IVOREN
SCHAT
De Prins op de
Spoorwegtentoonstelling
Radioprogramma
Het geheim van de
Hoe Duitschland de
krijgsgevangenen behandelt
Benzinetank uit eikaar
gesprongen
Het Meisje
uit den
exprestrein
Verdediging van Denemarken
Onze Oost
Kosten der mobilisatie
doorA. PANDOR
Ook krankzinnigen bevinden
zich onder de gevangenen.
In Duitschland bestaat bij het oppercom
mando van de weermacht een afzonderlijke
afdeeling voor verliezen in den oorlog en
krijgsgevangenwezen. Aan die afdeeling
moet men schrijven als men een familielid
dat naar het front is gegaan, vermist. Het
adres is: „Wehnnacht. Auskunftstelle Ho-
henstaufenstrasse Berlin".
Duitschland heliandelt de krijgsgevange
nen, zoo meldt de Berlijnsche correspondent
van de N.R.Crt., geheel volgens de regels
van de internationale overeenkomst geslo
ten in Den Haag op 27 Juli 1929. Dat be-
tcckent allereerst, dat de leden van vrij
korpsen mits zij onder een voor de troepen
verantwoordelijk bevel staan, mits zij een
teeken dragen dat van verre zichtbaar is en
mits zij de wapenen openlijk dragen, pre
cies zoo worden behandeld als de leden van
de geregelde weermacht.
Eerst ontluisd.
De Poolsche krijgsgevangenen worden
zoo snel als het mogelijk is van het front
weggevoerd Zij komen dan door onder
scheiden doorgangskampen tenslotte in het
eigenlijke gevangenkamp. Principieel ge
schiedt zulks eerst nadat zij ontluisd zijn.
Daar dit bij den geweldigen stroom van
vluchtelingen niet dadelijk mogelijk was,
heeft men voorloopig de kampen in twee
afdeelingen gesplitst, een rein en een on
rein gedeelte. De bevolking van het onreine
gedeelte wordt zoo snel mogelijk door het
hospitaal gesluisd, hetwelk zich naast het
kamp bevindt.
Barrevoets.
Groote moeilijkheden brengt nog de klee
ding van de krijgsgevangenen mede. 90 pet.
hebben geen passen, 20 pet. zijn slechts in
dril gekleed, 10 pet. hebben geen schoenen
en kousen. Er is een groote hoeveelheid ci
viele gevangenen, welke, zoodra dit moge
lijk is, naar hun land zullen worden terug
gezonden. De oorzaak van het verschijnsel
dat er zooveel burgers onder de gevangenen
zijn, wordt toegeschreven aan de omstan
digheid dat de Polen bij hun terugtocht op
vele plaatsen een groot aantal gebouwen in
de lucht lieten springen of in brand staken,
teneinde de opmarsch der Duitschers te ver
tragen.
Daaronder waren gevangenissen en al
lerlei soort gestichten, ook krankzin
nigengestichten, waarvan men de be
woners vrij moest laten opdat zij niet
lovend zouden verbranden. Deze lie
den werden later weder door de Duit-
sche troepen opgepikt. Men zal ze
weer afschuiven.
Het totaal aantal krijgsgevangenen in Po
len wordt op ongeveer 500.000 geschat. Van
Duitsche zijde zijn er wel eenige verliezen,
maar de verliezen aan gevangenen zijn nul.
Gedurende den heelen veldtocht werd
door de Polen, volgens Duitsche berichten,
geen enkele Duitscher krijgsgevangen ge
maakt.
Gevangenen aan 't werk.
Z.K.H. viaakt 'een ritje in trein
1839.
Zonder dat daaraan bij het publiek be
kendheid was gegeven heeft Prins Bemhard
gistermorgen een bezoek gebracht aan de
jubileumtentoonstelling der Nederlandsohe
Spoorwegen „de trein 18391939."
Ter begroeting waren op het tentoonstel
lingsterrein o.m. aanwezig de burgemeester
van Amsterdam dr. W. de Vlugt en de vol
tallige directie der Xederlandsche Spoorwe
gen.
ITet werd een bezoek, dat een weinig of
ficieel, maar daardoor des te prettiger ka
rakter kreeg, doordat Z.K.H. zich levendig
voor het tentoongestelde interesseerde, en
zich met zijn gezelschap bewoog tusschen
het publiek, dat weinig aandacht aan den
hoogen bezoeker wijdde, hoewel het voor het
overgi-oote deel uit schooljeugd bestond.
Niet dat deze geen belangstelling voor Prins
Bernhard had, maar het tentoongestelde
materiaal, de overal rijdende treinen van
speelgoedafmetingen, de aan en uitflakke-
rende seinlichten, boeiden op den duur de
belangstelling nog meer.
De Prins onderhield zich herhaaldelijk
met de bij hun werkstukken staande jeug
dige werkloozen, die de vaak zeer gecom
pliceerde modellen der technische installa
ties hebben vervaardigd en deze tijdens den
tentoonstellingsduur aan het publiek de-
monstreeren.
Een buitenkansje voor de jeugd
Bijna een uur bracht het liooge gezelschap
in de tentoonstellingshal door. Nadat de
koffie was gebruikt begaf men zich naar
het tentoonstellingsgedeelte op het terrein.
Een der hoogtepunten, ook voor het publiek,
was de rit in den trein van honderd jaar
geleden. Zeker duizend toevallig op het ter
rein aanwezige schoolkinderen stonden bij
het stationnetje „Een Honderd Roe" opge
steld, toen het hooge gezelschap naderde.
Mad men tot nog toe het bezoek vrijwel on
opgemerkt laten voorbijgaan, nu steeg een
luid gejuich uit duizend kindermonden op,
en vroolijk wuivend nam de Prins en zijn
gezelschap plaats in het middelste rijtuig
van het klassieke treintje, de geel geschil-
dei-de charabancs. De beide overige rij
tuigjes waren als altijd voor het publiek
bestemd, dat ditmaal geheel uit kinderen
bestond, die zich uitverkoren voelden nu
zij den rit mochten meemaken in een „Ko
ninklijken" trein, en er bovendien nog het
voordeel van hadden, dat het treintje voor
deze gelegenheid niet de gebruikelijke twee,
maar drie ronden om het terrein aflegde,
en dat nog wel met een grootere snelheid
dan gewoonlijk.
Het was 12 uur toen Z. K. H. afscheid
van de gastheeren nam.
De Poolsche krijgsgevangenen die hier
blijven, zullen voor zoover zij geen graad
boven die van onderofficier hebben, aan het
werk worden gezet, allereerst bij den land
bouw.
Welk werk in den winter voor hen zal wor
den gevonden is een kwestie van later zorg.
Hun loon zal 60- tot 80 pet. bedragen van
het loon dat een Duitsche arbeider in de
zelfde omstandigheden verdient. Het voed
sel zal zoo zijn als dat van de Duitsche
tweede reserve (ersatzreserve, d.w.z. het zal
gelijk zijn met de rantsoenen die de burger
bevolking kan betrekken).
De officieren zullen niet behoeven te wer
ken en zij krijgen aan het eind van hun
gevangenschap hun gage uitbetaald.
FEUILLETON.
V*-
Naar het Engelsch
bewerkt door
J. van der Sluys
13.
Freddy kon het gevoel niet van zich af
zetten, dat deze redetwist er geen van de
toevallige soort was. Het scheen hem een
discussie toe van menschen, die met alle ge
weld ruzie willen maken, die het zich
voorgenomen hebben.
De atmosfeer werd meer en meer geladen.
En terwijl Freddy in spanning wachtte wat
de volgende strategische beweging der strjjd-
voerende partijen zou zijn, ontdekte hij op
eens, wat hem tot nu toe onderbewust, ver
ontrustte ir het paardengezicht. Van onder
de ruige, borstelige wenkbrauwen keken twee
lichte stippen hem aan, twee borende licht
puntjes, die hem zochten, hem dreigden met
iets onheilspellends
„Wilt u een sigaret, Miss Leveridge?"
Hij hoorde zichzelf die vraag stellen, ver
baasd dat hij nog zijn stem meester was. Ze
keek hem aan. Nu hielden die oogen onder
die borstelige wenkbrouwen opeens op hem te
benauwen. Zij schenen hun dreiging te ver
liezen. Maar zijn voorhoofd was klam. Hij
vroeg zich af, of Miss Leveridge het merkte...
„Ja, gra
Toen zij z»ch vooroverboog om van zijn si
garettenaansteker gebruik te maken, zei ze
gedempt:
„Het is hier warm, vindt u niet?"
Was het als een verontschuldiging van zijn
klamme voorhoofd bedoeld?
„Erg warm," antwoordde hij. En impul
sief voegde hij er bij: „Waarom gaat u niet
mee in <"e gang om daar te rooken?"
„Neen. ik blijf hier", antwoordde ze. „Maar
ik zoug raag willen, dat u ging rooken in den
corridor".
Hij keek haar rustig en onbevangen aan.
„Het spijt me, Miss Leveridge, maar ik kan
Twee gewonden te Hillegom.
Gisterochtend omstreeks half adht heeft
te Hillegom een krachtige explosie plaats
gehad in de smederij van de firma Fransen
aan de Meerstraat.
De dertigjarige gehuwde smidsknecht M.
de Haas, was bezig met het autogeen las-
schen van een benzinebrander. Plotseling
sprong de tank uit elkaar, waardoor de
Haas ernstig werd gewond, een been werd
verbrijzeld.
De 32-jarige knecht van de firma Rijn-
veld, G. de Groot, die het apparaat gebracht
had en op de reparatie stond te wachten,
bekwam eveneens ernstige verwondingen
aan het been.
niet aar. uw verzoek vo'doen", zei hij zacht.
Hij wilde, dat ze geglimlacht zou hebben,
maar dat deed zij niet. Met een ernstige uit
drukking in de oogen gaf ze zijn blik terug
en leunde toen weer achterover in haar hoekje
om naar het schemerige landschap te staren.
De donder rolde nu harder. Een bliksem
flits zette het compartiment een oogenblik in
een onnatuurlijk licht. De trein schoot in
wilde vaar 't onweer tegemoet en het onweer
maakte zich gereed den trein te bespringen.
In Freddy doemde vaag de vraag op waar
zij waren. Hij had een gewaarwording of hij
ieder begrip van tijd verloren had. Hoe lang
was het geleden, dat ze Norwich verlaten
haddenhoeveel stations waren ze sinds
dien gepasseerd
„Waar zijn 'e?" vroeg hjj plotseling.
Een angstgil antwoordde hem. Iemand trok
aan de noodrem.
XTV. De Noodrem.
De oogenblikken, die op den schreeuw en
het trekken aan de noodrem volgden, waren
momenten van chaotische onthutsing en toen
hij ze zich later voor den geest riep. was
Freddy Reeve niet in staat ze behoorlijk in
zijn herinnering te ordenen. De trein min
derde snel m heftig vaart. Remmen knarsten
met gierend rumoer, inaar het geluid werd
gesmoord in een plotselingen donderslag. De
reizigers vlogen overeind, drongen naar de
portieren en vulden de gangen, duwden el
kaar weg, terwijl de eerste gil gevolgd werd
door andere afkomstig van menschen, die ab
soluut niet in gevaar v°rkeerden, maar zich
verbeeldden, dat dit het geval moest zijn. wan
neer er aan de noodrem getrokken werd.
De dichtst opeengepakte drom bevond zich
Bijna twee millioen per maand.
In de memorie van antwoord op het af
delingsverslag van den Volksraad inzake
de aanvullende begrootingen voor de Depar
tement van Oorlog, verklaart de regeering
volgens de N.R.Crt., o.a. met nadruk, dal
de indiening niet neerkomt op min of meer
ingrijpende wijziging van de defensie- riohts
lijnen in verband met de internationalen si
tuatie.
Ten aanzien van de materieele voorzienin
gen heerscht momenteel inderdaad onzeker
heid omtrent de mogelijkheid van een tijdi
ge aflevering. Een onderzoek terzake is in
gesteld, doch het is niet mogelijk om eenige
verwachting uit te spreken.
Daar de toestand snelle beslissingen
eisolit, is het niet uitgesloten dat de regee
ring in de nabije toekomst zal zijn genoopt
tot het plaatsen van bestellingen, waarvan
de geldelijke consequenties niet door reeds
goedgekeurde en de voorliggende aanvul-
lingsbcgrooting zijn gedekt.
De extra-kosten van de gedeeltelij
ke mobilisatie dor zeemacht wori
den geraamd op maximaal f 1.000.000
en die van de landmacht op rond
f 90.000.per maand.
Voor het in beschouwing nemen van het
defensievraagstuk is thans geen aanleiding.
De rol der inheemschen.
Het denkbeeld om de geheele bevolking
bij de defensie te betrekken is practisoh
niet te verwezenlijken. Aan de Inheemsche
bevolking is reeds een zeer ruime plaats in
het defensiestelsel gegeven, terwijl in de
nabije toekomst ook gelegenheid zal wor
den geopend voor de opleiding van reserve-
offiecieren en officieron-vlieger-kort-verband
ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1939
Hilversum I. 1875 en 414,4 m.
V AR A-Uit zending. 10.0010.20 v.m. en 7.30
—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor de arbeiders in de Continubedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek.
2.00 Causerie „Handschriftkunde".
2.20 Muzikale causerie met gramofoonplaten.
3.00 Reportage.
3.30 VARA-orkest.
4.30 Radiotooneel met muziek.
4.504.55 Gramofoonmuziek.
5.00 Viool en piano.
5.30 Filmland.
5,50 Orgelspel.
6.15 Streekuitzendingen, gewijd aan Fries
land.
6.45 Kinderleesclub.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 Politiek journaal.
7.30 Cursus „Lekenspel en jeugdtooneel: Be-
teekenis en wezen van het leekenspel".
8.00 „Gebruik bij voorkeur Nederlandsch Fa
brikaat, toespraak.
8.06 Herhaling SOS-Derichten.
8.08 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 Vraag en antwoord.
8.30 VARA-orkest.
8.50 Gramofoonmuziek.
9.00 Causerie „Een ernstig woord in een ern
stige tijd".
9.10 VARA-orkest.
9.40 Vragenbeantwoording.
10.00 Esmeralda en solisten.
10.45 Vroolijke voordracht.
11.00 Berichten ANP.
11.1012.00 Gramofoonmuziek
Hilversum II. 301,5 m.
in de gang naast het compartiment, dat de
geagiteerde oude dame, den ras-Londenaar en
den ouden druktemaker, die in Norwich was
ingestapt, bevatte. Zij waren thans de eeni-
gen, die in deze coupé zaten en het was de
oude dame, die de noodrem in werking ge
bracht had, het eerste had gegild en daar
door den beweeglijken, druk doenden man uit
een hazenslaapje gewek. scheen te hebben.
De Londenaar keek boos bij het zien van de
angstige gezichten, die zich naar binnen bo
gen. De vrouw ging voort met gillen. Ze was
heelemaal buiten zichzelf.
„Wat is sr gebeurd?" riep de gang in koor.
Maar de ouae dame was vooralsnog niet in
staat tot het geven van een explicatie. Het
eenige wat ze kon, was met een trillenden
vinger naar den Londenaar wijzen en volhar
den in haar gekrijsch.
De drukke, beweeglijke, oude man poogde
haar te kalmeeren.
De dame met de „zenuwen" viel hem in
de rede. Als bij tooverslag had ze opeens de
gave der spraak teruggekregen.
„Die man daardie manhjj wou
me aanranden", hijgde "e, half -nikkend. „Ik
weet het zeker. Hij woi me aanranden
Ook de tong van den Londenaar kwam thans
weer los.
„Ik heb zelfs niks gedaan wat er op léék,"
protesteerde hij. „Ze moet onder doktersbe
handelingdét moet ze! Ze is niet pluis in
d'r bovenkamer". En zich tot zijn vermeend
slachtoffer zelf richtend: „Den heelen tijd al
heb je gedaan of ik de baarlijke duivel was..."
„Ik zeg u, dat hij me wou aanranden", hield
de oude dame huilend vol. „Ik weet niet of
het om mijn koffer of om mezelf te doen was,
maar als iemand niet pluis is in z'n boven
kamer, is hij het. Ik ken dat soort! Zoodra
Een avontuurlijke reis naar de ontoegan
kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar
de plaats, waar de olifanten hun laatste le
vensdagen slijten.
Lr het land der Gorilla's.
85.
Gedurende de rest van den dag zochten de
achtergeblevenen naar een spoor van Boo-
loo-la. Enkele honderden meters kon men zijn
voetstappen in de grot volgen daarna ver
dwenen ze op den harden rotsgrond. Zelfs
Kazimoto raakte het spoor bijster.
„Ik zou wel eens willen weten, wat er in
dien olifantsman is omgegaan," zei Bep voor
de tiende keer „om opeens de vlucht te
nemen".
„Ja, en ik dacht nog wel, dat hjj ons aldoor
hielp," bracht Koen in het midden, „omdat
hij René mocht hem zelfs Bwana Roho
noemde."
„Hij is even veranderlijk als de wind,"
mopperde Lopez, „de kaffers zijn niet te ver
trouwen".
Mijnheer Hendriks floot eens tusschen zijn
tanden door. „René, ik geloof, dat je gelijk
hebt," zei hij. „Maar het is niet erg," ging
René voort, „ik heb de kaart goed bekeken
en herinner me hem uitstekend. Ik heb uit
mijn hoofd een copie gemaakt". René gaf den
onderzoeker een stuk papier, waarop een
kaart was geteekend. „Het ziet er inderdaad
als een echte copie uit", merkte mijnheer
Hendriks op.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.15 Internationale sportrevue.
5.30 Gramofoonmuziek.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Medische causerie.
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Toespraak „Nederlandsch Fabrikaat".
8.05 Berichten ANP, mededeelingen.
8,15 Meditatie met muzikale omlijsting.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.45 Gevarieerd programma.
10.30 Berichten ANP.
10.4012.00 Gramofoonmuziek.
ik hem zag, wist ik al wat voor vleesch ik
in den kuip had. Hij heeft net op me gemunt
gehad, van het oogenblik dat we vertrok
ken
„Houd u kalm, m'n Leve mensch, houd u
in vredesnaam kalm", klonk een stem uit de
gang. Het was de Toofdconducteur, die zich
een weg baande in het compartiment. „Blijft
u nu eens even rustig, er gebeurt u immers
niets! Fn zich daarop tot den ouden drukte
maker wenden: „Is er iets waars in wat de
dame zegt, mijnheer?"
,Ik heb al gezegd vat hét is", beet de aan
gesprokene van zich af. „Zenuwen, niks als
zenuwen. Als er iets van dien aard gebeurd
was dacht u, dat ik het niet gemerkt zou
hebben
„Zie je wel," riep de Londenaar triomfan
telijk, „iemanu zjjn ponteneur afnemen, al
leen omdat hij geen hoogen hoed draagt!"
De conducteur keek weifelend. Hjj was be
reid de verklaring van een beredderigen ouden
man te iccepteeren, maar de Londenaar maakt
geen bijster betrouwbaren indruk.
„Waardoor dacht u, dat hjj u te lijf wilde,
dame?" zette hij zjjn verhoor voort. ,,U weet
dat het een ernstige zaak is, een trein tot
stilstand te brengen
„En het is ook een ernstige zaak een
mensch z'n ponteneur af te nemen," voegde
de Londenaar er verontwaardigd aan toe.
„U hebt uw handen opgeheven om mij te
slaan," schreeuwde de vrouw. „En het was
niet de eerste: keer!"
„Hebt u het gezien?" informeert de hoofd
conducteur bjj den drukken man.
„Hoe vaak moet ik nu nog „neen" zeggen?"
grauwde deze terug. „Zeker hij heeft zich naar
voren gebogen om een krant op te nemen,
die naast haar lag, maar dat vas dan ook
„Ik geloof, dat ik het weet," zei René,
„Boo-loo-la was, van zijn standpunt be
schouwd, eerlijk. Hoe meer ik er over denk,
hoe meer ik tot de overtuiging kom, dat hij
met ons mee ging om de olifanten te bescher
men."
86.
„Om de olifanten te beschermen", her
haalde mijnheer Hendriks. „Wat bedoel je
daarmee, René?"
„Dat is eenvoudig genoeg," legde René
uit. „Boo-loo-la wordt de olifantsman ge
noemd vanwege zijn invloed op olifanten en
andere dieren. Als U nagaat, zult U zich
herinneren, dat hij er steeds voor voelde met
ons mee te gaan totdat de kaart gevon
den was. Hij heeft ons nooit beloofd onze
gids te zullen zijn, hij wenschte eenvoudig
met ons mee te gaan en, als wij Tippoo Tib's
kaart vonden, er voor te zorgen, dat wij er
geen gebruik van konden maken".
88.
„We zullen een kans wagen, René en jouw
kaart volgen. Het zal ons mogelijk in de
richting van het olifantskerkhof brengen".
„Luister eens," zei Koen, „één ding be
grijp ik niet als Boo-loo-la de olifanten
wil beschermen, wat heeft dat met ons plan
te maken? We zoeken naar de plaats waar
de olifanten heen gaan om te sterven, Dat
beteekent dus, dat ze dood zijn, dus... wat is
de bedoeling van den olifantsman?"
Mijnheer Hendriks glimlachte. „Ik weet,
dat het misschien raar klinkt," zei hij, „maar
René heeft gelijk, ik weet wat Boo-loo-la
doet."
alles. Misschien sliep ze wel en had een soort
nachtmerrie, dat ze zich verbeeldde, dat ze
aangevallen werd. Joost mag weten, wat zoo'n
mensch bezielt..."
Een andere gestalte had kans gezien zich
door de menigte heen toegang te verschaffen
to<- het compartement. Het was de reverend.
„Bedaar toch, mevrouw'sprak hij de ont
stelde reizigster vriendelijk toe. „Wat u ook
van streek gemaakt mag hebben, u zult nu
toch wel inzien, dat er geen reden voor angst
meer is. Als u dat gerust kan stellen, wil ik
graag een poosje hier bij u blijven. Ondertus-
schen, conducteur", ging hij voort, „lijkt het
u ook niet het beste, dat we nu maar verder
gaan
„Zeker", bromde de hoofdconducteur; „maar
het feit dat er aan de noodrem getrokken is..."
De reverend maakte een luchtig-wuivend
gebaar.
„Ik zou het niet te zwaar opnemen", be
middelde hij. „De arme vrouw is ergens van
geschrokken, verbeélding waarschijnlijk. Maar
ze was ontwijfelbaar ter goeder trouw. Ik
zou zeggen dat de Maatschappij zich een hee-
leboel onnoodigen last bespaart, door het ge
val met een weinig gemoedelijkheid te behan
delen. Laat u de dame hier verder maar aan
mijn zorgen over. De belangen van de andere
passagiers spreken ook een woordje mee".
Het pleidooi het niet na indruk te maken.
„Dat is volkomen juist," erkende de hoofd
conducteur, maar al te big, dat een deel van
zijn verantwoordelijkheid door 'n eerwaard
man van zijn schouders werd gewenteld. „Ik
voor mij ben niet iemand om moeilijkheden
noodeloos te vergrooten". En zich naar de
gang keerend: „Ik geloof dat de dames en
heeren verstandig doen naar hun plaatsen te
rug te keeren, nu alles voorbij is".
Ook Freddy behoorde tot de passagiers
die na deze kleine toespraak aanstalten maak
ten om hun compartiment weer op te zoeken
Toen de eerste gil had geklonken was hij, even
als de anderen, overeind gesprongen. Hjj her
innerde zich vaag de coupé te hebben verla
ten, erin teruggegaan te zijn en opnieuw ver
laten te hebben, ditmaal met Miss Leveridge
onmiddellijk achter zich.
Toen had de menschenstroom hem verzwol
gen en hem op zijn golven naar voren gedra-
gen. Hij veronderstelde, dat de drie reizigers
uit zijn compartiment eveneens die kant uit
waren gestuwd.
Wordt vervolgd.)
25 millioen kronen aangevraagd
De Deensche minister van defensie heeft
gisteren in het parlement een crediet van
25 millioen kronen voor de landsverdedi
ging gevraagd Elf millioen zijn bestemd
voor de luchtverdediging, 19 millioen voor
de vloot en 5 millioen voor de burgerlucht-
verdediging.'
KRO-llitzending.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest.
1.00 Gramofoonmuziek (ca. 1.15 berichten).
1.20 KRO-orkest.
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
2.45 Kinderuur.
4.00 KRO-Melodisten en solist.