Ex-koning Zogu's nieuwe residentie Wij lazen voor U Mijnheer de agent" Europa's beste polsstok^ hoogspringers in actie. Van vertrouwen en wantrouwen Als Hitier een klooster wil „inpikken" De koffermoord De Vooiv cn Nazorg geesteszieken Het bouwen van een nieuwe wereld Voedselgebrek bedreigt Shanghai Gelukstelegrammen goedkoopey Gelukwenschen voor baron Roëll Geen blauw kousen in Japan 1 Onze Oost BEN LUXUEUS VERBANNINGS OORD, WAAR OOK DE HERTOG EN HERTOGIN VAN WINDSOR WOONDEN. (Van onzen Parijschen correspondent.) PARIJS, Aug. 1939. Nog nooit heeft ex-koning Zogu van Al banië zoo schitterend gewoond, als in zijn verbanning. In Tirana was zijn residentie zeker van alle moderne gemakken voor zien, maar zij was ten slotte niet meer dan een aardige villa, die zich met het Chateau de la Maye, waarin de onttroonde monarch en zijn schoone vrouw thans hun intrek hebben gehouden, op geen enkele wijze laat vergelijken. Het Chateau de La Maye is een slot in de stijl van Lodewijk XIV', waarvan alleen reeds de inrichting 6 millioen frans heeft gekost. Het ligt in de Rue du Pare Clatignv, nummer 47 en grenst aan de Rue Windsor, die ter eere van de vroegere huurders zoo genoemd is. Het slot werd kort voor den oorlog ge bouwd en behoort aan madame Jean Dupuy, de rijke Amerikaansche weduwe van den eigenaar van den „Petit" Parisien". Daar zij het sinds jaren niet meer bewoont, trekt zij er practisoh voordeel uit, door het aan hooge personages te verhuren. Voor dit doel is het chateau ook inderdaad een ide aal bouwwerk. Het ligt te midden van een uitgestrekt park, waarin zich een zwembad met centrale verwarming, een groot rosa rium en verschillende tennisbanen bevin den. Het huis zelf, dat jaarlijks een enorm bedrag aan huur kost, bezit op de beneden verdieping een schitterende eetzaal alsme de een aantal groote salons. Op de eerste Ex-koning Zogu, étage bevinden zich naast de slaapkamers voor de familie van den huisheer twaalf logeervertrekken, die ieder een eigen bad kamer bezitten. Mady Mendl's verbouwing. Toen de hertog en de hertogin van Wind sor het slot betrokken, lieten zij het door hun vriendin lady Mendl, de echtgenoote van den vroegeren Engelschen ambassadeur sir Charles Mendl, van den kelder tot het dak geheel restaureeren. Deze dame, die voor haar huwelijk binnenhuisarchitecte te New York was, heeft het huis van hoogst geraffineerde electrische inrichtingen voor zien. Deuren en vensters kunnen hier door een druk op den knop geopend worden. In alle kamers staat een telefoontoestel. De clou van het slot is een „gramofoonkamer" waar de hertogin van Windsor haar disco theek ondergebracht had. Zij behoefde slechts het nummer van de gewenschte plaats met hulp van een wijzer op een bord aan te geven, opdat deze automatisch uit het archief naar de gramofoon „wandelde" en gespeeld werd! De Mercedes is gered. Koning Zogu heeft slechts weinig van zijn eigen meubels kunnen redden. O. a. heeft hij een buste van Napoleon medegebracht, die thans in de bibliotheek van het huis staat. De vroegere slaapkamer van de hertogin van Windsor doet thans dienst als kinder kamer voor den kleinen prins Alexander. Dit vertrek is geheel bekleed met blauw satijn. De huisbewaarder van het Chateau de la Maye is monsieur Meyer, die het slot reeds onder den hertog van Windsor bestuurde. Hij woont in een klein huis naast den in gang van het park. Zijn taak is, het park te onderhouden en het tegen ongewenschte indringers te beschermen. Ook bewaakt hij de garage, waarin zich de beide wagens van koning Zogu bevinden. Een daarvan is een sterke Mercedes, die Hitier bij het hu welijk van den ex-koning ten geschenke heeft gegeven. Deze heeft hij kunnen redden en zoo komt het, dat men de jonge ex-ko- ningin Geraldine dikwijls in een Duitschen wagen door de Rue de la Paix kan zien rij den! Verdachte reed door streek. de IJsel- Het is gebleken, dat IC. de verdachte van den „koffer-moord" op zijn vrouw, mét de vermiste koffers per auto door de IJsel- streek is gereden. Hij gaf op 25 Juni te De venter bij zijn familie voor, naar Amster dam te willen rijden, doch kwam terecht in een café te Wijhe Hij deed zeer zenuwach tig. Of hij toen de twee vermiste koffers nog bij zich had, is niet bekend. Een systeem, heeft. dat altijd succes De wijze, waarop in het Derde rijk kerke lijke goederen geconfisceerd worden, is een zeer bizondere. Of misschien ook niet voor de practijken, die men er, aldus de Msb., de laatste jaren heeft toegepast en meer en meer heeft leeren kennen. Men gaat in Duitschland en in het voor malige Oostenrijk als volgt te werk: In het algemeen, is en wordt begonnen met schatting van alles wat „drum und dran" is. Dat wil zeggen: alle gebouwen en terreinen en kunst- en andere schatten wor den getaxeerd. Wanneer een dergelijke schatting, voor zoover deze nog niet ge schiedde, plaats heeft, dan is dit een zeker voorteeken, dat het betreffende klooster of vereenigings- en ander gebouw, op de nomi natie staat van binnen afzienbaren tijd te worden geconfisceerd of ingepalmd. Wanneer de taxatie verricht is, begint de fiscus zijn wérk. De belastingen zijn in Duitschland zeer1 hoog en velerlei. Vooral groote gebouwen en terreinen, met bijv. veel straatoppervlakte, kunnen er moordend van te lijden hebben. Bij klooster- en ker kelijke gebouwen is dat ook de bijzondere bedoeling. De klooster- en kerkbesturen krij gen zooveel belasting op te brengen, dat zij het, de meeste bronnen en inkomsten staan' immers door het „regime" stop tenslotte niet meer kunnen bolwerken. De belastingschuld" stijgt en stijgt, en ten slotte volgt zoogenaamde confiscatie als men wil wegens wanbetaling, al wordt dat woord niet gebruikt. Het is een weg, die systematisch gevolgd wordt. Op deze wijze komt de regeering van het Derde Rijk langs „legalen" weg aan de ge bouwen en terreinen, welke men voor partij en andere doeleinden wenscht te bezitten. Wat natuurlijk heelcmaal niet wil zeggen, dat men schroomvallig is om kortere wegen te begaan en te nemen wat men hebben wil. Men durft echter in katholieke streken vooral nog niet alles. Vandaar het tikje le galiteit. Het zijn Kaas - Noorwegen (links) en Lahdesmaki - Finland, die straks op de Olympische Spelen de Amerikaansche fenomenen dicht zullen benaderen. Hun topprestaties bewegen zich om 4.15 M. Men zal zich herinneren dat in vele ge meenten besloten is toe te treden lot deze stichting voor geestelijke volksgezondheid in Noordholland. Deze stichting beoogt de voor- en nazorg van geesteszieken in de provincie Noordholland door oprichting en instand houding van consultatiebureaux. Verschenen is thans het werkprogramma der stichting, welke per 1 September met haar arbeid aan vangt. De centrale administratie is gevestigd te Kwadijk, op de model-secretarie van bur gemeester Drost. Noordholland is ingedeeld in districten, de gemeenten uit ons rayon, welke toetraden zijn voor liet meerendeel ingedeeld bij het district Alkmaar. Leden van de Interparlementaire Unie dringen aan op geestelijke herbewapening. Bij de sluiting van het jubileums-congres der Interparlementaire Unie te Oslo, Zatei dagavond, is een verklaring aan de pers verstrekt, waarin er op wordt gewezen, dat de bloei van de geestelijke herbewapening de tegenwoordige spanning kan oplossen Het eenige gezag, dat het respect van iedere natie kan afdwingen, is, aldus de verklaring, het gezag, dat voortspruit uit de absolute zedelijke normen van recht schapenheid en onzelfzuchtigheid. De inte griteit der menschen is de waarborg voor gezonde instellingen. Het is de plicht van het voorrecht der parlementen niet alleen de zaken der volkeren te behartigen, doc'h ook leiding te geven bij het bouwen van een nieuwe wereld. Geen dringender taak kan door de parlementen worden vol bracht, dan de geest van de geestelijke herbewapening uit te dragen over de ge- heele wereld doorhaar eerst in hun ei gen landen in practijk en beleid toe te pas sen. Niet het voorrecht van een bepaald systeem. Geestelijke herbewapening,- die niet het voorrecht van een bepaald systeem is, doch een noodzakelijk eerste vereischte voor iedere goede regeering, verschaft het ge meenschappelijke terrein, waarop de hoog ste aspiraties der geheele menscbheid el kander kunnen ontmoeten. De kwestie der voedselvoorziening van de concessies te Sjanghai doet zich op ernstige wijze gevoelen. Sinds eenige weken is dc aanvoer van rijst aanzienlijk verminderd. Men maakt thans de voorraden op, die voor nog ongeveer 3 weken toereikend zijn. De toestand is ernstig. Men maakt melding van verscheidene gevallen van plundering van graanpakhuizen in de internationale concessie. SPERTIJDEN VERLENGD. De minister van Economische Zaken heeft de tijdelijke vestigingsverboden voor het schildersbedrijf, voor het rijwielbedrijf en voor den brandstoffenhandel met een half jaar verlengd tot 7 Maart 1940. Bij wijze van proef wordt, op 1 Sop. (omber a.s. het bijzondere recht voor gelukstelegrammen in het bin- menlandsche verkeer van 40 tot 25 cent verlaagd. De netto-opbrengst van het extra recht blijft ten goede komen aan de jeugd-organisaties, het Nederlandsch Jeugdleidersinstituut en de Acade mie voor Lichamelijke Opvoeding. De Commissaris der Koningin in de pr<v vincie Noordholland, mr. dr. A. Baron Roëll, vierde gister zijn 75sten verjaardag. Rij heeft zich echter, zooals wij gemeld hebben, aan alle huldigingen onttrokken door op reis te gaan naar het buitenland. Niettemin werden gisterochtend aan d« ambtswoning aan de Nieuwe Gracht te Haarlem vele schriftelijke en telegrafische gelukwenschen uit Nederland en den yreera de afgeleverd. Liever bruiden!. Een groepje Indische leeraressen heeft tijdens een reis naar Japan daar ook de scholen bezichtigd. Het viel den leeraressen op, met welke groote klassen er gewerkt werd: 50 leerlingen en op de lagere scho len, 70 leerlingen per klas was geen zeld zaamheid. Het doel van het onderwijs voor meisjes is anders dan ten onzent, waarmee men bij de beoordeeling rekening moet houden. Men streeft er naar, goede bruiden te kweeken en brengt dus de ty pisch vrouwelijke eigenschappen naar vo ren en leert hoofdzakelijk datgene, wat een vrouw tot een goede echtgenoote stempelt, HET VERNIELENDE VUUR, Te Fort van de Gapellen heeft een felle brand niet minder dan elf huizen en ze ven rijstschuren aangetast. Alles ging red deloos verloren en de schade bedraagt meer dan tien mille. Het mag een wonder heeten, dat bij deze vuurzee geen mienschenlavens te betreuren zijn. We hebben geen „knolsmeris sen" meer Er is de laatste jaren toch wel wat ver anderd bij de politie, en natuurlijk als wisselwerking ook iets bij het groote publiek. De politieagent. Men mocht al ontzag voor hem hebben, reverentie voor zijn per soon had men weinig. „Smeris" was zijn toenaam in Amster dam, in Rotterdam werd de man altijd uitgescholden voor „hoed", ofschoon hij in die dagen altijd martiaal een blinkenden helm droeg. ,Hoed... ik rai!" roept Brusse's „Boefje" een hem bekenden agent toe, als hij vol trots naast zijn toegevoegden voogd op het platform van een paarden-omnibus zit. „Hoed! Hoed!" was het Indianengehuil dat, aldus de Msfb., altijd als een begroeting van ondank uit het samengestroomde pu bliek opsteeg, als de agenten met veel moeite een wederspannige naar het bureau hadden gesleept en de deur als een finale met een harden slag was toegevallen. Altijd tégen de politie. Het publiek was altijd voor den delin quent, en altijd tegen de politie. De agent was nu eenmaal de diender officieel de dienaar van het openbaar gezag, maar men was hem meestal maar weinig dankbaar, als hij dikwijls ten koste Leve het vertrouwen! Han- „ver- liet Uit een artikel in het delsblad (lib.) over trouwen" ontleenen wij volgende: Onze wereld dwaalt nu al jaren dwars door een ver trouwenscrisis van de ergste soort. En in deze generale ver warring, ontstaan door het failliet van het vertrouwen en de goede trouw, zoeken nu sommigen hun toevlucht inblind vertrouwen in het volledige leiderschap door enkelingen. Wat Allen niet kunnen, zal één kunnen! Hoe en waarom, dat weet geen sterveling precies. Maar men wil erop vertrouwen, juist omdat men geen ver trouwen meer heeft. De mcnsch kan blijkbaar zonder vertrouwen niet leven Het vertrouwen is dood, leve het vertrouwen! Maai het weg, hij vindt het elders op nieuw. Laat hot zichzelf be zoedelen, hij heft het ergens anders weer op. Ondanks al le narigheid is dat een hoop vol verschijnsel. Men kan niet huiten vertrouwen. Hoe zou het zijn, wanneer men het nu eens andersom pro beerde: met een beetje wan trouwen in zichzelf en een beetje vertrouwen in ande ren. Maar dan allen tegelijk! Want in eenzijdig vertrou wen hebben wij niet liet min ste vertrouwen! „Joden moeten in oor logstijd geinterneerd". Uit het Nationale Dagblad (n.s.b.) David Ben Gurion, voorzit ter van de Executieve van de Jowish Agency, heeft in een toespraak tot het Zionisten congres te Genève verklaard, dat het Joodsche volk in buitengewone omstandighe den, in het bijzonder in ge val van oorlog, steeds aan Britsche zijde zal staan. Het is voor een Nederland- sche regeering, die de Neder- landsche zelfstandigheid cn onafhankelijkheid wil hand haven, volstrekt onduldbaar, dat een deel van een vreemd volk op Nederlandsch grond gebied in oorlogstijd achter een der oorlogvoerende par tijen zal staan. Tot een goede voorberei ding onzer landsverdediging behoort, daarom, na de op het Joodsch congres te Ge nève gevallen uitspraak, voor taan ook het treffen van maatregelen om te voorko men, dat het Jodendom zijn strijd tegen do As-mogen dhe- den cn de Anti-Komintern op Nederlandsch grondgebied overbrengt. Het zal noodig zijn, dat nu reeds maatregelen getroffen worden om dc leden van het Joodsche volk te verwijderen ui' alle sleutelposities, welke zij in het financieel, ccono- miscli en openbaar leven in Nederland innemen. Ingeval van het uitbreken van een oorlog, zullen ongetwijfeld nog scherper maatregelen te gen de zich op Nederlandsch grondgebied bevindende le den van het Joodsche volk genomen dienen te worden, daar in dat geval het Jood sche volk immers een der oor logvoerende partijen zal wor den. Interneering van alle zich op Nederlandsch grond gebied bevindende Joden zal ongetwijfeld noodzakelijk blijken, aldus dc Mussert- krant. In verband hiermede zul len thans reeds, zoo schrijft het N.D.B., voorbereidende maatregelen voor zulk een interneering op groote schaal getroffen dienen te worden. Waarom kreeg dr. ir. Damme geen kans? Naar aanleiding van een boek van den nieuwen mi nister van Sociale Zaken, dr. J. van den Tempel „De we reld in stormtij", schrijft de Te!.: Geven dc beschouwingen van dr. van den Tempel nu een richtlijn aan voor een oplossing van de actueele pro blemen, waarvoor een minis ter van Sociale Zaken komt te staan? Wij zien haar niet ">in zijn hoek. Hijzelf ziet haar ook niet: „De nood die teert de te volgen gedragslijn. Niet de innerlijke waarde der maatregelen en de kans op uiteindelijk succes zijn van beslissende beteekenis. Ieder, die een leidende positie in neemt in het bedrijfsleven of betrokken is bij het be stuur van stad en land, ziet zich telkens weer genoopt, maatregelen te nemen of te steunen, waarvan men beseft, dat zij, krachtens hun aard, op den duur niet bevorderlijk kunnen zijn aan een voor spoedige ontwikkeling der samenleving. Of wel, dat zij zich niet verdragen met een gezonden economischen en maatschappelijken toestand. Maar men heeft geen keus." Is dat geen fatalisme in op- tima forma? Geen groote lijn, geen grootsche conceptie, geen bezielende visie. „Wij zullen ons best doen", heeft dr. Van den Tempel gezegd. Hij is zonder twijfel „as sood as his word." Maar na de lezing van zijn boek moet men dc hoop uitspre ken, dat zijn daden beter zul len zijn dan zijn woorden. Op het oogenblik kan men zich, aldus dc Tel. slechts met verbazing afvragen, waarom een dr. ir. Damme geen kans mocht krijgen en opgevolgd moest worden door een geleerde, die het geloof m zijn oude idealen heeft verloren en er geen nieuwe voor terug heeft weten te verwerven. van eigen ongemak eindelijk de verstoorde orde had hersteld.' Zelfs bij het schrobbend dienstmeisje, anders altijd zoo toegankelijk voor manne lijk schoon, vooral als dit nog in uniform was bovendien, stond de politieagent maar weinig in de gunst, omdat hij altijd nei ging had een opmerking te maken, als zij in haar ijver naar zijn inzicht te veel wa ter verbruikte. Neen, politieagent was geen ambitieus vak, taak, als hij voornamelijk had om! vechtersbazen uit elkaar te slaan of dron- kenlappen naar het bureau te sleepen, een graag genoten publiek schouwspel, waarbij blijken moest wie, baas boven baas zou blijven. En een groote politiemacht op de been was ook al geen beproefde manier om de rust te bevorderen, omdat een blinkende helm te meer het volksgeweten en „instinct wakker schudde „dat er iets te doen" was. Er is iets veranderd. En nu, in onze dagen, is er een heel an dere politie ten tooneele verschenen. Er wordt blijkbaar een heel andere en nieuwe politie-paedagogie gevolgd. Hij is „mijnheer de agent" geworden. Een gentleman, een Engelscbe bobby, als aangewezen om liet publiek ter wille en ge dienstig te zijn. Hij paradeert door de straten in onberis pelijke kleeding, als een soort mannelijke mannequin, een reclame voor een eerste klas confectie-magazijn. Hij heeft z'n permanenten strafblik ver loren, hij heeft geen barsohe dreiging meer op de lippen, hij fluistert u zoo vriendelijk en beleefd mogelijk tegen, als een invitatie bijna, om toch rechts te houden. Hij zit te paard als een commandeerend generaal, die inspectie houdt over zijn troe pen. Op een elegant paard, dat hoogeschool zou kunnen rijden. Wie zou er nog durven spreken van een knol-smeris? Hij rijdt in een motorspan als beoefende hij de sport voor zijn louter genoegen. Hij staat op zijn verkeerspost, met een manchet om zijn mouw als Kapitein Ban ning Koek op Rembrandt's Nachtwacht, hij staat daar voornaam en allesbeheerschend te gebaren als een Prof. Dr. Willem Men gelberg voor zijn concerteerend orkest. Als een bisschop op zijn troon... De agent is er alleen nog om ons orde en lucht te leeren, eerbied te wekken voor het gezag. Hij wordt die paedogoog, zelfs in de school, met gejuich binnengehaald om d® jeugd discipline te leeren en liefde voor orde en regelmaat. Een waker voor den vrede. Hij encanailleert zich niet meer. Als er nog wat ongerechtigs te doen valt op straat, dan telefoneert bij den overvalwagen en de delinquent wordt als een hoopje vuil naar binnen geschoven en aan het gezicht van het publiek onttrokken. Hij is waarlijk geworden wat, men in t 1'ransch noemt „un gardien de la paix". een wachter cn waker voor de rust en den vre de der burgerij. En daarom eerbied en hoogachting voor den modernen agent van politie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 8