Het uithoudingsvermogen
van een volk
Wij lazen voor U
RADIO
Gandhi bad in stilte
Arsenicum
Duitsche vluchtelingen
bereid te vechten
Dat gaat zoo maar niet
Wedstrijd tusschen
militaire en economische
kracht
„Zelfmoordenaar"
opgeroepen
Dc bezetting
der Siegfriedlinie
tegen sprinkhanen
De bruiloft en het tapverbod
PROGRAMMA
WIE TOT DE GROOTSTE ARBEIDS
PRESTATIES IN STAAT IS, WINT
Europa is wederom in
pen verdeeld, welke
twee groe-
tegenover el
kander staan en elkander met mi
litair geweld bedreigen. Hoe de
machtsverhoudingen tusschen deze
groepen zijn, is niet met een en
kel woord te zeggen. De tijden zijn
reeds lang voorbij, dat ^xen de
macht van een land kon afmeten
aan de grootte van zijn leger, aan
de macht van zijn artillerie. In
1914 geloofde men nog aan een
min of meer „Napoleontischen"
oorlog van beweeglijke legers en
legerkorpsen, maar de praktijk
heeft spoedig geleerd, dat toen niet
zoozeer legers met elkander
vochten, maar dat het een uitput
tingsoorlog werd van geheele vol
ken, een „totale" oorlog, waarin het
zuivere militaire apparaat tenslotte
slechts de voorhoede was en de
totale arbeidskracht en het totale
uithoudingsvermogen van de ach
terblijvers, inclusief vrouwen en
kinderen.
Naar algemeen gevoelen zal een nieuwe
oorlog in Europa tusschen de groote mo
gendheden in nog sterker mate den na
druk leggen op de economische inspanning
en het psychische uithoudingsvermogen
van het voik achter het front; de mogelijk
heid, dat, aldus het Hsb., door een snellen,
overrompelenden „stoot" van de militaire
macht van een van heide partijen, een be
slissing in korten tijd zou worden gefor
ceerd. schiin* men zelfs in nilitaire krin
gen niet groot te achten, althans in toe
nemende mate hebben de generale slaven
zich juist met de bestudeering van de „to
tale" oorlogsvoering bezig gehouden. De
voornaamste factor in een komenden oor
log, aldus overste Hesse, van den Duit-
schen Generalen Staf, in de „Deutsche
Volkswirt" van 3 Maart 1.1., is de menscli
als soldaat, als arbeidskracht en als ver
bruiker.
Het zal er in den komenden oorlog
om gaan, zorg te dragen, dat het
volk de voor den oorlog noodige
productie kan leveren en tegelijker
tijd bereid is zijn behoeften zooda
nig in te krimpen, dat- aan de
eischen van den oorlogs-moloch kan
worden voldaan.
Reeds nu economische schokken.
Reeds de mobilisatie doet economische
schokken ontstaan; arbeidskrachten vallen
uit, het leger treedt plotseling met een
zeer groote en bijzondere vraag op. In ge
val van oorlog krijgt de economische mo
bilisatie zelfs een min of meer perma
nent karakter; in 1914 mobiliseerde
Duitschland 3Yn millioeu man, maar bin
nen drie jaren was dit aantal verdrievou
digd. In totaal had het leger 13.250.000
man gemobiliseerd, d.i. 20.4 pet. van de
toenmalige Duitsche bevolking!
Het wegvallen van millioenen van de
meest valide arbeiders uit het productie
proces kan niet anders dan een ontwrich
ting van het normale economische verkeer
beteckenen. Bovendien zijn soldaten zeer
groote verbruikers; dit behoeft wel niet na
der te worden toegelicht: de phvsieke
eischcn, gesteld aan den soldaat te velde,
zijn zwaarder dan die aan den zwaarsten
normalen handarbeider gesteld. Reeds voor
vredestijd wordt in Duitschland voor mili
tairen op een behoefte van 3880 calorieën
per dag gerekend tegen een gemiddelde
van de burgerbevolking van 3160. Het
jaarlijksch verbruik aan vleesch voor de
Voor bijzonder gevaarlijke
militaire werkzaamheden in
Frankrijk.
De „Intransigeant" publiceert een
oproep voor „vrijwiligers des doods"
die bereid zijn zich op te offeren,
om bijzonder gevaarlijke werkzaam
heden te vervullen, waarvan zij
waarschijnlijk niet zouden terug-
keeren. Het blad wijst er op, dat
dergelijke formaties reeds bestaan
in Japan en Polen en dat Frankrijk
deze eveneens moet hebben. Daar
toe wordt in het bijzonder een be
roep gedaan op hen, die door inva
liditeit, ziekte of ouderdom, geen
gewonen militairen dienst kunnen
verrichten. Leden dezer „zelfmoord-
groepen" zouden geen speciaal in
signe dragen, en niet langer dan
zes maanden dienst doen. Door lo
ting zouden uit hen degenen wor
den aangewezen, aan wie gevaar
lijke ondernemingen worden opgc
dragen.
militairen bedroeg bijv. in 1938 62.4 Kg.
tegen een gemiddelde van 37 Kg. per een
heid volgens de berekening der kosten
van levensonderhoud. Hierbij komt natuur
lijk nog, dat door allerlei omstandigheden
de levensmiddelenvoorziening van een le
ger te velde, niet volgens strikt economi
sche regelen kan plaats hebben.
Het onttrekken van mannelijke
arbeidskrachten.
Hoe groot de invloed van het onttrekken
van mannelijke arbeidskrachten aan het
normale productieproces kan zijn, moge
hieruit blijken, dat vóór het uitbreken van
den oorlog in Duitschland voor 100 gevraag
de arbeidskrachten, 158 arbeiders beschik
baar waren, in April 1915 nog slechts 100
en in October 1916 nog slechts 64. Ook zon
der rekening te houden met de productie
van munitie, kanonnen en andere legerbe-
hoeften was dus al na ruim. een jaar oor
logvoeren in Duitschland het aantal be
schikbare az-beidskrachten onvoldoende.
Op het oogenblik bevindt Duitsch
land zich reeds ongeveer op hetzelf
de punt wat den inzet van ar
beidskrachten betreft als in het
tweede halfjaar van 1915, toen 85 ar
beiders per 100 gevraagde arbeids
krachten beschikbaar waz-en.
Door de opneming van vrouwen in het
productieproces heeft men eenigszins een
compensatie kunnen vinden, maar wanneer
men bedenkt dat volgens een Amerikaan-
sche bei-ekening voor eiken soldaat aan het
front 17 arbeidskrachten in het land dage
lijks werken, dan kan men begrijpen, welk
een ongelooflijke prestatie van het volk
voor de tegenwoordige millioenenlegers ge-
eischt wordt!
Waar moet Duitschland de re
serves vandaan halen?
In Duitschland rekent men evenwel op
een verhouding van soldaten tegenover ar
beidskrachten voor de oorlogseconomie van
1 3. De staat, zoo zegt Overste Hesse, die
het aantal arbeidskrachten beschikbaar
voor de oorlogseconomie kan verhoogen,
zonder zijn militair oorlogsfront te verzwak
ken, heeft ongetwijfeld voordeelen. Daar er
in Duitschland op het oogenblik reeds een
gi-oot tekort aan arbeidskrachten heerscht,
en zelfs de jeugd aan het werk moet wor
den gezet om den oogst binnen te halen,
is niet in te zien, waar Duitschland die re
serves aan „mankrachten" vandaan moet
halen.
Omtrent het verbruik van het leger bui
ten het levensonderhoud van de troepen,
valt van te voren niet veel te zeggen. Ge
noeg zij in dit verband op te merken, dat
oorlog voor de partijen beteekent: aan el
kaar zooveel mogelijk materieele afbreuk
doen. Over de eventucele verwoestingen van
luchtaanvallen, speciaal op belangrijke fa
brieken en industriecentra, is weinig met
zekerheid te vorspellen. Maar ook zonder
dat men hiermede rekening houdt, zal het
verbruik van de burgerbevolking van wie al
zulke hooge prestaties gevraagd worden, bui
tengewoon sterk moeten woi-den beperkt.
De behoeften van een militaire macht aan
steenkool, staal, ijzer, koper en andei-e me
talen, wol, benzine enz. gaan natuurlijk
voor alles, et volk zal zijn gebruik hiervan
tot een minimum moeten beperken, d.w.z.
zooveel mogelijk op zijn voorraden moeten
leven zooals in den wereldoorlog ook in
ons land het geval wast en gevolge der af
sluiting van den aanvoer. Een nieuwe we
reldoorlog zal in dit opzicht, doordat er met
veel meer gemotoriseerde onderdeelen, artil
lerie en met een geheel nieuw luchtwapen
zal worden gewerkt men zou bijna zeg
gen met meer „kapitaal" nog veel groo-
ter materieele eischen stellen.
Waar het op aan komt.
Het komt er dus op aan, welk volk be
reid is tot de grootste arbeidsprestatie onder
gelijktijdige zelfoplegging van de sterkste
verbruiksbeperking. Dit eischt niet alleen
physieke inspanning, maar ook een buiten
gewone psychische. Het volk. dat dit het
langst zal weten uit te houden, zal waar
schijnlijk uiteindelijk de overwinning kun
nen behalen, indien althans in een dergelij-
ken alles vernietigenden oorlog nog van een
overwinning sprake zal kunnen zijn.
België en Frankrijk hebben hnn Oostgrens,
Duitschland van zijn kant zelf zijn West
grens beveiligd.
.SIEGFRIPD'LINE
„Dat Hitier den vredes
oproep beantwoorde—"
Gandhi heeft te Wardha
(Br. Indië) een verklaring af
gelegd over den internationa
len toestand en gezegd: „Ik
heb in stilte gebeden, dat God
ons moge bewaren voor de
ramp van een oorlog. Vurig
wensch ik, dat Hitier den op
roep zal beantwoorden van
den president der Vereenigde
Staten en zal toelaten, dat zijn
eisch onderzocht wordt door
scheidsrechters voor wier keu
ze hij zijn stem evenzeer zou
kunnen laten gelden als de
anderen".
GANDHL
De geheele Fransche „Maginotlinie" is
in staat van verdediging gebracht, daarte
genover hebben de Duitschers hun befaam
de „Siegfriedlinie" op sommige punten be
zet, welke op de kaart met zwarte blokjes
zijn aangegeven.
Italië strijdt sinds jaar
en dag tegen het onge
dierte.
Door het gebruik van zeme
len gedrenkt in arsenicum zou
Italië, naar te Rome beweerd
wordt, uiteindelijk den strijd
winnen, welke het sinds 1910
tegen de voortdurende sprink
hanenplaag voert. Giftige ze
melen zouden de spinkhanen-
nesten vernietigen, zonder ge
vaar op te leveren voor het
vee. De plaag woedt in hoofd
zaak op Sardinië, Sicilië, in
Zuid-ltalië en de nabijheid
van Rome. Verscheidene mil
lioenen lires zijn reeds voor de
bestrijding uitgegeven.
Engelsch blad waarschuwt tegen
interneering.
Bij de thans bestaande oorlogsdreiging
nemen de Duitsche vluchtelingen in Enge
land ongetwijfeld een bijzondere positie in.
De Manchester Guardian van 28 Augustus
zegt hierover, dat het oorlogsgevaar voor ve
len van deze vluchtelingen een persoonlijk
leed medebrengt, dat voor de Engelschen,
die bereid zijn, hun land te verdedigen,
moeilijk te begrijpen is. Eén ding is echter
zeker zoo vervolgt het blad vrijwel
zonder eenige uitzondering zijn deze vluch
telingen verlangend alles te doen wat in
hun vermogen ligt om het land, dat hun
gastvrijheid schonk, te helpen. Velen hun
ner zijn bereid te vechten, en hun omstan
digheden maken het aannemelijk, dat dit
aanbod meer is dan een simpel gebaar van
dankbaarheid. Anderen hebben een spe
ciale scholing, hetzij industrieel, hetzij me
disch. welke zij tot dusverre onder de om
standigheden, waaronder hun het asylrecht
was verleend, niet productief konden ma
ken. Naar het inzicht van het betreffende
blad mag men zooveel talent en bereidheid
niet verspillen. Ongetwijfeld zullen de re-
geeringsbureaux een moeilijke taak hebben
bij het verstrekken van geschikte posten
voor deze uitgewekenen. In ieder geval wil
men echter vermijden, dat de vreemdelin
gen in kampen zullen worden opgesloten,
zooals dat in den vorigen oorlog het geval
geweest is De vreemdelingen, die toen in
Engeland vertoefden, waren een klein aan
tal verbannen politici en het was onvermij
delijk, dat de rest van de vreemdelingen
in kampen werden ondergebracht.
Thans echter nu de duizenden staten-
loozen van Europa een probleem vormen
kan een dergelijke houding niet opnieuw
worden aangenomen Het zou per slot van
rekening blijken, een groot voordeel voor
Engeland te zijn, indien men deze vluchte
lingen ontheft van de vrees, behandeld te
zullen worden als een nuttelooze last. Zij
zijn tenslotte aldus de Manchester Guar
dian, de eerste slachtoffers van een tyran-
nie, waartegen ons verzet gericht is.
„De burger is niets
meer".
De Telegraaf schrijft, met
betrekking tot het tapverbod
op den 29sten Augustus:
Vanmiddag was er in een
Amsterdamsch restaurant
een bruiloft. Men had er
zich lang op voorbereid. Het
zou een feest worden. He
laas, de sombere toestand in
de wereld wierp over de
vroolijkheid een schaduw.
Doch ook het feit, dat
naast de borden van de aan
zittenden... limonadeglazen
stonden. Want in Amsterdam
is een tapverbod. In de gla
zen mocht geen wijn. Zooicts
is dwaasheid, evenals het
feit, dat men vanmorgen
geen glas sherrv mocht
drinken of zich aan een koel
glas bier mocht verfris-
sehen. De toestand is niet
zoo, dat de militairen zich
moed behoeven in te drinken
en wat onze burgerij betreft,
het is onnoodig ten behoeve
van haar een voor het café
bedrijf zoo ingrijpenden
maatregel als een tanverbod
te nemen, dat gelukkig van
daag te Amsterdam is opge
heven.
Vooral het stilleggen van
trein en post echter brengt
enorme schade met zich me
de. Het is niet uitgesloten,
dat de huidige toestand nog
renigen tijd aanhoudt en
dan zal men aan de redelij
ke verlangens van den bur
ger on vervoermiddelen voor
hemzelf en zijn post toch te
gemoet dienen te komen.
„EEN RAAR STUKJE".
In ..De Vrijzinnig Demo
craat" schrijft mr. L. G. van
Dam:
Naar het Ronmsch-Roode
blok?
Wij hebben de vorming van
de Regeering-de Geer gunstig
beoordeeld als een poging
tot samenwerking op bree-
den grondslag. Er zijn er
echter, die in deze Regee
ring slechts een voorspel
zien voor een enger blok, n.1.
alleen van Roomsch-Katho-
lieken en Sociaal-Democraten
Een dergelijk blok zouden
wij een ernstig gevaar ach
ten voor ons land. Gebeurte
nissen in enkele gemeenten
manen inderdaad tot voor
zichtigheid. De berichten
omtrent wethoudersvcrkic-
fcingen in verschillende ge
ineenten wettigen de vrees,
dat de R. K. en S. D. daar
reeds bezig zijn zich van de
C. H. en V. D. te ontdoen en
het verder met zijn tweeën
te doen.
Hetgeen in een groote ge
meente als Haarlem staat te
gebeuren is hiervan een
«prekend voorbeeld. Jaren
lang zijn daar vier wethou
ders geweest: 1 R. K., 1 S.
D.. 1 C. H. en V. D.
Thans hebben R.K. en S.
D.A.P. besloten zich van dc
C. H. en V. D. medewerking
te ontdoen en 2 R.K. en 2 S.
D. wethouders te kiezen. Zij
kunnen dat doenzij hebben
immers de meerderheid! Ook
in dc volksvertegenwoordi
ging beschikken deze twee
groepen tesamen over dc
meerderheid. Zullen ook in
de landsregeering de C.H. en
de Vrijzinnigen over enkelo
jaren naar huis worden ge
stuurd, omdat S. D. en R. K.
hot zonder hen af kunnen?
Onwillekeurig dringt deze
vraagt zich op.
Is het den R.K. en S.D. ernst
met hun streven om samen
te werken met Christelijk
Historischen en Vrijzinnig-
Democraten of beschouwt
men die samenwerking
slechts als een overgang
naar een beperkt Roomsch
Rood blok?
In het eerste geval behoort
zulks ook in de lagere pu
bliekrechtelijke lichamen te
blijken, in het tweede geval
zou de huidige samenwer
king in de Regcering in een
ander licht moeten worden
bezien
Tot zoover mr. v. Dam.
De Maasbode (r.k.) geeft
hierop een commentaar,
waaruit wij het volgende
overnemen:
Wü hebben hiervan met
cenige bevreemding kennis
genomen.
Sinds wanneer is de ver
kiezing van wethouders, zelfs
in groote gemeenten, maat ge
vend en toonaangevend voor
de aleomoene landsnolitiek
door de partijen gevoerd
In 1935 waren de katholie
ken. hoewel door dr. Coliin
opzettelijk in den hoek ge
drongen, waarin zii niet wil
den ziin. niet bereid, met de
sociaal-democraten een kabi
net te vormen, omdat niet
alleen de christelijk-histori-
schen, maar ook de vrijzin
nig-democraten toen weiger
den daaraan mee te doen.
Thans is bereikt weder
om na een drang door dr. Co
lijn wat in 1935 nog niet
bleek bereikt te kunnen wor
den: de vorming van een ka
binet, waarin behalve sociaal
democraten en katholieken
ook vrijzinnig-democraten en
ohristelijk-historischen zitting
hebben genomen.
Waarom zouden dc ka
tholieken nu juist gaan na
streven, wat zij in 1935 vol
strekt weigerden te doen?
Daar is geen enkele plausi
bele reden voor uit te den
ken. Integendeel: 1935 leert
duidelijk, dat dit onmogelijk
verwacht kan worden.
Daaraan'doet niets hoe
genaamd af, dat men in som
mige gemeenten bij de wet
houderskeuze van plan
schijnt anders te handelen,
dan men vroeger gewoon
was te doen. Wij kennen
daarvan de motieven niet.
Wij weten ook niet, van wie
het initiatief daartoe is uit
gegaan. Maar in elk geval
staat dit, thans gelijk voor
heen vast: voor de katholie
ke staatspartij wordt de alge-
nieene landsnolitiek, welke
zij voeren wil, niet vastge
steld in provinciale staten of
gemeenteraden, maar alleen
en uitsluitend in de katholie
ke tweede kamer-fractie, en
bij de verkiezingen door den
partij raad. den voorzitter
der tweede-kamerfractie ge
hoord.
Dit weet ook mr. v. Dam
wel.
Daarom noemen wij, zoo
besluit het r.k. dagblad, zijn
jongste artikeltje een raar
stukje.
Militairen verlaten café zonder
te betalen. Een hunner ge
arresteerd.
Woensdagavond omstreeks 11 uur verlie
ten vier militairen een café aan den Be-
zuidenhoutschen weg te Den Haag zonder
hun consumpties te betalen. De kellner,
die dit minder aangenaam vond, ging de
militairen achterna en ook het publiek, dat
zich voor het geval ging intcresseeren, be
moeide zich ermee. Er werden uitroepen
gehoord als: „ze hebben f 7.gestolen".
Een en ander trok de aandacht van twee
politiemannen in burger, die twee mili
tairen ter hoogte van het Haagsche Bosch
aanhielden. Een hunner verzette zich der
mate tegen zijn aanhouding, d*t een politie
man het noodzakelijk achtte ter waarschu
wing twee schoten in de lucht te lossen.
Ten slotte slaagden de politiemannen er in
de beide militairen naar het politiebureau
te brengen, waar de verzetpleger in ver
zekerde bewaring werd gesteld. De ander
werd door de politie naar zijn kazerne
overgebracht.
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30
—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.16 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek (Om 12.15 Berichten)',
2.00 Filmpraatje.
2.15 Orgelspel.
3,00 Reportage.
3.30 VARA-orkest.
4.30 Esperanto-uitzending.
4.505.00 en 5.05 Esmeralda.
5.30 Filmland.
6.00 Orgelspel.
6.28 Berichten.
6.30 Gramofoonmuziek.
7.00 VAR A-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 Politiek radiojournaal.
7.30 Cursus „Langs steden en dorpen",
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia
8.20 VARA-orkest.
9.00 Puzzle-uitzending.
9.15 Gramofoonmuziek.
9.45 VARA-orkest.
10.30 VARA-orkest.
10.40 Esmeralda.
11.1512,00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 301.5 m.
KRO-ÏTitzending. 4.00—5.00 HIRO.
8.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Ber.)'.
10.10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Melodisten en solist.
1.00 Gramofoonmuziek (Om 1.15 Berichten).
1.20 KRO-orkest.
2.00 Voor de jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
2.45 Kinderuur.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.05 Causerie „Het urgentie-program van de
Nederlandsche Vakcentrale".
4.20 Grarnofoonmuizek.
4.25 Causerie: ,De noodwendigheid van steeds
toenemende overheidsbemoeiing met het be
drijfsleven".
4.40 Gramofoonmuziek.
4.45 Causerie „De beteekenis van het Soefi-
symbool".
5.00 Gramofoonmuziek.
5.15 Filmpraatje.
5.30 Gramofoonmuziek.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Berichten, gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „De nerveuze mens".
7.35 Actueele aetherflitSen.
8.00 Berichten ANP, mededeelingen.
8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.45 Gevarieerd programma.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Causerie ..Het onvergankelijke Rijk"
(met gramofoonplaten).
11-1012.00 Gramofoonmuziek.