Onttakelde en getuigde marineschepen fl. 1150 fl. 1390 JUVAOUATRE RENAULT SlkvERUJBRmiNG De t»The Big Broadcast" De zee roept GEZELLIG ZITJE Garage CONNEMAN De Vries, Alkmaar Zaterdag 29 Juli 1939 jivoli-theater Derde Blad Wat geven de Bioscopen Cocktail van songs, dansen, grappen en acrobatiek Rialta-tAealeï Love affair „CENTRAAL" KANAALWEG U/Me Y3io-iccw-p „Verdwaald in de jungle" Gemeenschapsbesef: pro en contra Fregat By storm wicld EEN ECHTE CABRIOLET MET GECAPITONNEERDE KAP COACH STAND. UITV. „VIER ONDER DE KAP" CABRIOLET JUVAQUATRE Leif Erikson, Doro- thy Lamour, Bob Hope, Shirley Ross, Grace Bradley en Dorothy Howe in de groote showfilm „Paramount Follies", welke deze week in de Tivoli draait. De huidige filmproductie staat, na thans de kinderschoenen ontgroeid te zijn, merkwaardigerwijze nog steeds in het teeken van het amusement. Z\j staat zelfs sterk in dit teeken. Iedere week weer kan men zich erover verbazen hoe weinig serieuze onderwerpen, films van sociaal en cultureel karakter er uitgebracht worden en telkens weer vraagt men zich af of de geeuwhonger naar „lichte" films dan nooit een einde zal nemen. Nu kan men de amusementsfilm als uiting in haar geheel niet veroordeelen. Men maakt dan de fout van het gene raliseeren en scheert alle werken over één boeg. En er zijn er bij, die in hun soort meesterwerken van techniek en filmische visie zijn, brillante en origineel opgezette talky's, waarbij zelfs de groot ste zuurmuil zijn gezicht niet in de plooi vermag te houden. Deze week draait in het programma van fcde Tivoli de rolprent „The Big Broadcast of 1938", waarin Paramount thans voor de vier de maal een cocktail van vroolijkheid, origi naliteit en daverende nonsens, overgoten met veel show brengt. Deze film werd geregisseerd door Mit- chell Leisen en het is een show-film gewor den, inderdaad de Paramount Follies waar dig, al bezit deze rolprent helaas eveneens tal van minder geslaagde intermezzi. Het is een bekend feit, dat men in Ame rika voor niets staat en zeker geldt dit in de studio's der moderne filmproducenten. Men staat keer op keer versteld, ook als men iedere week z'n portie film krijgt te genie ten, wat hier po het gebied der illusie bereikt is. Het praedikaat „droomfabriek" krijgt dan ook steeds meer beteekeriis en waar hire sedert verscheidene jaren een climax gaande is zou men gaarne weten waar dit technisch raffine ment zijn einde zal vinden. Het scenario heeft niet veel om het lijf: twee kolossale stroomlijnbooten, een vliegende motorfiets, tallooze songs, zes vermaarde „zingende sterren" en een dans-apotheose: ziedaar de hoofdlijnen waartusschen zich de film „Paramount Follies" beweegt. Een ooggetuigenverslag van de dramatische race tusschen twee formidabele oceaanreuzen, volgeladen met een fantastische collectie ko mische, muzikale, en filmische talenten. De komiek ,W. C. Fields vervult de hoofdrol en naast hém spelen, zingen, dartelen en min nen jonge en min of meer talentvolle ster ren. Daar is Martha Raye (bekend uit vorige Big Broadcasts), Dorothy Lamour (die naam maakte in De Jungle Prinses, De laatste trein uit Madrid en Vloeibaar Goud), Shirley Ross (uit de Bruiloft in Waikiki, (Ben Bleu, een allerdwaasd komiek, Bob Hope, een Ame- rikaansche radio-star en Lynne Overman. De eene song is nog niet gezongen of een andere vraagt reeds weer Uw aandacht: om er slechts enkele te noemen: „Thanks for the Memory", „You took the words right out of my heart", „Mama, that moon is here again" en tal van andere. Dit alles biedt deze showfilm: een opvol ging van zang, dans, acrobatiek, band-rhyth- miek, komische verwikkelingen, duetten, dwaasheden en goochelarij. Men kan tegen een dergelijke film natuur lijk bezwaren inbrengen. Men kan zich af vragen of dit alles nu wel artistiek verant woord is en of dit nu de cultureele taak van de rolprent is. Men kan daarop dan een ne gatief antwoord geven, maar men vergete daarbij niet, het zij nogmaals met nadruk ge zegd, de schijnbaar onleschbare dorst der massa voor dit genre films. Iets wat Holly wood terdege begrepen heeft, die het genre uitbuitte, en het in technisch opzicht tot een uiet te overtreffen raffinement wist op te voeren. De film ,,'t Geheim van den Vuurtoren is e«n geestige „triller", waarbij men zoowel lachen als griezelen kan. Een R.K.O. Radiopicture met in de hoofdrollen Irene Charles en Dunne Boyer. Er is niets waar de moderne mensch zoo bang voor is, als voor sentimentaliteit. Liever een glimlach dan anderen toonen, dat het leven slaat, liever de lach dan de traan bij eiken slag in het leven. Het is een levenshouding, die kenmerkend is voor den tegenwoordigen tijd, dat men eerder het leven zal verbreken en een zaam zijn, dan zichzelf te geven. Het leven is een bal-masqué en slechts zelden wordt het masker afgelegd. De film „Love Affairs" is daarvan een typi sche demonstratie. Zij geeft een scherpe tee- kening van deze moderne levenshouding en is daarom meer dan een romantische liefdesge schiedenis met een „happy ending", het is een verhaal van trots en zelfhandhaving, die de twee jonge menschen belet datgene elkaar te verklaren, wat elk voor zich reeds weet. Dat tal van gebeurtenissen den afstand ver- grooten en het uitzicht op een gelukkige op lossing onwaarschijnlijk maken, doet per slot niets af van het feit, dat de werkelijke oorzaak van den afstand ligt in beider trots. Hierdoor is het mogelijk, dat een film met den titel „Love Affairs" niet vervalt in de ge bruikelijke voorstellingen, maar op een veel hooger plan is k'omen te staan. Het is geworden een filmwerk van den hu mor, want laat de tragedie de tegenstellingen in een katastrofe eindigen, de humor glimlacht om en ondanks het noodlot. Leo Mc Carcy komt de eer toe, dit uiterst moeilijke probleem in een geschiedenis te ver werken, die een groote mate van waarschijn lijkheid heeft. Een oceaanstoomer brengt de beide hoofd rolbespelers bijeen en is de plaats waar de toe nadering begint, die aanleiding wordt tot een kameraadschappelijken omgang, waarbij angst vallig het woord „liefde" onuitgesproken blijft, een omgang, die intiemer wordt na een bezoek aan de grootmoeders op het schilderachtige eiland Madeira, en die na zes maanden proef tijd tot een definitieve oplossing zal komen op de hoogste étage van het Empire State Buil ding. Maar het noodlot annuleert wreed deze over eenkomst. De ontmoeting vindt niet plaats. Beiden verliezen elkaar uit het oog en leven hun eigen leven, heldhaftig het leven in de oogen ziend, maar wetend, dat het leven zóó geen geluk met zich meebrengt, hopend... Dat tenslotte de zaak terecht komt, was reeds bij het begin van de film geen geheim. Maar per slot van rekening is deze oplossing, niet, zooals in vele rolprenten wel het geval is, het doel en de opzet van de deze film. Een in den grond zoo eenvoudig gegeven hebben. kan geen onverwacht en dramatisch einde Het is dan ook voornamelijk de uitstekende bezetting, die de film tot een succes heeft ge maakt, want bij zoodanige dialogen als in deze film worden ontwikkeld, zouden spelers van minder tolent dan Irene Charles en Dunne Boyer bij voorbaat het werk tot een mislukking hebben gedoemd. Hun beider voortreffelijk spel maakte deze film tot een succes en het zien tot een intens genoegen. De bijfilm „Moeder Carcy's kuikens", even als de voorgaande film een R.K.O. Radio Pic ture, is een heel geslaagd geval, waarvan onge twijfeld zal worden genoten. Inderdaad een mooie film. Het programma van de „Witte Bioscoop" vermeldt deze week het vervolg, tevens slot, van de film „Verdwaald in de Jungle". Nog eens is men in de gelegenheid de avonturen te volgen, die in deze rolprent opgedischt worden, en het is ons bekend, dat velen zich aan dit wel zeer romantisch menu de vorige week opperbest gelaafd hebben. Als tweede film draait „Bij verrassing ge trouwd", een aardige musical, niet zeer be langrijk, maar ongetwijfeld geshcikt om in deze warme zomerdagen enkele kwartieren Uw aandacht te boeien. HUM! Snoof Peg ik ruik de lekkere koffie van ,,De Toelast" Wij weten nu zoo langzamerhand in Den Helder wel, dat we niet kunnen bogen op een kerkhof dat de verge lijking met andere steden in den lande van dezelfde grootte kan doorstaan. Niet zoozeer wat betreft grootte, als wel de wijze van aanleg. Het is, hoe wel er sedert eenigen tijd een niet onbelangrijke verbetering valt te con- stateeren, een vrij nuchter, kaal en op diverse plaatsen uitgesproken doodsch geheel. Het is, dit tusschen haakjes, in wezen geen bewijs van overgroote piëteit van onze Nieuwediepsche bet en overgrootvaderen ten opzichte van de wijze waarop zij hun medestadge- nooten aan de aarde toevertrouwden. Bij deze bezwaren is er echter één, dat wel een zeer onsympathiek karakter draagt. Wij doelen op de mestvaalt, zich bevindende vlak naast den ingang van den doodenakker, en die speciaal in deze warme zomersche dagen een zicht- en ruikbaar protest vormt tegen iedere doodenakkerpiëteit. We weten het wel: het Gemeente bestuur zal er niet veel aan kunnen doen. Het is natuurlijk een particulier land van een particulier eigenaar. De man gaat formeel volkomen vrij-uit en niemand kan hem dwingen z'n afval op een andere plaats te deponeeren. For- méél niet! Deze week waren wij enkele malen op de begraafplaats en er was waarlijk persoonlijke moed en persoonlijk door zettingsvermogen voor noodig om de walgelijke geuren, deze depressie van hartomdraaienden stank, te passeeren. Om te zwijgen van het zien van deze mesthoop met zijn miriaden vliegen en muggen, torren en ander ongedierte. Kennelijk onder zeer goede hoede! Zoo iets aan den ingang van den doodenakker. het is geen bewijs van veel gevoel en veel begrip voor het wezen van een kerkhof. Misschien dat de mestvaaltpleger het inziet en alsnog besluit een einde te maken aan een dergelijken, inderdaad onhoudbaren. toestand. Nog een enkel woord over een ander onderwerp. Wij doelen hier op het feit, dat door den rector van het Gemeentelijk Lyceum, ter gelegenheid van den uit slag der overgangsexamens, een dag van tevoren reeds diegenen die niet ge slaagd waren een briefje thuis gestuurd werd, waarin hun mededeeling gedaan werd van het feit, dat zij niet behoef den te komen bij de mededeeling van het slagen. Ziedaar, een paedagogische daad die inderdaad paedagogisch is. Nu eens geen tijdschriftartikel dat fonkelt van stralende ideeën en waarin de schrijver blijkt geeft van een machtige hoeveelheid wijsheid. Hier geen verga dering-van-opvoedkundigen die moties aannemen en op de juistef?) methoden aanwijzen. Hier geen polemiseeren in opvoedkundige tijdschriften (hoe nut tig overigens ook) maar een daad. Merkwaardig, dat zooiets juist moet komen van iemand als de rector van 't Lyceum, iemand die niet aan den weg pleegt te timmeren, waarvan men nim mer hoort, die in geen paedagogische tijdschriften schrijft en die zich niet op den borst slaat als zijnde De Man die Het weet. Maar door het stellen van dezen daad, zoo simpel als hij velen wellicht mag voorkomen, bewees hij te zijn een opvoeder. Een mensch, met begrip voor veel misère in het hart van dat deel van jong Den Helder, dat aan zijn hoede is toevertrouwd. I tt*' vZu2*msr"v^~'i'K, h\Mj van sp ey*. Dezer dagen heeft men in de Heldersche Courant kunnen lezen, dat er op de begroo ting voor Marine een bedrag is uitgetrokken om de accomodatie van de logementsschepen „v. Speyk" en „Schorpioen" te verbeteren. Zooals men wellicht weet is de „v. Speyk" gebouwd als snelvarende driemaster of fre gat, met stoomkracht als hulp bij ongunsti- gen wind of windstilte. (Fregatten voerden 20 tot 60 stukken geschut) Thans is het eens zoo trotsche schip ont daan van zijn masten en want. (De bepantse ring tot enkele meters boven de tegenwoor dige waterlijn is nog intact). Om te laten zien hoeveel mooier een opgetuigd fregat is dan een onttakeld, gaan hierbij twee afbeel dingen. Het groote soliede houten zeilschip, dat reeds sinds jaar en dag op de Marinewerf ligt, kan door z'n sterke constructie nog jaren mee als drijvende kazerne. Ook de „Schorpioen", die in 1868 te water werd gelaten, is van een groote stabiliteit. Het zware teakhout is boven de waterlijn om geven door een pantsergordel van pl.m. 20 cm dikte. BVKSWtdF Het was een zusterschip van de „Stier", die voor enkele jaren een roemloos einde heeft gevonden op Texelstroom. FREGAT MIDDEN VORIGE Etuvv Beide schepen werden gebouwd in Frank rijk te la Seyne op de „Forges et chantiers de la Méditerrannée". („Smederijen en dokken van de Middellandsche Zee"). Het waren ram-torenschepen. Hun dekken lagen niet ver boven het water uit. Daarom had men een vrij hooge verschansing gemaakt om het zeewater af te weren. Doch daar de kanonnen in den geschuts torens, die draaibaar waren, stonden n.1. ver- moest de borstwering verwijderd kunnen wor den bij oefeningen of bij een eventueel ge vecht. Hiertoe waren de reelingdeelen neer klapbaar gemaakt. Bij stormachtig weer met wat zeegang konden de vuurmonden dus practisch niet ge bruikt worden, temeer omdat het dek niet overal geheel waterdicht was. De pantser toren, die draaibaar waren, standen n.1. ver zonken in het dek opgesteld, en dit veroor- zaakte lekkage. Geheel stalen carrosserie met vier royale zit plaatsen en onsplinterbaar glas rondom. On- afhankelijke voorveering Benzinetank achter. Flinke kofferruimte Snelheid 100 K.M. per uur. Wegenbelasting F 16.— per kwartaal. Benzineverbruik 1 Liter op 13 a 14 K.M. Hoofdagent voor DEN HELDER en omstreken LANGESTRAAT Telef. 429 Zooals men op de afbeeldingen kan zien, was de „Schorpioen" naast het stoomvermo- gen voor de zeilvaart ingericht. Men trof ook hier de indertijd veel toegepaste driepoots- Z M. SCHcjfePIOgN g— iat>8~ rier &ö.L.oreN ftdusrvóJp.mNf» masten aan, waarbij het touwwerk van het want vervangen was door ijzeren steunen. (Dit gaf ruimer schootsveld.) Indertijd lag de „Schorpioen" in Hellevoet- sluis en herbergde daar de toekomstige offi cieren van den M.S.D. Thans behoort deze oude getrouwe reeds echt bij de Zuidstraat in Nieuwediep. Nu er besloten is om het comfort van dit drijvend hotel te verbeteren, is de veronder stelling misschien niet eens zoo héél gewaagd, dat hij hier nog eens zijn eeuwfeest zal vie ren in 1968. Moge dit dan kunnen gebeuren in een nog steeds vrij en onafhankelijk Nederland! 5 2-. M. SC.M0R PI OE N -Me-» NseftseKuAPTE BORST WE. RING Kent gij misschien, waar Hollands kruinen, omsluierd staan in milde vrêe, dat aardig huisje in de duinen, vlak bij de rustelooze zee? Wanneer het goud der zonnestralen z(jn warmte op de landen brandt, zie 'k vaak dat huisje in de dalen afsteken tegen 't gele zand. Daar binnen woont een kleine jongen, met dartel-blije levenslust: hij gaat dikwijls in wilde sprongen over de duinen naar de kust. En, steunend op de ellebogen, de beenen achterwaarts gestrekt, ziet hij, hoe 't zonlicht onbewogen op 't water rosse vlammen plekt. Maar dieper gaat de zon verzinken, heel zacht vervliet het laatst geglim; en ginds verglijden enkele pinken naar 't matte avondrood der kim. De weemoed van de waterstroomen vergaat in onbewust geklag, want slechts in 't groen der denneboomen hangt nog de adem van den dag. De jongen doet maar niets dan staren, en van der duinen blanke top, ziet hij de visschersbooten varen in 't wijde, witomschuimde sop. De zee wenkt hem in wondere zangen, zij roept hem met haar heerlijk lied; en eindloos-weer drijft zijn verlangen naar dat geheimnisvol verschiet. Nu buigt het helm, in droevig weenen, de stengels naar het water toe; en langzaam g;aat de jongen henen, van al dat kijken droomerig-moe. Als één van Hollands wakkre zonen, aan 't breede vlak der zee gehecht, voelt hij iets van het wonderschoone, dat ginds voor hem is weggelegd. T. J. DEKKER. Voor Uw nieuw te bouwen landhuis

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 9