BEGROOTING van Defensie DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Wederinstelling van een leeningfonds Bouw materieel Zeemacht krachtig voortgezet Aanzienlijke belasting verhooging Voor 1940 55V2 millioen tekort KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER. TELEFOON 50 (2 LIJNEN) WOENSDAG Voor 1941 bovendien nog een uitgavenvermeerdering van 60'|2 millioen verwacht. Vijftien millioen per jaar méér voor de Indische vloot Reserve-oorlogsmunitie. Dit nummer bevat 8 pagina's IJJEER BERICHT DE BILT SEINTi Wilde actie bij de zeelieden Twee millioen nieuwe kwartjes HE LDERSCHE COURANT Uitgave der Uitg.-Mlj. Hollands Noorderkwartier N.V. te Den Helder 20 SEPTEMBER 1939 67e JAARG. No. 8726 SOMBER BEELD van s lands financiën De minister van Financiën Jhr. de Geer. In de millioenennota stelt de regeering het reëele tekort op den gewonen dienst voor het volgend jaar op 55% millioen. Wijst dit cijfer, aldus de regeering op den ernst van den finan- cieelen toestand, zooals die was vóór het uitbreken van den oorlog, een kennisneming van de stijging van de uitgaven, waarop voor het jaar 1941 moet worden gerekend, versombert dit beeld nog in aan zienlijke mate. In totaal wordt voor dat jaar een vermeerdering van uitgaven verwacht van 60% millioen, waaronder voor de versterking van de maritieme defensie in Indië een jaarlijksche meerdere uitgave van 15 millioen. Indien derhalve de overige uitgaven niet omlaag zou den gaan en de middelenopbrengst dezelfde zou blijven, moet voor 1941 een tekort verwacht worden van f 116 millioen. De regeering noemt het dan ook een eerste vereischte, dat voor het komende jaar het evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten op den gewonen dienst wordt verkregen. Ten einde de vereischte versterking der middelen te verkrijgen, zal een herziening van de inkomstenbelasting worden voorgesteld, welke met 1 Mei 1941 zal ingaan. Als voorloopige maatregel zullen dan tot dat tijdstip ten behoeve van het rijk 45 opcenten op de ge meentefondsbelasting worden geheven, terwijl het aantal dezer op centen voor het loopende belastingjaar zal worden gesteld op 15. Verder zal de thans bestaande dividend- en tantiemebelasting worden vervangen door een winstbelasting. VOOR DE DEFENSIE EN DE WERK LOOSHEIDSBESTRIJDING. Krachtig zullen worden bevorderd maatre gelen van training en scholing (of herscho ling) van werklooze arbeiders, mede als on derdeel van het algemeen streven om de werkloozen, voor zoover eenigszins mogelijk, naar het normale bedrijfsleven terug te voe ren. Het wetsontwerp jeugdwerkloosheid zal worden ingetrokken. Daarnaast zal staan de voortgezette ter- handneming van productieve openbare wer ken, waarbij het begrip productiviteit niet beperkt behoeft te blijven tot rentabiliteit, maar reeds aanwezig kan worden geacht, indien door de werken economische waar den, liefst gepaard aan nieuwe blijvende werkgelegenheid, zullen worden verkregen. Tegen het aangaan van leeningen voor wer ken van dien aard zal bij de regeering in beginsel geen bezwaar bestaan, al zal de nieuw ingetreden toestand de mogelijkheden in dit opzicht in hooge mate kunnen beper ken. TOTAALCIJFERS. De Rijksbegrooting voor het dienstjaar '40 vermeldt de volgende totaalcijfers: Gewone dienst: Uitgaven Middelen Nadeelig saldo Kapitaaldienst: Uitgaven Middelen Nadeelig saldo f 746.503.172 f 741.096.863 f 5.406.309 f 269.095.S54 f 28.908.000 f 240.18~ 4 Uit beide maatregelen wordt een opbrengst verwacht van f 50 millioen. De overige 5 mil lioen van het tekort zullen gevonden moeten worden door een verdere besparing op de uitgaven. VOORTS LIGT HET IN HET VOOR NEMEN VAN DE REGEERING, EVENALS IN 1914, OOK THANS OVER TE GAAN TOT DE INSTEL LING VAN EEN LEENINGFONDS, AANGEZIEN DEKKING VAN DE MOBILISATIE-UITGAVEN UIT DE GEWONE MIDDELEN VAN HET JAAR, WAARIN ZIJ GEDAAN WORDEN, UITGESLOTEN IS. DE AFLOSSINGSTERMIJN ZAL OP 15 JAAR WORDEN GESTELD. WEER HONDERD MILLIOEN VOOR DEFENSIE. In dit fonds zal worden ondergebracht het crediet van 100 millioen, dat in 1938 is ge voteerd voor het buitengewoon onder de wa penen roepen van dienstplichtigen, en verder een nieuw bedrag van 100 millioen, dat de zer dagen zal worden aangevraagd, terwijl bij aanhouding van den oorlogstoestand nog op verdere bedragen zal moeten worden ge rekend. In haar nota zegt de regeering nog, dat, al mogen we spreken van een verzwakt weer standsvermogen, veroorzaakt door de toren- hooge schuld en de sterk opgevoerde heffin gen, dit stellig nog geen reden is om den moed te laten zakken, doch veeleer om te trachten om door verhoogd krachtsbetoon de ernstige moeilijkheden te overwinnen. Aan dat verhoogde krachtbetoon zal het dan ook niet mogen ontbreken. Het zal o.a. meebrengen, dat wij ons din gen zullen weten te ontzeggen, waaraan wij gehecht zijn en dat wij wenschen zullen we ten prijs te geven, ook al kan de redelijk heid, daarvan op zich zelf niet worden be- twist BEZUINIGING. Het is op dien grond, dat de regeering ver plicht is, voorshands alle nieuwe uitgaven op den gewonen dienst, ook die waarvan de urgentie zich in de laatste jaren in toene mende mate heeft opgedrongen, achterwege te laten en bovendien er ernstig naar te streven, ook op bestaande diensten voor zoo ver eenigszins mogelijk, gelden vrij te krij gen. EEN UITZONDERING ZAL SLECHTS BEHOOREN TE WORDEN GEMAAKT SANEERING WERKLOOSHEIDS- SUBSIDIEFONDS. Voor 't dienstjaar 1940 zal men, wil men tot een reëele raming komen en de verhooging binnen de engst toelaatbare grenzen houden o.a. over moeten gaan tot saneering van het werkloosheidssubsidiefonds wat zal vragen f 21.6 millioen. Het is de bedoeling der regeering te bre ken met het stelsel, dat uit het fonds naast de gewone bijdragen in de werkloosheids uitgaven der gemeenten ook bijdragen wor den betaald in de begrootingstekorten van de gemeenten. Daar de eerstgenoemde, de gewone bijdragen, bepaald zijn naar vaste normen van draagkracht en omvang der werkloosheid, kan' in de laatste niet anders worden gezien dan bijzondere tegemoetko mingen aan verschillende gemeenten, noodig geworden door de omstandigheid, dat zij in feite noodlijdend zijn. Het betoog in de jong ste millioenennota, dat hierdoor het inzicht zoowel in de positie van het fonds als in die van de gemeenten vertroebeld wordt, acht de regeering juist. Het verdient daarom aanbeveling, dat tot saneering van het fonds wordt overgegaan, in dien zin dat niet langer het tweeslachtig karak ter van algemeen bijdragcfonds en steunfonds voor in feite noodlijden- dende gemeenten gehandhaafd wordt, doch dat het fonds, fungee- rend als algemeen bijdragefonds, jaarlijks niet méér verdeelt dan er aan toevloeit. De steun aan de femcenten ter voorziening in de begrootingstekor ten behoort dan rechtstreeks, als steun aan noodlijdende gemeenten, op de begrooting van binnenland- sche zaken te drukken. Het reëele tekort op den gewonen dienst voor 1940 is te stellen op f 55.6 millioen. OFFERS VOOR DE INDISCHE VLOOT. Het finantieele beeld van 1914 is zeer som ber, mede omdat de versterking van de ma ritieme defensie van Nederlandsch-Indië groote offers eischt. Over de vraag, op welke wijze die ver sterking zal worden verkregen, zal nog nader beslist moeten worden, nu het rap port der onder het vorige kabinet inge stelde commissie eerst dezer dagen is ont vangen. De gebeurtenissen der laatste we ken hebben het binnenkomen van dit rap port vertraagd. Echter moet in elk geval voor de versterking van de maritieme de fensie in Indië gerekend worden op een jaarlijksche meerdere uitgave vpn vermoe delijk f 15 millioen. In totaal vormt dit tegen 1941 een ver meerdering van uitgaven van f 60.4 mil lioen. zoodat. indien de overige uitgaven niet omlaag zouden gaan en de middelen opbrengst dezelfde zou blijven, een tekort voor het dienstjaar 1941 moeten worden verwacht van f 55.6 en f 60.4 d.w.z. f 116 millioen. VRIJGEZELLENBELASTING? Wat de techniek betreft van de hierboven geschetste voorloopige nieuwe belasting maatregelen (45 pet. heffing op de Gemeen tefondsbelasting), zal deze onderscheid ma ken tusschen gehuwden en ongehuwden. De opbrengst van den voorloopige maat regel kan, over een vol jaar gerekend, ge steld worden op rond f 30 millioen. Ten einde dit resultaat reeds in 1940 te verkrij gen, zal het ontwerp een bepaling bevatten, strekkende tot het heffen van 1/3 van 45, derhalve 15 opcenten, in het belastingjaar 1939—1940. NOG ANDERE UITGAVEN Het laat zich aanzien, dat. evenals in de vorige oorlogsperiode, naast de mobilisatie uitgaven zich successievelijk nog andere uit gaven zullen aanmelden, welke rechtsreeks liet gevolg gijn van de abnormale omstan digheden en welke derhalve op gelijke wijze zullen worden gefinancierd. De indiening van een wetsontwerp tot re geling van een en ander zal eerlang kun nen worden tegemoet gezien. Met betrekking tot de instelling van een Leeningfonds zegt de nota: Ruimte voor een nieuwe reeks heffingen ter financiering van de fondsleeningen waarvan het bedrag ook nu aanzienlijk kan worden, al zal waarschijnlijk weer een deel der uitgaven rechtstreeks gedekt kunnen worden door een oorlogswinstbelasting schijnt nauwelijks te bestaan. Op de begrooting van Defensie is uitgetrokken f232.029.712,—, waar van f84.232.421,op den kapitaal- dienst. De begrooting van den gewonen dienst 1940 wordt aangeboden met een eindcijfer, dat f 13.021.870,hoo- ger is dan dat van het dienstjaar 1939. Materieel der zeemacht. Op deze begrooting is voor nieuwen aan bouw uitgetrokken op den gewonen dienst f 18.031.000.— waarvan 4 millioen als derden termijn voor den kruiser 1938.f 3.250.000,— als derden termijn voor de torpedobootja- gers 1938, 3 mill. als derden termijn voor de onderzeebooten 1938, 2 millioen als eer sten termijn voor kanonneerbooten 1940, f300.000,als tweeden termijn voor de tor- pedomotorbooten. terwijl voor groote zee verkenners is gerekend op een bedrag van f5.481 000,waarvan f4.981,000,voor aan schaffing van vliegtuigen en f500.000,— voor artilleriematerieel. Op den kapitaaldienst wordt aangevraagd f24.700.000,—, waarvan voor: 3 kanonneerbooten (3e termijn) f4.000.000,— 1 flottieljeleider (3e termijn) 13.200.000,—. 1 kruiser 1939 (2e termijn) f 6.500.000. 6 mijnenvegers (2e termijn) 12.000.000. 1 tankschip (2e termijn) f 1.000.000. 19 torpedomotorbooten (2e termijn) f3.000.000 22 torpedo-watervliegtuigen (2e termijn) f 2.500 000.—. 1 kanonneerboot (le termijn) f2.500.000. De 3 kanonneerbooten, waarvoor bij deze begrooting op den gewonen dienst een le termijn wordt aange vraagd, zullen moeten dienen ter vervanging van Hr. Ms. kanonneer booten „Brinio", ..Friso" en „Gru- no", welke wegens ouderdom aan den dienst zullen komen te ont vallen. De som van f 18.031.000,op den gewo nen dienst vor nieuwen aanbouw aange vraagd. is weliswaar f 500.000,— hooger dan het in de memorie van toelichting tot de defensiebegrooting voor 1938 genoemde be drag van ongeveer f 17.5 millioen. dat ge middeld per jaar aan aanbouw moet wor den besteed om de sterkte der zeemacht op het door den minister noodig geachte peil te houden, doch over de jaren 1938 t.m. 1941 zal in totaal niet. meer dan ongeveer f70 millioen voor dat doel op dien dienst wor den aangevraagd. Eenia licht materieel noodig. In de memorie van toelichting behooren- de bij de defensiebegrooting 1939 werd uit eengezet, dat in bepaalde omstandigheden eenig licht materieel benoodigd is voor het beveiligen van dén invoer van voedsel en grondstoffen over zee. Wat de kanonneer booten betreft zou dit materieel moeten be staan uit de 6 booten welke in de memorie van toelichting behoorende bij de defensie begrooting voor het dienstjaar 1938 als „be wakingsvaartuigen" werden aangeduid, benevens één reservevaartuig. Bouw kanonneerbooten. Resumeerend staat het met de financie ring van den bouw der kanonneerbooten al dus, dat reeds ten laste van den kapitaal dienst waren gebracht 3 booten, die tezamen met de 3 Brinio's het aantal op 6 zouden brengen, dat voor de vervangers van de 3 Brinio's nu een eerste termijn in het kader van het 17.5 millioenplan ten laste van den gewonen dienst komt en dat voor het in verband met de handelsbescherming benoo- digde 7e schip de eerste termijn op den ka pitaaldienst is gebracht. Voor defensieve uitrusting van koopvaar dijschepen is wederom een bedrag uitgetrok ken, t.w. f 2.000.000. De torpedo's, waarvoor een bedrag van f 2.130.000 wordt aangevraagd, zijn bestemd voor bewapening van de voor den dienst hier te lande aangewezen torpedomotorboo ten. Bovendien wordt op den kapitaaldienst een bedrag van f 2.500.000 aangevraagd voor aanvullende reserve-oorlogsmunitie voor in dienst zijnde en in 1940 in dienst te stellen vaartuigen. De reserve-oorlogsmunitie werd tot nog toe, na indienststelling van het betreffende schip, in den loop van een aantal jaren aangeschaft. Mede gezien den dwingenden eisch, de paraatheid der weermacht op kor ten termijn zoo hoog mogelijk op te voeren, is het noodzakelijk dat deze munitie zooveel Verwachting: Gedeeltelijk be wolkt, droog weer, weinig verandering in temperatuur, zwakke tot matige meest Noordoostelijke wind. De „Nieuw-Amsterdam" wacht... Zooals wij dezer dagen meldden, heeft de bemanning van de „Nieuw-Amsterdam" ge weigerd te monsteren. Scheen het aanvan kelijk, dat, bij overeenstemming tusschen de HollandAmerika-lijn en de vakbonden, nog kans op regeling van het conflict bestond, thans blijkt, dat de scheur veel dieper zit. Er heeft zich n.1., buiten de vakbonden om, een comité uit het ontevreden personeel ge vormd, dat zelfstandig wil optreden. Dus al zouden werkgevers- en werknemersorganisa ties tot overeenstemming komen, de moge lijkheid, dat de bemanning, die niet accoord gaat met de gages, opstandig blijft, en het conflict ernstiger vormen gaat aannemen, is groot. Niemand zou dan ook met stelligheid durven beweren, dat de „Nieuw-Amsterdam" nog deze week uitvaart. Vervanging van versleten dubbeltjes. Bij den opzet van de begrooting 1940 voor het Staatsmuntbedrijf is uitgegaan van het volgende pro gramma. Voor Nederland is rekening ge houden met de aanmunting van f 2.000.000 aan 25-centstukken, f 1.500.000 aan 10-oentstukken, f 200.000 a. 5-cenjtstukken, f 100.000 aan 1-centstukken en f 20.000 aan K cent-stukken. Voor Nederlandsch-Indië zullen naar raming moeten worden aan gemaakt f 3.000.000 %-guldens N.I. f 3.000.000 aan 1/10-guldens N. I., f 1.200.000 aan 1-centstukken N.I. en f 40.000 aan K-centstukken N.I. Door de aanmunting van f 2 mil- lioeon aan 25-centstukken voor Ne derland wordt een aanvang ge maakt met de vernieuwing dezer muntstukken. Verondersteld wordt, flat door de aanmunting van nog f 1.5 millioen aan 10-oentstukken genoeg zal zijn vervaardigd om de in te trekken versleten dubbeltjes te vervangen. mogelijk reeds bij de indienststelling der schepen aanwezig is. Personeel. a. Zeemacht. Het aantal adelborsten, dat dit jaar in opleiding zal worden genomen voor de ver schillende officierskorpsen, is wederom be langrijk uitgebreid. De opleidingen van personeel beneden den rang van officier werken op volle capaci teit. De toeloop van jongelieden is in Ne derland zeer bevredigend, zoodat voldoende selectie kan worden toegepast; de toeloop is in Ned. Indië niet zoo bevredigend. De geleidelijke toeneming der sterkte waarborgt, dat op voldoende wijze kan worden voorzien in de bemanning van het zich uitbreidend materieel der Zeemacht b. Herhalingsoefeningen. De aan de herhalingsoefeningen verbon den kosten worden geraamd op f 1.669.700. Gewone dienst Het eindcijfer van den gewonen dienst van de ontwerpbegrooting van het departe ment van Defensie voor 1940 bedraagt f 147.797.291. Voor 1939 werd voor dien dienst toegestaan f 134.775.421. zoodat meer wordt aangevraagd f 13.021.870. Kapitaaldienst Voor 1940 wordt aangevraagd f 84.232.421, voor 1939 werd toegestaan f 98.838.850, der halve minder f 14.606.429. Het eindcijfer van de ontwerp begroo ting voor het dienstjaar 1940 is derhalve f 1.584.559 lager dan dat van de begrooting 1939. O

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 1