,/t Sal waerachtig wel gaen' Boekbespreking Henevoetsluis geen vloot- basis Oprichting van Marine-Golfclub Simu'taan-seance „Morphy" Oude volksmelodieën in moderne opvatting Ecste Nederlandsche Bond van Oud Onderofficieren Ongeoorloofde afwezigheid XZKzJtteh nieuwe Het „eenvoudige leven van alledag' Groot- en Kleinbedrijf in den detailhandel KeA$c tn Zemtótg, In verband met het groote bedrag, dat op de begrooting van Waterstaat is uitgetrokken voor bestortingen etc. bij Hellevoetslui3, heb ben verschillende stadgenooten zich afge- viaagd, of het in de bedoeling van de regee ring ligt, Hellevoetsluis in de toekomst weer in te richten als vlootbasis. Wij moeten hun deze ilusie ontnemen en we herinneren aan wat de Minister van Defensie zeide in de memorie van antwoord op de wijzi- gingsbegrooting van Defensie op 20 Juli van dit jaar: „Ware het mogelijk over de werf te Helle voetsluis te beschikken, dan zou daarmede wel voor een deel kunnen worden voorzien in het bestaande en in de naaste toekomst nog toenemende gebrek aan magazijnsruimte, doch niet zou zijn voldaan aan de behoefte om in de nabijheid van IJmuiden te kunnen beschik ken over een soort hulpbasis, waar de in oor logstijd aldaar te stationneeren schepen kun- r.en worden in dienst gesteld,, waar de daar voor bestemde bestemde voorraden en uitrus tingen kunnen worden opgeslagen en waar deze schepen in vredestijd kunnen worden op gelegd. Het kunnen beschikken over de werf te Hellevoetsluis zou hiervoor geen oplossing bideen en de noodzaak om te Amsterdam over een zekere zij het dan geringere wal- accomodatie te beschikken, zou blijven be staan. Bij de nu gekozen oplosing is tegelijk voldaan èn aan de behoefte aan een steunpunt nabij IJmuiden, èn aan de behoefte aan meer dere magazijnsruimte. Hierbij komt nog, dat de beschikking over de werf te Hellevoetsluis niet zonder belangrijke kosten zou kunnen worden vï'kregen, terwijl de overdracht van het Marine-etablissement te Amsterdam geen kosten meebrengt. Ook voor de behoefte aan eenige walacco- modatie te Heok van Holland zou de werf te Hellevoetsluis slechts een gedeeltelijke oplos sing bieden. Ligplaatsen met eenige opslag ruimte voor het materieel, dat in oorlogstijd te Hoek van Holland is gestationneerd, zou den toch aldaar moeten worden verkregen. Dat Poortershaven slechts een noodoplossing beteekent, moet worden ontkend. In verband met de geringe eischen, die er aan worden ge steld, voorziet deze volkomen in een noodza kelijke behoefte. Aanleg van de links verzekerd. Dezer dagen werd het initiatief genomen tot het oprichten van een Marine-golfclub te Den Helder. De heer J. Oosterveer een bekend Neder- landsch trainer -werd bereid gevonden lessen te geven en behulpzaam te zijn bij het inrich ten van de links. Aangezien de golfsport wegens de hooge kosten dikwijls een bezwaar vormt voor de meeste officieren, zal van den beginne af ge streefd worden de onkosten zoo laag mogelijk te houden. De heer Oosterveer is bereids in Den Helder. De lessen kunnen eventueel door 2 of 3 per sonen tegelijk worden genomen. Voor de Marine-officieren wordt een unieke gelegenheid opengesteld, thans in Den Helder met de beoefening van het golfspel te beginnen en in Soerabaja, Ma- lang, Batavia of Curagao, alwaar goede clubs bestaan, deze sportbeoefening, die aldaar niet duur is, voort te zetten. Voor hen, die niet naar Indië gaan, opent de op te richten club eveneens perspectieven, gezien de oefenmogelijkheden, die hier worden geschapen. Ook als uitbreiding van wat Den Helder aan sportgelegenheid in den winter biedt, zal het golfspel zeker waardeering vinden. Uiteraard zijn de officieren van de Land macht eveneens welkom in de nieuwe club. Zoo mogelijk zal toegang tot het militaire vliegveld voor burgers leden van de Marine club en hun meerderjarige huisgenooten worden aangevraagd. Reeds werd door eenige belangstellenden de toezegging gedaan een bedrag beschikbaar te stellen, zoodat een eenvoudige aanleg van de links reeds is verzekerd. Zaterdag 30 September ten 14.30 u. zal voor belangstellenden een demonstratie worden ge geven op het vliegkamp „De Kooij". De gisterenavond door de Heldersche Schaakclub „Morphy" in de bovenzaal van het Kegelhuis gehouden simultaan-séance had het volgende verloop: Gespeeld werd aan 30 borden, waarvan de hceren K. Geus, Dr. P. Feenstra Kuiper en J. C. van Epen er ieder 10 voor hun rekening namen, met het volgende resultaat: Door den heer K. Geus werden 8 partijen gewonnen en 2 verloren (van de heeren J. N. Kuitems en J. Valkenier). Speeltijd 1 uur 40 minuten. Door den heer J. C. van Epen werden 3 par tijen gewonnen, 4 remise (met de heeren F. Goedhart, C. J. Poortman, A. Coppens en G. v. d. Beek) en 3 verloren (van de heeren J. Gras. J. van Eekeren en G. Kleinbloesem). Speeltijd 3 uur. Door Dr. P. Feenstra Kuiper werden 4 par tijen gewonnen en 6 partijen verloren (van de heeren E. J. Heinink, B. Rensink, Dr. C. P. Koene, Th. Adriaanse, H. Willemse en P. Lever). Speeltijd 2 uur 30 minuten. De heer Geus, die na 1 u. 40 min. zijn par tijen beëindigd had, zette hierna nog 7 nieuwe partijen op, welke binnen een uur al 7 door hem gewonnen werden. ft Over de Marinefilm ,,'t Sal waerachtig wel gaen", schrijft Aneta-A.N.P. het volgende: De vloot moet op het witte doek, welaan dan zal zij daar ook goed op moeten verschij nen, niet geflatteerd, dat zeker niet, maar ook niet minder dan de camera het mogelijk maakt. Vlaggesünen wapperen in den wind, zoek lichten knipperen morseletters en gehoorzaam zwenken de „acteurs", gooien witkolkend schroefwater op of doen hun 850 paards-mo- toren hoog in de lucht dreunen en spelen de scene nog eens over. Zoo bouwt zich deze Marinefilm langzaam op onder het zorgzame oog van den regis seur Franken en het nerveuse enthousiasme van camaraman Van der Kolk, die de felle tropen zon bestrijdt met al wat de optiek daartegen als weermiddel heeft uitgevonden en wat hij bovendien zelf nog heeft uitgedacht. Als bun onafsclieidelijken schaduw staat naast hen de man van den marine propaganda- dienst, de oud-zee-officier Quispel, een even onafscheidelijke pijp in den mond. Hij is te vens nun voorbode, overal waar gefilmd zal moeten worden duikt Lij op om het maritiem technisch deel van de opnamen te bespreken en voor te bereiden. Behalve van Franken en Van der Kolk is hij ook de voorbode van den licht- en geluids man Tordans, die altijd karrevrachten electri- sche kabels, een pakhuisvoorraad aan schijn werpers en een kist met microfoons en aan verwante instrumenten met zich mee voert. Als de film-flood lampen haar intense gloed en hitte uitwerpen over het beeld, dat het filmlir.t moet gaan vasthouden, zit hij neer- gedoken bij zijn geluidsapparaat en tuurt be zorgd naar haastig op en neer dansende wij zers. Een groot gedeelte van ,,'t Sal waerachtig wel gaen", wordt begeleid door speciaal daar voor geschreven muziek, welke is gecompo neerd door den in Nederlandsche en ook Soe- rabajasche kunstkringen bekende musicus Jacques du Mosch. De geheel partituur werd uit twee bij uit stek Nederlandsche motieven opgebouwd: het ernstige „merek toch hoe sterek" als symbool van kracht en beschutting en het vroo'.ijke „Al is ons prinsje nog zoo klein", dat de ge moedelijkheid en vroolijkheid van den zeeman in melodie uitbeeldt. Zeer zeker zullen er zijn die de muziek van du Mosch te modern van opvatting zullen achten, zij zullen echter niet kunnen ontken nen dat die muziek, al is zij „slechts" als ondersteuning van het bee'd geschreven, in geenen deele onbeteekend is. En beeld en muzikale begeleiding ver dienen de belangstelling van allen, die het streven naar een waarachtige filmkunst een warm hart toedragen. Ook het beeld, en hiermede wordt niet bedoeld de poging naar volmaaktheid uit fotografisch oogpunt, maar de spannin gen, welke Franken door zijn cyneastische visie op het onderwerp bij den aanschou wer naar voren weet te roepen. In een film als deze marinefilm, die het karakter eener dramatische documentaire dragen en geen zoetvloeiend verhaal zijn, is een spanning brengende montage van het grootste belang. Hierin tcont Franken zich in ,,'t Sal waer achtig wei gaen" een cyneast, die onbe schroomd naast velen der Russische en Fran- sche prominenten mag gaan staan. Dat hij bij zijn werk de beschikking had over het dikwijls zeer fraaie camerawerk van Van der Kolk, kon hem bij de volvoering van zijn taak niet anders dan in belangrijke mate steunen. Als men het Franken zelf vraagt, zal hij echter als zijn grootsten steun het in tense medeleven van de marine zelf noe men. Niet slechts het medeleven, dat tot uiting kwam in het volledig beschikbaar stellen van de metalen acteurs, de sche pen, vliegtuigen, werkplaatsen en wat al niet, maar ook en vooral het by de opna men geheel „er in zijn" van de levende acteurs. Het was of een ieder voelde dat ook hier slechts in volledige samenwerking iets goeds tot stand zou kunnen worden gebracht. De film ,,'t Sal waerachtig wel gaan", is geen spel, zy is vol bloedwarm leven. Zy is gemaakt van een marine, welke niet schuwt zich te toonen zooals zy werke lijk ook is, en van een marine, die fier is op deze werkelijkheid. De eerste Nederlandsche Bond van Oud- Onderofficieren van land-, zeemacht en kolo niën heeft dezer dagen zijn 45ste congres ge houden in hotel Bristol te Rotterdam onder voorzitterschap van den bondsvoorzitter, den heer A. R. Harmsen. Het werd bijgewoond door den eere-voorzitter gep. luit.gen. Th. F. J. Muller Massis, lid van den R.aad van State. Het congres heeft de jaarlijksche bedragen vastgesteld voor ondersteuning van weduwen en weezen, welke onveranderd konden worden gehandhaafd. Ter gelegenheid van het 9e lustrum hebben de afdeelingen een feestgave aan het ondersteuningsfonds van 1400 ge schonken. Met groote instemming van het congres werd voorgesteld een telegram van hulde en verknochtheid te zenden aan de Koningin, beschermvrouwe van den bond. In verbant, met de ramp, welke de Ko ninklijke Marine heeft getroffen, werd met algemeene stemmen besloten 100 te storten in het Marine-rampenfonds. Het volgende congres zal te Nijmegen wor den gehouden. feefckfals'iaad De Zeekrijgsraad te Willemsoord heeft den matroos 3e klasse J. L. K. wegens ongeoor loofde afwezigheid in tijd van oorlog, ver oordeeld tot vier maanden gevangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis. Beklaagde diende aan boord van H. Ms. „Wachtschip" te Den Helder en was op 15 Mei van dit jaar ongeoorloofd en zonder per missie achtergebleven, toen hij met verlof was. Op 19 Juni heeft hij zich vrijwillig weer gemeld. Hij deelde heden voor het Hoog Militair Gerechtshof mede, (Jat hij dit gedaan had om met koopwaar te gaan venten, om zoodoende wat te verdienen en zijn oude moeder te on dersteunen. De handel vlotte evenwel niet en zoo was beklaagde na een maand weer in dienst teruggekeerd. Het bleek voorts, dat hij wel behoorlijk soldij kreeg, zoodat hij ook daarvan een ge deelte aan zijn moeder kon afstaan. De advocaat-fiscaal, mr. A. Brants, vor derde bevestiging van het door den Zee krijgsraad opgelegde vonnis (vier maanden gevangenisstraf). De verdediger mr. G. Smelt, pleitte clementie. Hij wees er op, dat de auditeur-militair drie maanden gevangenis straf heeft gevorderd en verzocht het Hof den beklaagde een gevangenisstraf gelijk aan de preventieve hechtenis op te leggen, zoo dat beklaagde onmiddellijk in vrijheid kon worden gesteld. Het hóf zal nader beslissen. i* Bij K. B. van 21 September 1939, is be noemd tot plaatsvervanger van het tweede lid van de pachtkamer van het kantongerecht te Den Helder J. Keijser Az., te Den Burg (Texel). Ik loop kaïn, over straat, hier kijkend, daar kijkend. Meisjes en vrouwen „van buiten", die hier hun zoon of man of broer komen be zoekt- gaan voorbij met rustigen stap. Hier en daar hun inkoopen doende om deze mee te nemen „naar huis". De postbode doet zijn gewone /eik, de boodschappenjongens gaan in sneller vaart voorbij, kinderen gaan naar school, de bakkèrswagens rollen voorbij met een grap van den bestuurder, de barbier laat zijn zonnescherm zakken, groet zijn over buurman in zijn groentenwinkeltje, de dokter stapt in zijn auto ter behandeling van zijn patiënten, e zoo gaat het gewone, het dood gewone leventje zijn gangetje. Denkt nu niet, dat zoo iets alleen plaats vindt in kleinere provinciestadjes, hetzelfde gebeurde in groote steden, wel niet in de drukke winkelstraten, maar over het algemeen gaat toch het dood gewone leven zijn gewonen loop. Als we onze oogen de kost geven, dan kun nen we het zien. Nict dat er veel te kijken valt. Eerder omdat er zoo weinig te zien is. Alleen maar het heel gewone en het heel alle- daagsche lever dat niet verandert, dat zóó was en zóó is en zóó zal blijven, nog eeuwen en eeuwen uoor. En daarom is het zoo rustig, zoo groot zoo sterk, ;oo mooi, als je het maar zien wilt. Dit is het leven, de grond, de kern, het wezen, waarop alles rust en altijd weer terugkeert. Het zijn de groote primaire le vensfeiten; de loop der dagelijksche dingen, de man aan zijn werk de huisvrouw in haar huis, als het kan met veel ambitie werkend voor het dagelijksche brooddat is toch eigen lijk het leven en zoo heel veel méér is er toch ook niet. De groote denkers der eeuwen hebben dat altijd geweten en hebben getracht de onver gankelijke zinrijkheid an dat dagelijksche mooie te peilen en :j hebben ons dat mede gedeeld in hun nagelaten geschriften. Inder daad, het dagelijksche eenvoudige beroep, dat men kent; waard om er telkens weer toe terug te keeren. Maar in elk geval de dage lijksche arbeid, die gedaan moet worden wat er ook gebeure. Hieraan herinnerd te worden is het doel van dit artikeltje. Want wij loopen tegenwoordig met die oorlogsbedoening gevaar, dat onze geestelijke No. 5 In de vier voorgaande artikelen over het groot- en kleinbedrijf is voldoende aangegeven op welke wijze deze beide bedrijven zich ver houden in de samenleving. Uit deze deze arti kelen is ten duidelijkste gebleken, dat er fei telijk geen b"tryding bestaat van het klein bedrijf, maar dat het gaat om het groot bedrijf. Wat stellen Je bestrijders van het grootbedrijf nu wel voor? Reeds dadelijk moeten wij constateeren, dat van officieele middenstandszijde, dat zijn dus de besturen van de groote Middenstandsbon den, zich verzetten tegen onredelijke manieren va- bestrijding, zooals b.v. belastingverhoo- ging. Dit geeft al heel weinig omdat de groot bedrijven de te betalen belasting weder op hun groot aantal klanten verhalen, al is dat dan ook maar een paar centen per klant. Dat be teekent echter zoo weir.ig. De belasting zou al zeer, zeer hoog moeten zijn, bij het onzinnige af, om een vruchtbaar doel te bereiken. Er zijn echter andere middelen ter sprake gekomen en wel door een rapport van den Vrijzinnig-Democratischen bond, die beperking voorstaat van de verdere ontwikkeling van het Groot-bedrijf naar het Zwitsersche model, dat eerst een volledige spertijd bevat en daarna een vergunningstelsel wenscht. Een vergun- weerstand en gezondheid bedreigt worden en soms ook teistert, doordat wij het gewone leven niet meer in zijn ware gedaante zien, maar langzamerhand door suggestie, alleen maar oog en oor hebben voor bijkomende ver schijnselen en scherpe kanten van het leven, die men op het oogenblik waarneemt. In binnen- en buitenlandsche bladen wordt er met klem gewaarschuwd tegen dat gedoe met de radio en het gevaar, dat dit met zich brengt. Van overal en alle mogelijke uren van het etmaal worden wij besprongen door de radiostem, zonder dat wij weten of dat betrouwbaar is. Met holle klanken wordt de overstuursche burger verward en vermurwd met die berichten over gevaren en rampen, slachting onmenschelijkhec'en, de intriges der staatslieden enz. Het begint 's morgens vroeg al. Geen huis kamer, kantoor, werkplaats of straat is daar voor veilig. De huismoeders zijn al van streek, voordat de kinderen naar schoolgaan. Het maakt gevoeligen zielen gek en toch blijven 's avonds velen nog op om het bijzondere te hooren, terwijl ze er eigenlijk van gruwen. Het was beter, dat zij maar naar bed gingen er afwachtten tot den volgenden morgen. Het wordt ongewild een soort gruwel-propaganch voor de tcch al overprikkelde zenuwen. W kunnen met wat goeden wil bevrijd wordr van die erlammende, vernederende en demr raliseerende invloed van deze oorlogs-sugge tie. Wij moeten er boven uit zien te kom*- en onszelven herinneren dat wij deel uitmr ken en de levende kracht zijn van datger dat boven eiken oorlog uit staat: het eenvoi dige mooie leven zelf. Geen oorlog ter wereld kan den zoekende geest beletten het eenvoudige leven te leide: En boven allen krijg, hoeveel slachtoffers e ook gemaakt worden, staat uiteindelijk toe weer de majesteit van het alledaagsche leve en dat van de doodgewone levensdingen, di< altijd weer naar boven rijzen. En wij met hen De eenvoudige lieden van de straat (om het zoc maar eens sterk te zeggen meenen hun oor deel te mogen zeggen over de meest ingewik kelde vraagstukken van buitenlandsche staat kunde, zonder dat zij eenig begrip hebben var het ingewikkelde staatsbestel. Men moet goed op de hoogte zijn van de historie der dingen! Dat niet heelemaal te vergeten is in deze tijden een groot voorrecht, dat ieders deel kan zijn. Waar de kennis van die historie ontbreekt, komt er noodzakelijk angst voor in de plaats en de zuivere levensvreugde is verdwenen. Voelt U zich zenuwachtig en gejaagd, overspannen, Uzelf tot last en moeilijk voor Uw omgeving? Neem dan direct 'n AKKERTJE" en ge voelt een weldadige rust overU komen! AKKERTJES kalmeeren, door hun bijzondere sa menstelling als regel reeds binnen een kwartier het overprikkelde zenuwstelsel en Ge voelt U als na'nverkwikkende slaap. "AKKERTJES" bevatten g.één verdoovende bestanddeélen en ze zijn niet schadelijk. tegen hoofdpijn, pijnen, koorts, kou. Doos: 13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers. ning zou dan slechts moeten worden verleend, nadat is vastgesteld, dat niet reeds door het kleinbedrijf op bevredigende wijze de artike len worden aangeboden, welke het vergunning- vragende bedrijf wenscht te verkoopen. Of wel, dat op andere gronden aan de oprichting of uitbreiding werkelijk behoefte bestaat. Of wel, dat door de eventueele oprichting van zoo'n grootbedrijf de bestaande kleinbedrijven niet worden geschaad, in het belang der geheele samenleving. Bovenstaand rapport meent, dat een periode van 5, hoogstens 8 jaar voor een dergelijke -ergunning „al noodig zijn, na een absolute spertijd van 2 jaar om den midden stand, die thans aau alle kanten verzwakt is. een adempauze te geven, in welken spertijd zij gelegenheid heeft zich te versterken. Daar na zou het grootbedrijf veer op de vlakte komen, die dan tegenover zich zal vinden een economisch gesaneerde en -ersterkte midden stand, versterkt als gunstige gevolgen van de Vestingwet, die dan zijn heilzame werking heeft verricht. Een ander kenner van het kleinbedrijf stelt voor: een tijdelijke belemme ring van het oprichten van filiaal-winkels, omdat ieder nieuw filiaal van een groot- winkel-bedrijf de eeconomische ondergang van ettelijke middenstandsgezinnen beteekent. Zoo hebben wfj dan leeren kennen de argu menten van de bestrijders van het grootbe drijf in den detailhandel. Het is noodig eenige mededeelingen te doen omtrent den omvang van het groot-winkel bedrijf. In Den Haag b.v. is uit officieele cij- lers reeds eenige jaren geleden gebleken, dat het grootbedrijf in den levensmiddelenhandel reeds ongeveer 50 van den omzet in die stad tot zich had getrokken. Uit een opgave van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam blijkt, dat het aantal filialen van het groot-winkelbedrijf daar er stede van 296 op 1 Januari 1932 gestegen is tot 374 op 1 Juli 1937. En zoo is het op het oogenblik in elke stad van eenigen omvang. Daar er echter over deze aangelegenheid geen volle dige statistiek aanwezig is, hopen wij, dat de tijd niet ver meer zal zijn, dat een zoodanige statisiek van de totale omzetten vna de ver schillende onderdeelen van het winkelbedrijf ter beschikking zullen zijn. Dat deze groot-winkelbedrijven zeer kunnen concurreeren met dè kleinbedrijven kan ook blijken uit hun enorme, voor elk harer winkels gelijkluidende reclame. In vele bladzijden van zijn brochure heeft b.v. Prof. Verrijn Stuart betoogd, dat de reclamemakerij van het grootbedrijf ook kan worden gebruikt door de kleine bedrijven, maar het zij ons vergund den schrjjver dezer brochure gemis aan praktische kennis, van wat zich in den middenstand afspeelt, toe te zeggen, waardoor dingen worden verkondigd, die op papier wel mooi zyn, maar die in dé praktijk onuitvoerbaar zijn gebleken. Immers, een uniforme reclame voor diverse detailzaken is moeilijk doorvoerbaar vanwege de vele en groote verscvhillen in de zaken der betrokken winkels. In geval er soms een9 een alleraardigste reclame is bedacht, dan bljjkt, dat die reclame, hoe aardig en pakkend ook! voor den één niet geschikt is, omdat hij een heel ander soort klanten heeft, dan waarmede de samensteller der reclame heeft gerekend. Behalve de reclame, is voor den klein-win« keiier een ander soort kracht noodig en dat is deze: zijn persoonlijkheid, zijn omgang met zijn klanten, het persoonlijk cachet van zijn winkel. Ds. G. S ALOM ONS. Ds. G. Salomons, predikant der Christelijke Gereformeerde kerk te Amsterdam-West, heeft Zondagmorgen jl. aan zijn gemeente bekend ge maakt, dat hij zijn lidmaatschap der Kérk en ddarmee dus ook zijn predikantschap neerleg, de. Nadere bijzonderheden werden niet mee gedeeld, evenmin werd uitsluitsel over toe komstplannen gegeven. D.s. Salomons stond te Bussum, Amersfoort 's Gravenzande en sedert 1923 te Amsterdam- West. Ds. Salomons is thans 49 jaar. PREDIKANT EN OFFICIER. De classis Meppél had bezwaar tegen den uitspraak van de generale synode in 1936, waar in het ambt van dienaar des Woords onver ee- nigbaar werd geacht met de' functie van reser ve-officier. Naar aanleiding van dit bezwaar spreekt de synode uit, dat elke gedachte dient te worden afgesneden als zou er een essentieel onderscheid zijn. De bedoeling van de synode is niet, dat de functie van reserve-officier het karakter van het ambt, doch alleen de uitoefe ning van het ambt kan schaden, en dat de be zwaren niet van principieelendoch van practi- schen aard zyn. DE TAAK DER NEUTRALEN. Prof. dr. Adolf Keiler, directeur van het Europeesch centraalbureau voor kerkelijke hulpacties te Genève, schrijft ons, dat waar de oorlog vele banden verbreekt, het Europeesch centraalbureau alle moeite doet om de taak der kerken in dezen des te meer tot uiting.te doen komen. Deze taak zal thans voor een groot deel in diverse hulpverleeningen bestaan. Zoo werden stappen gedaan om de verweesde Duit- sche kerk te Parijs onder bewaring te nemen. De Australische kerken verklaarden zich be reid om voor evangelische vluchtelingen bijzon dere maatregelen te treffen en hen aan plaats en arbeid te helpen. De Scandinavische kerken sloten zich aan een voor mogelijke goede dien sten op het gebied van het internationale ker kelijke leven. Prof. Keiler vraagt of het niet goed zou zijn indien de Nederlandsche en de Zwitsersche kerken tot dit doel eveneens con tact met elkander opnamen. Juist de kerken in de neutrale landen hebben thans een belang rijke taak en met vereenigde krachten kan het meest bereikt worden. THEOLOGISCHE FACULTEITEN. De oorlogsomstandigheden hebben er toe ge leid, dat in Duitschland (waar ook de theologi sche studenten in het leger dienen) de theologi sche faculteiten te Bonn, Breslau, Erlangen, Giessen, Göttingen, Greifswald, Halle, Heidel- berg, Kiel, Königsberg, Marburg, Miinster, Rostock en Tübingen gesloten werden, die te Berlijn, Weendn, Leipzig en Jena open bleven. Roomsch-Katholieke theologische faculteiten zijn nog open te Weehen en te Miinchen, de 7 andere werden eveneens gesloten. GEMEENTEN EN VELDPREDIKERS. Een enquête der Synodale Commissie. Namens de algemeene synodale commissie der Nederlandsch Hervormde kerk is bij de classicale besturen een enquête ingesteld „in verband met de moeilijkheden, die in verschil lende gemeenten zijn ontstaan door in verschil- kelijken dienst treden van de reserveveldpredi-1 kers". De enquête betreft de volgende vragen: welke gemeenten in zijn ressoort hiertoe be- hooren; op welke wijze door de betrokken pre dikanten in hun dienstwerk is voorzien; hoe de kerkeraden tegenover deze aangelegenheid staan; welke maatregelen naar zijn oordeel in het belang der gemeenten dienen genomen te worden. De Weermacht voor het behoud van den Staat, door luitenant ter zee der le klasse G. J. W. Waning. Uitgegeven door de Koninklijke Nederlandsche Vereeniging „Onze Vloot". Een uitvoerig en goed gedocumenteerd plei dooi voor den bouw van het Nederlandsche slagschip, zou men in het kort deze brochure kunnen noemen. Waarom de bouw van slag schepen beslist noodzakelijk is voor een we reldrijk als het Nederlandsche, wordt op over duidelijke wijze door Jen schrijver aangetoond^ Nu pas is men in bijna alle lagen van het Ne derlandsche volk gaan inzien, dat een goede weermacht, dat wil zeggen een weermacht, die in staat is het tegen een vijand zóólang op te nemen tot een bondgenoot te hulp snelt, en verzet met succes wordt bekroond, voor Nederland een eerste vereischte is. Men heeft te lang geaarzeld. Daarom was de trompet stoot van dezen marine-officier noodig om het Nederlandsche volk wakker te schudden en het de noodzakelijkheid van een snelle vlootuitbreiding, ^ok al zal dit enorme offers kosten, in te prenten. Want, en dit wordt maar al te vaak ver geten, Nederland is zonder Indië een onbe langrijke mogendheid en juist door ons over- zeesch gebiedsdeel is het mogelijk een der gelijke groote rol te spelen als die, welke wjj spelen. De belangen van ons rijk staan op het spel. De Japansche agressie naar het zuiden, voor- loopig nog weinig merkbaar door het feit, dat deze mogendheid aan handon en voeten is ge bonden in China, zal ongetwijfeld toenemen. Daarom moeten wij paraat zijn. De groote rol in een conflict zal de slag- vloot spelen, daar de„e den tegenstander dwingt met groot materiaal te komen in ge bieden, die ver van zijn basis af liggen. Hier door zal het risico voor hem grooter worden en het gevaar voor oorlog verminderen. Nederland moet er dus in de eerste plaats voor zorgen, dat ons overzeesch gebiedsdeel niet verloren gaat. Dat is geen chauvinistisch drijven, maar een levensbelang! Het zal he laas de vraag zijn, of met de snelle ontwik keling van den toestand in Europa, het uit breken der vijandelijkheden tusschen Duitsch- lanu en Polen de mogelijke verwikkelingen, die daaruit ook voor ons land kunnen voort vloeien deze brochure niet een aanklacht zal blijken t- zyn aan het adres van hen die te lang hebben geaarzeld met het nemen van doortastende maatregelen en of de oproep tot het Nederlandsche volk op dit oogenblik niet reeds te laat zal zijn gekomen. Ieder, die het belang inziet van de verdedi ging van de eenheid tusschen het Europee- sche, het Aziatische en het Amerikaansche deel van ons wereldrijk, raden wij aan deze brochure aandachtig te lezen en mee te hel pen aan den opbouw van een goede weermacht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 6