„De verdediging van Engeland
IVOREN
SCHAT
Christendom en Vrede
Een opzienbarend boek
DRIE MANHEN
Het geheim van de
De gouden spijker
door: A. PANDOR
Rome in t duister
Kellner overvallen
Iedereen leest en bespreekt het
werk van Liddell Hart, zelfs Hit-
Ier
■Ten wint geen oorlog door groote
offensieven. Uitputting boven
vernietiging.
Hoe moet er gevochten worden in
een toekomstigen oorlog? Aldus
luidt de vraag, die Liddell Hart in
zijn nieuwste werk „The defence of
Britain" probeert op te lossen. Niet
vechten, maar den vijand uitputten,
is zijn raad
Het boek „The Defence of Britain" (De
verdediging van Engeland) geschreven door
den voormaligen Kapt. Basil Lidddell Hart
heeft in Groot-Brittannie en ook ver buiten
de grenzen van dit land een buitengewoon
groot opzien gehaard. Slechts enkele weken
geleden verschenen, moest het boek zoo
vaak herdrukt worden, dat de persen het
haast niet konden bolwerken. Toch moet
men niet denken, dat het bedoelde boek
ontspannings- of vacantielectuur bevat; in
tegendeel, het is den schrijver gelukt, op
eenvoudige, duidelijke en begrijpelijke wij
ze een werk te schrijven, dat niet alleen
door militaire deskundigen met graagte ge
lezen wordt. Maar juist het feit, dat vooral
in Engeland ook de beroemde „man of the
Street" bij zijn boekhandelaar het werk
van Liddell bestelt en dat hij het inderdaad
tijdens zijn vacantie grondig leest en er
met zijn vrienden uitvoerig over discussi
eert, bewijst, hoezeer het thema van dit
boek in het brandpunt der belangstelling
staat: „disgusting but important" af
schuwelijk maar belangrijk dat is zoo
ongeveer het oordeel van het publiek over
de zaak.
In verschillende Londenscbe clubs
fluistert men elkaar zelfs in het
oor, dat Hitier zich verschillende
dagen achtereen door zijn generaals
nauwkeurig op de hoogte heeft la
ten houden over inhoud en perspec
tieven van het boek van Liddell.
Zonder de bijzonderheden van dit of van
andere geruchten te kunnen bevestigen,
mag toch wel met eenige overtuiging gezegd
worden, dat dit boek zonder twijfel door de
generale staven van alle landen ter wereld
gelezen zal worden.
Autoriteit op het gebied der de
fensie.
Want Liddell Hart is maar niet de een of
andere schrijver, die van meening is, dat
hij op het gebied der militaire aangelegen
heden vakkundig is en die liet er uitslui
tend om te doen is met zijn min of meer
fantastische of sensationeele voorspellingen
de gemoederen van het Engelsche publiek
in opwinding te brengen. Neen, Liddell
Hart, die vijftien jaar geleden den actie
ven dienst verliet en sinds dien tijd o.a. de
militair-politieke medewerker van de „Ti
mes" is, wordt in de geheele wereld, zoo
wel door de actieve militairen als ook door
zijn eigen collega's zonder de minste jaloe
zie als de eerste autoriteit op zijn gebied
beschouwd.
Deze positie heeft Liddell Hart
ook maar niet zoo in eens kunnen
verwerven; het heeft jaren geduurd,
alvorens men in Engeland bereid
was zijn kennis en zijn intusschen
spreekwoordelijk geworden objecti-
FEUILLETON.
Naar het Amerikaansch van
Morgan S. Roscue
O'Malley tastte zijn weg naar de deur van
de dienkeuken, opende deze en liet Barrett
passeeren. Toen ze met z'n tweeën in de kleine
ruimte stonden, liep O'Malley op zijn teenen
dwars door het vertrek en opende heel voor
zichtig de andere deur. De scharnieren piepten
een beetje en in die doodsche stilte klonk dat
geluid alsof het honderdvoud versterkt was.
Een oogenblik daarna stond Barrett weer
naast hem en had hij zich omgedraaid om deze
deur achter hen op slot te doen. Hij voelde
ergens naar en O'Malley hoorde een sleutel in
het slot knarsen.
Dat is een bof, zei Barrett vlak bij zijn
oor. En nu opgepast. Je bent zeker niet eerder
in deze kamer geweest, hè?
Neen. Jij?
Ik ben nog nooit in dit huis geweest.
Maar ik heb me een nauwkeurige voorstelling
van de ligging van de kamers kunnen vormen,
na wat jij me verteld hebt. Dit moet de eet
kamer zijn. En er moet nog een andere deur
zijn, die naar de voorkamer leidt, ergens aan
den overkant.
Behoedzaam hun weg tastend, ging Barrett
verder met O'Malley vlak achter zich aan. De
kamer scheen geheel leeg te zijn, want ze ont
moetten geen meubels. Na even gezocht te
hebben bleef Barrett onbeweeglijk staan en
O'Malley gromde van voldoening. Een hand
vond zijn arm en trok hem dichterbij.
Hier is de deur, waarschuwde Barrett.
En die gaat naar buiten open, in de voorkamer,
niet in deze. Dat ook weer een geluk. En ze
is niet op slot.
Wat nu? vroeg O'Malley na een korte
Stilte.
Wacht en houd je stil!
O'Malley gehoorzaamde het bevel en spande
z(jn oogen en ooren in om een teeken van levén
in de donkerte om hem heen te ontdekken.
Plotseling kreeg hij een schok en raakte Bar-
rett3 arm aan. Van boven hun hoofd kwam een
gedempte plof.
viteit recht te laten wedervaren.
Ook tegenwoordig staat men nog
critisch tegenover zijn theorieën en
voorstellen tot hervorming, maar
steeds weer moet men tot het in
zicht komen, dat Liddell Hart ge
lijk heeft.
Zoo komt het dan ook, dat de voorma
lige Kapitein tegenwoordig al lang de onof-
ficieele raadgever van den Britschen Gene-
ralen Staf geworden is en dat er ook ove
rigens op de geheele wereld geen generale
staf bestaat, die niet zorgvuldig en oplet
tend de opstellen en boeken van Hart be
studeert en er over discussieert.
De grondgedachte.
Het zou te ver voeren, wanneer wij in het
kader van deze korte beschouwing zouden
willen trachten, ook slechts bij benadering
de problemen en de vragen, die in het boek
gesteld worden, op te lossen. Al deze vra
gen. hebben betrekking op de verdediging
van Engeland. Wij wenschen hier slechts
de aandacht te vestigen op de grondgedach
te, die waarschijnlijk ook in de talrijke dis
cussies die over het boek gevoerd worden,
ook wel de hoofdrol spelen zal. Hart is na
melijk van meening, dat een toekomstige
wereldoorlog, vooral wanneer het daarbij
gaan zal om een heftigen strijd tusschen de
asmogendheden en de democratische lan
den, niet gewonnen zal kunnen worden met
groote offensieven. De aanvallende oorlog
in zijn gebruikelijke vorm zou niet alleen
hopeloos zijn, maar in de meeste gevallen
zelfs bij voorbaat reeds onmogelijk zijn.
Inderdaad behoeft men slechts
aan den oorlog in Spanje en aan den
krijg in China te denken, om in te
zien, dat in tegenstelling met de er
varingen die men in den wereldoor
log opgedaan heeft, tegenwoordig
met het oog op de zeer ver voort
geschreden techniek, de guerilla-
oorlog aan de orde van den dag is.
Hart doelt hierbij natuurlijk op veel groo-
tere guerilla-gevechten, dan die, welke in
Spanje of in China plaats gevonden hebben.
Hij is van meening, dat men zou trachten op
verschillende plaatsen tegelijkertijd, aanval
len te ondernemen, die niet zoo zeer de ver
nietiging dan wel veeleer de uitputting van
den vijand ten doel hebben. Slechts deze
manier van oorlogvoeren, aldus Liddell Hart
bewaart den overwinnaar er voor, aan het
einde van den strijd zelf volkomen uitgeput
en onmachtig te zijn. Ook hier spreekt,
voor de op het eerste gehoor nog al extrava
gant klinkende these van den theoriticus de
practijk: de Spaansche burgeroorlog eindig
de niet met de vernietigende militaire over
winning van de eene partij over de andere,
maar met de uitputting en ontmoediging
van die partij. De tegenwoordige moeilijkhe
den van de Franco-regeering toonen overi
gens maar al te duidelijk aan, dat ook de
overwinnaar zeer uitgep_ut uit het strijd
perk getreden is.
Op grond van zijn opvatting verlangt
Liddell Hart een concentratie van de Brit
sche bewapening voor het scheppen van
kleine, maar buitengewoon beweeglijke en
tengevolge daarvan gemotoriseerde leger
eenheden en bovendien even beweeglijke
vloot- en luchtvlooteenheden. Daarbij dient
niet vergeten te worden, dat Hart aan de
bewerking van de vijandige bevolking door
middel van propaganda een bijna even
groote waarde hecht als aan de gevechten
zelf
Een avontuurlijke reis naar de ontoeqan-
kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar
de plaats, waar de olifanten hun laatste le
vensdagen slijten.
Meditatie over een eerlijken vin
der.
A.B.K. schrijft in het Volk (s.d.a.p.):
Een oud vrouwtje komt te overlijden. Haar
familie denkt, dat er nog wel een duitje zit
ten moet, maar er wórdt niets gevonden.
Het verlaten huisje wordt aan anderen
verhuurd. Man en vrouw (de eerste werk
loos) trekken er samen heen om het schoon
te maken. Bij dat werk wordt er ergens in
een hoek een pakje gevonden, dat f 4500
blijkt te bevatten. Deze menschen hebben
dat geld naar de politie gebracht, waar het
op zijn verdere bestemming ligt te wach
ten.
Een geval, waar men vanzelf even bij stil
blijft staan. Welk een verzoeking. Voor
iedereen trouwens, maar zeker voor men
schen onder deze omstandigheden.
Want niets ware gemakkelijker geweest
dan zichzelf voor te praten, dat niemand
van dit geld afwist en dat het dus nooit
kon uitkomen.
Wij weten wel, dat het inderdaad zoo niet
was en dat zij duizend tegen één in de
grootste moeilijkheden waren gekomen, wa
ren zij zelf aan het besteden van die groote
som begonnen. Nog daargelaten de kans,
dat de familie van het oude vrouwtje er
iets van gewaar was geworden, zou tocli ook
zeker Maatschappelijk Hulpbetoon wel op
deze plotselinge rijkdom attent zijn gewor
den.
Maar dit zijn redeneeringon van buiten
staanders en van achteraf. Wie met zijn
armoede ineens voor zulk een geldsom
komt te staan en haar gaat deponeeren bij
de politie, vertoont een staal van karakter
vastheid, die eerbied afdwingt.
Het is een oude leer, die in liet volk leeft,
dat den eerlijken vinder een belooning toe
komt Wie zich aan die plicht onttrekt wordt
geminacht. Er zijn wel edelaardige lieden,
die smakkend betoogen, dat zulke belooning
het beoefenen van de deugd der eerlijkheid
waardeloos maakt.
Maar aan zulke pachters der ware braaf
heid zouden wij onze beurs liever niet toe
vertrouwen.
Neen, wij hopen van harte, dat er van dit
rijkbeladen wagentje een gouden spijker af
valt voor dit kranige echtpaar en dat de
Steun zich daarbij volledig onbetuigd zal
laten!
Een resolutie van het Internationaal
Christelijk Vakverboond voor het be
houd van den vrede.
Het bestuur van het Internationaal Chris
telijk Vakverbond vergaderde te Brussel
onder voorzitterschap van den heer Zirn-
held uit Parijs.
Het nam onder andere de volgende resolu
tie aan: „Het internationaal Christelijk Vak
verbond geeft uitdrukking aan de onwrikba
re gehechtheid der christelijke vakbeweging
aan den vrede, verklaart opnieuw, dat al
leen de toepassing van de christelijke be
ginselen in staat is een werkelijker vrede
in de betrekkingen tusschen volkeren en
staten, zoowel als in 't nationale en sociale
leven te verzekeren, spreekt zijn gevoelens
van diepe dankbaarheid uit aan Paus Pius
XII, aan de Koningin der Nederlanden, aan
den Koning der Belgen, en aan president
Roosevelt voor de pogingen, die zij doen om
een duurzamen vrede te verzekeren met eer
biediging van recht en vrijheid en door toe
passing van methoden van verzoening en
niet door methoden van geweld, drukt de
vurige hoop uit dat deze pogingen mogen
slagen, betuigt zijn levendige symipathie mot
de gemobiliseerde leden der christelijke vak
beweging en hun gezinnen en belooft hun
haar actie ten behoeve van de rechtvaardige
belangen der arbeiders en met het oog op
de gemeenschappelijke pogingen-tot herstel
van den vrede voort te zetten.
13.
„U hebt Tippoo Tib gekend, de man, die
het „Dal der Olifanten" gevonden heeft en
er een kaart van heeft gemaakt," ging René
verdgr, om den kaffer te tonen, dat hij wist,
waarover hjj sprak. Bij het horen van de
naam „Tippoo Tib" schoten de ogen van den
reus opnieuw vuur. De man trok langzaam
het mes uit de lendendoek en hief zijn hand
op'tot het lemmet in het zonlicht glinsterde.
14.
„Tippoo Tib", sprak de kaffer voor het
eerst. „Hij dood" René week geen
duimbreed van zijn plaats.' „Wij zouden graag
willen, dat je met ons meeging, Boo-loo-la",
zei hg kalm, „want wij moeten de plek vin
den, waar de olifanten heen gaan om te ster
ven, of wij de kaart van Tippoo Tib kunnen
vinden of niet." Langzaam ging de hand van
Boo-loo-la opnieuw naar boven, waarin hij
het mes hield. René keek hem onverschrok
ken aan. Toen was het, alsof er een masker
van het gezicht van den reus afviel, terwijl
de blik in zijn ogen verzachtte. „Boo-loo-la
gaat", zei hij kort. „Gaat in wolken in
vogelcano".
15.
Met deze woorden liep hij over de pier naar
de plek waar de Zilveren Albatros gemeerd
lag in hét water, stevig vastgebonden aan
een der meerpalen Hij stak het mes weer in
zijn gordel. Verheugd over zijn succes volgde
René Boo-loo-la op de hielen, totdat het wa
tervliegtuig bereikt was. Hij opende de deur
van de cabine voo- den kaffer. „Ga maar
naar binnen", verzocht René hem rustig.
„Mijn vrienden zullen dadelijk terugkomen.
Dan gaan we de wolken in met onze vogel
cano om het Dal der Olifanten te zoeken!"
Boo-loo-la liet zijn donkere ogen gedurende
een ogenblik rusten, op den jongen blanken
man, daarna stapte hij in de cabine van de
Zilveren Albatros, eenigszins zijwaarts om
zijn brede schouders gemakkelijker door de
nauwe deuropening te kunnen wringen. Hij
draaide zich om, liep naar een der hoeken en
bleef onbeweeglijk wachten. Weer vertoonde
zijn gelaat geen enkele uitdrukking. René
hoorde plotseling voetstappen achter zich en
keerde zich op. „Vader begon hij onge-
wonden, maar hij keek in de loop van een
revolver in de hand van...
Luchtverdedigingsoefeningen in
Italië.
In Italië zijn de proefnemingen op het
gebied der luchtverdediging begonnen. Rome
was in het duister gehuld. Dezelfde maat
regelen werden genomen in Vaticaanstad.
Te Milaan, Monze, Cesto, San Giovanni.
Lodi en Lcgnano geschiedt de verlichting
met blauwe lampen. Militaire vliegtuigen
hebben boven deze steden gevlogen om zich
rekenschap te geven van de doeltreffendheid
der genomen maatregelen.
Dezelfde voorzorgen zijn genomten te Tu
rijn, waar een proef werd genomen met een
snelle ontruiming van een groote industri-
eéle instelling.
Met een paar guldens waren de
roovers tevreden.
Een 45-jarige kellner uit de Callandtstraat
te Den Haag werd gisternacht om 2 u. door
twee verdachte individuen op het Oranje
plein aldaar aangesproken, die onder be
dreiging zijn „kop tc zullen inslaan" geld
van hem eischten. De kellner gaf ieder van
hen twee gulden, waarna de mannen er
van door gingen... met de fiets van den
kellner. Een en ander had echter zooveel la
waai gemaakt, dat de aandacht' van twee
surveiileerende rechercheurs werd getrokken
die de mannen achtervolgden en na een
korte achtervolging aanhielden.
Het waren de 32-jarige los werkman A.
Er is iemand boven! stiet hij uit.
Stil! gebood Barrett in een bruuske fluis
tering.
Zich nu en dan even bewegend om zijn stijve
spieren een weinig te ontspannen, wachtte
O'Malley in diep zwijgen. Er kwam geen ge
luid meer van boven en hij veronderstelde dat
het lawaai, dat ze gehoord hadden, een kra
kende balk, een rat of vallende kalk geweest
was. Ze moesten hier nu al wel een half uur
gestaan hebben. O'Malley's geest was vergle
den in een dagdroom, waarin Claudia en hij
in een gouden zonsondergang de Nyl afdreven,
toen hij eensklaps in zijn tegenwoordige om
geving terugtuimelde.
Naderbijkomende stemmen hadden ineens
buiten het huis geklonken.
Een sleutel knarste in het slot van de voor
deur. Toen werden de stemmen duidelijker en
de vloer trilde van het gestamp van voeten
Een deur vlak bij hen werd opengeduwd.
O'Malley hoorde een lucifer aansteken en een
seconde later scheen een streep licht van on
der de deur waar zij stonden. De mannen, die
bin ien gekomen waren, hadden zich naar de
voorkamer begeven. En Barrett en O'Malley,
weggedoken in de eetkamer, konden duidelijk
verstaan wat ze zeiden.
Nou, jammerde een schorre stem, blijk
baar een onderbroken gesprek voortzettend,
ik vertel je, dat het gewaagd is om hier terug
te komen na wat er gisteravond gebeurd is.
De baas lijkt wel gek!
Een stoel bonsde op den vloer, kraakte
daarna in protest.
Schei uit vent! Die dekselsche O'Malley
zal wel zalig oppassen om geen kogels in zijn
huid te krijgen. Hij is net als jij, Bleekneus,
bang voor zijn eigen schaduw.
O'Malley begon te fluisteren. Dat is Mc
Girk!, maar Barretts hand legde hem verder
het zwijgen op.
Nou, kwam de klagende stem weer, ik
zeg je, dat het niet veilig is om hier terug te
komen na gisteravond!
Och, kerel, hou je gezicht toch, ant
woordde de ander weer. De baas weet wat hij
doet. En de boodschap was duidelijk genoeg,
nietwaar? We moesten hier om elf uur op
hem wachten. Dus hij moet ons hard noodig
hebben. Het is tegen zijn eigen regels in om
ons zoo te ontmoeten. Het zal me benieuwen
wat hij wil, eindigde Mc Girks stem.
Nou, maar ik blijf volhouden, dat het
verdraaid riskant is om hier te komen na...
Hou nou op, oud wijf dat je bent! Je bent
nog lamlendiger dan een zieke kat!
O'Malley grinnikte zacht. Na wat Bleek
neus bij drie verschillende ontmoetingen van
hem geïncasseerd had, was het geen wonder,
dat de man weinig lust meer had in een nieuw
treffen.
Misschien is de boodschap niet eens van
hem! kwam de schorre stem weer.
Wel verdraaid! bulderde Mc Girk. Ik heb
je toch gezegd, dat ik de inktvlek vergeleken
heb! De brief was van hem!
Nou maar, ik zeg je, dat het gevaarl...
Wat is dèt?
In de stilte die volgde, werd het zoemen van
een motor hoorbaar. Het werd steeds luider.
Kort daarop klonk het aanzetten van remmen
voor het huis.
Daar heb je hem! riep Mc Girk, onmis
kenbaar opgelucht. Laat hem even binnen,
Bleekneus! Wel deksels!
Voetstappen liepen de gang in, op hetzelfde
moment dat iemand zacht op de voordeur
klopte. De deur werd geopend en daarna weer
gesloten. Toen sprak de man die was binnen
gekomen:
Goed zoo, Bleekneus! Waar is hij?
O'Malley schrok. Die stem klonk hem be
kend in de ooren.
Hier meneer, antwoordde Bleekneus.
Maar ik moet u zeggen, het is niet veilig...
Zijn wc rden gingen verloren in het geluid
van de zware voetstappen van den nieuwen
bezoeker, die naar de voorkamer liep. Een
deur werd gesloten.
Hallo cnef, begon Mc Girk, wat kunnen
we...
Hij werd onderbroken door de plotselinge
vraag van een luide, donderende stem:
Waar voor den duivel is Barrett?
Op dit oogenblik boog Barrett zich dicht
naar O'Malley.
Houd je revolver gereed, fluisterde hij,
en laat geen van hun drieën deze deur langs.
Daar gaan we dan!
Bij deze laatste woorden slipte hij van
O'Malleys zijde weg. En zelfs boven de woor
den van Mc Girks stem in de kamer ernaast,
kon O'Malley de deur van de eetkamer naar
de gang hooren opengaan en zacht weer
sluiten.
Barrett, zei Mc Girk, wacht maar tot we
hem te pakken krijgen, die gluiperige...
Opeens begon het.
Heb je hem dan nog niet brulde de derde
man. Maar je telefoneerde... Verduiveld, dat
is een val! Vooruit weg, en gauw!
Door de gesloten deur hoorde O'Malley een
plotseling geschuivel van voeten en hij stond
paraat. Maar het was de deur die van de voor
kamer in de gang uitkwam, die opengesmeten
werd. O'Malley hoorde de deur tegen den muur
bonzen en vervolgens een trio van kreten.
Daarop Barretts effen, bijtende stem:
Terug, jullie ratten. Een rattenval is het!
En de val is dichtgeknipt!
van M. en de 27-jarige chauffeur M.S., die
na fouilleering inderdaad ieder f 2.bij
zich bleken te hebben. Zij zijn naar het
Htiis van Bewaring gebracht en ingesloten.
HOOFDSTUK XXIV.
Het derde slachtoffer.
Barretts onverwacht binnentreden en scher
pe uitroep werden gevolgd door een moment
van verbluft zwijgen. Toen kwam er een
schreeuw en gestommel van voeten. Iemand
sloeg tegen de deur aan, waarachter O'Malley
stond. Er werd wild aan de kruk gerammeld
en de deur werd opengeduwd, terwijl het plot
selinge licht den jongeman haast verblindde.
Maar hij stond klaar, zijn onheilspellende
wapen gericht. Bijeengegroept en achteruit
deinzend stonden Mc Girk en de man die
Bleekneus werd genoemd, en achter hen...
Schenk!
Nu deed Barrett langzaam een stap vooruit.
In zijn rechterhand hield hij een duplicaat van
O'Malley's revolver. De loop was op Schenk
gericht.
Hoezeer zijn aandacht ook in beslag geno
men was door de drie mannen, de striemende
kilte, die van Barrett uitging, ontging hem
niet. En uit zijn half-gesloten oogen scheen
een grimmige woestheid, zengend als een vlam.
Terug zeg ik! klonk de donkere, effen
stem.
Het drietal keerde zich als één man om, den
Ier vergetend.
O'Malley ging een paar stappen naar voren
en bleef in de deuropening staan, ze allen
onder schot "oudend.
Ik ben vanavond hier gekomen, ging Bar
rett op denzelfden vlakken toon verder, om de
zaken tot klaarheid te brengen. Ik ben nu lang
genoeg door jullie opgejaagd! Jullie drieën
hebt dubbel en dwars den dood verdiend!
Verduiveld, hij gaat schieten, fluisterde
Bleekneus, zijn huilerige item duidelijk ver
neembaar in de stilte.
Barrett knikte langzaam.
Maar eerst heb ik nog een woordje met
jullie alle drie te praten, zei hjj.
Dat durf je niet! bulderde Schenk eens
klaps.
Met jou in de eerste plaats, Schenk! was
het prompte bescheid. Jij bent een eerste klas
schooier. Dacht je dat je snugger genoeg was
om in de schoenen van een veel gewiekster
kerel te stappen Maar je had dien kandelaar
telkens op dezelfde plaats moeten zetten.
Het was een groote fout van je om ernaast
een groene inktvlek op den schoorsteenmantel
achter te laten! En je had het groene inkt
kussen ook beter moeten verstoppen. Ik hei
beide gisteravond gevonden en gebruikt, ter
wijl O'Malley deze schavuiten op hun taber
nakel kwam. Hij heeft ook genoeg van je
streken geprofiteerd!
(Wordt vervolgd.)