Chung s schrikbewind De man langer dan de vrouw „voedingsdictator" van Japan De 10 geboden ^Baffinsland De In het Verre Oosten HET ONDERSCHEIDEN VAN KLEUREN van r Vierde blad Raadselen der natuur 0UERILLA-OORLOG MET DESERTEURS. De wachtdienst aan de Tonkineesch- Ghineesche grens is de gevaarlijkste post in het Fransche koloniale gebied. Daar, in onherbergzame bergstreken, heerscht een'terreur van de benden yaai Chung, de Chineesche uit den dienst „afgemonsterde" piraten. ha het Noordelijk grensgebied van Fransch Indochina, daar waar de kolonie aan het Chineesche randgebergte grenst, het ge bergte der „10.000 bergen", ziet het er te genwoordig niet veel anders uit dan veertig jaar geleden, in de ergste tijden der gele pi raten en hun bevreesd, door legenden om geven opperhoofd De Tham Frankrijk heeft hier het gevaar in den ivorm van een verder opdringen van de Ja panners naar Yoennan en een terugtrekken van de Ohineesche troepen bezworen, door een complete „Maginotlinie". Zelfs de aller kleinste grensgehuchten van Tonking, die dikwijls uit niet meer dan een dozijn hut ten bestaan, werden omgebouwd tot basti ons met een sterke bezetting en vanaf Tham Koum, de plaats van den grooten piraten- slag 111 1907 loopt tot ver over Tham-Mai en Hoang-Mo één groot en geweldig versper- rmgsgebied. Vermomde soldaten. Tooli, in weerwil van dit alles kon de be veiliging van de grenzen niet snel genoeg voltooid worden om te verhinderen dat gan- sche scharen Chineesche deserteurs de grens overkwamen. Aangezien de meeste van de ze menschen hun uniforrrten hadden wegge gooid en in lompen gewikkeld waren, was het begrijpelijkerwijs heel moeilijk ze te on derscheiden van de inheemsche bevolking, wanneer ze eenmaal door Fransche troepen in de verschillende dorpen werden aange houden. In de meeste gevallen trouwens houden zij zich in de ontoegankelijke berg streken op, ten einde van daaruit beschermd door de duisternis, des nachts hun roofex- pedities naar de verschillende dorpen te on dernemen. Immers deze voormalige soldaten zijn al lang weer teruggevallen tot roovers, wat zij doorgaans vrooger waren alvorens zij zich voor den Chineeschen dienst lieten „aan monsteren". De inheemschen wachten er wel voor ze te verraden, eenerzijds uit vrees voor de wraak dezer voortreffelijk georga niseerde en goedgewapende benden, ander zijds evenwel, omdat zij hun medeplichtigen ijzn geworden Deze deserteurbenden hebben het door de Franschcn reeds bijna uitge roeide „Zwartvlaggen-tcrreur-systeem" op nieuw tot leven gewekt en de piraten en smokkelaars voeren tegen de Fransche ko loniale troepen een verbitterden guerilla- oorlog, precies als veertig jaar geleden. Duizend tegen twintig duizend. Ongeveer 1000 man uit het Fran sche koloniale leger bevinden zich hier en de minstens 20.000 Chinee sche en Tonkineesehe bandieten die zich als hun tegenstanders tegen over hen bevinden, hebben de be schikking over de modernste gewe ren en machine-geweren, over een rijkelijke voorraad munitie en over een uitstekende leiding. Meer dan eens is het in de jongste twee jaar gebeurd dat zij zich voor een complete veldslag tegen de doorgaans zwa-kkere Fransche troepenafdeelingen opmaakten en de 1500 Chineesche deserteurs, die een paar weken geleden bij Cho-Loe opdoken kon den slechts met behulp van vliegtuigen die in den ongelijken strijd ingrepen, verdreven worden. Grenswacht: een gevaarlijk baantje. Merkwaardigerwijze en niet minder on gelukkigerwijze zitten er vele ernstige kan ten vast aan het brutale en bij voortduring tot waakzaamheid nopende optreden dezer benden. Want liun doen en laten is des te gevaarlijker omdat zij niet alleen dorpen uitplunderen en opium smokkelen maar bo vendien nog een levendige handel in wape nen van allerhande soort onderhouden. De grenswacht is natuurlijk paraat, maar haar taak is levensgevaarlijk, want stoot een groep smokkelaars op zoo'n bezetting en dat gebeurt den laatsten tijd voortdurend dan deinzen de bandieten er niet voor te rug hun zeer gevaarlijke, want gloednieuwe, wapenen op de grensbewakers te richten, waarop niet zelden een complete slag wordt geleverd, waarbij vaak zelfs de lichte aitil- lerie in het geweer moet komen. Zoowaar gedisciplineerd! Ongeveer een jaar geleden slaagde de ban dieten-aanvoerder Chung. een der taliijke Chineesche rivierparaten, erin zijn „zwar - ■vlaggen" en ongeveer 10.000 Chineesche de serteurs tot een, naar Europcesch voorbeeld streng gedisciplineerde kamptroep, waarva elk man van top tot teen gewapend was, in het veld hijeen te brengen en den rian- schen in alle vorm den oorlog te \eik ren. Tal van spionnen in de dorpen en grensposten hielden hem voortdurend de hoogte van alle troepenverplaatsingen en eventueele strafexpedities die de ra - van plan waren tc ondernemen, t schillende plaatsen liet hij zelfs, ten einae de opmarsch der Franschen te stuiten, hen vergiftigen cn toen he* luitenan leplate cn sergeant Dufréchou pjeliiK een kleine legertroep een grootc ataeem vrijscharen van den piraat te verslaa oorloofde deze zich zelfs op beiden tairen een losprijs te zetten van elk1 Piasters (ongeveer duizend gulden), u Duizend Franschen tegen twintigduizend bandieten gevolg dat de Fransche militaire autori teiten zich wel genoodzaakt zagen de beide dappere soldaten naar elders over te plaat sen. Zij werden naar Saigon gezonden. On der de bevolking van de plaatsen in 't grens gebied oefenden de „Zwartvlaggen" van Chung een waar schrikbewind uit en zij lie ten de menschen een soort brandschatting opbrengen die zij met den besten wil van de wereld niet betalen konden. Chung neergeschoten Juist enkele weken geleden pas slaagde een onder commando van luitenant Bour- his staande afdceling erin. Chung in een hindernis te lokken en neer te schieten. Maar ook deze officier moest terstond daar na aan dit gebied onttrokken worden om de wraak van den gevaarlijken vijand te ontloopen. De door Chung in het leven ge roepen rooversorganisatie bestaat immers na zijn dood even goed georganiseerd als toen hij zelf het bewind voerde. Het is juist de eerzucht van zijn opvolgers om volkomen in zijn voetsporen te treden. Juist de jongste tijd heeft bewezen dat de wacht dienst der Fransche koloniale troepen aan de TonkineeschChineesche grens een der gevaarlijkste posten is in het gansche Fran sche koloniale rijk. Een van de eigenaardigste raad selen der natuur is wellicht dit, dat het verschil in lengte tusschen man en vrouw van hetzelfde ras, naar uit wetenschappelijke onderzoekingen is gebleken, gemiddeld tusschen de 10 en 12 c.M. bedraagt. Bij alle ras sen en volkeren der aarde is dit aan de hand van metingen, verricht op gevonden skeletten, sedert genera ties van eeuwen her het geval ge weest. Het verschil in lengte tusohen de beide sexen wisselt dus niet percentgewijs, doch Jiet bedraagt steeds, of men nu met pyg meeën of met reuzen te doen heeft, hetzelf de vaste aantal centimeters. Eigenlijk is het geen wonder, dat de man langer is dan de vrouw, want hij heeft vijf jaar meer tijd om uit te groeien. Terwijl de vrouw op den leeftijd van 20 jaar haar grootste lengte heeft bereikt en ophoudt te groeien, zet zich de lichaamsgroei van den man nog tot ongeveer het 25ste jaar voort. SCHADEVERGOEDING VOOR MOORD, DOODSTRAF VOOR LEUGEN. Een zeer zonderlinge wetgeving wordt nog immer op het Baf- finseiland In het hooge Noor den gehandhaafd. De Eskimo's kennen er slechts hun zeer spe ciale „Tien Geboden" (Van een bijzonderen medewerker), Het eiland Baffinsland ten Westen van Groenland en ten Noord-Oosten van Labra dor, 517.000 vierkante K.M. groot, behoort tot de treurigste en meest verlaten gebieden ter wereld. Het klimaat is er zoo ruw dat en kele Canadeesche Trappers het pas dertig jaar geleden waagden zich er neer te zetten. Tegenwoordig bedraagt de blanke bevolking van Baffinsland 150 zielen, die alle in de hoofdstad" Port Baffin aan de Zuidwestkust van het eiland leven. Deze nederzetting be staat in zijn geheel uit drie dozijn primi tieve houten huizen. De blanken leven er tamelijk behoeftig van de pelsdierjacht en de Robbenvangst, evenals de ongeveer 1000 Eskimo's die er ook hun eigen leefwijze op na houden. De zeldzame zeden van dit zeer weinig bekende eilandvolk, die zich \an die der Groenlandsche Eskimo s wezenlijk onder- scheiden, zijn door een toeval liet onderwerp van een levendige discussie van het Cana- decsche Parlement in Ottawa geworden. Stelen erger dan moorden. De „affaire" begon ermee toen de Trapper Harrv White op jacht, in de Igloo (sneeuw- hut) van den sedert jaren met hem bevrien- den Eskimo Alagina een gevangene aantrof, liet was een Eskimo, Fuana genaamd, cn de heer des huizes vertelde zijn gast dat hij opdracht had den man voor liet Opperste Gerechtshof te leiden. Het opperhoofd van Rome bereidt zich voor op de ontvangst van. den Spaansclien dictator, generaal Franco. Het plaatje rechts toont het gemeenschap pelijk embleem van het ltaliaansche fascis me en de Spaansche plalange opgericht op het slation van aankomst. Daarna blijft bij beiden de lichaamslengte ongeveer 20 tot 30 jaar constant, om vervol gens geleidelijk ongeveer 3 af te nemen. De Germanen waren kleiner dan wij. Worden de menschen nu grooter of zijn wij, vergeleken bij onze voorvaderen, klei ner geworden? Eigenaardig is het, dat vrij wel algemeen de overtuiging heerscht, dat de moderne mensch veel kleiner is dan de oude Germanen, of zelfs dan de menschen uit het ijstijdperk en het steenen tijdperk. En toch is dit niet het geval. Wetenschap pelijk is aangetoond, dat de mensch pas sedert het ijstijdperk in lichaamslengte is toegenomen. Het kleinst waren de menschen in het eerste ijstijdperk; de beroemde „Nean- dertalmensch" daarentegen, die uit het tijd perk tusschen den tweeden en derden ijs tijd stamt, was al een flink stuk grooter dan zijn voorvaderen. Hij bereikte een lichaams lengte van 1.55 m. Al weer 5 cm. langer was zijn achter-achter-kleinzoon, de mensch van het vierde ijstijdperk, de mensch dus van ongeveer 20.000 jaar geleden. Deze werd 1.60 m. lang. Ook de Germanen waren nog kleiner dan het tegenwoordige menschen- geslacht. Langzaam nam door de eeuwen heen de lichaamslengte der menschen toe, tot in de Middeleeuwen een gemiddelde van ongeveer 1.68 m. bereikt was. Dit is thans nog de gemiddelde lengte van den Duit- scher. Opvallende stijging. Tot in onze dagen heeft zich deze ontwik keling voortgezet, doch in de laatste tien tallen jaren is bij enkele Europeesche vol keren een opvallende versnelling van dit proces geconstateerd. Het opvallendst was de toeneming van de gemiddelde lichaams lengte bij de Denen (4 cm.!) terwijl het ver schijnsel, eveneens werd waargenomen in Engeland, Nederland, Noorwegen en Zwe den, Noord-Duitschland en Baden. Hier be draagt de gemiddelde stijging ongeveer 2 cm. Lichaamslengte der verschillen de rassen. Enkele uitzonderingen daargelaten neemt de lichaamslengte der menschen van de Pool tot den equator af. De cijfers mogen dit bewijzen: Scandinaviërs zijn gemiddeld 1.75 lang, Engelschen 173.6 cm., Duitschers HERMANN LANG, die vóór de groote coureurs Caracciola en von Brauchitsch, overwinnaar werd in den wedstrijd om den Grooten Prijs van Zwitserland. den stam wilde hem zelf terechtstellen. „Heeft hij een moord begaan?", vroeg White. „Neen", antwoordde Alagina, „alleen voor een moord zou hij niet terechtgesteld wor den. Zijn misdaad is erger. Hij heeft gesto len en gelogen". Den volgenden morgen vond de zitting plaats. Ongeveer 20 Eskimo's waren aanwe zig; het Opperhoofd van den stam fungeer de tegelijk als Openbaar aanklager en verde diger zijn vrouw en een ander Eskimo- paar vormden de bijzittende rechters. Fuana werd ervan beschuldigd te hebben gelogen. Hij had zich ziek gemeld om niet mee te moeten gaan op de rendierjacht, maar hem had niets gescheeld. De afwezigheid van zijn stam had hij benut om de oudste van zijn drie vrouwen weg te jagen, de beide andere te verkoopen en zich van de opbrengst een jongere aan te schaffen. Bovendien had hij nog een begraven stuk rendiervlecsch van het opperhoofd gestolen. „Voedsel voor den boozen God Amalijk". Na deze ten lastelegging werd de gevan gene naar zijn geïmproviseerde gevangenis teruggeleid. De hoofdman onderhield zich langen tijd met de „rechters" en kondigde daarop in afwezigheid van den beklaagde het doodvonnis aan. Het werd pas enkele dagen later voltrokken, Fuana werd met een houten knuppel neergeslagen. Het lijk werd in een zak genaaid en men verzocht den Trapper het mee te nemen cn weg te voe ren met zijn slede om het ergens ver neer te leggen „als voedsel voor den boozen God Amalijk", 168 cm., Zuid-Franschen 163 cm., Zuid-Ita lianen 158 cm., de Boschjesmannen van Afrika 113 cm. en het pygmeeënvolk van de Akka slechts 138 cm. Een uitzondering op dezen regel maken de Laplanders, die ge middeld 152 cm. lang worden en de Eski mo's en Japanners, die een gemiddelde leng te van 158 cm. hebben. Het verschil in lichaamslengte tusschen de „kleinste" en de „grootste" rassen en volkeren op aarde bedraagt meer dan 70 c.m. Zoogenaamde „dwergen" en „reuzen" zooals telkens in circussen en variété's ver toond worden, zijn hierbij niet in aanmer king genomen, want bij hen hebben wij niet te maken met „normale" lichaamslengten, zooals bijvoorbeeld bij de pygmeeënvolken en de negers aan den Boven-Nijl. Gemiddeld bereiken de pygmeeën, die in Centraal- en Zuid-Afrika leven, op de Andeamen in den Indischen Oceaan, op de Philippijnen, op Neguines en de Admiraalseilanden een lengte van 140 cm. bij de mannen en 128 cm. bij de vrouwen. Hun „tegenhangers" zijn de negers van den Boven-Nijl, die als de langste menschen ter wereld hekend staan en bijna 2 m. lang worden. DR. SAIKI STELT 500 MENU'S VAN SURHOGATEN SAMEN. De „voedingsdictator" van Japan heet Dr. Tadaso Saiki en is offi cieel slechts de leider van het kei zerlijke instituut voor de weten schap, die zich bezig houdt met de juiste bereiding van voedsel, welk instituut gevestigd is in de uni versiteit van Tokio. Maar zijn werk, dat hij reeds 18 jaar onver moeid voortzet en dat hem in de kringen van chemici op voedsel- gehied een wereldreputatie heeft bezorgd, heeft niet alleen weten schappelijke beteekenis. Op grond van dit werk zal het wellicht mogelijk zijn de bevolking van Japan (ongeveer honderd millioen Het zeldzaamste wetboek ter wereld. Harry White voerde deze opdracht wij selijk uit om zich niet de toorn van de gan sche stam op den hals te halen. Maar na zijn terugkeer in Port Baffin meldde hij het ge- beele geval bij de autoriteiten. Dezen zonden er bericht van naar Ottawa en zoo kwam het geval tenslotte voor het parlement. Aldus vernam de Canadeesche openbare meening voor het allereerst iets van de zon derlinge inboorlingenwetten der Eskimo's op Baffinsland, die door de autoriteiten stil zwijgend getolereerd werden. Merkwaardi gerwijze bestaan zij uit tien geboden, welke als wetten werden overgeleverd van de eene generatie op de andere. Tien geboden. De eerste van deze wetten verbiedt den ar beid na zonsondergang. Alleen de vrouwen mogen des nachts kleeren naaien en de schoenen van de mannen buigzaam en soe pel maken door ze te bekauwen. Het vleesch van de jachtbuit is gemeen schappelijk eigendom van den stam. Het wordt pondsgewijs verdeeld. Op diefstal van vleesch staat de doodstraf. Niemand mag alleen op jacht gaan. Wie getroffen wild nog laat ontsnappen, verliest zijn jachtrecht. Zijn speer wordt in aanwezigheid van de liecle stam gebroken. Een neergevelde ijsbeer behoort dengeen, die hem het eerst gezien heeft, niet den geen, die hem geschoten heeft. Een gevangen walrus behoort de geheele stam. Wordt een dier op jacht gelijktijdig door twee jagers getroffen, dan moeten zij het ook gelijkmatig verdeelen. Elke diefstal, ook de geringste, wordt met den dood bestraft. Evenals elke leugen. Wie een man doodt, moet diens vrouw trouwen en het levensonderhoud der overi ge familieleden op zich nemen. Verander dat eens! Verschillende leden van het Canadeesche Parlement waren van meening dat het tijd werd deze oeroude traditioneele jacht-codex door het Canadeesche strafrecht Ie vervan gen. Maar hun voorstellen werden met groo te meerderheid van stemmen verworpen daar de practische uitvoering in de hooge Noordelijke sneeuwgebieden toch onmogelijk zou zijn. Op Baffinsland zullen derhalve ook voortaan nog moordenaars met een vrouw plus onderhoudsplicht en dieven met den dood gestraft worden. zielen) alleen met producten uit het eigen land te voeden. Het gaat hier om twee gescheiden gebieden van voedsel'be- studeering: ten eersite om natuurprodua- ten en ten tweede om surrogaten. Zoolang er nog visch en sojaboonen zijn is de voe ding met natuurproducten in Japan nog niet in gevaar. De vischvangst zou ook in geval van een blokkade van de kusten van de Japansche eilanden steeds mogelijk zijn; de sojaboon echter is, volgens Dr. Saiki gedoemd in de twintigste eeuw voor Azië minstens dezelfde rol te spelen als in Eu ropa in de achttiende en negentiende eeuw de aardappelen. Japan kan echter met Mandsjoekwo samen meer dan 70 pet. van de wereld soja-oogst produceeren. Ook in tijd van oorlog! Planten-menu's. De surrogaten van in oorlogstijd verval lende ingevoerde levensmiddelen moeten vervaardigd worden uit plantaardig en dier lijk voedsel waarover Japan zelf beschikt. Dr. Saiki is er mee begonnen de geschiktheid voor consumptie van alle in Japan groeiende planten systematisch te onderzoeken. Hij heeft het calorisch gehalte van meer dan 6000 planten bepaald en heeft op deze basis meer dan 500 verschillende menu's samengesteld, die voedzaam en afwisselend zijn. Zij zijn bovendien zeer apart en bevatten bij voorbeeld wateralgen. Reeds thans wordt de bevolking door middel van bro chures in millioenenoplage met dit voedsel vertrouwd gemaakt. Honderdduizenden ge bruiken het reeds. Brood uit bladeren en stroo. De Mikado, de keizdhin en de kinderen van het vorstelijk huis eten een maal per week een dergelijk menu ten einde hiervoor propaganda te maken. In vele provincie plaatsen zijn volkskeukens ingericht, die het kosteloos uitreiken, ten einde de bevol king aan het gebruik van deze maaltijden te gewennen. Dr. Saiki tracht ook brood in Japan in te voeren, hetgeen zooals bekend, geen volksvoedsel is, doch hij bereidt het niet uit graan, doch uit bladeren en stroo. In zijn laboratorium worden ook conser ven uit katten- en honden vleesch gemaakt, ja zelfs uit rattenvleesch en zijn medewer kers onderzoeken de bruikbaarheid van 't voedsel aan den lijve. Bijzonder belangrijk acht Dr. Saiki de waarde van afval, vooral van visch re sten en graten; deze worden gemalen en in den vorm van visch koek aan de militairen ver strekt, waar dit voedsel als smakelijk en voedzaam wordt beschouwd. In ieder geval is Dr. Saiki reeds thans uitverkoren om, indien dit noodig mocht blijken, Japan op voedingsgebied dictatori aal te regeeren. Gaat samen met de ontwikkeling der cultuur. Het juist onderscheiden van kleuren is een vermogen, dat het menschelijk oog zich eerst met het voortschrijden der cultuur heeft eigen gemaakt. Interessante waar nemingen op dit gebied heeft men hij de Indianen van den Argentijnschen Chaco gedaan. Deze stam, de Ashuslay-Indianen genaamd, die nog op vrij lagen trap van ontwikkeling staat, kent bijvoorbeeld slechts drie kleurennamen, namelijk een aanduiding voor rose en rood, een tweede voor wit en geel en een derde voor zwart. Blauw en groen worden met het woord voor zwart aangeduid, terwijl de bruine kleur tot rood wordt gerekend. Wanneer men een Ashuslay-Indiaan naar de kleur van een voorwerp vroeg, dan kwam het antwoord aarzelend en werden altijd ver schillende tinten onder één naam samen gevat, bijv. rood, rose, bruin en lichtpaars, verder blauw en groen, geel en geelbruin, zwart donkergrijs en donkeipaars en ten slotte wit en lichtgrijs. Soortgelijke waarnemingen heeft ook de onderzoeker Kandi bij de negers van Oost- Afrika gedaan. Hier bleek, dat de negers wel is waar verschillende kleuren goed konden onderscheiden, doch dat zij slechts namen kenden voor de kleuren, die zij zelf vervaardigden. De meeste stammen kenden dan ook slechts de kleuren zwart, wit en rood bij narke. Alleen de stammen, tlie ook blauwe kleurstoffen bereidden, kenden in hun taal een aanduiding voor blauw.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 11