IVOREN SCHAT De Prins op de Spoorwegtentoonstelling Radioprogramma Het geheim van de Hoe Duitschland de krijgsgevangenen behandelt Benzinetank uit eikaar gesprongen Het Meisje uit den exprestrein Verdediging van Denemarken Onze Oost Kosten der mobilisatie doorA. PANDOR Ook krankzinnigen bevinden zich onder de gevangenen. In Duitschland bestaat bij het oppercom mando van de weermacht een afzonderlijke afdeeling voor verliezen in den oorlog en krijgsgevangenwezen. Aan die afdeeling moet men schrijven als men een familielid dat naar het front is gegaan, vermist. Het adres is: „Wehnnacht. Auskunftstelle Ho- henstaufenstrasse Berlin". Duitschland heliandelt de krijgsgevange nen, zoo meldt de Berlijnsche correspondent van de N.R.Crt., geheel volgens de regels van de internationale overeenkomst geslo ten in Den Haag op 27 Juli 1929. Dat be- tcckent allereerst, dat de leden van vrij korpsen mits zij onder een voor de troepen verantwoordelijk bevel staan, mits zij een teeken dragen dat van verre zichtbaar is en mits zij de wapenen openlijk dragen, pre cies zoo worden behandeld als de leden van de geregelde weermacht. Eerst ontluisd. De Poolsche krijgsgevangenen worden zoo snel als het mogelijk is van het front weggevoerd Zij komen dan door onder scheiden doorgangskampen tenslotte in het eigenlijke gevangenkamp. Principieel ge schiedt zulks eerst nadat zij ontluisd zijn. Daar dit bij den geweldigen stroom van vluchtelingen niet dadelijk mogelijk was, heeft men voorloopig de kampen in twee afdeelingen gesplitst, een rein en een on rein gedeelte. De bevolking van het onreine gedeelte wordt zoo snel mogelijk door het hospitaal gesluisd, hetwelk zich naast het kamp bevindt. Barrevoets. Groote moeilijkheden brengt nog de klee ding van de krijgsgevangenen mede. 90 pet. hebben geen passen, 20 pet. zijn slechts in dril gekleed, 10 pet. hebben geen schoenen en kousen. Er is een groote hoeveelheid ci viele gevangenen, welke, zoodra dit moge lijk is, naar hun land zullen worden terug gezonden. De oorzaak van het verschijnsel dat er zooveel burgers onder de gevangenen zijn, wordt toegeschreven aan de omstan digheid dat de Polen bij hun terugtocht op vele plaatsen een groot aantal gebouwen in de lucht lieten springen of in brand staken, teneinde de opmarsch der Duitschers te ver tragen. Daaronder waren gevangenissen en al lerlei soort gestichten, ook krankzin nigengestichten, waarvan men de be woners vrij moest laten opdat zij niet lovend zouden verbranden. Deze lie den werden later weder door de Duit- sche troepen opgepikt. Men zal ze weer afschuiven. Het totaal aantal krijgsgevangenen in Po len wordt op ongeveer 500.000 geschat. Van Duitsche zijde zijn er wel eenige verliezen, maar de verliezen aan gevangenen zijn nul. Gedurende den heelen veldtocht werd door de Polen, volgens Duitsche berichten, geen enkele Duitscher krijgsgevangen ge maakt. Gevangenen aan 't werk. Z.K.H. viaakt 'een ritje in trein 1839. Zonder dat daaraan bij het publiek be kendheid was gegeven heeft Prins Bemhard gistermorgen een bezoek gebracht aan de jubileumtentoonstelling der Nederlandsohe Spoorwegen „de trein 18391939." Ter begroeting waren op het tentoonstel lingsterrein o.m. aanwezig de burgemeester van Amsterdam dr. W. de Vlugt en de vol tallige directie der Xederlandsche Spoorwe gen. ITet werd een bezoek, dat een weinig of ficieel, maar daardoor des te prettiger ka rakter kreeg, doordat Z.K.H. zich levendig voor het tentoongestelde interesseerde, en zich met zijn gezelschap bewoog tusschen het publiek, dat weinig aandacht aan den hoogen bezoeker wijdde, hoewel het voor het overgi-oote deel uit schooljeugd bestond. Niet dat deze geen belangstelling voor Prins Bernhard had, maar het tentoongestelde materiaal, de overal rijdende treinen van speelgoedafmetingen, de aan en uitflakke- rende seinlichten, boeiden op den duur de belangstelling nog meer. De Prins onderhield zich herhaaldelijk met de bij hun werkstukken staande jeug dige werkloozen, die de vaak zeer gecom pliceerde modellen der technische installa ties hebben vervaardigd en deze tijdens den tentoonstellingsduur aan het publiek de- monstreeren. Een buitenkansje voor de jeugd Bijna een uur bracht het liooge gezelschap in de tentoonstellingshal door. Nadat de koffie was gebruikt begaf men zich naar het tentoonstellingsgedeelte op het terrein. Een der hoogtepunten, ook voor het publiek, was de rit in den trein van honderd jaar geleden. Zeker duizend toevallig op het ter rein aanwezige schoolkinderen stonden bij het stationnetje „Een Honderd Roe" opge steld, toen het hooge gezelschap naderde. Mad men tot nog toe het bezoek vrijwel on opgemerkt laten voorbijgaan, nu steeg een luid gejuich uit duizend kindermonden op, en vroolijk wuivend nam de Prins en zijn gezelschap plaats in het middelste rijtuig van het klassieke treintje, de geel geschil- dei-de charabancs. De beide overige rij tuigjes waren als altijd voor het publiek bestemd, dat ditmaal geheel uit kinderen bestond, die zich uitverkoren voelden nu zij den rit mochten meemaken in een „Ko ninklijken" trein, en er bovendien nog het voordeel van hadden, dat het treintje voor deze gelegenheid niet de gebruikelijke twee, maar drie ronden om het terrein aflegde, en dat nog wel met een grootere snelheid dan gewoonlijk. Het was 12 uur toen Z. K. H. afscheid van de gastheeren nam. De Poolsche krijgsgevangenen die hier blijven, zullen voor zoover zij geen graad boven die van onderofficier hebben, aan het werk worden gezet, allereerst bij den land bouw. Welk werk in den winter voor hen zal wor den gevonden is een kwestie van later zorg. Hun loon zal 60- tot 80 pet. bedragen van het loon dat een Duitsche arbeider in de zelfde omstandigheden verdient. Het voed sel zal zoo zijn als dat van de Duitsche tweede reserve (ersatzreserve, d.w.z. het zal gelijk zijn met de rantsoenen die de burger bevolking kan betrekken). De officieren zullen niet behoeven te wer ken en zij krijgen aan het eind van hun gevangenschap hun gage uitbetaald. FEUILLETON. V*- Naar het Engelsch bewerkt door J. van der Sluys 13. Freddy kon het gevoel niet van zich af zetten, dat deze redetwist er geen van de toevallige soort was. Het scheen hem een discussie toe van menschen, die met alle ge weld ruzie willen maken, die het zich voorgenomen hebben. De atmosfeer werd meer en meer geladen. En terwijl Freddy in spanning wachtte wat de volgende strategische beweging der strjjd- voerende partijen zou zijn, ontdekte hij op eens, wat hem tot nu toe onderbewust, ver ontrustte ir het paardengezicht. Van onder de ruige, borstelige wenkbrauwen keken twee lichte stippen hem aan, twee borende licht puntjes, die hem zochten, hem dreigden met iets onheilspellends „Wilt u een sigaret, Miss Leveridge?" Hij hoorde zichzelf die vraag stellen, ver baasd dat hij nog zijn stem meester was. Ze keek hem aan. Nu hielden die oogen onder die borstelige wenkbrouwen opeens op hem te benauwen. Zij schenen hun dreiging te ver liezen. Maar zijn voorhoofd was klam. Hij vroeg zich af, of Miss Leveridge het merkte... „Ja, gra Toen zij z»ch vooroverboog om van zijn si garettenaansteker gebruik te maken, zei ze gedempt: „Het is hier warm, vindt u niet?" Was het als een verontschuldiging van zijn klamme voorhoofd bedoeld? „Erg warm," antwoordde hij. En impul sief voegde hij er bij: „Waarom gaat u niet mee in <"e gang om daar te rooken?" „Neen. ik blijf hier", antwoordde ze. „Maar ik zoug raag willen, dat u ging rooken in den corridor". Hij keek haar rustig en onbevangen aan. „Het spijt me, Miss Leveridge, maar ik kan Twee gewonden te Hillegom. Gisterochtend omstreeks half adht heeft te Hillegom een krachtige explosie plaats gehad in de smederij van de firma Fransen aan de Meerstraat. De dertigjarige gehuwde smidsknecht M. de Haas, was bezig met het autogeen las- schen van een benzinebrander. Plotseling sprong de tank uit elkaar, waardoor de Haas ernstig werd gewond, een been werd verbrijzeld. De 32-jarige knecht van de firma Rijn- veld, G. de Groot, die het apparaat gebracht had en op de reparatie stond te wachten, bekwam eveneens ernstige verwondingen aan het been. niet aar. uw verzoek vo'doen", zei hij zacht. Hij wilde, dat ze geglimlacht zou hebben, maar dat deed zij niet. Met een ernstige uit drukking in de oogen gaf ze zijn blik terug en leunde toen weer achterover in haar hoekje om naar het schemerige landschap te staren. De donder rolde nu harder. Een bliksem flits zette het compartiment een oogenblik in een onnatuurlijk licht. De trein schoot in wilde vaar 't onweer tegemoet en het onweer maakte zich gereed den trein te bespringen. In Freddy doemde vaag de vraag op waar zij waren. Hij had een gewaarwording of hij ieder begrip van tijd verloren had. Hoe lang was het geleden, dat ze Norwich verlaten haddenhoeveel stations waren ze sinds dien gepasseerd „Waar zijn 'e?" vroeg hjj plotseling. Een angstgil antwoordde hem. Iemand trok aan de noodrem. XTV. De Noodrem. De oogenblikken, die op den schreeuw en het trekken aan de noodrem volgden, waren momenten van chaotische onthutsing en toen hij ze zich later voor den geest riep. was Freddy Reeve niet in staat ze behoorlijk in zijn herinnering te ordenen. De trein min derde snel m heftig vaart. Remmen knarsten met gierend rumoer, inaar het geluid werd gesmoord in een plotselingen donderslag. De reizigers vlogen overeind, drongen naar de portieren en vulden de gangen, duwden el kaar weg, terwijl de eerste gil gevolgd werd door andere afkomstig van menschen, die ab soluut niet in gevaar v°rkeerden, maar zich verbeeldden, dat dit het geval moest zijn. wan neer er aan de noodrem getrokken werd. De dichtst opeengepakte drom bevond zich Bijna twee millioen per maand. In de memorie van antwoord op het af delingsverslag van den Volksraad inzake de aanvullende begrootingen voor de Depar tement van Oorlog, verklaart de regeering volgens de N.R.Crt., o.a. met nadruk, dal de indiening niet neerkomt op min of meer ingrijpende wijziging van de defensie- riohts lijnen in verband met de internationalen si tuatie. Ten aanzien van de materieele voorzienin gen heerscht momenteel inderdaad onzeker heid omtrent de mogelijkheid van een tijdi ge aflevering. Een onderzoek terzake is in gesteld, doch het is niet mogelijk om eenige verwachting uit te spreken. Daar de toestand snelle beslissingen eisolit, is het niet uitgesloten dat de regee ring in de nabije toekomst zal zijn genoopt tot het plaatsen van bestellingen, waarvan de geldelijke consequenties niet door reeds goedgekeurde en de voorliggende aanvul- lingsbcgrooting zijn gedekt. De extra-kosten van de gedeeltelij ke mobilisatie dor zeemacht wori den geraamd op maximaal f 1.000.000 en die van de landmacht op rond f 90.000.per maand. Voor het in beschouwing nemen van het defensievraagstuk is thans geen aanleiding. De rol der inheemschen. Het denkbeeld om de geheele bevolking bij de defensie te betrekken is practisoh niet te verwezenlijken. Aan de Inheemsche bevolking is reeds een zeer ruime plaats in het defensiestelsel gegeven, terwijl in de nabije toekomst ook gelegenheid zal wor den geopend voor de opleiding van reserve- offiecieren en officieron-vlieger-kort-verband ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1939 Hilversum I. 1875 en 414,4 m. V AR A-Uit zending. 10.0010.20 v.m. en 7.30 —8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor de arbeiders in de Continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. 2.00 Causerie „Handschriftkunde". 2.20 Muzikale causerie met gramofoonplaten. 3.00 Reportage. 3.30 VARA-orkest. 4.30 Radiotooneel met muziek. 4.504.55 Gramofoonmuziek. 5.00 Viool en piano. 5.30 Filmland. 5,50 Orgelspel. 6.15 Streekuitzendingen, gewijd aan Fries land. 6.45 Kinderleesclub. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek journaal. 7.30 Cursus „Lekenspel en jeugdtooneel: Be- teekenis en wezen van het leekenspel". 8.00 „Gebruik bij voorkeur Nederlandsch Fa brikaat, toespraak. 8.06 Herhaling SOS-Derichten. 8.08 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 Vraag en antwoord. 8.30 VARA-orkest. 8.50 Gramofoonmuziek. 9.00 Causerie „Een ernstig woord in een ern stige tijd". 9.10 VARA-orkest. 9.40 Vragenbeantwoording. 10.00 Esmeralda en solisten. 10.45 Vroolijke voordracht. 11.00 Berichten ANP. 11.1012.00 Gramofoonmuziek Hilversum II. 301,5 m. in de gang naast het compartiment, dat de geagiteerde oude dame, den ras-Londenaar en den ouden druktemaker, die in Norwich was ingestapt, bevatte. Zij waren thans de eeni- gen, die in deze coupé zaten en het was de oude dame, die de noodrem in werking ge bracht had, het eerste had gegild en daar door den beweeglijken, druk doenden man uit een hazenslaapje gewek. scheen te hebben. De Londenaar keek boos bij het zien van de angstige gezichten, die zich naar binnen bo gen. De vrouw ging voort met gillen. Ze was heelemaal buiten zichzelf. „Wat is sr gebeurd?" riep de gang in koor. Maar de ouae dame was vooralsnog niet in staat tot het geven van een explicatie. Het eenige wat ze kon, was met een trillenden vinger naar den Londenaar wijzen en volhar den in haar gekrijsch. De drukke, beweeglijke, oude man poogde haar te kalmeeren. De dame met de „zenuwen" viel hem in de rede. Als bij tooverslag had ze opeens de gave der spraak teruggekregen. „Die man daardie manhjj wou me aanranden", hijgde "e, half -nikkend. „Ik weet het zeker. Hij woi me aanranden Ook de tong van den Londenaar kwam thans weer los. „Ik heb zelfs niks gedaan wat er op léék," protesteerde hij. „Ze moet onder doktersbe handelingdét moet ze! Ze is niet pluis in d'r bovenkamer". En zich tot zijn vermeend slachtoffer zelf richtend: „Den heelen tijd al heb je gedaan of ik de baarlijke duivel was..." „Ik zeg u, dat hij me wou aanranden", hield de oude dame huilend vol. „Ik weet niet of het om mijn koffer of om mezelf te doen was, maar als iemand niet pluis is in z'n boven kamer, is hij het. Ik ken dat soort! Zoodra Een avontuurlijke reis naar de ontoegan kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar de plaats, waar de olifanten hun laatste le vensdagen slijten. Lr het land der Gorilla's. 85. Gedurende de rest van den dag zochten de achtergeblevenen naar een spoor van Boo- loo-la. Enkele honderden meters kon men zijn voetstappen in de grot volgen daarna ver dwenen ze op den harden rotsgrond. Zelfs Kazimoto raakte het spoor bijster. „Ik zou wel eens willen weten, wat er in dien olifantsman is omgegaan," zei Bep voor de tiende keer „om opeens de vlucht te nemen". „Ja, en ik dacht nog wel, dat hjj ons aldoor hielp," bracht Koen in het midden, „omdat hij René mocht hem zelfs Bwana Roho noemde." „Hij is even veranderlijk als de wind," mopperde Lopez, „de kaffers zijn niet te ver trouwen". Mijnheer Hendriks floot eens tusschen zijn tanden door. „René, ik geloof, dat je gelijk hebt," zei hij. „Maar het is niet erg," ging René voort, „ik heb de kaart goed bekeken en herinner me hem uitstekend. Ik heb uit mijn hoofd een copie gemaakt". René gaf den onderzoeker een stuk papier, waarop een kaart was geteekend. „Het ziet er inderdaad als een echte copie uit", merkte mijnheer Hendriks op. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.15 Internationale sportrevue. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Medische causerie. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Toespraak „Nederlandsch Fabrikaat". 8.05 Berichten ANP, mededeelingen. 8,15 Meditatie met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 Gevarieerd programma. 10.30 Berichten ANP. 10.4012.00 Gramofoonmuziek. ik hem zag, wist ik al wat voor vleesch ik in den kuip had. Hij heeft net op me gemunt gehad, van het oogenblik dat we vertrok ken „Houd u kalm, m'n Leve mensch, houd u in vredesnaam kalm", klonk een stem uit de gang. Het was de Toofdconducteur, die zich een weg baande in het compartiment. „Blijft u nu eens even rustig, er gebeurt u immers niets! Fn zich daarop tot den ouden drukte maker wenden: „Is er iets waars in wat de dame zegt, mijnheer?" ,Ik heb al gezegd vat hét is", beet de aan gesprokene van zich af. „Zenuwen, niks als zenuwen. Als er iets van dien aard gebeurd was dacht u, dat ik het niet gemerkt zou hebben „Zie je wel," riep de Londenaar triomfan telijk, „iemanu zjjn ponteneur afnemen, al leen omdat hij geen hoogen hoed draagt!" De conducteur keek weifelend. Hjj was be reid de verklaring van een beredderigen ouden man te iccepteeren, maar de Londenaar maakt geen bijster betrouwbaren indruk. „Waardoor dacht u, dat hjj u te lijf wilde, dame?" zette hij zjjn verhoor voort. ,,U weet dat het een ernstige zaak is, een trein tot stilstand te brengen „En het is ook een ernstige zaak een mensch z'n ponteneur af te nemen," voegde de Londenaar er verontwaardigd aan toe. „U hebt uw handen opgeheven om mij te slaan," schreeuwde de vrouw. „En het was niet de eerste: keer!" „Hebt u het gezien?" informeert de hoofd conducteur bjj den drukken man. „Hoe vaak moet ik nu nog „neen" zeggen?" grauwde deze terug. „Zeker hij heeft zich naar voren gebogen om een krant op te nemen, die naast haar lag, maar dat vas dan ook „Ik geloof, dat ik het weet," zei René, „Boo-loo-la was, van zijn standpunt be schouwd, eerlijk. Hoe meer ik er over denk, hoe meer ik tot de overtuiging kom, dat hij met ons mee ging om de olifanten te bescher men." 86. „Om de olifanten te beschermen", her haalde mijnheer Hendriks. „Wat bedoel je daarmee, René?" „Dat is eenvoudig genoeg," legde René uit. „Boo-loo-la wordt de olifantsman ge noemd vanwege zijn invloed op olifanten en andere dieren. Als U nagaat, zult U zich herinneren, dat hij er steeds voor voelde met ons mee te gaan totdat de kaart gevon den was. Hij heeft ons nooit beloofd onze gids te zullen zijn, hij wenschte eenvoudig met ons mee te gaan en, als wij Tippoo Tib's kaart vonden, er voor te zorgen, dat wij er geen gebruik van konden maken". 88. „We zullen een kans wagen, René en jouw kaart volgen. Het zal ons mogelijk in de richting van het olifantskerkhof brengen". „Luister eens," zei Koen, „één ding be grijp ik niet als Boo-loo-la de olifanten wil beschermen, wat heeft dat met ons plan te maken? We zoeken naar de plaats waar de olifanten heen gaan om te sterven, Dat beteekent dus, dat ze dood zijn, dus... wat is de bedoeling van den olifantsman?" Mijnheer Hendriks glimlachte. „Ik weet, dat het misschien raar klinkt," zei hij, „maar René heeft gelijk, ik weet wat Boo-loo-la doet." alles. Misschien sliep ze wel en had een soort nachtmerrie, dat ze zich verbeeldde, dat ze aangevallen werd. Joost mag weten, wat zoo'n mensch bezielt..." Een andere gestalte had kans gezien zich door de menigte heen toegang te verschaffen to<- het compartement. Het was de reverend. „Bedaar toch, mevrouw'sprak hij de ont stelde reizigster vriendelijk toe. „Wat u ook van streek gemaakt mag hebben, u zult nu toch wel inzien, dat er geen reden voor angst meer is. Als u dat gerust kan stellen, wil ik graag een poosje hier bij u blijven. Ondertus- schen, conducteur", ging hij voort, „lijkt het u ook niet het beste, dat we nu maar verder gaan „Zeker", bromde de hoofdconducteur; „maar het feit dat er aan de noodrem getrokken is..." De reverend maakte een luchtig-wuivend gebaar. „Ik zou het niet te zwaar opnemen", be middelde hij. „De arme vrouw is ergens van geschrokken, verbeélding waarschijnlijk. Maar ze was ontwijfelbaar ter goeder trouw. Ik zou zeggen dat de Maatschappij zich een hee- leboel onnoodigen last bespaart, door het ge val met een weinig gemoedelijkheid te behan delen. Laat u de dame hier verder maar aan mijn zorgen over. De belangen van de andere passagiers spreken ook een woordje mee". Het pleidooi het niet na indruk te maken. „Dat is volkomen juist," erkende de hoofd conducteur, maar al te big, dat een deel van zijn verantwoordelijkheid door 'n eerwaard man van zijn schouders werd gewenteld. „Ik voor mij ben niet iemand om moeilijkheden noodeloos te vergrooten". En zich naar de gang keerend: „Ik geloof dat de dames en heeren verstandig doen naar hun plaatsen te rug te keeren, nu alles voorbij is". Ook Freddy behoorde tot de passagiers die na deze kleine toespraak aanstalten maak ten om hun compartiment weer op te zoeken Toen de eerste gil had geklonken was hij, even als de anderen, overeind gesprongen. Hjj her innerde zich vaag de coupé te hebben verla ten, erin teruggegaan te zijn en opnieuw ver laten te hebben, ditmaal met Miss Leveridge onmiddellijk achter zich. Toen had de menschenstroom hem verzwol gen en hem op zijn golven naar voren gedra- gen. Hij veronderstelde, dat de drie reizigers uit zijn compartiment eveneens die kant uit waren gestuwd. Wordt vervolgd.) 25 millioen kronen aangevraagd De Deensche minister van defensie heeft gisteren in het parlement een crediet van 25 millioen kronen voor de landsverdedi ging gevraagd Elf millioen zijn bestemd voor de luchtverdediging, 19 millioen voor de vloot en 5 millioen voor de burgerlucht- verdediging.' KRO-llitzending. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest. 1.00 Gramofoonmuziek (ca. 1.15 berichten). 1.20 KRO-orkest. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuur. 4.00 KRO-Melodisten en solist.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7