Aankomst bemanning „Jan van Gelder' SALON Drie oorlogs bodems varen uit De „Van der Hulst" brengt de dooden, gewonden en overige equipage naar Nieuwediep MANSHANDEN In memonant Maandag 2 October 1939 Tweede Blad Somber transport in de duisternis Den Helder leeft mee Groote werken op de Marinewerf Golfdsmonstraties op vliegkamp „De Kooy" Een woord tot de Heldersche vrouwen Burgerlijke Stand van Den Helder Uit het politie-rapport De toestand van de zwaargewonden van H* Ms» „van Gelder" Bemoedigend afscheidswoord van comut. Onderzeedienst Kazerne !PtcidAfttouv4 Het zal wel een nimmer op te helderen ge heim blijven, wat de oorzaak was, dat de mare gistermiddag zoo spoedig in Den Helder bekend was. Reeds te omstreeks 3 uur kon men op verschillende plaatsen personen zien. die elkaar met ernstige gezichten vertelden over datgene, wat ergens op de Noordzee, waar precies, wist men toen nog niet, voor gevallen moest zijn. Het waren de meest wilde geruchten, die de ronde deden. Men hoorde de namen van verschillende schepen noemen. Nu eens zou het de „Nautilus" geweest zijn, die met man en muis vergaan was, dan weer de „Abraham van der Hulst". Een enkele ook noemde den naam van de „Jan van Gelder", wellicht nog niet beseffende, dat zijn veronderstelling in derdaad op waarheid berustte. In afwachting aan de haven. Tegen vier uur reeds begon het volk naar de haven te stroomen.' Weliswaar in niet zulk een grooten getal als tijdens het ongeluk van de „Willem van Ewijck", maar toch waren enkele honderden personen op en bij de aan legplaats van de Texelsche boot aanwezig. Het werd half vijf... het werd vijf uur en nog tastte men in het luister. Welis waar wist men toen te vertellen, dat het de „Jan van Gelder" was, welke op een mijn geloopen moest zijn, maar bijzonder heden ontbraken nog ten eenenmale. En zoo wachtte men daar aan de haven. Het was het beeld, dat wij ons nog van vier weken geleden herinnerden: de steiger bij het Wierhoofd, benevens de geheele haven tot aan het marine-hospitaal, afgezet. Op een lange rij de schildwachten, die het publiek op een afstand hielden. Ziekenauto's rijden aan. Van het-Marine-hospitaal reden auto's aan: twee groene ambulance-auto's, een tweetal militaire auto's en voorts een kleine auto met een roode kruis doek er over. Dat was te omstreeks 6 uur, toen door de radio het be richt reeds was doorgegeven, dat aan de vele twijfel, die er heerschte, een einde maakte. De auto's stelden zich op onder aan de stei gers, evenals het personeel van het hospitaal, bestaande uit dokters en verplegers. Het was nog niet bekend met welke gele genheid de dooden en gewonden naar Den Helder zouden worden vervoerd. Wel wi§t pien, dat reeds vroeg in den middag de snel varende motorboot van het vliegkamp „De Mok", de chef en enkele doktoren van het Hospitaal gehaald had, die full speed naar de plaats van het ongeluk gebracht werden. En men wachtte. Het was daar niet prettig aan de haven. Aan boord van de schepen was het stil. Op het wachtschip hoorde men thans geen gra- hiofoon spelen en overal groepten marineman nen .samen, die met bedrukte gezichten dat gene bespraken, wat zich bij Terschelling af gespeeld had. Scherp stond de Oostenwind over de ha ven: het havenwater klotste en kabbelde te gen den steiger, en somber trok een einde- looze wolkenbank over fort De Harssens. Het publiek dook weg in de kragen van de jassen. En men tuurde naar het Marsdiep, vanwaar het schip moest komen. Welk schip wist mén niet. Om half zeven zouden de slachtoffers, be nevens de zwaar- en lichtgewonden, aan wal gebracht worden. Naar wij reeds vroeg ver namen met de „Abraham van der Hulst". De mijnenveger met zijn droeve last nadert. Langham kroop de tijd voorbij. De dag ging over in de schemering en het was reeds over 7 uur, toen zich uit de grauwe duister nis van het Marsdiep de lichten van den mij nenveger losmaakten. Drie lichten: een rood, een groen en een wit. Snel naderde het schip, en binnen enkele minuten voer het 't haven hoofd voorbij. Alles voor een snel transport van de gewonden was op den steiger reeds in gereedheid gebracht. De brancards stonden klaar, het personeel er naast en de weg naar het Hospitaal was geheel vrijgehouden. De mijnenveger zwaaide voor den stei ger, en langzaam kwam zij naar den wal: veel aan boord was er bij de snel inval lende duisternis niet te ontwaren. Men zag het personeel druk in de weer op voor- en achterschip, men hoorde de machine gon zen en het fluitje van den bootsman sner pen. Slachtoffers worden aan wal ge bracht. Dan komen de trossen over en vrijwel tege lijkertijd vangt men aan met het transport. Één voor één ziet men, in het schelle licht van een schijnwerper aan boord van den mij- nenveger, hoe de slachtoffers uit het nuc scheeps gedeelte verschijnen. Men ziet in het licht flarden van uniformen en dekens. Men ziet matrozen voorzichtig de loopplank af gaan, met een uiterste behoedzaamheid ge wonden tusschen hen in steunend. Dat alles gebeurt in de grootste kalmte. Er is geen drukte, er is geen gejacht. Maar binnen en kele minuten rijdt de eerste ambulance-auto weg naar het Hospitaal. Gedurende een kwartier is men bezig op den mijnenveger: telkens weer ziet men een zwaar- of lichtgetroffene naar den wal brengen, en nog drie maal rijdt een auto .de kluft op. In de auto's branden de lichten en men ziet neerhur kende hospitaal-soldaten, die het de slachtoffers zoo gerieflijk mogelijk trachten te maken. Langzaam, heel langzaam, rijden deze auto's en het publiek, dat stil deze voorbijrijdende groene auto's gadeslaat, ziet hen na. En in ge dachten is men bij de marinemannen, die bij hun uitvaren niet zullen hebben vermoed, dat zij zóó in Nieuwediep terug zouden keeren. Het zijn droeve oogenblikken, daar aan de haven van Den Helder. Net zoo droevig als vier weken geleden, en net zoo onver getelijk. Weer staat daar het eenvoudige marinevrouwtje naast den burger. Men vraagt elkaar en men tracht een verkla ring te vinden voor datgene wat zich daar 's middags afgespeeld heeft. Maar men weet niet veel, want de marine-autoriteiten zijn zeer spaarzaam met bijzonderheden. Beter gezegd: er worden in het geheel geen bijzonderheden gegeven en zoo blijft men in het duister tasten. Op de schepen in de haven branden nu alle lichten. In groepjes staan de schepelingen bij een. Een cigaret in hun mondhoek en de tan den op elkaar. Zoo oogenschijnlijk is er aan hen niet zoo veel te merken. En men zou als outsider geneigd zijn te meenen, dat hen dit alles niets zegt. Maar het is anders. Het zegt hen veel, méér nog dan den burger, maar zij zwijgen er liever over en loopen met het leed, dat eigen collega's getroffen heeft, niet te koop. In het groote Marinehospitaal, met zijn vele ramen,branden de lichten. Voor de poort ver zamelen zich later op den avond groepen men- schen. Men kan moeilijk van de haven scheiden nu. Want er zijn velen die een der slachtoffers kenden, die er familie van zijn. In de stad is er dien avond maar één onder werp van gesprek: de ramp met de „Jan van Gelder". Men spreekt er over in de hoofdstra ten, men spreekt er over op alle plaatsen waar burgers en militairen bijeen zijn. In de Koningstraat, voor het bureau van de krant waar de bulletins gehangen zijn, blijft men samengroepen. Uur na uur. Steeds weer leest men de wreede woorden die vertellen van de tweede ramp, die de Koninklijke Marine in zulk eeri korten tijd overkwam. Men gist en veronderstelt. Men hoort won derlijke verhalen. Nog later lekken brokstuk ken van de toedracht der zaak door. Maar men spreekt elkaar tegen en niemand weet feitelijk de juiste toedracht. Men weet maar één ding: dat het een felle slag was, die de marine weer heeft moeten incasseeren. En men hoopt daarbij dat deze tweede ramp de laatste moge zijn. En dat is datgene wat wij mede vurig hopen! Voor 90.000 aan verbouwingen! j en vernieuwingen. j| a sa Op de Defensiebegrooting voor 1940 is uitgetrokken: voor het vernieuwen van de loodgietery •j en vertinnerjj, een bedrag van 35.000 guldenaangezien de bestaande werk- IJ plaatsen niet aan de wettelijke eischen •I voldoen en bovendien te klein zijn ge- 51 worden; 11 voor het verbeteren van kap en tran- 11 sportinrichting gieterij 35.000 gulden; |j voor het maken van een loods voor conservatie waarlooze deelen een be- drag van 40.000 gulden. In de toelich- ting op deze post wordt gezegd: In verband niet de uitbreiding der vloot |J neemt de behoefte aan bergruimte van a a a a waarlooze deelen voor schepen regel- j; matig toe, waarom als eerste voor- ziening een bedrag van 40.000 gulden wordt aangevraagd voor het bouwen i; van een loods. Had men de gewonden en niet-gewonden naar het Hospitaal gebracht, hetzelfde ge schiedde met diegenen, die er zonder letsel af gekomen waren. Zij allen werden in een mili taire autobus gezet en naar het thans even eens als hospitaal ingerichte Instituut ge bracht. Velen waren uiteraard danig overstuur. Nog in den loop van den avond waren fami lieleden in de gelegenheid een kort bezoek aan hun verwanten te brengen. Geen enkele der op varenden kreeg permissie naar huis te gaan: volgens zeggen wordt men 24 uur in observatie gehouden. Verscheidene opvarenden van de „Jan van Gelder" bleken den dans ontsprongen te zijn wegens de omstandigheid, dat zij zich, op het moment van de catastrophe, niet aan boord van den mijnenveger bevon den, doch in de sloep, die op eenigen af stand van het schip bezig was bij de mijnen. Onder begunstiging van zeer schoon herfst weder hooge uitzondering voor dezen tijd van het jaar werd Zaterdagmiddag voor een grcot en select aantal toeschouwers, waaronder vele dames, een demonstratie ge houden van het golfspel op het vliegkamp De Kooij. Dit balspel, dat de laatste jaren meer en meer de wereld veroverde, had ook in de Heldersche marine-kringeii een groep enthou siaste beoefenaars en bewonderaars, zoodat plannen werd geopperd en uitgewerkt; dank zij de hulp der marine-autoriteiten werd een speelterrein gevonden op het uitgestrekte vliegveld De Kooij. Kolonel P. J. Feteris, beoefenaar van deze fraaie sport sprak tot de aanwezigen een kort welkom en stelde het op hoogen prij3, dat schout bij nacht H. Jolles dezen middag aan wezig wilde zijn. Het golfspel, zeide kolonel Feteris, is die belangstelling zeker waard. Deze zeer oude sport is heilzaam voor lichaam en geest; het is een sport, die toewijding en concentratie eischt. Wie zich er dan ook op toelegt, zal daarin groote voldoening vinden. Daarna stelde spr. den heer Oosterveer aan het gezelschap voor, die zich bereid verklaard had de training der clubleden op zich te nemen. Het deed den kolonel genoegen zooveel dames aanwezig te zien en spr. is er van overtuigd, dat allen, nu eenmaal hun belangstelling is gewekt, enthousiast zullen medewerken. Gedurende de verdere demonstraties van den heer Oosterveer, die als geroutineerd golfspeler DAMES KAPPER HEEREN Stakmanbossestr. 65 Tel. 514 Opnieuw heeft de Marine een zware slag getroffen. Voor ons kantoor staat een zwijgende menschenmassa de bulletins met het tragische nieuws te lezen. Tal van ge zinnen werden op dezen Zondag in diepen rouw gedompeld. De oorlog, die een paar duizend kilometers van onze grenzen woedt, heeft opnieuw de tol geëischt van onze mannen, die voor de verdediging van ons vaderland hun leven waagden. Zondag, dag van rust en geestelijke be zinning in dezen tijd van chaotische ver warring. Anders de eenige dag waarop de menschen van de Marine, als hun schip thuis ligt, in den huiselijken kring door brengen. Nu zijn ze ver weg bezig met het gevaarlijke tuig, dat onze grenzen voor mogelijke aanvallers moet beschermen. En dan plotseling maait de verraderlijke vijand van den mensch, de dood, zes jonge levens weg. In verslagenheid staan hun kamera den, in diepen weemoed hun nabestaan den. Wij voelen iets mee van de schrijnen de smart, dat op dezen „Dag des Heeren als gevolg van de verdwazing van den mensch, opnieuw zes levens geëischt wer den. In eenige weken tijds werden nu zes en dertig menschenlevens opgeroepen en woorden van menschelijke troost baten hier weinig. In de gezinnen waar vader of zoon werd weggerukt, daar voelt men de zwaar te van het leed van dit onverwachte heen gaan en wij ontveinzen ons niet, dat menig Marineman vandaag met loode schoenen zijn gang naar boord gemaakt heeft en dat menige Marinevrouw in angstige afwach ting thuis blijft. Toch moeten we ook nu weer voor waarts. Weer zullen schepen en mannen gaan naar de mijnenvelden, om de projec tielen te controleeren en te verzekeren, om met inzet van hun eigen leven, het leven van andere scheepsmakkers te behoeden, om als ons land, wat God verhoede, in de wereldramp zou betrokken worden, de vijand zoo mogelijk buiten onze grenzen te houden. Wie zou hier een woord van troost kun nen spreken? Wie kan de menschen be moedigen om toch hun taak plichtsgetrouw te vervullen? Er is alleen kracht in de zekerheid, dat ons leven niet in handen van menschen berust, dat ook ons uur van scheiden bepaald is, dat we sterk en rustig onzen gang kunnen gaan, als we van deze zekerheid niet alleen doordrongen zijn, maar daarenboven rusten in de liefde van den Almachtige, Die in oneindige wijs heid ook ons leven bepaald heeft en Die hen kan troosten, die door dit heengaan zoo smartelijk geslagen werden. zijn „leerlingen" alle knepen van dit spel toon de, werd door kolonel Feteris een duidelijke explicatie gegeven, zoodat de aanwezigen met de terminologie en de tactiek van het golfspel bekend raakten, voorzoover zij dat niet reeds waren. Langs drie zijden van het vliegveld waren fareways aangelegd, terwijl aan het eind dezer banen het eerste primitieve begin was te zien van de green, dat een zeer kort gemaaid grasveldje van 40 yard middellijn moest voor stellen. Het terrein zal verder worden bijge werkt, om de banen ook geheel voor het golf spel bruikbaar te maken. Met de verschillende stokken, clubs genaamd, benoodigd voor het siaan van het balletje op verschillende afstan den, werden door den heer Oosterveer demon straties gegeven. Hij gebruikte achtereenvol gens: de driver, waarmee getracht wordt den bal zoover mogelijk te slaan, de brassy, waar mede bij gunstige ligging eveneens.de bal een aanzienlijken afstand kan worden weggeslagen, de mashie, dig speciaal gevormd is om den bal hoog in de lucht te kunnen slaan om zoo dicht mogelijk bij de hole op de greens komen. Ten slotte gebruikte hij de putter om het balletje in het gaatje te slaan. Ongetwijfeld zullen velen, zooals het ook ons gegaan is, van deze demonstraties genoten hebben, en zal velen de lust bekruipen om zich op deze sport toe te leggen, zoodat de golfclub der Marine, die nu reeds eenige leden telt, waaronder een aantal dames, zal bloeien en Den Helder over een aantal goede en enthousiaste golfers zal beschikken. Onder leiding van de Voorzitster, mevrouw PostumaVan Vloodorp en in tegenwoordig heid van de Eer-Presidente, mevrouw S. J. RitmeesterVan der Feen, heeft de Af deeling Den Helder van de „Nederlandsche Vereeni- ging van Huisvrouwen" een ledenvergadering gehouden, die zich in een drukke opkomst mocht verheugen. Op deze vergadering werd besloten tot het vervaardigen van mutsen en andere kleeding- stukken voor de gemobiliseerden. Zij zijn het, die aan onze kusten en grenzen staan om onze neutraliteit te handhaven, en daarom doen wij een beroep op alle vrouwen, om mede te werken voor dat mooie doel. Te beginnen met Maandagavond 2 October 8 uur, daarna Dinsdagmiddag 10 October half 3 en zoo afwisselend gedurende de maanden October en November, zullen op de bovenzaal van het Kegelhuis, Julianapark, eenige dames aanwezig zijn tot het uitreiken van wol, pen nen en patronen, alles geheel gratis. Er is tevens gelegenheid daar te breien. Om de kosten te bestrijden is besloten tot het houden van een Speldjesdag op Zaterdag 7 October a.s. en hiervoor is het dat wij nog een extra beroep doen op alle vrouwen, zoo wel echtgenooten van militairen als wel van burgers, zich cp te geven als collectante bij een van onderstaande adressen: dit s.v.p. vóór Woensdag 4 October. Het werk, 't welk de Vereeniging zich voor stelt te doen, wordt warm aanbevolen door mevrouw M. Jollesde Bruyn, echtgenoote van den Commandant der Stelling van Den Helder. Mevr. S. J. Ritmeestervan der Feen, Eere-> Pres., Javastraat 114. Mevr. J. C. Postumavan Vloodorp, Pres., Kanaalweg 140. Mevr. G. E. JaringBurgers, Secr., Dijk- straat 66. Mevr. E. C. W. van Pienbroekvan Gaasbeek, Penningm., Loodsgracht 65. Mevr. D. VeenToot, Spoorstraat. Mevr. C. GoosDekker. Binnenhaven 44. Mevr. E. GrunwaldFrankenberg, Molen gracht 7. Mevr. S. SmitDaalder, Kerkgracht 42. van 30 September 1939. BEVALLEN: A. PosthumusRensmaag, d.; J. van der MeulenBakker, d. HUISVREDEBREUK. Zaterdag werd er iemand bekeurd, die zich in het gebouw van Maatschappelijk Hulp betoon aan huisvredebreuk had schuldig ge maakt. EXPLOSIE IN DEN SCHOORSTEEN. Een juffrouw kwam Zaterdag op het hoofd bureau van politie het sensationeele nieuws vertellen, dat er een explosie had plaats gehad in den schoorsteen van de woning van een harer buren. Bij onderzoek bleek inderdaad een aantal steenen er uit verdwenen te zijn, terwijl de schoorsteen zelf dreigde naar be neden te tuimelen. Bouw- en woningtoezicht namen onmiddellijk maatregelen. RIJDEN OP ZONDAG VERBODEN. Een persoon werd bekeurd wegens over treding op de winkelsluiting, n.m. wegens het bezorgen van melk op Zondag. Dezelfde even eens wegens het feit, dat hij de benzine- en benzol-beschikking 1939 (d.i. het rijden op Zondag) had overtreden. En met hem nog een 4-tal Heldenaren, die de lust om op Zondag te toeren niet hadden kunnen weerstaan. KOE DOODGEVONDEN. Aan de Badhuisstraat werd Zondagmorgen een koe doodgevonden. De Keuringsdienst nam onmiddellijk de noodige maatregelen. ASSISTENTIE GEVRAAGD... Zondagnacht werd er door een caféhouder assistentie gevraagd, om een tweetal personen uit zijn café verwijderd te houden. Bij aan komst der politie bleken zij vertrokken. LANTAARNPAAL TEGEN DE VLAKTE. In de Tuinstraat werd een lantaarnpaal door de auto van Van Pelt dusdanig geramd, dat het voorwerp bezweek. RIJWIELEN VERDWENEN. Zaterdagnacht was een rijwiel ontvreemd, dat de eigenaar eenigen tijd onbeheerd had laten sta'an. In de bossages langs de Sport- laan werd het later teruggevonden. Uit een rijwielrek aan de Zuidstraat werd eveneens een rijwiel ontvreemd, terwijl een dame kwam meedeelen, dat haar rijwiel van het Helder-terrein verdwenen was. Korporaal-machinist Kruisland over leden. Voor de anderen geen direct levensgevaar. Naar wij hedenmorgen vernamen, is een van de zwaargewonden, de korporaal-machinist J. A. Kruisland, die ongehuwd was, gisteren avond, direct na aankomst in het Marine- hospitaal overleden. Zoodat op dit oogenblik het aantal slachtoffers van de ramp, dat het leven verloor, zes bedraagt. De twee andere zwaar gewonden, de kwar tiermeester Van Eyk, alhier woonachtig, en de adspirant kwartiermeester-zeemilicien F. F. A. Aarens, uit Dordrecht, maken het naar om standigheden wel. Er is bij beiden geen direct levensgevaar aanwezig. H. Ms. v. Kinsbergen en O 15 naar W.-Indië, H. Ms. O 30 naar de Oost. Hedenmorgen te kwart voor tien zijn drie bodems der Koninklijke Nederland sche Marine naar Indië vertrokken. H, Ms. artillerie-instructieschip Van Kins bergen en H. Ms. O 15 en O 30. Over de haven lag nog het droeve ge beuren, dat gisteren de marine bij Ter schelling getroffen heeft. Maar aan de marinemannen die op en voor de steiger stonden was dit niet te bemerken. Die onderhielden zich gemoedelijk met hun vrouwen en overige familieleden, trokken hun strootjes en bleken niet in het minst gedeprimeerd te zijn. Aan de steiger aan het einde van de haven lagen de twee onderzeebooten. De O 20 voor, de O 15 achter. Bont beschilderd met de vlaggen, die eventueele oorlogsschepen van andere naties reeds van zeer verre zullen mededeelen dat dit eenheden van de Hol- landsche vloot zijn. Om half tien hadden zich eenige honderden familieleden en belangstellenden aan de haven verzameld. Deels was deze belangstelling voor de „Van Kinsbergen", deels voor de onderzee booten. Om half negen hedenmorgen had reeds de inspectie plaatsgevonden door den comman dant der Marine, schout bij nacht H. Jolles, in gezelschap van den marinestaf. Deze in spectie duurde slechts kort. Het was hierna dat de opvarenden nog ge legenheid werd gegeven zich met hun familie te onderhouden en als vanouds werd hiervan een dankbaar gebruik gemaakt. Kinderen na men afscheid van hun vaders en marinevrouw tjes stonden opvallend stil vlak bij hun man nen, die thans in niet bijster prettige omstan digheden den grooten oversteek gaan maken. Precies half tien begaf de commandant van den Onderzeedienst, de luitenant ter zee 1ste klasse J. Callenfels zich aan boord van de on- derzeebooten, alwaar alle opvarenden verza meld waren. Het was tot hen dat hij woorden van afscheid sprak, waarvan wij het volgende ontleenen. Afscheidswoord commdt. Onder- zeedienst. Vertrokken de laatste maal onderdee- len van den Onderzeedienst naar Indië ten tijde van groote internationale spanning, ditmaal geschied het vertrek in tijd van oorlog, en het is om dien reden dat men thans in eskader verband de reis naar Indië gaat ondernemen. Het is niemand gegeven in de toekomst te zien, maar het is een geruststelling thans te mogen zeggen dat, mocht er zich onverhoopt iets voordoen, men volkomen staat kan maken niet alleen op het mate rieel, doch in even belangrijk opzicht op het personeel. En als dat onverhoopte toch mocht ge beuren, dan zal men er op kunnen rekenen dat de vlag, de Nederlandsche driekleur door U allen hooggehouden zal worden. Het ligt nog in ons aller herinnering dat H. M. de Koningin persoonlijk de schepen bezocht. Zij gaf daarbij blijk van haar zeer warme belangstelling. Welnu, deze belang stelling van de Landsvrouwe zal blijven, ook gedurende deze reis naar Indië onder om standigheden die moeilijker zijn dan voor heen. Dat wetende kan het niet anders of het zal U allen een steun wezen. Een steun gedurende de dagen die thans voor U zullen komen. Dagen waarin door velen met U megedeleefd wordt. De heer Callenfels wenschte daarop allen een goede reis en een behouden aankomst in Indië. Na het uitspreken van de rede werden ter stond de laatste toebereidselen gemaakt voor het vertrek. Het was als eerste de Van Kins bergen die zich van de steiger bewoog en naar buitengaats ging. Vervolgens de O 15 en daar na de O 20. J Het was vrijwel hetzelfde beeld. Dat ty pische Heldersche schouwspel van vertrekken de oorlogsschepen. Er werd gewuifd en ge roepen. Er werd wat gehuild (aan wal...) en menigp kushand gewisseld. Het was aan wal ineens één groote familie. Jong en oud, hoog en laag, het stond alles bij elkaar gezamenlijk bracht men de jongens van de vloot een laatst vaarwel. Om kwart over 10 bevonden zich alle drie bodems op de ree. Het was hier dat de onderzeebooten O 9 en 0 12 zich bij het eskader voegden en dit eenigen tijd begeleidden. Zij nog vermeld, dat de reis in vrij snel tempo zal geschieden. Overigens een normale reis. Commandant van de Van Kinsbergen is de kapt.-luitenant tej: zee J. L. K. Hoeke, com mandant van de O 20 de luitenant ter zee Bussemaker en die- van de O 15 de luitenant ter zee van Oostroom Soede.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 5