,/t Sal waerachtig
wel gaen'
Boekbespreking
Henevoetsluis geen vloot-
basis
Oprichting
van Marine-Golfclub
Simu'taan-seance „Morphy"
Oude volksmelodieën in moderne
opvatting
Ecste Nederlandsche Bond van
Oud Onderofficieren
Ongeoorloofde
afwezigheid
XZKzJtteh nieuwe
Het „eenvoudige leven
van alledag'
Groot- en Kleinbedrijf in
den detailhandel
KeA$c tn Zemtótg,
In verband met het groote bedrag, dat op
de begrooting van Waterstaat is uitgetrokken
voor bestortingen etc. bij Hellevoetslui3, heb
ben verschillende stadgenooten zich afge-
viaagd, of het in de bedoeling van de regee
ring ligt, Hellevoetsluis in de toekomst weer
in te richten als vlootbasis.
Wij moeten hun deze ilusie ontnemen en we
herinneren aan wat de Minister van Defensie
zeide in de memorie van antwoord op de wijzi-
gingsbegrooting van Defensie op 20 Juli van
dit jaar:
„Ware het mogelijk over de werf te Helle
voetsluis te beschikken, dan zou daarmede
wel voor een deel kunnen worden voorzien in
het bestaande en in de naaste toekomst nog
toenemende gebrek aan magazijnsruimte, doch
niet zou zijn voldaan aan de behoefte om in
de nabijheid van IJmuiden te kunnen beschik
ken over een soort hulpbasis, waar de in oor
logstijd aldaar te stationneeren schepen kun-
r.en worden in dienst gesteld,, waar de daar
voor bestemde bestemde voorraden en uitrus
tingen kunnen worden opgeslagen en waar
deze schepen in vredestijd kunnen worden op
gelegd. Het kunnen beschikken over de werf
te Hellevoetsluis zou hiervoor geen oplossing
bideen en de noodzaak om te Amsterdam over
een zekere zij het dan geringere wal-
accomodatie te beschikken, zou blijven be
staan. Bij de nu gekozen oplosing is tegelijk
voldaan èn aan de behoefte aan een steunpunt
nabij IJmuiden, èn aan de behoefte aan meer
dere magazijnsruimte. Hierbij komt nog, dat
de beschikking over de werf te Hellevoetsluis
niet zonder belangrijke kosten zou kunnen
worden vï'kregen, terwijl de overdracht van
het Marine-etablissement te Amsterdam geen
kosten meebrengt.
Ook voor de behoefte aan eenige walacco-
modatie te Heok van Holland zou de werf te
Hellevoetsluis slechts een gedeeltelijke oplos
sing bieden. Ligplaatsen met eenige opslag
ruimte voor het materieel, dat in oorlogstijd
te Hoek van Holland is gestationneerd, zou
den toch aldaar moeten worden verkregen.
Dat Poortershaven slechts een noodoplossing
beteekent, moet worden ontkend. In verband
met de geringe eischen, die er aan worden ge
steld, voorziet deze volkomen in een noodza
kelijke behoefte.
Aanleg van de links verzekerd.
Dezer dagen werd het initiatief genomen tot
het oprichten van een Marine-golfclub te Den
Helder.
De heer J. Oosterveer een bekend Neder-
landsch trainer -werd bereid gevonden lessen
te geven en behulpzaam te zijn bij het inrich
ten van de links.
Aangezien de golfsport wegens de hooge
kosten dikwijls een bezwaar vormt voor de
meeste officieren, zal van den beginne af ge
streefd worden de onkosten zoo laag mogelijk
te houden.
De heer Oosterveer is bereids in Den Helder.
De lessen kunnen eventueel door 2 of 3 per
sonen tegelijk worden genomen.
Voor de Marine-officieren wordt een
unieke gelegenheid opengesteld, thans in
Den Helder met de beoefening van het
golfspel te beginnen en in Soerabaja, Ma-
lang, Batavia of Curagao, alwaar goede
clubs bestaan, deze sportbeoefening, die
aldaar niet duur is, voort te zetten. Voor
hen, die niet naar Indië gaan, opent de op
te richten club eveneens perspectieven,
gezien de oefenmogelijkheden, die hier
worden geschapen.
Ook als uitbreiding van wat Den Helder aan
sportgelegenheid in den winter biedt, zal het
golfspel zeker waardeering vinden.
Uiteraard zijn de officieren van de Land
macht eveneens welkom in de nieuwe club.
Zoo mogelijk zal toegang tot het militaire
vliegveld voor burgers leden van de Marine
club en hun meerderjarige huisgenooten
worden aangevraagd.
Reeds werd door eenige belangstellenden de
toezegging gedaan een bedrag beschikbaar te
stellen, zoodat een eenvoudige aanleg van de
links reeds is verzekerd.
Zaterdag 30 September ten 14.30 u. zal voor
belangstellenden een demonstratie worden ge
geven op het vliegkamp „De Kooij".
De gisterenavond door de Heldersche
Schaakclub „Morphy" in de bovenzaal van het
Kegelhuis gehouden simultaan-séance had het
volgende verloop:
Gespeeld werd aan 30 borden, waarvan de
hceren K. Geus, Dr. P. Feenstra Kuiper en J.
C. van Epen er ieder 10 voor hun rekening
namen, met het volgende resultaat:
Door den heer K. Geus werden 8 partijen
gewonnen en 2 verloren (van de heeren J. N.
Kuitems en J. Valkenier). Speeltijd 1 uur 40
minuten.
Door den heer J. C. van Epen werden 3 par
tijen gewonnen, 4 remise (met de heeren F.
Goedhart, C. J. Poortman, A. Coppens en G.
v. d. Beek) en 3 verloren (van de heeren J.
Gras. J. van Eekeren en G. Kleinbloesem).
Speeltijd 3 uur.
Door Dr. P. Feenstra Kuiper werden 4 par
tijen gewonnen en 6 partijen verloren (van de
heeren E. J. Heinink, B. Rensink, Dr. C. P.
Koene, Th. Adriaanse, H. Willemse en P.
Lever). Speeltijd 2 uur 30 minuten.
De heer Geus, die na 1 u. 40 min. zijn par
tijen beëindigd had, zette hierna nog 7 nieuwe
partijen op, welke binnen een uur al 7 door
hem gewonnen werden.
ft
Over de Marinefilm ,,'t Sal waerachtig wel
gaen", schrijft Aneta-A.N.P. het volgende:
De vloot moet op het witte doek, welaan
dan zal zij daar ook goed op moeten verschij
nen, niet geflatteerd, dat zeker niet, maar
ook niet minder dan de camera het mogelijk
maakt.
Vlaggesünen wapperen in den wind, zoek
lichten knipperen morseletters en gehoorzaam
zwenken de „acteurs", gooien witkolkend
schroefwater op of doen hun 850 paards-mo-
toren hoog in de lucht dreunen en spelen de
scene nog eens over.
Zoo bouwt zich deze Marinefilm langzaam
op onder het zorgzame oog van den regis
seur Franken en het nerveuse enthousiasme
van camaraman Van der Kolk, die de felle
tropen zon bestrijdt met al wat de optiek
daartegen als weermiddel heeft uitgevonden
en wat hij bovendien zelf nog heeft uitgedacht.
Als bun onafsclieidelijken schaduw staat
naast hen de man van den marine propaganda-
dienst, de oud-zee-officier Quispel, een even
onafscheidelijke pijp in den mond. Hij is te
vens nun voorbode, overal waar gefilmd zal
moeten worden duikt Lij op om het maritiem
technisch deel van de opnamen te bespreken
en voor te bereiden.
Behalve van Franken en Van der Kolk is
hij ook de voorbode van den licht- en geluids
man Tordans, die altijd karrevrachten electri-
sche kabels, een pakhuisvoorraad aan schijn
werpers en een kist met microfoons en aan
verwante instrumenten met zich mee voert.
Als de film-flood lampen haar intense gloed
en hitte uitwerpen over het beeld, dat het
filmlir.t moet gaan vasthouden, zit hij neer-
gedoken bij zijn geluidsapparaat en tuurt be
zorgd naar haastig op en neer dansende wij
zers.
Een groot gedeelte van ,,'t Sal waerachtig
wel gaen", wordt begeleid door speciaal daar
voor geschreven muziek, welke is gecompo
neerd door den in Nederlandsche en ook Soe-
rabajasche kunstkringen bekende musicus
Jacques du Mosch.
De geheel partituur werd uit twee bij uit
stek Nederlandsche motieven opgebouwd: het
ernstige „merek toch hoe sterek" als symbool
van kracht en beschutting en het vroo'.ijke
„Al is ons prinsje nog zoo klein", dat de ge
moedelijkheid en vroolijkheid van den zeeman
in melodie uitbeeldt.
Zeer zeker zullen er zijn die de muziek van
du Mosch te modern van opvatting zullen
achten, zij zullen echter niet kunnen ontken
nen dat die muziek, al is zij „slechts" als
ondersteuning van het bee'd geschreven, in
geenen deele onbeteekend is.
En beeld en muzikale begeleiding ver
dienen de belangstelling van allen, die het
streven naar een waarachtige filmkunst
een warm hart toedragen.
Ook het beeld, en hiermede wordt niet
bedoeld de poging naar volmaaktheid uit
fotografisch oogpunt, maar de spannin
gen, welke Franken door zijn cyneastische
visie op het onderwerp bij den aanschou
wer naar voren weet te roepen.
In een film als deze marinefilm, die het
karakter eener dramatische documentaire
dragen en geen zoetvloeiend verhaal zijn, is
een spanning brengende montage van het
grootste belang.
Hierin tcont Franken zich in ,,'t Sal waer
achtig wei gaen" een cyneast, die onbe
schroomd naast velen der Russische en Fran-
sche prominenten mag gaan staan.
Dat hij bij zijn werk de beschikking had
over het dikwijls zeer fraaie camerawerk van
Van der Kolk, kon hem bij de volvoering van
zijn taak niet anders dan in belangrijke mate
steunen.
Als men het Franken zelf vraagt, zal
hij echter als zijn grootsten steun het in
tense medeleven van de marine zelf noe
men. Niet slechts het medeleven, dat tot
uiting kwam in het volledig beschikbaar
stellen van de metalen acteurs, de sche
pen, vliegtuigen, werkplaatsen en wat al
niet, maar ook en vooral het by de opna
men geheel „er in zijn" van de levende
acteurs.
Het was of een ieder voelde dat ook hier
slechts in volledige samenwerking iets goeds
tot stand zou kunnen worden gebracht.
De film ,,'t Sal waerachtig wel gaan",
is geen spel, zy is vol bloedwarm leven.
Zy is gemaakt van een marine, welke niet
schuwt zich te toonen zooals zy werke
lijk ook is, en van een marine, die fier is
op deze werkelijkheid.
De eerste Nederlandsche Bond van Oud-
Onderofficieren van land-, zeemacht en kolo
niën heeft dezer dagen zijn 45ste congres ge
houden in hotel Bristol te Rotterdam onder
voorzitterschap van den bondsvoorzitter, den
heer A. R. Harmsen. Het werd bijgewoond
door den eere-voorzitter gep. luit.gen. Th. F.
J. Muller Massis, lid van den R.aad van State.
Het congres heeft de jaarlijksche bedragen
vastgesteld voor ondersteuning van weduwen
en weezen, welke onveranderd konden worden
gehandhaafd. Ter gelegenheid van het 9e
lustrum hebben de afdeelingen een feestgave
aan het ondersteuningsfonds van 1400 ge
schonken.
Met groote instemming van het congres
werd voorgesteld een telegram van hulde en
verknochtheid te zenden aan de Koningin,
beschermvrouwe van den bond.
In verbant, met de ramp, welke de Ko
ninklijke Marine heeft getroffen, werd
met algemeene stemmen besloten 100
te storten in het Marine-rampenfonds.
Het volgende congres zal te Nijmegen wor
den gehouden.
feefckfals'iaad
De Zeekrijgsraad te Willemsoord heeft den
matroos 3e klasse J. L. K. wegens ongeoor
loofde afwezigheid in tijd van oorlog, ver
oordeeld tot vier maanden gevangenisstraf
met aftrek van de preventieve hechtenis.
Beklaagde diende aan boord van H. Ms.
„Wachtschip" te Den Helder en was op 15
Mei van dit jaar ongeoorloofd en zonder per
missie achtergebleven, toen hij met verlof
was.
Op 19 Juni heeft hij zich vrijwillig weer
gemeld.
Hij deelde heden voor het Hoog Militair
Gerechtshof mede, (Jat hij dit gedaan had om
met koopwaar te gaan venten, om zoodoende
wat te verdienen en zijn oude moeder te on
dersteunen. De handel vlotte evenwel niet en
zoo was beklaagde na een maand weer in
dienst teruggekeerd.
Het bleek voorts, dat hij wel behoorlijk
soldij kreeg, zoodat hij ook daarvan een ge
deelte aan zijn moeder kon afstaan.
De advocaat-fiscaal, mr. A. Brants, vor
derde bevestiging van het door den Zee
krijgsraad opgelegde vonnis (vier maanden
gevangenisstraf). De verdediger mr. G. Smelt,
pleitte clementie. Hij wees er op, dat de
auditeur-militair drie maanden gevangenis
straf heeft gevorderd en verzocht het Hof
den beklaagde een gevangenisstraf gelijk aan
de preventieve hechtenis op te leggen, zoo
dat beklaagde onmiddellijk in vrijheid kon
worden gesteld.
Het hóf zal nader beslissen.
i*
Bij K. B. van 21 September 1939, is be
noemd tot plaatsvervanger van het tweede
lid van de pachtkamer van het kantongerecht
te Den Helder J. Keijser Az., te Den Burg
(Texel).
Ik loop kaïn, over straat, hier kijkend, daar
kijkend. Meisjes en vrouwen „van buiten",
die hier hun zoon of man of broer komen be
zoekt- gaan voorbij met rustigen stap. Hier
en daar hun inkoopen doende om deze mee te
nemen „naar huis". De postbode doet zijn
gewone /eik, de boodschappenjongens gaan
in sneller vaart voorbij, kinderen gaan naar
school, de bakkèrswagens rollen voorbij met
een grap van den bestuurder, de barbier laat
zijn zonnescherm zakken, groet zijn over
buurman in zijn groentenwinkeltje, de dokter
stapt in zijn auto ter behandeling van zijn
patiënten, e zoo gaat het gewone, het dood
gewone leventje zijn gangetje. Denkt nu niet,
dat zoo iets alleen plaats vindt in kleinere
provinciestadjes, hetzelfde gebeurde in groote
steden, wel niet in de drukke winkelstraten,
maar over het algemeen gaat toch het dood
gewone leven zijn gewonen loop.
Als we onze oogen de kost geven, dan kun
nen we het zien. Nict dat er veel te kijken
valt. Eerder omdat er zoo weinig te zien is.
Alleen maar het heel gewone en het heel alle-
daagsche lever dat niet verandert, dat zóó
was en zóó is en zóó zal blijven, nog eeuwen
en eeuwen uoor. En daarom is het zoo rustig,
zoo groot zoo sterk, ;oo mooi, als je het maar
zien wilt. Dit is het leven, de grond, de kern,
het wezen, waarop alles rust en altijd weer
terugkeert. Het zijn de groote primaire le
vensfeiten; de loop der dagelijksche dingen, de
man aan zijn werk de huisvrouw in haar huis,
als het kan met veel ambitie werkend voor
het dagelijksche brooddat is toch eigen
lijk het leven en zoo heel veel méér is er toch
ook niet.
De groote denkers der eeuwen hebben dat
altijd geweten en hebben getracht de onver
gankelijke zinrijkheid an dat dagelijksche
mooie te peilen en :j hebben ons dat mede
gedeeld in hun nagelaten geschriften. Inder
daad, het dagelijksche eenvoudige beroep, dat
men kent; waard om er telkens weer toe
terug te keeren. Maar in elk geval de dage
lijksche arbeid, die gedaan moet worden wat
er ook gebeure.
Hieraan herinnerd te worden is het doel
van dit artikeltje.
Want wij loopen tegenwoordig met die
oorlogsbedoening gevaar, dat onze geestelijke
No. 5
In de vier voorgaande artikelen over het
groot- en kleinbedrijf is voldoende aangegeven
op welke wijze deze beide bedrijven zich ver
houden in de samenleving. Uit deze deze arti
kelen is ten duidelijkste gebleken, dat er fei
telijk geen b"tryding bestaat van het klein
bedrijf, maar dat het gaat om het groot
bedrijf.
Wat stellen Je bestrijders van het
grootbedrijf nu wel voor?
Reeds dadelijk moeten wij constateeren, dat
van officieele middenstandszijde, dat zijn dus
de besturen van de groote Middenstandsbon
den, zich verzetten tegen onredelijke manieren
va- bestrijding, zooals b.v. belastingverhoo-
ging. Dit geeft al heel weinig omdat de groot
bedrijven de te betalen belasting weder op hun
groot aantal klanten verhalen, al is dat dan
ook maar een paar centen per klant. Dat be
teekent echter zoo weir.ig. De belasting zou
al zeer, zeer hoog moeten zijn, bij het onzinnige
af, om een vruchtbaar doel te bereiken.
Er zijn echter andere middelen ter sprake
gekomen en wel door een rapport van den
Vrijzinnig-Democratischen bond, die beperking
voorstaat van de verdere ontwikkeling van het
Groot-bedrijf naar het Zwitsersche model, dat
eerst een volledige spertijd bevat en daarna
een vergunningstelsel wenscht. Een vergun-
weerstand en gezondheid bedreigt worden en
soms ook teistert, doordat wij het gewone
leven niet meer in zijn ware gedaante zien,
maar langzamerhand door suggestie, alleen
maar oog en oor hebben voor bijkomende ver
schijnselen en scherpe kanten van het leven,
die men op het oogenblik waarneemt.
In binnen- en buitenlandsche bladen wordt
er met klem gewaarschuwd tegen dat gedoe
met de radio en het gevaar, dat dit met zich
brengt. Van overal en alle mogelijke uren
van het etmaal worden wij besprongen door
de radiostem, zonder dat wij weten of dat
betrouwbaar is. Met holle klanken wordt de
overstuursche burger verward en vermurwd
met die berichten over gevaren en rampen,
slachting onmenschelijkhec'en, de intriges
der staatslieden enz.
Het begint 's morgens vroeg al. Geen huis
kamer, kantoor, werkplaats of straat is daar
voor veilig. De huismoeders zijn al van streek,
voordat de kinderen naar schoolgaan. Het
maakt gevoeligen zielen gek en toch blijven
's avonds velen nog op om het bijzondere te
hooren, terwijl ze er eigenlijk van gruwen. Het
was beter, dat zij maar naar bed gingen er
afwachtten tot den volgenden morgen. Het
wordt ongewild een soort gruwel-propaganch
voor de tcch al overprikkelde zenuwen. W
kunnen met wat goeden wil bevrijd wordr
van die erlammende, vernederende en demr
raliseerende invloed van deze oorlogs-sugge
tie. Wij moeten er boven uit zien te kom*-
en onszelven herinneren dat wij deel uitmr
ken en de levende kracht zijn van datger
dat boven eiken oorlog uit staat: het eenvoi
dige mooie leven zelf.
Geen oorlog ter wereld kan den zoekende
geest beletten het eenvoudige leven te leide:
En boven allen krijg, hoeveel slachtoffers e
ook gemaakt worden, staat uiteindelijk toe
weer de majesteit van het alledaagsche leve
en dat van de doodgewone levensdingen, di<
altijd weer naar boven rijzen. En wij met hen
De eenvoudige lieden van de straat (om het zoc
maar eens sterk te zeggen meenen hun oor
deel te mogen zeggen over de meest ingewik
kelde vraagstukken van buitenlandsche staat
kunde, zonder dat zij eenig begrip hebben var
het ingewikkelde staatsbestel. Men moet goed
op de hoogte zijn van de historie der dingen!
Dat niet heelemaal te vergeten is in deze tijden
een groot voorrecht, dat ieders deel kan zijn.
Waar de kennis van die historie ontbreekt,
komt er noodzakelijk angst voor in de plaats
en de zuivere levensvreugde is verdwenen.
Voelt U zich zenuwachtig en
gejaagd, overspannen, Uzelf
tot last en moeilijk voor Uw
omgeving? Neem dan direct
'n AKKERTJE" en ge voelt een
weldadige rust overU komen!
AKKERTJES kalmeeren, door
hun bijzondere sa menstelling
als regel reeds binnen een
kwartier het overprikkelde
zenuwstelsel en Ge voelt U
als na'nverkwikkende slaap.
"AKKERTJES" bevatten g.één
verdoovende bestanddeélen
en ze zijn niet schadelijk.
tegen hoofdpijn, pijnen, koorts, kou.
Doos: 13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers.
ning zou dan slechts moeten worden verleend,
nadat is vastgesteld, dat niet reeds door het
kleinbedrijf op bevredigende wijze de artike
len worden aangeboden, welke het vergunning-
vragende bedrijf wenscht te verkoopen. Of wel,
dat op andere gronden aan de oprichting of
uitbreiding werkelijk behoefte bestaat. Of wel,
dat door de eventueele oprichting van zoo'n
grootbedrijf de bestaande kleinbedrijven niet
worden geschaad, in het belang der geheele
samenleving. Bovenstaand rapport meent, dat
een periode van 5, hoogstens 8 jaar voor een
dergelijke -ergunning „al noodig zijn, na een
absolute spertijd van 2 jaar om den midden
stand, die thans aau alle kanten verzwakt is.
een adempauze te geven, in welken spertijd
zij gelegenheid heeft zich te versterken. Daar
na zou het grootbedrijf veer op de vlakte
komen, die dan tegenover zich zal vinden een
economisch gesaneerde en -ersterkte midden
stand, versterkt als gunstige gevolgen van de
Vestingwet, die dan zijn heilzame werking
heeft verricht. Een ander kenner van het
kleinbedrijf stelt voor: een tijdelijke belemme
ring van het oprichten van filiaal-winkels,
omdat ieder nieuw filiaal van een groot-
winkel-bedrijf de eeconomische ondergang van
ettelijke middenstandsgezinnen beteekent.
Zoo hebben wfj dan leeren kennen de argu
menten van de bestrijders van het grootbe
drijf in den detailhandel.
Het is noodig eenige mededeelingen te doen
omtrent den omvang van het groot-winkel
bedrijf. In Den Haag b.v. is uit officieele cij-
lers reeds eenige jaren geleden gebleken, dat
het grootbedrijf in den levensmiddelenhandel
reeds ongeveer 50 van den omzet in die
stad tot zich had getrokken. Uit een opgave
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Amsterdam blijkt, dat het aantal filialen
van het groot-winkelbedrijf daar er stede van
296 op 1 Januari 1932 gestegen is tot 374 op
1 Juli 1937. En zoo is het op het oogenblik
in elke stad van eenigen omvang. Daar er
echter over deze aangelegenheid geen volle
dige statistiek aanwezig is, hopen wij, dat de
tijd niet ver meer zal zijn, dat een zoodanige
statisiek van de totale omzetten vna de ver
schillende onderdeelen van het winkelbedrijf
ter beschikking zullen zijn.
Dat deze groot-winkelbedrijven zeer kunnen
concurreeren met dè kleinbedrijven kan ook
blijken uit hun enorme, voor elk harer winkels
gelijkluidende reclame.
In vele bladzijden van zijn brochure heeft
b.v. Prof. Verrijn Stuart betoogd, dat de
reclamemakerij van het grootbedrijf ook kan
worden gebruikt door de kleine bedrijven,
maar het zij ons vergund den schrjjver dezer
brochure gemis aan praktische kennis, van
wat zich in den middenstand afspeelt, toe te
zeggen, waardoor dingen worden verkondigd,
die op papier wel mooi zyn, maar die in dé
praktijk onuitvoerbaar zijn gebleken.
Immers, een uniforme reclame voor diverse
detailzaken is moeilijk doorvoerbaar vanwege
de vele en groote verscvhillen in de zaken der
betrokken winkels. In geval er soms een9 een
alleraardigste reclame is bedacht, dan bljjkt,
dat die reclame, hoe aardig en pakkend ook!
voor den één niet geschikt is, omdat hij een
heel ander soort klanten heeft, dan waarmede
de samensteller der reclame heeft gerekend.
Behalve de reclame, is voor den klein-win«
keiier een ander soort kracht noodig en dat
is deze: zijn persoonlijkheid, zijn omgang met
zijn klanten, het persoonlijk cachet van zijn
winkel.
Ds. G. S ALOM ONS.
Ds. G. Salomons, predikant der Christelijke
Gereformeerde kerk te Amsterdam-West, heeft
Zondagmorgen jl. aan zijn gemeente bekend ge
maakt, dat hij zijn lidmaatschap der Kérk en
ddarmee dus ook zijn predikantschap neerleg,
de. Nadere bijzonderheden werden niet mee
gedeeld, evenmin werd uitsluitsel over toe
komstplannen gegeven.
D.s. Salomons stond te Bussum, Amersfoort
's Gravenzande en sedert 1923 te Amsterdam-
West. Ds. Salomons is thans 49 jaar.
PREDIKANT EN OFFICIER.
De classis Meppél had bezwaar tegen den
uitspraak van de generale synode in 1936, waar
in het ambt van dienaar des Woords onver ee-
nigbaar werd geacht met de' functie van reser
ve-officier. Naar aanleiding van dit bezwaar
spreekt de synode uit, dat elke gedachte dient
te worden afgesneden als zou er een essentieel
onderscheid zijn. De bedoeling van de synode
is niet, dat de functie van reserve-officier het
karakter van het ambt, doch alleen de uitoefe
ning van het ambt kan schaden, en dat de be
zwaren niet van principieelendoch van practi-
schen aard zyn.
DE TAAK DER NEUTRALEN.
Prof. dr. Adolf Keiler, directeur van het
Europeesch centraalbureau voor kerkelijke
hulpacties te Genève, schrijft ons, dat waar de
oorlog vele banden verbreekt, het Europeesch
centraalbureau alle moeite doet om de taak der
kerken in dezen des te meer tot uiting.te doen
komen. Deze taak zal thans voor een groot
deel in diverse hulpverleeningen bestaan. Zoo
werden stappen gedaan om de verweesde Duit-
sche kerk te Parijs onder bewaring te nemen.
De Australische kerken verklaarden zich be
reid om voor evangelische vluchtelingen bijzon
dere maatregelen te treffen en hen aan plaats
en arbeid te helpen. De Scandinavische kerken
sloten zich aan een voor mogelijke goede dien
sten op het gebied van het internationale ker
kelijke leven. Prof. Keiler vraagt of het niet
goed zou zijn indien de Nederlandsche en de
Zwitsersche kerken tot dit doel eveneens con
tact met elkander opnamen. Juist de kerken in
de neutrale landen hebben thans een belang
rijke taak en met vereenigde krachten kan het
meest bereikt worden.
THEOLOGISCHE FACULTEITEN.
De oorlogsomstandigheden hebben er toe ge
leid, dat in Duitschland (waar ook de theologi
sche studenten in het leger dienen) de theologi
sche faculteiten te Bonn, Breslau, Erlangen,
Giessen, Göttingen, Greifswald, Halle, Heidel-
berg, Kiel, Königsberg, Marburg, Miinster,
Rostock en Tübingen gesloten werden, die te
Berlijn, Weendn, Leipzig en Jena open bleven.
Roomsch-Katholieke theologische faculteiten
zijn nog open te Weehen en te Miinchen, de 7
andere werden eveneens gesloten.
GEMEENTEN EN VELDPREDIKERS.
Een enquête der Synodale Commissie.
Namens de algemeene synodale commissie
der Nederlandsch Hervormde kerk is bij de
classicale besturen een enquête ingesteld „in
verband met de moeilijkheden, die in verschil
lende gemeenten zijn ontstaan door in verschil-
kelijken dienst treden van de reserveveldpredi-1
kers". De enquête betreft de volgende vragen:
welke gemeenten in zijn ressoort hiertoe be-
hooren; op welke wijze door de betrokken pre
dikanten in hun dienstwerk is voorzien; hoe
de kerkeraden tegenover deze aangelegenheid
staan; welke maatregelen naar zijn oordeel in
het belang der gemeenten dienen genomen te
worden.
De Weermacht voor het behoud van den
Staat, door luitenant ter zee der le klasse G.
J. W. Waning. Uitgegeven door de Koninklijke
Nederlandsche Vereeniging „Onze Vloot".
Een uitvoerig en goed gedocumenteerd plei
dooi voor den bouw van het Nederlandsche
slagschip, zou men in het kort deze brochure
kunnen noemen. Waarom de bouw van slag
schepen beslist noodzakelijk is voor een we
reldrijk als het Nederlandsche, wordt op over
duidelijke wijze door Jen schrijver aangetoond^
Nu pas is men in bijna alle lagen van het Ne
derlandsche volk gaan inzien, dat een goede
weermacht, dat wil zeggen een weermacht,
die in staat is het tegen een vijand zóólang
op te nemen tot een bondgenoot te hulp snelt,
en verzet met succes wordt bekroond, voor
Nederland een eerste vereischte is. Men heeft
te lang geaarzeld. Daarom was de trompet
stoot van dezen marine-officier noodig om
het Nederlandsche volk wakker te schudden
en het de noodzakelijkheid van een snelle
vlootuitbreiding, ^ok al zal dit enorme offers
kosten, in te prenten.
Want, en dit wordt maar al te vaak ver
geten, Nederland is zonder Indië een onbe
langrijke mogendheid en juist door ons over-
zeesch gebiedsdeel is het mogelijk een der
gelijke groote rol te spelen als die, welke wjj
spelen.
De belangen van ons rijk staan op het spel.
De Japansche agressie naar het zuiden, voor-
loopig nog weinig merkbaar door het feit, dat
deze mogendheid aan handon en voeten is ge
bonden in China, zal ongetwijfeld toenemen.
Daarom moeten wij paraat zijn.
De groote rol in een conflict zal de slag-
vloot spelen, daar de„e den tegenstander
dwingt met groot materiaal te komen in ge
bieden, die ver van zijn basis af liggen. Hier
door zal het risico voor hem grooter worden
en het gevaar voor oorlog verminderen.
Nederland moet er dus in de eerste plaats
voor zorgen, dat ons overzeesch gebiedsdeel
niet verloren gaat. Dat is geen chauvinistisch
drijven, maar een levensbelang! Het zal he
laas de vraag zijn, of met de snelle ontwik
keling van den toestand in Europa, het uit
breken der vijandelijkheden tusschen Duitsch-
lanu en Polen de mogelijke verwikkelingen,
die daaruit ook voor ons land kunnen voort
vloeien deze brochure niet een aanklacht zal
blijken t- zyn aan het adres van hen die te
lang hebben geaarzeld met het nemen van
doortastende maatregelen en of de oproep tot
het Nederlandsche volk op dit oogenblik niet
reeds te laat zal zijn gekomen.
Ieder, die het belang inziet van de verdedi
ging van de eenheid tusschen het Europee-
sche, het Aziatische en het Amerikaansche
deel van ons wereldrijk, raden wij aan deze
brochure aandachtig te lezen en mee te hel
pen aan den opbouw van een goede weermacht.