Het gevaarlijke wapen Wij lazen voor U van het strooibiljet Het Duitsche vliegtuig boven Limburg Amerika heftig anti-Duitsch" Oorlogsrecht en krijgstucht Auto in het Winschoterdiep Door het dakraam Poolsche duikbootcn in de Oostzee De oude Hindenburg zag reeds het groote gevaar! Moordenaar van vijftien jaar Inzittende om het leven gekomen. In den vorigen nacht om ongeveer twee uur is een personenauto, bestuurd door den ruim 50-jarigen garagehouder G .J. Roggen, uit Sappemeer, in het Winschoterdiep ge reden. Omwonenden en een schipper, die door den slag wakker werden, spoedden zich naar buiten, maar hun hulp kwam te laat. Toen zij den bestuurder, die een diepe hoofdwonde had, uit de cabine van de auto hadden gehaald, bleken de levensgeesten geweken. Dokter de Jong uit Hoogezand kon slechts den dood constateeren. Inbrekers slaan hun slag. Gisternacht heeft men zich via het dak raam toegang verschaft tot het kantoor van een grossierderij in eieren, gevestigd in de Nieuwe Ridderstraat te Amsterdam. Hier werd de brandkast a la sardine ge opend en het geld, een bedag van vijfhon derd gulden, buitgemaakt. In de woning van den winkelier A. J. aan de Oude Vischmarkt te Maastricht is tijdens de afwezigheid der bewoners ingebroken. De dader is eveneens door een dakraam de woning binnengedrongen. Hij heeft alle vertrekken van het huis doorzocht en la den en kasten opengebroken. Er wordt een bedrag van f 1.300.— vermist. De inbreker heeft de woning weer langs het dakraam verlaten. De recherche stelt een onderzoek in. Duitsche regeering betuigt haar leedwezen. De Regeeringspersdienst meldt: Naar aanleiding van het protest, door onze regeering te Berlijn uitgebracht in zake schending van de Nederlandsche neu traliteit door een Duitsch vliegtuig, dat op 8 dezer boven Limburg vloog, is van Duit sche zijde een onderzoek ingesteld. Hierbij is komen vast te staan, dat het gesignaleer de toestel een koeriervliegtuig was, hetwelk een opdracht in de Rijnprovincie had uit te voeren en tengevolge van het nevelachtige weder tijdelijk uit den koers was geraakt De Duitsche regeering heeft aan de Ne derlandsche haar leedwezen over het ge beurde betuigd en medegedeeld dat de pi loot, wijl hij tegen de bestaande instructies gehandeld heeft, bestraft is. Russen zullen maatregelen nemen. Het Russische agentschap Tass be weerde gisteravond, dat Poolsche en andere duikbooten een schuilplaats hebben gevonden in havens van ze kere Oostzee-staten, Verklaard wordt, dat de Sovjetvloot in de Oostzee maat regelen heeft genomen om mogelijke manoeuvres van deze duikbooten te verhinderen. De verklaring zegt, dat den duikbooten een schuilplaats en hulp worden verleend door „zekere regeeringspersonen". De Estlandsche autoriteiten worden ervan beschuldigd, de ontsnapping van, een geïn terneerde Poolsche duikboot te hebben be gunstigd, de „Orzel" Het verslag van deze ontsnapping vindt men elders in dit blad. Estland ontzegt aan deze beschuldiging echter allen grond. Verklaard wordt, dat zich in of bij de Est landsche havens geen duikbooten van oor logvoerende mogendheden bevinden. Ook Letland ontkent. Gisteravond is te Riga een verklaring ge publiceerd, waarin gezegd wordt, dat zich sedert het uitbreken van den DuitschPool- schen oorlog geen buiteniandsche duikboot in de Letlandsche havens of territoriale wa teren bevonden heeft. De kustverdediging werd versterkt, toen de neutraliteit van Let land werd afgekondigd, zoodat het, aldus de verklaring, voor duikbooten volkomen on mogelijk was in de Letlandsche wateren een schuilplaats te zoeken. Voedselvoorziening van bet rundvee door den rijksveeteeUcorisuleni le Alkmaar en den Rijkslandbouw-consulent te Schar/en. Het is thans wel voldoende bekend, dat de voedermiddelen-voorraad, in dezen bedoeld de voorraad kracht voer in Nederland, van dien aard is, dat zuinigheid moet worden betracht In verband hiermede willen wij vóór den aanvang van den staltijd de veehouders nog enkele wenken geven, die hun misschien van nut kunnen zijn. Wij willen beginnen met enkele wenken te hei-halen, welke de Rijkslandbouw-con sulent reeds heeft gegeven. Daar waar zulks maar eenigszins moge lijk is, moet gepoogd worden een of meer perceelen af' te zonderen om nog wat kuil- gras te winnen en/of zoo mogelijk gras be schikbaar te hebben om dit op stal op te voeren, indien de weersomstandigheden in verband met de gesteldheid van den bodem beweiden onmogelijk maken. Bij goed weer op droog land het vee zoolang mogelijk bui ten laten loopen; zoo mogelijk het vee 's nachts opstallen en overdag buiten. Nieuwmelksche koeien zal men natuurlijk eerder moeten stallen dan oudmelksche, droog- en jongvee. Er voor zorgen, dat zoo weinig mogelijk gras wordt vertrapt. Een ieder overwege dus middelen om al naar omstandigheden een zoo lang en economisch mogelijk gebruik van de weide te maken. Men poge de voorraad ruvvvoedermidde- len, indien noodig, te vergrooten. De hooi oogst is ten gevolge van de weersomstan digheden over het algemeen teleurstellend geweest, gelukkig is op veel plaatsen in Aug. en Sept. nogal wat hooi gewonnen, alsmede kuilgras. Toch stellen wij ons voor, dat vele be drijven, vooral bij een beperking van het krachtvoer, nog wel wat ruw'voer kunnen gebruiken. Wij willen er de aandacht op vestigen, dat vele streken in N.-Holland met zuivere weidebedrijven begrensd worden door akkerbouw- en tuinbouwgebieden en dientengevolge in de gelegenheid zijn, ver schillende soorten ruwe voermiddeien aan te schaffen. Wij denken hierbij o.m. aan producten der akkerbouw, als stroo, kaf, suikerbietenkop en -blad, voerbietcn. aardap pelen; aan producten van den tuinbouw, tulpen en koolsoorten. Akkerbouwbedrijven, die geen of een kleine veebezetting hebben, te klein om de afvalproducten zelf te be nutten willen wij hierbij in verband met de schaarschte aan veevoer, er op wijzen, deze voedermiddelen niet onder te ploegen. Het belang van het behoud dezer producten als veevoer is thans veel grootcr van bcteekc- nis als bemesting. Wij willen eenige van bovengenoemde voedermiddelen hier kort de revue laten passeeren, wat betreft hun beteekenis als veevoer. Suikerbietenkop en -blad. Wanneer de bieten bij goed weer geoogst zijn en het voer schoon is, is het een best voedermid del, nog betrekkelijk eiwitrijk. Een praktijk- oogst wordt geschat op 20.000 kg. per H.A. en levert dan op pl.m. 3S80 Kg. droge stof. pl.m. 200 kg. vert. ruw eiwit en pl.m. 121G zetmeelwaarde. Dit product kan zeer goed ingekuild wor den, met en zonder A.I.V.-zuur. Wij stellen ons voor, dat de veehouders die bietenkop en -blad versch koopen en zelf zorgen voor opladen en vervoer en thuis inkuilen, ook is het denkbaar, dat de bouwboer het voor- loopig inkuilt en later als gekuild product aflevert. Over byzonderheden, wat betreft het in kuilen, is een circulaire bij ons te verkrij gen. Ingekuilde bietenkop en -blad is een goed. voedermiddel voor paarden, en rund vee (melkvee, mestvee, jongvee). Natuurlijk kan men ook een deel versch opvoeren in het land. Een rantsoen bestaande uit bijv. pl.m. 10 kg. goed hooi en 25 kg. ingekuild bictenblad en kop bevat voldoende voeding voor een koe van 550 Kg. lev. gewicht en een produc tie van pl.m. 10 L. melk met een vetgehalte van 3.50 a 375 Wij zullen ons verder niet in rantsoenen verdiepen, een ieder kan zich ter gelegenheid hiervoor tot ons wenden. Koolsoorten. Momenteel is er vrij veel zgn. „inmaakkool" te verkrijgen, welke door gedraaid is. Wij vernemen een prijs van 20 ct. per 100 kg. hetgeen per eenheid zetmeel waarde niet duur is. De samenstelling der verschillende kool soorten ontloopt elkaar niet veel. het vocht gehalte is buitengewoon hoog, meer dan 90 het vert. ruweiwitgehalte pl.m. 1.35 en de zetmeelwaarde pl.m. 7 a 8. Dit zijn cijfers omtrent z.g. „bewaarkool", die van de z.g. inmaakkool, die veel minder duurzaam schijnt te zijn, zijn wellicht iets lager. Deze kool is natuurlijk versch in het land te voeren, maar de groote massa is zonder meer niet houdbaar. De opzet of bewaar kool komt omstreeks begin Nov. en laat zich gemakkelijk bewaren. Zij, die besluiten inmaakkool aan te schaffen, dienen deze na hakselen met den bietensnijdcr (mecha nische aandrijving) te ensileercn in een Silo. onder toevoeging van A.I.V.-zuur. Hiervan 8 L. verdund zuur per 200 Kg. gehakselde kool. Voor 10.000 Kg. kool is dus noodig 1 flesch zuur van 60 L. Hierbij 420 L. wafel en dan is beschikbaar 4S0 L. verdund zuur. Hiermede te behandelen 60 x 200 is 12000 Kg. koolhaksel. Een prima drainage is door het hooge vochtgehalte noodzakelijk. Een snel werk tempo is zeer gewenscht. afdekking pl.m. 60 c.M. zand. Tijdens het inkuilen vast aan trappen (Voorschriften A.T.V. methode van inkuilen kosteloos verkrijgbaar). Êloembollen. Niet onmogelijk is het dat ook bloembollen, z.g. surplushollen als veevoer beschikbaar komen. Het gaat hier vrijwel uitsluitend om tulpen. Narcis sen en hyacinthen zijn als veevoer on bruikbaar. Evenals aardappelen ontleenen tulpen hun voedingswaarde vrijwel enkel aan de zetmeelachtige stoffen, het eiwit gehalte is zeer laag. Ze laten zich, evenals aardappelen op gewone wijze zeer goed in kuilen. Het verschil met aardanpelen is. dat het drogestofgehalte aanmerkelijk bon ger is, aardappelen 25 en tulpen 40 Als ingekuild product is het verschil veel geringer. Ingekuilde rauwe aardannelen 44 net. drogestof. 33 z. w. en ingekuilde tulpen 42 z. w. 31. liet gehalte aan verteerbaar eiwitachtige stoffen van ingekuilde tulpen is honger dan van aardappelen. Wij vestigen er de aandacht on, dat bii het Veevoeder Bureau. Landbouwhuis, Alk maar. circulaires verkrijgbaar zijn. over de voedingswaarde en het gebruik van aard appelen, suikerbietenkop en -blad, tulpen WIE ZAL DEN PAPIEREN OORLOG WINNEN? Engeland organiseerde reeds te gen het einde van den vorigen oorlog de pamlletverspreiding op grooten schaal. Velen, aldus schrijft men aan de N.R.Ct., zullen zioh in de laatste dagen hebben af gevraagd, welk doel de Engelschen trach ten te bereiken, nu zij door middel van hun vliegtuigen strooibiljetten in millioenen exemplaren over het Duitsche land uitwer pen. Men verwachtte bombardementen op strategisch belangrijke punten, veronder stelde, dat nu maar onmiddellijk honderden vliegtuigen in formatie vliegend een lucht- raid op Berlijn zouden ondernemen. Men haalde zich den modern oorlog in al zijn verschrikkingen voor den geest. Maar in plaats van brisantbommen komen er strooi biljetten in ontzaglijke hoeveelheden uit de lucht vallen. Toch behoeft dit feit niemand te verba zen. Was het voor vele deskundigen volko men duidelijk, dat de Engelschen op ruime schaal van dit middel gebruik zouden ma ken, ook voor diegenen, die zich den oorlog Tot vijf jaar veroordeeld. De Raad van Justitie te Soerabaja deed uitspraak in de zaak tegen den 15-jarigen Europeeschen knaap A. R. H., woonachtig te Kedoeroes, die de vorige week in een zitting met gesloten deuren terecht stond wegens „moord", subsidiair „doodslag", aldus de „Ind. Crt.". De Raad verklaarde bekl. schuldig aan doodslag en veroordeelde hem deswege con form den eisch van het O. M. tot een ge vangenisstraf van vijf jaar onder aftrek van preventief. Bekl.'s verdediger teekende onmiddellijk revisie tegen het vonnis aan. Deelname aan den oorlog zou slechts kwestie van tijd zijn. Yakichiro Suma, vroeger raadsheer van de Japansche ambassade te Washington, heeft bij zijn aankomst te Yokohama ver klaard: „Op het oogenblik is men in Ameri ka zeer verontrust over den toestand in Europa. In tegenstelling met 1914 zijn de Amerika nen uitgesproken anti-Duitsch en omdat zij een emotioneel volk zijn, meen ik, dat het alleen een kwestie van tijd zal zijn, alvorens de Vereenigde Staten zich in het Europee- sche conflict mengen. Wat de betrekkingen tusschcn Japan en de Vereenigde Staten be treft, geloof ik niet, dat een voorloopige op lossing wenschelijk is. Ik zou gaarne zien, dat men in Japan de Amerikanen beter zou begrij pen. 19141918 nog herinneren, zullen deze luchtaanvallen met papier geen nieuwtje zijn. De Engelschen gebruikten dit middel toch reeds op doeltreffende wijze in den wereld oorlog en al bracht de wapenstilstand een einde aan de op grooten voet opgestelde plannen, toch waren zij reeds zoover met hun organisatie gekomen, dat zij klaar wa ren voor een maandelijksche productie van 12.000.000 exemplaren. Om een duidelijk begrip te verkrijgen van het nut van deze „munitie van papier" is het goed eerst de uitspraak van von Bülow aan te halen: „Het doel van den bombarde mentsvlieger is verwoesting, verwarring als mede de verzwakking van den moreelen weerstand van den vijand". Wat de bur gerbevolking betreft, daar zal in het bijzon der het laatste op den voorgrond treden. Vooral de Engelschen huldigen deze mee- nine. hoewel de totale verwoesting van s>pe ciaal voor de burgerbevolking belangrijke objecten ook op het moreel een gevoeligen terugslag eeeft. Zoo zal een storing in de watervoorziening de weerstandskracht van de bevolking sterk influenceeren. Het belangrijke wapen van het strooibiljet. Naast de bom in al haar verscheidenheid waarvan de uitwerking op het moreel van zoo groote beteekenis is, neemt een nieuw wapen echter een steeds belangrijker wor dende plaats in: het strooibiljet. Zeer in 't bijzonder is dit wapen geschikt voor de bur gerbevolking. De troep is door haar samen hang en discipline beter beschermd tegen dit wapen, waarbij komt dat de controle en bestrijding gemakkelijker zijn uit te voeren Voor de burgers gelden deze overwegingen in het geheel niet. Dat men in een toe- komstigen oorlog met het gedrukte woord, het beeld (de techniek van vervalsching is zeer hoog ontwikkeld) en de caricatuur als strijdmiddelen moest rekening houden be wezen de oorlogen in Spanje en China wel, waar herhaaldelijk strooibiljetten boven grootere plaatsen werden uitgeworpen. Het resultaat hiervan is niet gemakkelijk na te gaan, daar in beide landen met een groot aantal analphabeten rekening moest worden gehouden. Leerrijker zijn daarom de gebeurtenissen uit den wereldoorlog, waar zooals reeds vermeld, deze „Papieroorlog" door beide partijen met élan werd gevoerd. Friedrich Felger maakt daar op interes sante wijze meld'ing van in zijn werk: „Was wir vom Weltkrieg nicht wissen." De eerste aanvallen met papier op de Duitschers wa ren primitief, het Duitsch was slecht en de uitwerking was eerder van vroolijken aard dan opwindend. Ook de middelen waarmee de biljetten verspreid werden, waren nog ge brekkig. Het vliegtuig bracht hier echter verandering in. Reeds in Mei 1915 begon nen de Fransche vliegers hiermee. De Oos tenrijkers gebruikten tegen de Russen het zelfde middel. Vliegerkranten. Toen echter de vijand op systema tische wijze bewerkt werd, presteer den de Engelscbe vliegers het meest op dit gebied. Regelmatig als de „post" voerden zij de „vliegerkrant" aan. De Engel- sche krijgsgevangenschap werd voor de soldaten als een paradijs voorge steld en hierdoor werd het overloo- pen aangemoedigd. Welke resultaten deze propaganda had, blijkt wel het duidelijkst uit den maatregel, welke de Duitsche legerleiding hiertegenover moest stellen. Elke vijandelijke vlieger, die propaganda-materiaal verspreid de, zou bij gevangenneming, in te genstelling met alle andere vliegers standrechtelijk doodgeschoten wor den. Het gevolg van deze bepaling was dat de Engetechen ballonnen oplieten, welke door den wind in vijandelijke richtig afdreven en na verloop van eenige uren door middel van een verloop een groot aantal strooibil jetten loslieten. Dank zij een goeden me- teorologischen dienst, kon de richting vrij nauwkeurig worden bepaald. Tegen het einde van den oorlog werden afstanden van 600 k.m. bereikt op een hoogte van 1500—1800 m. De verspreiding met vliegtuigen atond echter niet geheel stil. Einde October 1918 waren de voorbereidingen der Engelschen reeds zoo ver, dat zij zeer binnenkort het geheele binnenland van Duitschland konden bereiken. De inhoud van deze biljetten was van velerlei soort. Onjuiste berichten over de krijgsverrichtingen, mededeelingen hoe goed de verzorging in eigen kamp wel was, betoogen. welke het nuttelooze van langer weerstand te bieden, bewezen enz. Zeer in zwang was verder de vijandelijke kranten te vervalschen en dan uit te strooien. Later gingen de legervliegers omhoog om door middel van zelf gemaakte strooibiljetten het tegengif toe te dienen. Hindenburg werd het te hart Hindenburg heeft indertijd op deze wijze een oproep gedaan om toch ondanks alle verleidelijke aanbiedingen van den vijand stand te houden. Bij aavallen met brisant- en brandbommen en zelfs ten deele bij gebruik van strijdgas sen is de schade en het verlies te overzien. Daarom is het naar verhouding gemakke lijk, snelle en werkzame beschermingsmid delen hiertegen te vinden. Hoe geheel anders is de situatie echter bij het systematisch gebruik van strooibiljetten door den vijand. De mogelijke schade het sluipen de gif van de moreele besmetting is moeilijk vast te stellen, moeilijk te overzien en alleen daardoor reeds moeilijk te bestrijden. Hier helpt nóch water, nóch zand en ook de in het republikeinsche Spanje gedane poging om voor het oprapen der biljetten zware straf fen te bepalen, is mislukt. Premiesl Ook de Duitsche legerleiding erkende in den wereldoorlog het gevaar. Voor het eer ste strooibiljet werd aan de soldaten 3 Mark betaald, voor elk ander 30 pfennig. Toch bleven vele biljetten in het bezit van de soldaten, die deze in hun brieven of met verlof verder het land weder invoerden. Hun propagandistisch werk aan het front hadden zij dan al gedaan. In Juni en Juli werden door de Engel schen resp. 1.689.000 en 2.172.000 strooibil jetten afgeworpen. Hiervan werden resp. in geleverd 120.000 en 300.000. Indien de Engelschen in 1918 hun plan nen nog ten uitvoer hadden kunnen bren gen, dan hadden zij, volgens Duitsche des kundigen, in het miurw maken van het Duit sche volk zeer grooten voortgang gemaakt. De Engelschen hebben dus onmiddellijk en wel het allereerst naar het oude wapen gegrepen en gebruiken het tot in alle per fectie. In een fantastisch aantal exempla ren wordt het strooibiljet boven het Duit sche grondgebied rondgestrooid. De tijd zal leeren of zij er eenig succes mee kunnen bereiken. MACHT OF RECHT? De Maasbode (r.k.) schrijft in een artikel over „Het recht tot oorlog'' o.m.: Het worde herhaald: de oorlog is niet een rechts- strijd, hij is slechts een machts-strijd. En uiteindelijk zegeviert niet het recht, maar alleen de macht, zelfs wan neer het recht aan de zijde van de overwinnende macht staat. Want deze overwint niet, gelijk hij, die voor een rechterstoel staat, omdat hij echt beeft, maar alleen om dat hij de macht heeft. Het hedendaagsche oor logsrecht bepaalt dan ook niets, wanneer men al thans de vergeelde bladen, waarop het Handvest van den Volkenbond in 1919 neer geschreven werd, zuchtend terzijde legt met 'n: „es war zu schön gewesen" om trent het recht tot oorlog. Terecht kon daarom Struyc- ken in het najaar van 1914 zeggen: „Hoe krachtig toch ook moralisten en juristen eeu wen lang vasthielden aan de onderscheiding tusschen den rechtvaardigen en den on- rcchtvaardigen oorlog, eenig practisch gevolg was daar aan nimmer verbonden; de werkelijkheid èn van den oorlog èn van het oorlogs- •eeht ging de onderscheiding ongemerkt voorbij. Laat vast staan, wie de partijen zijn recht handhaaft, wie onrecht pleegt, wat haat die weten schap? Slaat uw volkenrech telijk handboek op, slaat op de talrijke traktaten, in de beide Vredes-conferentiën gewrocht, nergens vindt men ook maar met één woord eenig gevolg aan die tegen stelling verbonden. Willekeur van één beslist, of er oorlog zal zijn, en is de oorlog eenmaal uitaebroken, dan behandelt 't oorlogsrecht den onverlaat, die uit baat- zucht het recht op de grofste wijze schendt, geheel op de zelfde wijze als het volk, dat noodgedrongen tot verdedi ging zijner heiligste rechten naar de wapenen grijpt". En wij, neutralen, mogen wij zelfs maar een oordeel uitspreken? Individueel mis schien nog wel, al wordt het uit vrees voor mogelijke gevolgen, toch wel sterk ont raden! maar de Staten, de Begeeringen mogen het zeker niet. Denk aan de ernstige ver maning, in de Troonrede van September 1914, tot ons volk gericht: „Met vertrouwen", zoo sprak de Koningin, „doe Ik een heroep op allen, om ook in handel en verkeer met zorgvuldigheid alles te vermijden, wat onze neutra liteit in gevaar zou kunnen brengen. Waar ons volksbe staan eischt, dat de buiten iandsche handel, voor zoover de omstandigheden toelaten, doorgaat, behoort ieder han delaar zich bewust te zijn, dat zelfs de schijn behoort vermeden te worden, als zou in en door den Nederlandschen handel partij worden getrokken voor één der oorlogvoerende Mogend heden boven andere". Men vraagt: Al vindt dan het recht, tot oorlog geen er kenning meer. is er dan, na rte Declaratie van Parijs in 1856, na de heide Haagsche Vredesconferenties van 1899 en 1907, na de Londensche Conventie van 1908, is er na dit alles tenminste nog spra ke van het recht in den oor log, een recht, dat de bellige- rente bevolkingen beschermt en de rechten der neutralen vaststelt? Sprake, ja. Maar I OVER KRIJGSTUCHT. Het Volk (s.d.a.p.) maakt eenige aanteekeningen bij een in „De Militaire Specta tor" verschenen opstel van den reserve-majoor der infan terie E. P. Weber over „De discipline in ons leger". Als ideaal ziet de schrijver, aldus het Volk, die hier aan het woord is. de handhaving van een militaire tucht, die hooge en strenge eischen stelt. Letten op kleinigheden en op zijn tijd „een krachtig woord, dat als een operatie mes de smetstof uitsnijdt". Majoor Weher acht dit door hem gestelde oogmerk zeer wel ook met den Nederland schen soldaat te bereiken en beroept zich voor deze stel ling on de arbeidstucht, die bij onze groote ondernemin gen heerscht. Deze laatste onmeCking raakt de kern van het pro bleem. Waarom zou de ar beider, die zich in de fa- hrieksorde behoorlijk ge draagt. ook niet aan een goe de militaire orde kunnen worden gewend? Inderdaad, er is geen enkele reden, waarom dit niet zoo zou ziin en toch heeft de schrijver in „De Militaire Spectator" stof tot nogal bitter klinkende klachten. Hef wil ons voor komen, dat het voor allen, die zich in dit vraagstuk wil len verdiepen, aanbeveling verdient twee gezichtspunten in het oog te houden. Beide zijn van sociaal-psychologi- schen aard. Allereerst mag men nim mer vergeten, dat de arbei der, die in de fabriek werkt, zulks doet met de weten schap, dat hij daarmede een handeling verricht, die strekt tot de instandhouding en opbouw van zijn gezin. De gemobiliseerde soldaat daarentegen verricht zijn dienst in het vooruitzicht, dat ieder oogenblik van hem kan worden gevorderd, dat hij het hoogste, dat hij bezit zijn eigen leven ten offer zal brengen, waarbij zich in tallooze gevallen de zorg voegt voor een huisgezin, dat met ernstige materieele moei lijkheden te kampen heeft, voor een studie, die onder broken werd, voor een be staansmogelijkheid, die hij langzaam ziet wegkwijnen. Daarnaast is dan nog de or- de-handhavig in het bedrijfs leven naar den vorm veelal al een aanmerkelijk mildere dan die welke bij de weer macht pleegt te worden toe gepast. Deze levcnsworkclijkheden verleenen aan de bevelvoe ring in een gemobiliseerd le ven een hijzonder delicaat karakter. Zij laten zich niet straffeloos negeeren. Maar hun verdisconteering in de handhaving eener goede krijgstucht, waarvan wij de noodzaak ten volle aanvaar den, vereischt grondige psy chologische scholing, een rui me dosis gezonde menschelij- ken zin, en begrip voor het geen in de burgermaatschap pij leeft. Het wil ons voorko men, zoo besluit het soc.-dem. orgaan, dat aan het aan- kweeken van deze drie eigenschappen niet. steeds voldoende aandacht is en wordt geschonken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 8