Het Legioen der Veld-grijzen
trekt binnen
DISTRIBUTIE
Dc stad zag „groen" van de militairen
Veel ernsten veel luim
Romantiek in den avond
Wij tasten nog in
't duister
Woensdag 30 Augustus 1939
Tweede Blad
Vele duizenden soldaten worden in record-tijd verwerkt
Koninklijk onderscheiden:
HET „VONNIS".
De drie biljettenoveral in den lande opgehangenen die voor vele duizenden Nederlanders
een streep onder vele plannen zetten. (Foto Modern).
Heel den Dinsdag, van des morgens in de
grijze vroegte tot den nacht toe stroomden de
legioenen Den Helder binnen.
En jong en oud hadden zich rondom het
Stationsplein geschaard en keken naar de dui
zenden en duizenden militairen, die binnen
stroomden. Uur na uur, trein na trein... heel
den dag, dien zonnigen, warmen Dinsdag
door.
Gisteren schreven wij in een onzer artike
len, dat men zich zou kunnen amuseeren als
de omstandigheden, waaronder dit alles ge
schiedt, niet zoo ernstig waren en dat geldt
uiteraard ook voor alles wat Dinsdag daar in
de directe omgeving van het Station ge
schiedde. Maar dat doet niets af aan het
feit, dat velen, zeer velen, hier enkele uren
doorgebracht hebben die ze niet spoedig meer
zullen vergeten. Uren, die interessanter, af
wisselender en veelal tragi-komischer waren
dan de beste „publiek"-film.
Antwoord.
Trein na trein denderde binnen. Met knar
send en piepend wiellawijt, met open portie
ren en landstormers op de treeplanken.
Ze hingen er uit: met en zonder kepi. Met
en zonder een peuk sigaar of stompje sigaret
in hun mondhoek. Nieuwsgierig de stelling
inziend, die hen voor korteren of langeren duur
herbergen zou, (wat hen betrof liever voor
korteren...)
Buiten het station stonden de commissies
van ontvangst. In de persoon van onderoffi
cieren, luitenants, kapiteins, en andere bevel
voerenden. Het plein was in twee deelen ge
scheiden. Eén deel voor de jongens van de
marine, dat was direct bij den uitgang), en de
groote rest van het plein voor de landmacht.
Wat direct opviel was de groote orde,
die er heerschte. En we kunnen de zoo
vaak gehoorde opmerkingen, dat het tij
dens de vorige mobilisatie van de Neder-
landsche weerbare mannen heel wat an
ders toeging, onderschrijven. Toen was er
vrjjwel geen orde. Er was een systeem,
dat niet marcheerde en men stond die eer
ste dagen voor duizend en één problemen.
Maar nu was er een voor-mobilisatie ge
weest. Nu was een leger van kwartier
makers bezig geweest om van te voren
alles te regelen, te orraniseeren en klaar
te maken, zoodat de incomste der duizen
den gisteren op voorbeeldige wijze kon
geschieden. Natuurlijk waren er hiaten.
Natuurlijk klopte niet altijd alles als een
bus, maar in groote trekken kan gezegd
worden dat den critisch toezienden burger
hier gedemonstreerd werd dat die andere
mobilisatie iets geleerd had.
In bussen, en vrachtauto's werden de jongens
van de marine vervoerd. Nadat ze verzameld,
gegroepeerd en opgesteld waren doken ze op
de vehikels, bovenop de barring tronend en
zoo gingen ze hun bestemming tegemoet.
De landmachters marcheerden naar hun
kwartieren. En het was bij deze categorie dat
er nogal eens iets aan het toilet ontbrak.
kwijtgeraakt waren. Die een kepi misten, of
hun jasje, of hun schoenen.
Er waren er ook, wier lichaams-omvang
geen gelijken tred gehouden had met het
uniform. Dat is een leelijk ding en wreekt
zich doorgaans door weinig charme in het
voorkomen van den man in kwestie.
De „Generaal".
Soldaten, wier uniform enkele centimeters
te nauw was, waren geen zeldzaamheid en
het zelfde gold voor vele pantalons. Er was
een grappenmaker bij, die drie centimeter
gaping tusschen de knoopen en knoopsgaten
van z'n jasje met een aantal stukjes goud
draad verbonden had en dusdanig aanspraken
op den titel van „generaal" maakte... Waar
uit men de gevolgtrekking kan maken, dat
alle humor nog lang niet zoek is bij het
„legioen"...
Naarmate het middag werd nam de grootte
en bezetting der treinen toe. De belangrijk
vergrootte stationsuitgang spuwde maar op
komenden uit. Er kwam geen eind aan en
het was aan alles te zien, dat eerst nü Den
Helder een stelling zou worden zooals de
jongere generatie dat nog niet meegemaakt
heeft.
Het was warm daar op het Station. Zoo
warm, dat velen een plaatsje onder het lom
merrijke plantsoen zochten en een half of
driekwart uiltje knapten. Anderen hadden
zich weten te voorzien van een hap worst en
lieten deze zich voortreffelijk smaken. En
vele cigaretten werden gerookt en slechts
noode gedoofd toen men op marsch moest...
Hoe is de stemming?
Het was een dag vol afwisseling, vol
sensatie, vol vertier en leven, Een dag
van eindeloos gerpn en gejacht door de
stad. Een dag, waarin de burger bljj
mocht zijn zich op straar te mogen ver-
toonen. Alles, letterlijk alles stond in het
teeken van de militaire maatregelen
Alles draaide om één spil: leger en vloot.
We spraken met velen gisteren. Met opge-
komenen uit vrijwel alle deelen des lands. Met
knapen v.ersch uit de klei getrokken en met
keurige kantoormenschen. Met serieuzen en
onverschilligen, met huisvaders en opgescho
ten jongens. En zoo in den loop kregen wij
een klaar en beeld van de stemming die men
men als de gemiddelde kan beschouwen.
Het leerde ons dat er praktisch geen enkele
dezer duizenden is, die het nu eens leuk
vindt dat hjj een „gratis" reisje naar Den
Helder gekregen heeft. Ieder heeft iets ach
tergelaten, waarvan hjj slechts noode kon
scheiden. Soms was het een gezin, soms een
verloofde. Nu eens een kantoor waar de baan
in gevaar kwam, dan weer een oude moeder,
die zonder hulp achterbleef. Ja. zoo had ieder
iets achtergelaten, dat voor dien persoon in
het bijzender het voornaamste in zijn bestaan
was en waarvan het heel moeilijk was zich
los te rukken.
Maar er was er ook praktisch geen enkele,
die kankerend aankwam, die zich teweer
stelde of die zich liet verleiden tot minder
oirbare uemonstraties. Allen, die wij spraken,
toonden begrip voor de noodzaak die er in
deze mobilisatie gelegen is. Voor den ernst
van den toestand, en zij waren allen door
drongen van het feit. dat ze geen dag langer
dan strikt noodzakelijk onder de wapenen ge
houden zouden worden.
De avond komt.
Uur na uur verstreek en ieder uur ook
nam de ontzaglijke stroom militairen in om
vang toe. Het zag letterlijk „groen" van de
militairen. Met name de jonge generatie keek
zich dit schouwspel de oogen uit.
Ook in den avond bleven de treinen aan
rollen. Telkens een knarsend remmen, het
openzwaaien der portieren en steeds weer het
verzamelen op het Stationsplein. En telkens
ook weer 'net beeld van dt wegmarcheerende
secties, doorgaans vrij ordelijk en steeds zon
der een enkel incident.
De avond was gekomen met een groote
gele maanschijf die langs den hemel zeilde.
Naarmate het blauw van den hemel donker
der tinten begon aan te nemen, werd het
drukker in de straten.
Op tal van plaatsen gloeiden de houtvuren
onder de ovens waarin dien dag het eerste
middagmaal klaargemaakt was. Witte boonen
waarin tal van menagemeesters met kun-
digen hand imposante brokken spek smeten
ter verhooging van den goeden smaak. Het
zou aardig zijn te becijferen wat er dien eer
sten dag al zoo verwerkt is door de magen
van die vele duizenden landstormers.
Het legioen is binnen.
Jong en oud wist aanvankelijk niet van
naar huis gaan. Speciaal in de binnenstad
kon men verscheidene malen over de hoofden
loopen. En onderwijl kriskrasten de militaire
auto's en motorfietsen maar door elkaar. Or
donnansen zigzagden gevaarlijk door de hoe
ken en dat er enkele malen geen brokken
gemaakt worden, was meer geluk dan wijs
heid.
Aan het station minderde tegen 9 uur de
drukte aanmerkelijk. Het bleek dat verreweg
het grootste gedeelte „binnen" was en wat
hierna kwam druppelde in vertraagd tempo
door.
Druk bleef het op het perron. Daar
worstelden burgers en militairen met de
kooien zakken. Die moesten uit de goe
derenwagons gehaald worden, gedeponeerd
op het emplacement, daarna gesorteerd
en vervolgens naar buiten gebracht wor
den om in de klaarstaande auto's hun
voorloopig einddoel te bereiken. De ambte
naren hadden werkelijk „geen adem voor
geld". Met het zweet op hun gezichten,
hijgend en kuchend poogden ze overal
tegelijk te zijn. Op een gegeven oogen-
blik daagden plotseling van achter een
barrière kooien zakken een 10-tal kam
peerders, van Texel komende, op. Ze gin
gen er bijna schuil achter. En ze werden
weggemaaid door de drukte en waren
dolblij veilig en wel een plaatsje te vin
den in een coupé.
In de stad.
Voor de kwartieren stonden de soldaten.
De duizenden.
Vreemd en onwennig. Te trekken aan ciga
retten. De een maakte een van huis meege
nomen cadetje frisch, een ander stond op de
post van een kozijn een brief naar huis te
schrijven en weer anderen hielden zich on
ledig met het „opnemen" van de buurt, de
kennismaking met de buren en de aardigste
meisjes.
Uit de keukenwagens dampte en kringelde
nog de wasem. Dat wekte de eetlust op en
menig huismoeder liet dien avond haar goede
De tand des tijds.
W(j zagen opkomelingen met de groene sol
datenjas over den mannelijken borst getrok-
ken, doch tevens voorzien van een blauw kam-
garen burgerbroek. We zagen ze marcheeren
met beenzwachtels, die te kort waren en met
pantalons die te lange afmetingen bleken te
hebben en over de schoenen golfden.
Van schoenen gesproken. Naar men ons ver
telt, schijnt de voorraad soldatenschoen-
smeer momenteel uitgeput te zijn, tengevolge
waarvan vele honderden recruten met grijs
witte „kistjes" gedoemd waren rond te loopen.
En dan waren daar de soldaten die een deel
van hun plunje op onverklaarbare wijze
HET HEILIGDOM DES MENAGEMEESTERS
Een zware plicht rust dezer dagen op de militaire koks die voor de duizenden monden een
lekkere beet moeten klaar maken. Hier ziet men dc hoeren in hun clement. Krijgt U geen trek T
(Foto Modern).
Ieder helpe mee.
De werkzaamheden voor de distributie
worden met kracht voortgezet. Gisteren
zijn door de dames en heeren en het
onderwijzend personeel der gemeente alle
ontvangbewijzen geschreven, hedenmor
gen is men reeds aangevangen met de
distributie van ruim 38000 distributie
kaarten. Laat iedereen krachtig mede
helpen, dan is de uitreiking nog dezen
avond verzekerd. Zij, die niet thuis zijn,
kunnen hun kaarten vanaf morgen
tegen ontvangbewijs aan het Stadhuis in
ontvangst nemen, zelf komen, man of
vrouw).
De winkeliers, die hun zaken weer
hebben geopend, mogen niets meer af
leveren, dan begeleid door een bewijs,
waarop vermeld dag en uur van afgifte,
aan wien en welke hoeveelheid. Boekjes,
daarvoor speciaal gedrukt, kunnen tegen
kostprijs 0.25) afgehaald worden ten
Stadhuize (bureau van den ferificateur)
Veel werk dus, maar een goede regeling
om te zorgen, dat de distributie goed
verloopt en niemand meer krijgt dan
waarop hij in een week recht heeft.
hart spreken en maakte een kop koffie of
thee voor de jongens klaar. Of dat smaakte...'
Stijf en stram wandelden de landstormers
langs de huizen. Bleven in de buurt en ver
telden elkander hun wederwaardigheden. Een
groote broederschap ontstond, en het was
merkwaardig te bemerken hoezeer men be
greep dien eersten tijd op elkander aangewe
zen te zijn.
Dat was een prachtige avond. De maan
hing fantastisch groot en goudiggeel in
den hemelkoepel. En blikte vriendelijk
neer op die duizenden soldaten, die in
eens van hun huis waren weggerukt om
hun soldatenplicht te vervullen. Het was
heerlijk koel daarbuiten zoodat men
slechts noode de kwartieren opzocht om
in het stroo uit te rusten van de vele
sensaties van dien 29sten Augustus
1939.
Het werd stil.
Buiten waren alleen de schildwachten voor
de kwartieren, die regelmatig hun gelijk aan
tal passen van links naar rechts en van
rechts naar links aflegden. Late burgers kwa-
meh voorbij en zeiden vriendelijk goeden
avond.
Onder enkele ovens gloorde het vuur, en
dat gaf het geheel een romantisch tintje.
Tegen het inktblauwe firmament stond nog
steeds, groot en geel, de maan.
Binnen sliepen de soldaten.
In de scholen, de lokaliteiten, overal
waar kwartier gemaakt was.
Ze sliepen... of poogden te slapen.
Ze lagen daar: allen bjj en naast elkaar,
allen gelijk. De kantoorklerk en de pol
derjongen; de huisvader en de vrijgezel.
De zorgelooze student en de man met
duizend zorgen aan z'n hoofd. Allen ge
lijk, ja, óók als vaderlanders. Als kerels,
die hun plicht deden voor hun land, dat
hen in deze bange dagen van Augustus
1939 zoo zeer noodig heeft.
Een plicht die velen zeer zwaar valt,
maar die ze zonder morren vervullen.
Zonder morren, omdat deze plicht in-
dredaad een offer is, dat men brengt voor
zjjn land.
oor Nederland, dat we vrij willen hou
den.
En waarin we willen wonen als vrije
menschen onder een vrijen hemel.
Zou dat geen offer waard zijn...?
Ook al is het een zeer zwaar offer?
Burgemeester G. Ritmeester is benoemd
tot officier in de Orde van Oranje Nassau.
Tot ridder in de orde van den Neder-
landschen Leeuw werden benoemd:
Schout-bij-Nacht H. Jolles en Schout
bij-Nacht C. E. L. Helfrich.
(Men zie voor overige onderscheidingen van
bekende stad- en landgenooten pag. 2 van dit
blad).
Nog is er alle reden om het hoofd niet te la
ten hangen en de hoop op een regeling van de
geschillen ir Europa op te geven, 't Is waar,
we tasten nog in het duister ten opzichte van
de eischen van Hitier en van het antwoord van
Engeland, maar dat neemt niet weg, dat het
feit, dat Hitier en de zijnen gisteren met
groote zorg hun laatste antwoord aan Enge
land hebben overwogen en opgesteld, er op
wijst, dat er van een brute afwijzing van da
Engelsche voorstellen geen sprake zal zijn,
maar dat men inderdaad den weg naar een
vreedzame regeling heeft opengelaten.
Het risico voor Duitschland, om een
oorlog te beginnen,- wordt met den dag
grooter en ieder uur, dat de catastrofe
verschoven wordt, zal het tot de Duitsche
leiders sterker doordringen, dat het ont
ketenen van een oorlog, de grootste waan
zin zou wezen, die men zou kunnen be
gaan.
Met den dag wordt het duidelijker, dat het
volk geen oorlog wil. Ook het Duitsche volk
niet. De tijd, dat men met enthousiasme naar
het front trok ligt gelukkig ver achter on3.
Somber gestemde Duitsche soldaten mar
cheerden de laatste dagen van hun haardste
den, schreiende vrouwen en kinderen bleven
achter. Ontroerende tooneelen hebben zich in
verschillende Duitsche steden afgespeeld en
de stemming ten opzichte van de leiders daalt.
Het „Heil Hitier" wordt maar weinig meer
gehoord en heeft plaats gemaakt voor het
„Grüss Gott". Openlijke protesten behooren
niet tot de zeldzaamheden.
Als Hitier op de hoogte is van de stem
ming van zijn eigen volk, zal hij zich wel
tweemaal bedenken, om een oorlog aan te
durven. Daar komt bovendien nog bij de stem
ming in het buitenland. Niet alleen dat alle
volkeren tot de tanden gewapend zijn en zich
tot den laatsten man zullen verzetten. Niet
alleen, dat Engeland een vastberadenheid
toont, die van geen wijken weet, maar
Duitschlands pas verworven vriend Rusland
schijnt den Fuhrer tot rede te willen bren
gen, door de onderteekening van het verdrag
te traineeren.
Italië, we schreven het gisteren nog,
voelt al heel weinig voor een gewapend
conflict. Mussolini zet zijn vredesactie
voort en in Rome blijft men vrij opti
mistisch gestemd, terwijl ook het feit,
dat men weinig maatregelen neemt ten
opzichte van zijn luchtbescherming er op
wijst, dat geen oorlog verwacht wordt.
Tenslotte: Een Berlijnsche omroeper gaf
vannacht om kwart over twaalf een vrij pes
simistische beschouwing voor de radio, waar
bij hij o.m. zei. dat het voor Duitschland niet
mogelijk zou zijn om langer dan eenige weken
den oorlog vol te houden. Deze meening
heerscht vrij algemeen in het Derde Rijk.
Gelooft men, dat Hitier en Goering in
deze wetenschap een oorlog zullen
riskeeren en daardoor hun eigen graf
delven? Wij niet.
Slechts een onbezonnen stap kan Europa in
den oorlog drijven. Het blijft natuurlijk ge
vaarlijk om met vuur bij een kruitvat te
spelen en dat doet men op het oogenblik,
maar als men nu van alle kanten gewaar
schuwd wordt en op het gevaar wordt gewe
zen, dan moet men zijn bezinning wel vol
komen verloren hebben, als men dan toch
doorgaat met zijn leven te spelen.