-partij en vrije meeningsuiting bestaat. In Turkije gaf de sedert overleden Ata Turk (Kemal oasja) drie jaar geleden de order, dat er in de volksvertegenwoordi ging een oppositie-partij moest worden ge vormd, daar in Europa toch ook elke volks- vertegenwoordiginig een oppositie-partij heeft. De Turksche volksvertegenwoordigers toonden niet veel neiging dit bevel op te volgen, daar ze de gewoonten van het land kenden; Tenslotte werd door eenigen, ik meen een tiental, een oppositie-partij ge vormd, met het gevolg, dat binnen een jaar reeds drie der leden van deze oppositie op gehangen waren. Een menschonleven heeft in den Oriënt bijzonder weinig waarde. Geen oppositie-partij. Ook in de Philippijnen, waar men steeds den mond vol heeft van „democratie" be staat een volksvertegenwoordiging zonder oppositie-partij. Alle leden behooren er tot de partij van den president van het „gemee- nebest". Hoe dat mogelijk is? Waarschijn lijk zou men een verklaring van dit ver schijnsel kunnen vinden als men de prac- tijken bij de verkiezingen eens grondig na ging- Een oppositie-pers bestaat op de Philippij nen evenmin. Ook dit verbaasde me niet. Zulk een oppositie-pers bestond evenmin in het oude Abessinië onder keizer Hailé Selassié en bestaat niet in Iran (Perzië), Turkije en Irak, andere „vrije" Oostersche landen. Maar de Philippino's zijn overtuigd, dat zij pers vrijheid genieten, hoewel in werkelijkheid de persvrijheid op Java, een land „onder vreemde overheersching", zooals een Philip- pino zich tegenover mij uitdrukte, veel groo ter is dan in het „vrije" gemeenebest der Philippijnen. De invloed der Japanners. In dit merkwaardige land neemt de in vloed der Japanners met den dag toe, wat velen als een gevaar beschouwen voor ile zuidelijk gelegen Nederlandsche en Engel- sche bezittingen. Zelfs de „boycott" der Chi- neezen van de Japansche handelswaren heeft de toename van dien invloed in de hand gewerkit. Toen de Japanners in 1937 China binnen vielen, besloten de Chineezen geen Japansche waren meer te koopen. Aan gezien een groot deel van den handel op de Philippijnen in handen is van Chineezen, beteekent dit een ernstige benadeeling van den Japanschen uitvoer. De Japanners beschikken evenwel over een niet-Oostersche energie. Zij namen te genmaatregelen. Als paddestoelen verrezen te Manilla en elders op de Philippijnen Ja pansche, door Japanenrs gedreven „bazars", waar Japansche artikelen te koop werden aangeboden tegen ongelooflijk lage prijzen. Japansche banken vestigden op de Philip pijnen filialen. De Japansche scheepvaart op de Philippijnen breidde zich nog meer uit. Er werden gemengd Philippijnsch-Ja- pansche industrieele ondernemingen opge richt, die feitelijk geheel in handen van Japanners zijn. Er is zelfs een Japansch- Philippijnsche rijwielfabriek en een Ja- pansch-Philippijnsche bierbrouwerij. Groote uitgestrektheden land werden door Japan ners van Philippijnen gehuurd en de Ja panners begonnen daar landbouwonderne mingen op groote schaal. Dit geschiedde vooral op Mindanao, een eiland in het zui den van den archipel, bijna twee maal zoo groot als België en Nederland samen, en beangstigend dicht bij Nederlandsch gebied, op slechts enkele honderden zeemijlen van Noord-Celebes en van Britsch en Neder landsch Borneo, een eiland, rijk aan petro leum. Op het eiland Mindanao werd, zooals be kend, door de Japanners zelfs een stad ge sticht, de stad Davao. Deze stad is gelegen aan een breede, diepe baai en heeft een goede haven. Voor die haven is een eiland gelegen, dat als het ware de haven „be schut", een pracht-haven voor een marine basis bij een aanval. Vooralsnog is evenwel 't eiland Mindanoa Phi lippijnsch, dus feitelijk Amerikaansch ge bied. Te Davao, waar ook Japansche scho len bestaan, wonen thans „officieel" zestien duizend Japanners, maar hoeveel wonen er niet-officieel? Niemand, die dit met eenige zekerheid zeggen kan. Het is waar, op de Philippijnen bestaat een immigratie-com missie. waarvan de leden Philippino's zijn en deze commissie moet beslissen over de toelating van vreemdelingen, doch vele le den dier commissie zijn buitengewoon snel „in goeden doen" gekomen. Men fluistert, dat de leden dezer commissie voor goede woorden, maar vooral voor geld soms zeer tegemoetkomend zijn. Amerika maakt zich ongerust. De Amerikanen laten de* Philippino's, wat het binnenlandsch bestuur betreft, ge heel vrij en bemoeien zich dus ook niet met de immigratie van vreemdelingen, maar in de Amerikaansche volksvertegen woordiging hebben enkele leden zich reeds ongerust gemaakt over die toename van den Japanschen invloed op de Philippijnen en aan die ongerustheid uiting gegeven. Er zijn zelfs min of meer duidelijke beschuldi gingen geuit tegen Philippijnsche macht hebbers, die de belangen van hun land aan vreemdelingen (in dit geval Japanners) verkoopen. De Japanners maken ook propaganda en doen dit op een handige manier. De vice- president van het gemeentebest' der Philip pijnen is reeds eenige malen in Japan ge weest en daar met veel eer en plechtstatig heid ontvangen. Groepen studenten koop lieden en journalisten uit de Philippijnen gaan geregeld naar Japan en worden daar propagandistisch bewerkt. In geheel het Verre Oosten heerscht een anti-Japansche stemming om den inyal der Japanners in China, alleen op de Philippij nen bemerkt, men van zulk een anti-Japan sche gezindheid niets, behalve natuurlijk onder daar wonende Chineezen. Geruchten. In Amerikaansche marinekringen heerscht de meening, dat de eerst volgende veroveringstocht der Ja panners in zuidelijke richting ge richt zal zijn Ik had eenige malen gelegenheid met Amerikaansche ma- rine-menschen te praten en ik hoor de steeds deze meening verkondigen. Het komt mij voor, dat de verove ring van de Philippijnen het eerst aan de beurt is in een Japansch veroveringsplan in zuidelijke rich ting. De Japanners hebben thans de handen nog vol in China en zul len wel eenige jaren wchten, tot de Philippijnen geheel onafhankelijk zijn De verovering der Philippijnen zal dan buitengewoon gemakkelijk vallen en met die verovering zullen de Japanners in het be zit komen van een uitstekenden aanvalsba sis voor een veroveringstocht ip zuidelijke richting.. Voorbereidingen. I)e verovering der Philippijnen is thans f-l!! .1' na?r -ik. verneem, door de Japanners voorbereid. Zij hebben in het noorden, het sten en het oosten goede bases voor aan ,iü.',jln !.,n,°°rden Formosa, op ruim hon- p?."y.IJ 'K zeemijlen van het noordpunt imvnti PpiJ'leTn> ,in het westen het onlangs Ho,-1 C a.?d Hainan (op nog geen vierhon- W„me6ITn! en van de Philippijnen en de sprattley-eilanden, in het oosten de Man- aaatseilanden (op achthonderd zeemijl van mi- P,Pi'nen). Het is echter waarschijn- ni °0als ,,k reeds opmerkte, dat de Ja- Penners zullen wachten met hun verove- nnJLlr1? Philippijnen tot na 1946, het mnn n f'v, il de Philippijnen hun volko- i onafhankelijkheid zullen verkrijgen en ppr( vlag er niet meer wap- d?nJrfZe?d "i .een striid' dat de verhou- in 1 Stillen Ocean veel vreedza- t rr6n ,en Japan nog niet wa.s uitge trokken op zijn veroveringstocht in China. Do rilfa de" Z1'n nu anders en in Ame- ,oirac)*a,aV?eds slemmen op tegen deze zelfstandigheid en onafhankelijkheid. J. K. BREDERODE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 14