Aankomst bemanning
„Jan van Gelder'
SALON
Drie oorlogs
bodems varen uit
De „Van der Hulst" brengt de dooden,
gewonden en overige equipage
naar Nieuwediep
MANSHANDEN
In memonant
Maandag 2 October 1939
Tweede Blad
Somber transport in de
duisternis
Den Helder leeft mee
Groote werken op de
Marinewerf
Golfdsmonstraties op
vliegkamp „De Kooy"
Een woord tot de
Heldersche vrouwen
Burgerlijke Stand van Den Helder
Uit het politie-rapport
De toestand van de
zwaargewonden van
H* Ms» „van Gelder"
Bemoedigend afscheidswoord van
comut. Onderzeedienst Kazerne
!PtcidAfttouv4
Het zal wel een nimmer op te helderen ge
heim blijven, wat de oorzaak was, dat de
mare gistermiddag zoo spoedig in Den Helder
bekend was. Reeds te omstreeks 3 uur kon
men op verschillende plaatsen personen zien.
die elkaar met ernstige gezichten vertelden
over datgene, wat ergens op de Noordzee,
waar precies, wist men toen nog niet, voor
gevallen moest zijn.
Het waren de meest wilde geruchten, die
de ronde deden. Men hoorde de namen van
verschillende schepen noemen. Nu eens zou
het de „Nautilus" geweest zijn, die met man
en muis vergaan was, dan weer de „Abraham
van der Hulst". Een enkele ook noemde den
naam van de „Jan van Gelder", wellicht nog
niet beseffende, dat zijn veronderstelling in
derdaad op waarheid berustte.
In afwachting aan de haven.
Tegen vier uur reeds begon het volk naar
de haven te stroomen.' Weliswaar in niet zulk
een grooten getal als tijdens het ongeluk van
de „Willem van Ewijck", maar toch waren
enkele honderden personen op en bij de aan
legplaats van de Texelsche boot aanwezig.
Het werd half vijf... het werd vijf uur
en nog tastte men in het luister. Welis
waar wist men toen te vertellen, dat het
de „Jan van Gelder" was, welke op een
mijn geloopen moest zijn, maar bijzonder
heden ontbraken nog ten eenenmale.
En zoo wachtte men daar aan de haven.
Het was het beeld, dat wij ons nog van vier
weken geleden herinnerden: de steiger bij
het Wierhoofd, benevens de geheele haven tot
aan het marine-hospitaal, afgezet. Op een
lange rij de schildwachten, die het publiek op
een afstand hielden.
Ziekenauto's rijden aan.
Van het-Marine-hospitaal reden auto's aan:
twee groene ambulance-auto's, een tweetal
militaire auto's en voorts een kleine auto met
een roode kruis doek er over. Dat was te
omstreeks 6 uur, toen door de radio het be
richt reeds was doorgegeven, dat aan de vele
twijfel, die er heerschte, een einde maakte.
De auto's stelden zich op onder aan de stei
gers, evenals het personeel van het hospitaal,
bestaande uit dokters en verplegers.
Het was nog niet bekend met welke gele
genheid de dooden en gewonden naar Den
Helder zouden worden vervoerd. Wel wi§t
pien, dat reeds vroeg in den middag de snel
varende motorboot van het vliegkamp „De
Mok", de chef en enkele doktoren van het
Hospitaal gehaald had, die full speed naar de
plaats van het ongeluk gebracht werden.
En men wachtte.
Het was daar niet prettig aan de haven.
Aan boord van de schepen was het stil. Op
het wachtschip hoorde men thans geen gra-
hiofoon spelen en overal groepten marineman
nen .samen, die met bedrukte gezichten dat
gene bespraken, wat zich bij Terschelling af
gespeeld had.
Scherp stond de Oostenwind over de ha
ven: het havenwater klotste en kabbelde te
gen den steiger, en somber trok een einde-
looze wolkenbank over fort De Harssens.
Het publiek dook weg in de kragen van de
jassen. En men tuurde naar het Marsdiep,
vanwaar het schip moest komen. Welk schip
wist mén niet.
Om half zeven zouden de slachtoffers, be
nevens de zwaar- en lichtgewonden, aan wal
gebracht worden. Naar wij reeds vroeg ver
namen met de „Abraham van der Hulst".
De mijnenveger met zijn droeve
last nadert.
Langham kroop de tijd voorbij. De dag
ging over in de schemering en het was reeds
over 7 uur, toen zich uit de grauwe duister
nis van het Marsdiep de lichten van den mij
nenveger losmaakten. Drie lichten: een rood,
een groen en een wit. Snel naderde het schip,
en binnen enkele minuten voer het 't haven
hoofd voorbij. Alles voor een snel transport
van de gewonden was op den steiger reeds in
gereedheid gebracht. De brancards stonden
klaar, het personeel er naast en de weg naar
het Hospitaal was geheel vrijgehouden.
De mijnenveger zwaaide voor den stei
ger, en langzaam kwam zij naar den wal:
veel aan boord was er bij de snel inval
lende duisternis niet te ontwaren. Men zag
het personeel druk in de weer op voor- en
achterschip, men hoorde de machine gon
zen en het fluitje van den bootsman sner
pen.
Slachtoffers worden aan wal ge
bracht.
Dan komen de trossen over en vrijwel tege
lijkertijd vangt men aan met het transport.
Één voor één ziet men, in het schelle licht
van een schijnwerper aan boord van den mij-
nenveger, hoe de slachtoffers uit het nuc
scheeps gedeelte verschijnen. Men ziet in het
licht flarden van uniformen en dekens. Men
ziet matrozen voorzichtig de loopplank af
gaan, met een uiterste behoedzaamheid ge
wonden tusschen hen in steunend. Dat alles
gebeurt in de grootste kalmte. Er is geen
drukte, er is geen gejacht. Maar binnen en
kele minuten rijdt de eerste ambulance-auto
weg naar het Hospitaal.
Gedurende een kwartier is men bezig op den
mijnenveger: telkens weer ziet men een zwaar-
of lichtgetroffene naar den wal brengen, en nog
drie maal rijdt een auto .de kluft op. In de
auto's branden de lichten en men ziet neerhur
kende hospitaal-soldaten, die het de slachtoffers
zoo gerieflijk mogelijk trachten te maken.
Langzaam, heel langzaam, rijden deze auto's
en het publiek, dat stil deze voorbijrijdende
groene auto's gadeslaat, ziet hen na. En in ge
dachten is men bij de marinemannen, die bij
hun uitvaren niet zullen hebben vermoed, dat
zij zóó in Nieuwediep terug zouden keeren.
Het zijn droeve oogenblikken, daar aan
de haven van Den Helder. Net zoo droevig
als vier weken geleden, en net zoo onver
getelijk. Weer staat daar het eenvoudige
marinevrouwtje naast den burger. Men
vraagt elkaar en men tracht een verkla
ring te vinden voor datgene wat zich daar
's middags afgespeeld heeft. Maar men
weet niet veel, want de marine-autoriteiten
zijn zeer spaarzaam met bijzonderheden.
Beter gezegd: er worden in het geheel geen
bijzonderheden gegeven en zoo blijft men in
het duister tasten.
Op de schepen in de haven branden nu alle
lichten. In groepjes staan de schepelingen bij
een. Een cigaret in hun mondhoek en de tan
den op elkaar. Zoo oogenschijnlijk is er aan
hen niet zoo veel te merken. En men zou als
outsider geneigd zijn te meenen, dat hen dit
alles niets zegt. Maar het is anders. Het zegt
hen veel, méér nog dan den burger, maar zij
zwijgen er liever over en loopen met het leed,
dat eigen collega's getroffen heeft, niet te
koop.
In het groote Marinehospitaal, met zijn vele
ramen,branden de lichten. Voor de poort ver
zamelen zich later op den avond groepen men-
schen. Men kan moeilijk van de haven scheiden
nu. Want er zijn velen die een der slachtoffers
kenden, die er familie van zijn.
In de stad is er dien avond maar één onder
werp van gesprek: de ramp met de „Jan van
Gelder". Men spreekt er over in de hoofdstra
ten, men spreekt er over op alle plaatsen waar
burgers en militairen bijeen zijn.
In de Koningstraat, voor het bureau van de
krant waar de bulletins gehangen zijn, blijft
men samengroepen. Uur na uur. Steeds weer
leest men de wreede woorden die vertellen van
de tweede ramp, die de Koninklijke Marine in
zulk eeri korten tijd overkwam.
Men gist en veronderstelt. Men hoort won
derlijke verhalen. Nog later lekken brokstuk
ken van de toedracht der zaak door. Maar men
spreekt elkaar tegen en niemand weet feitelijk
de juiste toedracht. Men weet maar één ding:
dat het een felle slag was, die de marine weer
heeft moeten incasseeren. En men hoopt daarbij
dat deze tweede ramp de laatste moge zijn.
En dat is datgene wat wij mede vurig
hopen!
Voor 90.000 aan verbouwingen!
j en vernieuwingen. j|
a sa
Op de Defensiebegrooting voor 1940
is uitgetrokken:
voor het vernieuwen van de loodgietery
•j en vertinnerjj, een bedrag van 35.000
guldenaangezien de bestaande werk-
IJ plaatsen niet aan de wettelijke eischen
•I voldoen en bovendien te klein zijn ge-
51 worden;
11 voor het verbeteren van kap en tran- 11
sportinrichting gieterij 35.000 gulden; |j
voor het maken van een loods voor
conservatie waarlooze deelen een be-
drag van 40.000 gulden. In de toelich-
ting op deze post wordt gezegd: In
verband niet de uitbreiding der vloot |J
neemt de behoefte aan bergruimte van
a a a a
waarlooze deelen voor schepen regel-
j; matig toe, waarom als eerste voor-
ziening een bedrag van 40.000 gulden
wordt aangevraagd voor het bouwen
i; van een loods.
Had men de gewonden en niet-gewonden
naar het Hospitaal gebracht, hetzelfde ge
schiedde met diegenen, die er zonder letsel af
gekomen waren. Zij allen werden in een mili
taire autobus gezet en naar het thans even
eens als hospitaal ingerichte Instituut ge
bracht. Velen waren uiteraard danig overstuur.
Nog in den loop van den avond waren fami
lieleden in de gelegenheid een kort bezoek aan
hun verwanten te brengen. Geen enkele der op
varenden kreeg permissie naar huis te gaan:
volgens zeggen wordt men 24 uur in observatie
gehouden.
Verscheidene opvarenden van de „Jan
van Gelder" bleken den dans ontsprongen
te zijn wegens de omstandigheid, dat zij
zich, op het moment van de catastrophe,
niet aan boord van den mijnenveger bevon
den, doch in de sloep, die op eenigen af
stand van het schip bezig was bij de mijnen.
Onder begunstiging van zeer schoon herfst
weder hooge uitzondering voor dezen tijd
van het jaar werd Zaterdagmiddag voor
een grcot en select aantal toeschouwers,
waaronder vele dames, een demonstratie ge
houden van het golfspel op het vliegkamp De
Kooij. Dit balspel, dat de laatste jaren meer
en meer de wereld veroverde, had ook in de
Heldersche marine-kringeii een groep enthou
siaste beoefenaars en bewonderaars, zoodat
plannen werd geopperd en uitgewerkt; dank
zij de hulp der marine-autoriteiten werd
een speelterrein gevonden op het uitgestrekte
vliegveld De Kooij.
Kolonel P. J. Feteris, beoefenaar van deze
fraaie sport sprak tot de aanwezigen een kort
welkom en stelde het op hoogen prij3, dat
schout bij nacht H. Jolles dezen middag aan
wezig wilde zijn.
Het golfspel, zeide kolonel Feteris, is die
belangstelling zeker waard. Deze zeer oude
sport is heilzaam voor lichaam en geest; het
is een sport, die toewijding en concentratie
eischt. Wie zich er dan ook op toelegt, zal
daarin groote voldoening vinden.
Daarna stelde spr. den heer Oosterveer aan
het gezelschap voor, die zich bereid verklaard
had de training der clubleden op zich te nemen.
Het deed den kolonel genoegen zooveel dames
aanwezig te zien en spr. is er van overtuigd,
dat allen, nu eenmaal hun belangstelling is
gewekt, enthousiast zullen medewerken.
Gedurende de verdere demonstraties van den
heer Oosterveer, die als geroutineerd golfspeler
DAMES KAPPER HEEREN
Stakmanbossestr. 65 Tel. 514
Opnieuw heeft de Marine een zware
slag getroffen. Voor ons kantoor staat een
zwijgende menschenmassa de bulletins met
het tragische nieuws te lezen. Tal van ge
zinnen werden op dezen Zondag in diepen
rouw gedompeld. De oorlog, die een paar
duizend kilometers van onze grenzen
woedt, heeft opnieuw de tol geëischt van
onze mannen, die voor de verdediging van
ons vaderland hun leven waagden.
Zondag, dag van rust en geestelijke be
zinning in dezen tijd van chaotische ver
warring. Anders de eenige dag waarop de
menschen van de Marine, als hun schip
thuis ligt, in den huiselijken kring door
brengen. Nu zijn ze ver weg bezig met het
gevaarlijke tuig, dat onze grenzen voor
mogelijke aanvallers moet beschermen. En
dan plotseling maait de verraderlijke vijand
van den mensch, de dood, zes jonge levens
weg. In verslagenheid staan hun kamera
den, in diepen weemoed hun nabestaan
den. Wij voelen iets mee van de schrijnen
de smart, dat op dezen „Dag des Heeren
als gevolg van de verdwazing van den
mensch, opnieuw zes levens geëischt wer
den.
In eenige weken tijds werden nu zes en
dertig menschenlevens opgeroepen en
woorden van menschelijke troost baten hier
weinig. In de gezinnen waar vader of zoon
werd weggerukt, daar voelt men de zwaar
te van het leed van dit onverwachte heen
gaan en wij ontveinzen ons niet, dat menig
Marineman vandaag met loode schoenen
zijn gang naar boord gemaakt heeft en dat
menige Marinevrouw in angstige afwach
ting thuis blijft.
Toch moeten we ook nu weer voor
waarts. Weer zullen schepen en mannen
gaan naar de mijnenvelden, om de projec
tielen te controleeren en te verzekeren, om
met inzet van hun eigen leven, het leven
van andere scheepsmakkers te behoeden,
om als ons land, wat God verhoede, in de
wereldramp zou betrokken worden, de
vijand zoo mogelijk buiten onze grenzen te
houden.
Wie zou hier een woord van troost kun
nen spreken? Wie kan de menschen be
moedigen om toch hun taak plichtsgetrouw
te vervullen? Er is alleen kracht in de
zekerheid, dat ons leven niet in handen van
menschen berust, dat ook ons uur van
scheiden bepaald is, dat we sterk en
rustig onzen gang kunnen gaan, als we van
deze zekerheid niet alleen doordrongen
zijn, maar daarenboven rusten in de liefde
van den Almachtige, Die in oneindige wijs
heid ook ons leven bepaald heeft en Die
hen kan troosten, die door dit heengaan
zoo smartelijk geslagen werden.
zijn „leerlingen" alle knepen van dit spel toon
de, werd door kolonel Feteris een duidelijke
explicatie gegeven, zoodat de aanwezigen met
de terminologie en de tactiek van het golfspel
bekend raakten, voorzoover zij dat niet reeds
waren. Langs drie zijden van het vliegveld
waren fareways aangelegd, terwijl aan het eind
dezer banen het eerste primitieve begin was
te zien van de green, dat een zeer kort gemaaid
grasveldje van 40 yard middellijn moest voor
stellen. Het terrein zal verder worden bijge
werkt, om de banen ook geheel voor het golf
spel bruikbaar te maken. Met de verschillende
stokken, clubs genaamd, benoodigd voor het
siaan van het balletje op verschillende afstan
den, werden door den heer Oosterveer demon
straties gegeven. Hij gebruikte achtereenvol
gens: de driver, waarmee getracht wordt den
bal zoover mogelijk te slaan, de brassy, waar
mede bij gunstige ligging eveneens.de bal een
aanzienlijken afstand kan worden weggeslagen,
de mashie, dig speciaal gevormd is om den bal
hoog in de lucht te kunnen slaan om zoo dicht
mogelijk bij de hole op de greens komen. Ten
slotte gebruikte hij de putter om het balletje
in het gaatje te slaan.
Ongetwijfeld zullen velen, zooals het ook ons
gegaan is, van deze demonstraties genoten
hebben, en zal velen de lust bekruipen om zich
op deze sport toe te leggen, zoodat de golfclub
der Marine, die nu reeds eenige leden telt,
waaronder een aantal dames, zal bloeien en Den
Helder over een aantal goede en enthousiaste
golfers zal beschikken.
Onder leiding van de Voorzitster, mevrouw
PostumaVan Vloodorp en in tegenwoordig
heid van de Eer-Presidente, mevrouw S. J.
RitmeesterVan der Feen, heeft de Af deeling
Den Helder van de „Nederlandsche Vereeni-
ging van Huisvrouwen" een ledenvergadering
gehouden, die zich in een drukke opkomst
mocht verheugen.
Op deze vergadering werd besloten tot het
vervaardigen van mutsen en andere kleeding-
stukken voor de gemobiliseerden. Zij zijn het,
die aan onze kusten en grenzen staan om
onze neutraliteit te handhaven, en daarom
doen wij een beroep op alle vrouwen, om mede
te werken voor dat mooie doel.
Te beginnen met Maandagavond 2 October
8 uur, daarna Dinsdagmiddag 10 October half
3 en zoo afwisselend gedurende de maanden
October en November, zullen op de bovenzaal
van het Kegelhuis, Julianapark, eenige dames
aanwezig zijn tot het uitreiken van wol, pen
nen en patronen, alles geheel gratis. Er is
tevens gelegenheid daar te breien.
Om de kosten te bestrijden is besloten tot
het houden van een Speldjesdag op Zaterdag
7 October a.s. en hiervoor is het dat wij nog
een extra beroep doen op alle vrouwen, zoo
wel echtgenooten van militairen als wel van
burgers, zich cp te geven als collectante bij
een van onderstaande adressen: dit s.v.p. vóór
Woensdag 4 October.
Het werk, 't welk de Vereeniging zich voor
stelt te doen, wordt warm aanbevolen door
mevrouw M. Jollesde Bruyn, echtgenoote
van den Commandant der Stelling van Den
Helder.
Mevr. S. J. Ritmeestervan der Feen, Eere->
Pres., Javastraat 114.
Mevr. J. C. Postumavan Vloodorp, Pres.,
Kanaalweg 140.
Mevr. G. E. JaringBurgers, Secr., Dijk-
straat 66.
Mevr. E. C. W. van Pienbroekvan Gaasbeek,
Penningm., Loodsgracht 65.
Mevr. D. VeenToot, Spoorstraat.
Mevr. C. GoosDekker. Binnenhaven 44.
Mevr. E. GrunwaldFrankenberg, Molen
gracht 7.
Mevr. S. SmitDaalder, Kerkgracht 42.
van 30 September 1939.
BEVALLEN: A. PosthumusRensmaag, d.;
J. van der MeulenBakker, d.
HUISVREDEBREUK.
Zaterdag werd er iemand bekeurd, die zich
in het gebouw van Maatschappelijk Hulp
betoon aan huisvredebreuk had schuldig ge
maakt.
EXPLOSIE IN DEN SCHOORSTEEN.
Een juffrouw kwam Zaterdag op het hoofd
bureau van politie het sensationeele nieuws
vertellen, dat er een explosie had plaats gehad
in den schoorsteen van de woning van een
harer buren. Bij onderzoek bleek inderdaad
een aantal steenen er uit verdwenen te zijn,
terwijl de schoorsteen zelf dreigde naar be
neden te tuimelen. Bouw- en woningtoezicht
namen onmiddellijk maatregelen.
RIJDEN OP ZONDAG VERBODEN.
Een persoon werd bekeurd wegens over
treding op de winkelsluiting, n.m. wegens het
bezorgen van melk op Zondag. Dezelfde even
eens wegens het feit, dat hij de benzine- en
benzol-beschikking 1939 (d.i. het rijden op
Zondag) had overtreden.
En met hem nog een 4-tal Heldenaren, die
de lust om op Zondag te toeren niet hadden
kunnen weerstaan.
KOE DOODGEVONDEN.
Aan de Badhuisstraat werd Zondagmorgen
een koe doodgevonden. De Keuringsdienst nam
onmiddellijk de noodige maatregelen.
ASSISTENTIE GEVRAAGD...
Zondagnacht werd er door een caféhouder
assistentie gevraagd, om een tweetal personen
uit zijn café verwijderd te houden. Bij aan
komst der politie bleken zij vertrokken.
LANTAARNPAAL TEGEN DE VLAKTE.
In de Tuinstraat werd een lantaarnpaal
door de auto van Van Pelt dusdanig geramd,
dat het voorwerp bezweek.
RIJWIELEN VERDWENEN.
Zaterdagnacht was een rijwiel ontvreemd,
dat de eigenaar eenigen tijd onbeheerd had
laten sta'an. In de bossages langs de Sport-
laan werd het later teruggevonden.
Uit een rijwielrek aan de Zuidstraat werd
eveneens een rijwiel ontvreemd, terwijl een
dame kwam meedeelen, dat haar rijwiel van
het Helder-terrein verdwenen was.
Korporaal-machinist Kruisland over
leden. Voor de anderen geen direct
levensgevaar.
Naar wij hedenmorgen vernamen, is een van
de zwaargewonden, de korporaal-machinist
J. A. Kruisland, die ongehuwd was, gisteren
avond, direct na aankomst in het Marine-
hospitaal overleden. Zoodat op dit oogenblik
het aantal slachtoffers van de ramp, dat het
leven verloor, zes bedraagt.
De twee andere zwaar gewonden, de kwar
tiermeester Van Eyk, alhier woonachtig, en de
adspirant kwartiermeester-zeemilicien F. F. A.
Aarens, uit Dordrecht, maken het naar om
standigheden wel. Er is bij beiden geen direct
levensgevaar aanwezig.
H. Ms. v. Kinsbergen en O 15 naar
W.-Indië, H. Ms. O 30 naar de Oost.
Hedenmorgen te kwart voor tien zijn
drie bodems der Koninklijke Nederland
sche Marine naar Indië vertrokken. H,
Ms. artillerie-instructieschip Van Kins
bergen en H. Ms. O 15 en O 30.
Over de haven lag nog het droeve ge
beuren, dat gisteren de marine bij Ter
schelling getroffen heeft. Maar aan de
marinemannen die op en voor de steiger
stonden was dit niet te bemerken. Die
onderhielden zich gemoedelijk met hun
vrouwen en overige familieleden, trokken
hun strootjes en bleken niet in het minst
gedeprimeerd te zijn.
Aan de steiger aan het einde van de
haven lagen de twee onderzeebooten. De
O 20 voor, de O 15 achter. Bont beschilderd
met de vlaggen, die eventueele oorlogsschepen
van andere naties reeds van zeer verre zullen
mededeelen dat dit eenheden van de Hol-
landsche vloot zijn.
Om half tien hadden zich eenige honderden
familieleden en belangstellenden aan de haven
verzameld. Deels was deze belangstelling voor
de „Van Kinsbergen", deels voor de onderzee
booten.
Om half negen hedenmorgen had reeds de
inspectie plaatsgevonden door den comman
dant der Marine, schout bij nacht H. Jolles,
in gezelschap van den marinestaf. Deze in
spectie duurde slechts kort.
Het was hierna dat de opvarenden nog ge
legenheid werd gegeven zich met hun familie
te onderhouden en als vanouds werd hiervan
een dankbaar gebruik gemaakt. Kinderen na
men afscheid van hun vaders en marinevrouw
tjes stonden opvallend stil vlak bij hun man
nen, die thans in niet bijster prettige omstan
digheden den grooten oversteek gaan maken.
Precies half tien begaf de commandant van
den Onderzeedienst, de luitenant ter zee 1ste
klasse J. Callenfels zich aan boord van de on-
derzeebooten, alwaar alle opvarenden verza
meld waren. Het was tot hen dat hij woorden
van afscheid sprak, waarvan wij het volgende
ontleenen.
Afscheidswoord commdt. Onder-
zeedienst.
Vertrokken de laatste maal onderdee-
len van den Onderzeedienst naar Indië ten
tijde van groote internationale spanning,
ditmaal geschied het vertrek in tijd van
oorlog, en het is om dien reden dat men
thans in eskader verband de reis naar
Indië gaat ondernemen.
Het is niemand gegeven in de toekomst
te zien, maar het is een geruststelling
thans te mogen zeggen dat, mocht er zich
onverhoopt iets voordoen, men volkomen
staat kan maken niet alleen op het mate
rieel, doch in even belangrijk opzicht op
het personeel.
En als dat onverhoopte toch mocht ge
beuren, dan zal men er op kunnen rekenen
dat de vlag, de Nederlandsche driekleur door
U allen hooggehouden zal worden.
Het ligt nog in ons aller herinnering dat
H. M. de Koningin persoonlijk de schepen
bezocht. Zij gaf daarbij blijk van haar zeer
warme belangstelling. Welnu, deze belang
stelling van de Landsvrouwe zal blijven, ook
gedurende deze reis naar Indië onder om
standigheden die moeilijker zijn dan voor
heen.
Dat wetende kan het niet anders of het zal
U allen een steun wezen. Een steun gedurende
de dagen die thans voor U zullen komen. Dagen
waarin door velen met U megedeleefd wordt.
De heer Callenfels wenschte daarop allen
een goede reis en een behouden aankomst in
Indië.
Na het uitspreken van de rede werden ter
stond de laatste toebereidselen gemaakt voor
het vertrek. Het was als eerste de Van Kins
bergen die zich van de steiger bewoog en naar
buitengaats ging. Vervolgens de O 15 en daar
na de O 20. J
Het was vrijwel hetzelfde beeld. Dat ty
pische Heldersche schouwspel van vertrekken
de oorlogsschepen. Er werd gewuifd en ge
roepen. Er werd wat gehuild (aan wal...) en
menigp kushand gewisseld.
Het was aan wal ineens één groote familie.
Jong en oud, hoog en laag, het stond alles bij
elkaar gezamenlijk bracht men de jongens
van de vloot een laatst vaarwel. Om kwart
over 10 bevonden zich alle drie bodems op de
ree. Het was hier dat de onderzeebooten O 9
en 0 12 zich bij het eskader voegden en dit
eenigen tijd begeleidden.
Zij nog vermeld, dat de reis in vrij snel
tempo zal geschieden. Overigens een normale
reis.
Commandant van de Van Kinsbergen is de
kapt.-luitenant tej: zee J. L. K. Hoeke, com
mandant van de O 20 de luitenant ter zee
Bussemaker en die- van de O 15 de luitenant
ter zee van Oostroom Soede.