Het gevaarlijke wapen
Wij lazen voor U
van het strooibiljet
Het Duitsche vliegtuig
boven Limburg
Amerika heftig
anti-Duitsch"
Oorlogsrecht en krijgstucht
Auto in het Winschoterdiep
Door het dakraam
Poolsche duikbootcn in
de Oostzee
De oude Hindenburg zag
reeds het groote gevaar!
Moordenaar van vijftien jaar
Inzittende om het leven gekomen.
In den vorigen nacht om ongeveer twee
uur is een personenauto, bestuurd door den
ruim 50-jarigen garagehouder G .J. Roggen,
uit Sappemeer, in het Winschoterdiep ge
reden. Omwonenden en een schipper, die
door den slag wakker werden, spoedden
zich naar buiten, maar hun hulp kwam te
laat. Toen zij den bestuurder, die een diepe
hoofdwonde had, uit de cabine van de auto
hadden gehaald, bleken de levensgeesten
geweken.
Dokter de Jong uit Hoogezand kon slechts
den dood constateeren.
Inbrekers slaan hun slag.
Gisternacht heeft men zich via het dak
raam toegang verschaft tot het kantoor
van een grossierderij in eieren, gevestigd
in de Nieuwe Ridderstraat te Amsterdam.
Hier werd de brandkast a la sardine ge
opend en het geld, een bedag van vijfhon
derd gulden, buitgemaakt.
In de woning van den winkelier A. J. aan
de Oude Vischmarkt te Maastricht is tijdens
de afwezigheid der bewoners ingebroken.
De dader is eveneens door een dakraam
de woning binnengedrongen. Hij heeft alle
vertrekken van het huis doorzocht en la
den en kasten opengebroken. Er wordt een
bedrag van f 1.300.— vermist. De inbreker
heeft de woning weer langs het dakraam
verlaten. De recherche stelt een onderzoek
in.
Duitsche regeering betuigt haar
leedwezen.
De Regeeringspersdienst meldt:
Naar aanleiding van het protest, door
onze regeering te Berlijn uitgebracht in
zake schending van de Nederlandsche neu
traliteit door een Duitsch vliegtuig, dat op
8 dezer boven Limburg vloog, is van Duit
sche zijde een onderzoek ingesteld. Hierbij
is komen vast te staan, dat het gesignaleer
de toestel een koeriervliegtuig was, hetwelk
een opdracht in de Rijnprovincie had uit te
voeren en tengevolge van het nevelachtige
weder tijdelijk uit den koers was geraakt
De Duitsche regeering heeft aan de Ne
derlandsche haar leedwezen over het ge
beurde betuigd en medegedeeld dat de pi
loot, wijl hij tegen de bestaande instructies
gehandeld heeft, bestraft is.
Russen zullen maatregelen nemen.
Het Russische agentschap Tass be
weerde gisteravond, dat Poolsche en
andere duikbooten een schuilplaats
hebben gevonden in havens van ze
kere Oostzee-staten, Verklaard wordt,
dat de Sovjetvloot in de Oostzee maat
regelen heeft genomen om mogelijke
manoeuvres van deze duikbooten te
verhinderen.
De verklaring zegt, dat den duikbooten
een schuilplaats en hulp worden verleend
door „zekere regeeringspersonen".
De Estlandsche autoriteiten worden ervan
beschuldigd, de ontsnapping van, een geïn
terneerde Poolsche duikboot te hebben be
gunstigd, de „Orzel" Het verslag van deze
ontsnapping vindt men elders in dit blad.
Estland ontzegt aan deze beschuldiging
echter allen grond.
Verklaard wordt, dat zich in of bij de Est
landsche havens geen duikbooten van oor
logvoerende mogendheden bevinden.
Ook Letland ontkent.
Gisteravond is te Riga een verklaring ge
publiceerd, waarin gezegd wordt, dat zich
sedert het uitbreken van den DuitschPool-
schen oorlog geen buiteniandsche duikboot
in de Letlandsche havens of territoriale wa
teren bevonden heeft. De kustverdediging
werd versterkt, toen de neutraliteit van Let
land werd afgekondigd, zoodat het, aldus
de verklaring, voor duikbooten volkomen on
mogelijk was in de Letlandsche wateren een
schuilplaats te zoeken.
Voedselvoorziening van bet rundvee
door den rijksveeteeUcorisuleni le Alkmaar
en den Rijkslandbouw-consulent te
Schar/en.
Het is thans wel voldoende bekend,
dat de voedermiddelen-voorraad, in
dezen bedoeld de voorraad kracht
voer in Nederland, van dien aard is,
dat zuinigheid moet worden betracht
In verband hiermede willen wij
vóór den aanvang van den staltijd
de veehouders nog enkele wenken
geven, die hun misschien van nut
kunnen zijn.
Wij willen beginnen met enkele wenken
te hei-halen, welke de Rijkslandbouw-con
sulent reeds heeft gegeven.
Daar waar zulks maar eenigszins moge
lijk is, moet gepoogd worden een of meer
perceelen af' te zonderen om nog wat kuil-
gras te winnen en/of zoo mogelijk gras be
schikbaar te hebben om dit op stal op te
voeren, indien de weersomstandigheden in
verband met de gesteldheid van den bodem
beweiden onmogelijk maken. Bij goed weer
op droog land het vee zoolang mogelijk bui
ten laten loopen; zoo mogelijk het vee
's nachts opstallen en overdag buiten.
Nieuwmelksche koeien zal men natuurlijk
eerder moeten stallen dan oudmelksche,
droog- en jongvee. Er voor zorgen, dat zoo
weinig mogelijk gras wordt vertrapt. Een
ieder overwege dus middelen om al naar
omstandigheden een zoo lang en economisch
mogelijk gebruik van de weide te maken.
Men poge de voorraad ruvvvoedermidde-
len, indien noodig, te vergrooten. De hooi
oogst is ten gevolge van de weersomstan
digheden over het algemeen teleurstellend
geweest, gelukkig is op veel plaatsen in
Aug. en Sept. nogal wat hooi gewonnen,
alsmede kuilgras.
Toch stellen wij ons voor, dat vele be
drijven, vooral bij een beperking van het
krachtvoer, nog wel wat ruw'voer kunnen
gebruiken. Wij willen er de aandacht op
vestigen, dat vele streken in N.-Holland met
zuivere weidebedrijven begrensd worden
door akkerbouw- en tuinbouwgebieden en
dientengevolge in de gelegenheid zijn, ver
schillende soorten ruwe voermiddeien aan
te schaffen. Wij denken hierbij o.m. aan
producten der akkerbouw, als stroo, kaf,
suikerbietenkop en -blad, voerbietcn. aardap
pelen; aan producten van den tuinbouw,
tulpen en koolsoorten. Akkerbouwbedrijven,
die geen of een kleine veebezetting hebben,
te klein om de afvalproducten zelf te be
nutten willen wij hierbij in verband met de
schaarschte aan veevoer, er op wijzen, deze
voedermiddelen niet onder te ploegen. Het
belang van het behoud dezer producten als
veevoer is thans veel grootcr van bcteekc-
nis als bemesting.
Wij willen eenige van bovengenoemde
voedermiddelen hier kort de revue laten
passeeren, wat betreft hun beteekenis als
veevoer.
Suikerbietenkop en -blad. Wanneer de
bieten bij goed weer geoogst zijn en het
voer schoon is, is het een best voedermid
del, nog betrekkelijk eiwitrijk. Een praktijk-
oogst wordt geschat op 20.000 kg. per H.A.
en levert dan op pl.m. 3S80 Kg. droge stof.
pl.m. 200 kg. vert. ruw eiwit en pl.m. 121G
zetmeelwaarde.
Dit product kan zeer goed ingekuild wor
den, met en zonder A.I.V.-zuur. Wij stellen
ons voor, dat de veehouders die bietenkop
en -blad versch koopen en zelf zorgen voor
opladen en vervoer en thuis inkuilen, ook is
het denkbaar, dat de bouwboer het voor-
loopig inkuilt en later als gekuild product
aflevert.
Over byzonderheden, wat betreft het in
kuilen, is een circulaire bij ons te verkrij
gen. Ingekuilde bietenkop en -blad is een
goed. voedermiddel voor paarden, en rund
vee (melkvee, mestvee, jongvee). Natuurlijk
kan men ook een deel versch opvoeren in
het land.
Een rantsoen bestaande uit bijv. pl.m. 10
kg. goed hooi en 25 kg. ingekuild bictenblad
en kop bevat voldoende voeding voor een
koe van 550 Kg. lev. gewicht en een produc
tie van pl.m. 10 L. melk met een vetgehalte
van 3.50 a 375 Wij zullen ons verder niet
in rantsoenen verdiepen, een ieder kan zich
ter gelegenheid hiervoor tot ons wenden.
Koolsoorten. Momenteel is er vrij veel
zgn. „inmaakkool" te verkrijgen, welke door
gedraaid is. Wij vernemen een prijs van 20
ct. per 100 kg. hetgeen per eenheid zetmeel
waarde niet duur is.
De samenstelling der verschillende kool
soorten ontloopt elkaar niet veel. het vocht
gehalte is buitengewoon hoog, meer dan
90 het vert. ruweiwitgehalte pl.m. 1.35 en
de zetmeelwaarde pl.m. 7 a 8. Dit zijn cijfers
omtrent z.g. „bewaarkool", die van de z.g.
inmaakkool, die veel minder duurzaam
schijnt te zijn, zijn wellicht iets lager. Deze
kool is natuurlijk versch in het land te
voeren, maar de groote massa is zonder
meer niet houdbaar. De opzet of bewaar
kool komt omstreeks begin Nov. en laat
zich gemakkelijk bewaren. Zij, die besluiten
inmaakkool aan te schaffen, dienen deze
na hakselen met den bietensnijdcr (mecha
nische aandrijving) te ensileercn in een Silo.
onder toevoeging van A.I.V.-zuur. Hiervan 8
L. verdund zuur per 200 Kg. gehakselde
kool. Voor 10.000 Kg. kool is dus noodig 1
flesch zuur van 60 L. Hierbij 420 L. wafel
en dan is beschikbaar 4S0 L. verdund zuur.
Hiermede te behandelen 60 x 200 is 12000
Kg. koolhaksel.
Een prima drainage is door het hooge
vochtgehalte noodzakelijk. Een snel werk
tempo is zeer gewenscht. afdekking pl.m. 60
c.M. zand. Tijdens het inkuilen vast aan
trappen (Voorschriften A.T.V. methode van
inkuilen kosteloos verkrijgbaar).
Êloembollen. Niet onmogelijk is
het dat ook bloembollen, z.g. surplushollen
als veevoer beschikbaar komen. Het gaat
hier vrijwel uitsluitend om tulpen. Narcis
sen en hyacinthen zijn als veevoer on
bruikbaar. Evenals aardappelen ontleenen
tulpen hun voedingswaarde vrijwel enkel
aan de zetmeelachtige stoffen, het eiwit
gehalte is zeer laag. Ze laten zich, evenals
aardappelen op gewone wijze zeer goed in
kuilen. Het verschil met aardanpelen is.
dat het drogestofgehalte aanmerkelijk bon
ger is, aardappelen 25 en tulpen 40
Als ingekuild product is het verschil veel
geringer. Ingekuilde rauwe aardannelen 44
net. drogestof. 33 z. w. en ingekuilde tulpen
42 z. w. 31. liet gehalte aan verteerbaar
eiwitachtige stoffen van ingekuilde tulpen
is honger dan van aardappelen.
Wij vestigen er de aandacht on, dat bii
het Veevoeder Bureau. Landbouwhuis, Alk
maar. circulaires verkrijgbaar zijn. over de
voedingswaarde en het gebruik van aard
appelen, suikerbietenkop en -blad, tulpen
WIE ZAL DEN PAPIEREN OORLOG
WINNEN?
Engeland organiseerde reeds te
gen het einde van den vorigen
oorlog de pamlletverspreiding op
grooten schaal.
Velen, aldus schrijft men aan de N.R.Ct.,
zullen zioh in de laatste dagen hebben af
gevraagd, welk doel de Engelschen trach
ten te bereiken, nu zij door middel van hun
vliegtuigen strooibiljetten in millioenen
exemplaren over het Duitsche land uitwer
pen. Men verwachtte bombardementen op
strategisch belangrijke punten, veronder
stelde, dat nu maar onmiddellijk honderden
vliegtuigen in formatie vliegend een lucht-
raid op Berlijn zouden ondernemen. Men
haalde zich den modern oorlog in al zijn
verschrikkingen voor den geest. Maar in
plaats van brisantbommen komen er strooi
biljetten in ontzaglijke hoeveelheden uit de
lucht vallen.
Toch behoeft dit feit niemand te verba
zen. Was het voor vele deskundigen volko
men duidelijk, dat de Engelschen op ruime
schaal van dit middel gebruik zouden ma
ken, ook voor diegenen, die zich den oorlog
Tot vijf jaar veroordeeld.
De Raad van Justitie te Soerabaja deed
uitspraak in de zaak tegen den 15-jarigen
Europeeschen knaap A. R. H., woonachtig te
Kedoeroes, die de vorige week in een zitting
met gesloten deuren terecht stond wegens
„moord", subsidiair „doodslag", aldus de
„Ind. Crt.".
De Raad verklaarde bekl. schuldig aan
doodslag en veroordeelde hem deswege con
form den eisch van het O. M. tot een ge
vangenisstraf van vijf jaar onder aftrek van
preventief.
Bekl.'s verdediger teekende onmiddellijk
revisie tegen het vonnis aan.
Deelname aan den oorlog zou
slechts kwestie van tijd zijn.
Yakichiro Suma, vroeger raadsheer van
de Japansche ambassade te Washington,
heeft bij zijn aankomst te Yokohama ver
klaard: „Op het oogenblik is men in Ameri
ka zeer verontrust over den toestand in
Europa.
In tegenstelling met 1914 zijn de Amerika
nen uitgesproken anti-Duitsch en omdat zij
een emotioneel volk zijn, meen ik, dat het
alleen een kwestie van tijd zal zijn, alvorens
de Vereenigde Staten zich in het Europee-
sche conflict mengen. Wat de betrekkingen
tusschcn Japan en de Vereenigde Staten be
treft, geloof ik niet, dat een voorloopige op
lossing wenschelijk is. Ik zou gaarne zien,
dat men in Japan de Amerikanen beter zou
begrij pen.
19141918 nog herinneren, zullen deze
luchtaanvallen met papier
geen nieuwtje
zijn.
De Engelschen gebruikten dit middel toch
reeds op doeltreffende wijze in den wereld
oorlog en al bracht de wapenstilstand een
einde aan de op grooten voet opgestelde
plannen, toch waren zij reeds zoover met
hun organisatie gekomen, dat zij klaar wa
ren voor een maandelijksche productie van
12.000.000 exemplaren.
Om een duidelijk begrip te verkrijgen van
het nut van deze „munitie van papier" is
het goed eerst de uitspraak van von Bülow
aan te halen: „Het doel van den bombarde
mentsvlieger is verwoesting, verwarring als
mede de verzwakking van den moreelen
weerstand van den vijand". Wat de bur
gerbevolking betreft, daar zal in het bijzon
der het laatste op den voorgrond treden.
Vooral de Engelschen huldigen deze mee-
nine. hoewel de totale verwoesting van s>pe
ciaal voor de burgerbevolking belangrijke
objecten ook op het moreel een gevoeligen
terugslag eeeft. Zoo zal een storing in de
watervoorziening de weerstandskracht van
de bevolking sterk influenceeren.
Het belangrijke wapen van het
strooibiljet.
Naast de bom in al haar verscheidenheid
waarvan de uitwerking op het moreel van
zoo groote beteekenis is, neemt een nieuw
wapen echter een steeds belangrijker wor
dende plaats in: het strooibiljet. Zeer in 't
bijzonder is dit wapen geschikt voor de bur
gerbevolking. De troep is door haar samen
hang en discipline beter beschermd tegen
dit wapen, waarbij komt dat de controle en
bestrijding gemakkelijker zijn uit te voeren
Voor de burgers gelden deze overwegingen
in het geheel niet. Dat men in een toe-
komstigen oorlog met het gedrukte woord,
het beeld (de techniek van vervalsching is
zeer hoog ontwikkeld) en de caricatuur als
strijdmiddelen moest rekening houden be
wezen de oorlogen in Spanje en China wel,
waar herhaaldelijk strooibiljetten boven
grootere plaatsen werden uitgeworpen.
Het resultaat hiervan is niet gemakkelijk
na te gaan, daar in beide landen met een
groot aantal analphabeten rekening moest
worden gehouden. Leerrijker zijn daarom de
gebeurtenissen uit den wereldoorlog, waar
zooals reeds vermeld, deze „Papieroorlog"
door beide partijen met élan werd gevoerd.
Friedrich Felger maakt daar op interes
sante wijze meld'ing van in zijn werk: „Was
wir vom Weltkrieg nicht wissen." De eerste
aanvallen met papier op de Duitschers wa
ren primitief, het Duitsch was slecht en de
uitwerking was eerder van vroolijken aard
dan opwindend. Ook de middelen waarmee
de biljetten verspreid werden, waren nog ge
brekkig. Het vliegtuig bracht hier echter
verandering in. Reeds in Mei 1915 begon
nen de Fransche vliegers hiermee. De Oos
tenrijkers gebruikten tegen de Russen het
zelfde middel.
Vliegerkranten.
Toen echter de vijand op systema
tische wijze bewerkt werd, presteer
den de Engelscbe vliegers het
meest op dit gebied.
Regelmatig als de „post" voerden
zij de „vliegerkrant" aan. De Engel-
sche krijgsgevangenschap werd voor
de soldaten als een paradijs voorge
steld en hierdoor werd het overloo-
pen aangemoedigd.
Welke resultaten deze propaganda
had, blijkt wel het duidelijkst uit
den maatregel, welke de Duitsche
legerleiding hiertegenover moest
stellen. Elke vijandelijke vlieger,
die propaganda-materiaal verspreid
de, zou bij gevangenneming, in te
genstelling met alle andere vliegers
standrechtelijk doodgeschoten wor
den.
Het gevolg van deze bepaling was dat de
Engetechen ballonnen oplieten, welke door
den wind in vijandelijke richtig afdreven
en na verloop van eenige uren door middel
van een verloop een groot aantal strooibil
jetten loslieten. Dank zij een goeden me-
teorologischen dienst, kon de richting vrij
nauwkeurig worden bepaald. Tegen het
einde van den oorlog werden afstanden
van 600 k.m. bereikt op een hoogte van
1500—1800 m.
De verspreiding met vliegtuigen atond
echter niet geheel stil. Einde October 1918
waren de voorbereidingen der Engelschen
reeds zoo ver, dat zij zeer binnenkort het
geheele binnenland van Duitschland konden
bereiken. De inhoud van deze biljetten was
van velerlei soort. Onjuiste berichten over
de krijgsverrichtingen, mededeelingen hoe
goed de verzorging in eigen kamp wel was,
betoogen. welke het nuttelooze van langer
weerstand te bieden, bewezen enz. Zeer in
zwang was verder de vijandelijke kranten
te vervalschen en dan uit te strooien. Later
gingen de legervliegers omhoog om door
middel van zelf gemaakte strooibiljetten
het tegengif toe te dienen.
Hindenburg werd het te hart
Hindenburg heeft indertijd op deze wijze
een oproep gedaan om toch ondanks alle
verleidelijke aanbiedingen van den vijand
stand te houden.
Bij aavallen met brisant- en brandbommen
en zelfs ten deele bij gebruik van strijdgas
sen is de schade en het verlies te overzien.
Daarom is het naar verhouding gemakke
lijk, snelle en werkzame beschermingsmid
delen hiertegen te vinden.
Hoe geheel anders is de situatie
echter bij het systematisch gebruik
van strooibiljetten door den vijand.
De mogelijke schade het sluipen
de gif van de moreele besmetting
is moeilijk vast te stellen, moeilijk
te overzien en alleen daardoor reeds
moeilijk te bestrijden.
Hier helpt nóch water, nóch zand
en ook de in het republikeinsche
Spanje gedane poging om voor het
oprapen der biljetten zware straf
fen te bepalen, is mislukt.
Premiesl
Ook de Duitsche legerleiding erkende in
den wereldoorlog het gevaar. Voor het eer
ste strooibiljet werd aan de soldaten 3
Mark betaald, voor elk ander 30 pfennig.
Toch bleven vele biljetten in het bezit van
de soldaten, die deze in hun brieven of met
verlof verder het land weder invoerden.
Hun propagandistisch werk aan het front
hadden zij dan al gedaan.
In Juni en Juli werden door de Engel
schen resp. 1.689.000 en 2.172.000 strooibil
jetten afgeworpen. Hiervan werden resp. in
geleverd 120.000 en 300.000.
Indien de Engelschen in 1918 hun plan
nen nog ten uitvoer hadden kunnen bren
gen, dan hadden zij, volgens Duitsche des
kundigen, in het miurw maken van het Duit
sche volk zeer grooten voortgang gemaakt.
De Engelschen hebben dus onmiddellijk en
wel het allereerst naar het oude wapen
gegrepen en gebruiken het tot in alle per
fectie. In een fantastisch aantal exempla
ren wordt het strooibiljet boven het Duit
sche grondgebied rondgestrooid. De tijd zal
leeren of zij er eenig succes mee kunnen
bereiken.
MACHT OF RECHT?
De Maasbode (r.k.) schrijft
in een artikel over „Het
recht tot oorlog'' o.m.:
Het worde herhaald: de
oorlog is niet een rechts-
strijd, hij is slechts een
machts-strijd. En uiteindelijk
zegeviert niet het recht, maar
alleen de macht, zelfs wan
neer het recht aan de zijde
van de overwinnende macht
staat. Want deze overwint
niet, gelijk hij, die voor een
rechterstoel staat, omdat hij
echt beeft, maar alleen om
dat hij de macht heeft.
Het hedendaagsche oor
logsrecht bepaalt dan ook
niets, wanneer men al
thans de vergeelde bladen,
waarop het Handvest van
den Volkenbond in 1919 neer
geschreven werd, zuchtend
terzijde legt met 'n: „es war
zu schön gewesen" om
trent het recht tot oorlog.
Terecht kon daarom Struyc-
ken in het najaar van 1914
zeggen:
„Hoe krachtig toch ook
moralisten en juristen eeu
wen lang vasthielden aan de
onderscheiding tusschen den
rechtvaardigen en den on-
rcchtvaardigen oorlog, eenig
practisch gevolg was daar
aan nimmer verbonden; de
werkelijkheid èn van den
oorlog èn van het oorlogs-
•eeht ging de onderscheiding
ongemerkt voorbij. Laat vast
staan, wie de partijen zijn
recht handhaaft, wie onrecht
pleegt, wat haat die weten
schap? Slaat uw volkenrech
telijk handboek op, slaat op
de talrijke traktaten, in de
beide Vredes-conferentiën
gewrocht, nergens vindt men
ook maar met één woord
eenig gevolg aan die tegen
stelling verbonden.
Willekeur van één beslist,
of er oorlog zal zijn, en is de
oorlog eenmaal uitaebroken,
dan behandelt 't oorlogsrecht
den onverlaat, die uit baat-
zucht het recht op de grofste
wijze schendt, geheel op de
zelfde wijze als het volk, dat
noodgedrongen tot verdedi
ging zijner heiligste rechten
naar de wapenen grijpt".
En wij, neutralen, mogen
wij zelfs maar een oordeel
uitspreken? Individueel mis
schien nog wel, al wordt
het uit vrees voor mogelijke
gevolgen, toch wel sterk ont
raden! maar de Staten, de
Begeeringen mogen het zeker
niet.
Denk aan de ernstige ver
maning, in de Troonrede
van September 1914, tot ons
volk gericht:
„Met vertrouwen", zoo
sprak de Koningin, „doe
Ik een heroep op allen, om
ook in handel en verkeer
met zorgvuldigheid alles te
vermijden, wat onze neutra
liteit in gevaar zou kunnen
brengen. Waar ons volksbe
staan eischt, dat de buiten
iandsche handel, voor zoover
de omstandigheden toelaten,
doorgaat, behoort ieder han
delaar zich bewust te zijn,
dat zelfs de schijn behoort
vermeden te worden,
als zou in en door den
Nederlandschen handel partij
worden getrokken voor één
der oorlogvoerende Mogend
heden boven andere".
Men vraagt: Al vindt dan
het recht, tot oorlog geen er
kenning meer. is er dan, na
rte Declaratie van Parijs in
1856, na de heide Haagsche
Vredesconferenties van 1899
en 1907, na de Londensche
Conventie van 1908, is er na
dit alles tenminste nog spra
ke van het recht in den oor
log, een recht, dat de bellige-
rente bevolkingen beschermt
en de rechten der neutralen
vaststelt?
Sprake, ja. Maar
I
OVER KRIJGSTUCHT.
Het Volk (s.d.a.p.) maakt
eenige aanteekeningen bij
een in „De Militaire Specta
tor" verschenen opstel van
den reserve-majoor der infan
terie E. P. Weber over „De
discipline in ons leger".
Als ideaal ziet de schrijver,
aldus het Volk, die hier aan
het woord is. de handhaving
van een militaire tucht, die
hooge en strenge eischen
stelt. Letten op kleinigheden
en op zijn tijd „een krachtig
woord, dat als een operatie
mes de smetstof uitsnijdt".
Majoor Weher acht dit door
hem gestelde oogmerk zeer
wel ook met den Nederland
schen soldaat te bereiken en
beroept zich voor deze stel
ling on de arbeidstucht, die
bij onze groote ondernemin
gen heerscht.
Deze laatste onmeCking
raakt de kern van het pro
bleem. Waarom zou de ar
beider, die zich in de fa-
hrieksorde behoorlijk ge
draagt. ook niet aan een goe
de militaire orde kunnen
worden gewend? Inderdaad,
er is geen enkele reden,
waarom dit niet zoo zou ziin
en toch heeft de schrijver in
„De Militaire Spectator" stof
tot nogal bitter klinkende
klachten. Hef wil ons voor
komen, dat het voor allen,
die zich in dit vraagstuk wil
len verdiepen, aanbeveling
verdient twee gezichtspunten
in het oog te houden. Beide
zijn van sociaal-psychologi-
schen aard.
Allereerst mag men nim
mer vergeten, dat de arbei
der, die in de fabriek werkt,
zulks doet met de weten
schap, dat hij daarmede een
handeling verricht, die
strekt tot de instandhouding
en opbouw van zijn gezin.
De gemobiliseerde soldaat
daarentegen verricht zijn
dienst in het vooruitzicht, dat
ieder oogenblik van hem kan
worden gevorderd, dat hij
het hoogste, dat hij bezit
zijn eigen leven ten offer
zal brengen, waarbij zich in
tallooze gevallen de zorg
voegt voor een huisgezin, dat
met ernstige materieele moei
lijkheden te kampen heeft,
voor een studie, die onder
broken werd, voor een be
staansmogelijkheid, die hij
langzaam ziet wegkwijnen.
Daarnaast is dan nog de or-
de-handhavig in het bedrijfs
leven naar den vorm veelal
al een aanmerkelijk mildere
dan die welke bij de weer
macht pleegt te worden toe
gepast.
Deze levcnsworkclijkheden
verleenen aan de bevelvoe
ring in een gemobiliseerd le
ven een hijzonder delicaat
karakter. Zij laten zich niet
straffeloos negeeren. Maar
hun verdisconteering in de
handhaving eener goede
krijgstucht, waarvan wij de
noodzaak ten volle aanvaar
den, vereischt grondige psy
chologische scholing, een rui
me dosis gezonde menschelij-
ken zin, en begrip voor het
geen in de burgermaatschap
pij leeft. Het wil ons voorko
men, zoo besluit het soc.-dem.
orgaan, dat aan het aan-
kweeken van deze drie
eigenschappen niet. steeds
voldoende aandacht is en
wordt geschonken.