De Chineesche tandarts
RADIO
Het geheim van de
Haar kind gewurgd
|^Het Meisje
uit den
exprestrein
Kindervlucht
Twee nieuwe krijgsraden
Tweede Kamerlid
veroordeeld
PROGRAMMA
door: A. PANDOR
vTre'A
WIJNFEEST IN ROME.
„Als je hoest, valt de kies eruit"!
In het maandblad van de vereeniging
„Tegen de Kwakzalverij" treffen wij een
schetsje aan van de methoden, waarvan som
mige kwakzalvers in China zich bedienen,
in het bijzonder de Chineesche tandarts.
De Chineesche tandarts, aldus de schr.,
heeft al heel weinig bedrijfsonkosten. Hij
heeft geen huur te betalen en hij heeft geen
dure assistenten, want 'hij werkt altijd al
leen en het trottoir van een drukke straat
is zijn consultatiekamer. Een tafeltje en
een stoel maken zijn heele meubilair uit.
Op de tafel staat een presenteerblad vol
tanden en kiezen, dienende om de patiën
ten te toonen dat de arts reeds lang prak
tiseert.
Echter laten alleen de armere klas
sen zich -door zulke openlucht tand
artsen behandelen, daar de beter ge
situeerden wel weten, dat de medi
sche kennis van dergelijke artisten
nihil is.
Kiespijn is geen pijn.
In China wordt over het algemeen kies
pijn als niet ernstig beschouwd. Tenzij de
pijn ondragelijk wordt, gaat men niet naar
een tandarts. De openlucht tandartsen doen
geen enkele poging om hun cliënten van het
publiek af te zonderen. Integendeel, een pa
tiënt op hun stoel is reclame voor hen.
Het trekken van tanden en kiezen is hun
specialiteit. Ook zetten zij valsche tanden
in, doch dit wordt nooit door hen aanbevo
len, zij weten wel dat een dergelijke opera
tie gewoonlijk geen langdurig succes is. De
patiënt krijgt, zoodra hij neiging vertoont
om zaken te doen, een kopje thee, een hand
doek om zich gezicht en handen af te wis-
schen, en een sigaret. Dan inpet hij zijn
mond openen, en de tandarts drukt en be
voelt de zieke kies met zijn smerige vingers.
Ook de andere kiezen krijgen een beurt,
waarna de tandarts zijn oordeel uitspreekt
over het aantal kiezen dat getrokken moet
worden.
Gesjacher.
Als het onderzoek voorbij is, krijgt de
patiënt weer de beschikking over zijn mond,
en wel om te onderhandelen over den te be
talen prijs. Na een eindeloos gesjacher,
waarbij de cliënt dikwijls wegloopt en weer
terug komt, wordt men het over het dok-
FEUILLETON.
ters honorarium eens, en de tandarts be
gint zijn toebereidselen. Een oude tang, die
er uitziet als een museumstuk, roestig en
verbogen, wordt tevoorschijn gehaald, en
allerlei praeparaten, vloeibaar en in poe-
dervorm,, woden gemengd en onder het
tandvleesch geschoven. Als men vraagt
welke medicijnen de dokter gebruikt wordt
onveranderlijk geantwoord, dat het geheime
middelen zijn, volgens recepten die langs
een lange rij van voorouders op vader en
zoon zijn overgegaan.
Hoesten!
Nadat de „injectie" gegeven is, komt de
tan-g aan de beurt. De patiënt moet hoesten,
zegt de dokter. Hun slagwoord is: „Als je
hoest, valt de kies eruit." In werkelijkheid
heeft de dokter gewoonlijk heel wat kracht
noodig om de tand eruit te krijgen.
In theorie krijgt de patiënt zijn uitgetrok
ken tanden mee, doch de dokter vraagt hem
gewoonlijk deze te mogen behouden als
„souvenirs." Daarna begint de arts zijn
kundigheden op algemeen medisch gebied
aan te prijzen, waarbij gebruik gemaakt
wordt van een pop die het menschelijk
lichaam voorstelt. Een geliefkoosde „genees"
methode van rheumatiek en dergelijke kwa
len is het doorsteken van gewrichten en
spieren met lange, fijne naalden, een voor
onze ideeën barbaarsche methode, doch
door de Cliineézen reeds eeuwen toegepast
en naar zij zeggen, met goede resultaten.
Ylaardingsche vrouw
vreeselijke misdaad.
bekent
Naar het Engelsch
bewerkt door
van der Sluys
22.
Freddy stond stil. Als hij doorgeloopen
was, zou hij over een afgrond hebben moeten
wandelen. Voor hem lag een uitholling, een
diepe, duister gapende kloof. Eén duwtje en
de man die er inviel, zou met een gebroken
nek beneden belanden. En dan zou die man
vermoedelijk worden opgevischt en naar een
auto gesleept
Achter hen lag, als een norsche schaduw,
de achterkant van het groote huis. Toen hij
er langs gekomen was, had Freddy naar
boven gekeken; het flauwe licht achter dat
eene raam scheen nog steeds in den nacht en
het gesloten venster boven de gootpijp had
hij ook gezien. Hij vroeg zich af of er iemand
aan het verlichte kozijn stond? Of de oogen,
die nog kort geleden in de zijne hadden ge
blikt, over de gezellige eettafel, nu op hem
rustten naar hem staarden in angst en
sympathie, en begrijpen! Begrijpen! Ja als
ze keek, en begreep
„U weet dit alles is 'n nieuwe gewaar
wording voor me," verklaarde Freddy met
een drogen humor, die iets spookachtigs had.
Hij veronderstelde dat het zijn stem was, die
sprakde klank ervan had iets wezen
loos iets dat van verre kwam. Zou die
stem over enkele seconden verloren zijn in de
afgronden der eeuwigheid?
„Is het u werkelijk ernst?" vroeg die on
wezenlijke stem verder.
„Bittere ernst," was het bescheid. „Dooden
is niet het plezierigste deel van het spel. In
dit geval is het echter noodzakelijk uit zelf
behoud. Of heb ik ongelijk?"
„Je hebt beslist gelijk," antwoordde Freddy
en maakte zich gereed om zich, in een aller
uiterste wanhoopspoging op zijn tegenstan
der te werpen.
De tegenstander wachtte op die beweging.
Hij was er geheel op voorbereid. Maar hjj
Gistermorgen is te Vlaardingen een vrouw
in haar woning gearresteerd, onder verden-
ding van kindermoord. Het was de politie
nl. ter oore gekomen, dat zij was bevallen
van een levend kind, zonder dat hierbij een
dokter of verloskundige was tegenwoordig
geweest, en dat het kindje kort na de ge
boorte op verdachte wijze was gestorven.
Door den inspecteur van politie werd een
onderzoek ingesteld, waaruit bleek, dat een
en ander op waarheid berustte. Reeds was
het lijkje door een begrafenisdienaar uit de
woning gehaald om ter aarde besteld te
woden, doch de politie heeft het stoffelijk
overschot in beslag genomen.
Dr. Hulst uit Leiden, verrichtte sectie op
het slachtoffertje, waarbij kwam vast te
staan, dat het kindje door wurging om het
leven was gebracht.
De moeder heeft reeds aan de politie be
kend, het kindje dadelijk na de geboorte
van het leven te hebben beroofd. Zij zal
voor den offficier van Justitie te Rotterdam
worden geleid.
Georganiseerd door de K.L.M.
Naar wij vernemen, is de K.L.M. van plan
tegen half October een speciale kinderreis
van Nederland naar Batavia te doen
plaatshebben. Het vliegtuig zou 11 a 12
kinderen kunnen meenemen en van Napels,
het nieuwe eindpunt der Indië-lijnen, ver
trekken. Tot Napels zouden de jeugdige
passagiers per trein reizen.
IN HOF- EN DOMSTAD.
■Naar wij vernemen, zullen er twee nieu
we krijgsraden worden ingesteld en wel
één te 's Gravenhage en éen te Utrecht.
Ons rechtsgebied zal dan waarschijnlijk
als volgt worden ingedeeld:
Krijgsraad te 's Gravenhage: gebied van
de Vesting Holland en van de stelling van
Den Helder;
Krijgsraad te Utrecht: het overige gebied,
voor zoover gelegen benoorden de groote
rivieren:
Krijgsraad te 's Hertogenbosch: het ove
rige gebied, voor zoover gelegen bezuiden
de groote rivieren.
Een nieuwe uitgave van de militaire wet
ten, ruim voorzien van verwijzingen, is in
voorbereiding.
OSS EN DE N.S.B.
Tweede Kamerlid veroordeeld.
Mr. Rost van Tonningen gevonnist.
Het gerechtshof te 's Hertogentoosch heeft
het nat. socialistische Tweede Kamerlid
mr. M. Rost van Tonningen wegens belee
diging van den Ccntralen Raad van Be
roep, gisteren veroordeeld tot een geld
boete van f 150.subs. 3 maanden hechte
nis. Zooals men zich herinneren zal werd
de Oss-affaire voor den Centralen Raad
van Beroep behandeld en was het in ver
band met deze zaak, dat mr. Rost van
Tonningen zich in een openbare vergade
ring van de N.S.B. beleedigend uitliet over
genoemde instantie.
IVOREN
Een avontuurlijke reis naar de ontoegan
kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar
de jilaats, waar de olifanten hun laatste U-
vensdanen slijten.
SCHAT
117
Hij droeg over een van zijn schouders een
tas gemaa'.t van leeuwenhuid, versierd met
leeuwenklauwen. Later bleek, dat hierin zijn
bagage was, als hij door de jungle trok. Toen
hij zag, dat Kazimoto de kaart aan René
Marcellês gaf, fronste de olifantsman zijn
voorhoofd.
„Ik zal U helpen, bwana Roho", verklaarde
de olifantsman rustig.
René aarzelde. Toen zei hij: „Tn orde, Boo-
loo-la!"
118.
En hoewel de reusachtige kaffer geen uit
legging gaf, waarom hij de kaart uit Beps
hand had gerukt en waarom hij vrede met Lo-
pez had gesloten en evenmin verklaarde hoe
de Braziliaan het perkament van hem had ge
stolen leek het René toch 't beste om het
aanbod van Boo-loo-la te aanvaarden.
Er werd een sleepboot naar het eiland ge
zonden om de Zilveren Albatros te halen.
Toen mijnheer Hendriks met Bep aankwam,
werd onmiddellijk met de reparatie van de
tanks begonnen. Twee dagen gingen verloren
en nog was de reparatie niet klaar.
WOENSDAG 4 OCTOBER 1939.
Hilversum II. 301.5 m.
NCRV-Uitzending. 6.30—7.00 Onderwijsfonds j
voor de scheepvaart.
8.00 Eventueel berichten ANP, Schriftlezing,
Meditatie.
8.15 Gramofoonmuziek (9.309.45 Gelukwen-
schen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Viool, piano en gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12 15 Gramofoonmuziek.
12.30 Damesensemble Van Eden en gramofoon
muziek (Om 12.45 Eventueel ber. ANP).
2.00 Gramofoonmuziek.
2.45 Christ, mondaccordeonvereeniging „De
kleine Bazuin" en gramofoonmuizek.
3.30 Het Trio Beute-Zëpparbhi-Hemerik "en
gramofoonmuziek. 3.554.00 Pauze).
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de jeugd.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan-
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Voor postzegelverzamelaars.
7.45 Causerie: „Dierenbescherming Chris
tenplicht".
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten.
8.15 Arnhemsche orkestvereeniging en soliste.
8.50 Causerie: „Een woord ter nagedachtenis'
van Wessel Gansfort op diens 450e sterf
dag".
9.20 Vervolg concert.
10.10 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.40 Gramofoonmuziek.
ca, 11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum II. 301.5 m.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Gramofoonmuziek.
9.30 Causerie „Onze keuken".
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven.
11.00 Causerie „Humor in het kinderleven".
11.30 Voor de vrouw.
12.00 VARA-orkest.
12.45 Berichten ANP.
12.55 Gramofoonmuziek.
1.00—1.45 VARA-orkest.
v
v v
-
119.
Op de derde dag kwam er een kaffer aan
lopen met een brief voor mijnheer Hendriks.
Terwijl hij het papier openvouwde, liet de on
derzoeker een kreet van verwondering hoo-
ren. „Ach, dat is van een ouden vriend van
me, Sheik Mohammed!" zei hij. „Hij heeft zijn
tenten in de jungle opgeslagen en nodigt ons
bij zich uit".
„Hoe weet hij, dat U hier bent?" vroeg
Koen.
„Ik kan er alleen dit van zeggen, dat nieuw
tjes in Afrika altijd verbazingwekkend snel
bekend worden", antwoordde mijnheer Hen
driks. „We zijn hier enkele dagen geweest
lang genoeg om het bericht van ons opont
houd te verspreiden.
120.
Sheik Mohammed wist, dat wij in Afrika
waren en hjj kent het doel van onze expeditie
natuurlek, want dat vertelde ik hem, toen ik
hem voor het laatst zag".
„Het kan nog wel een week duren, voor
dat de Albatros klaar is", zei René.
„Laten we de uitnodiging dan aannemen",
besloot mijnheer Hendriks. „Ik zal aan mijn
heer Timmers vragen of hij een oogje op on
ze machine wil houden. Dan huren wij een
paar vrachtauto's en gaan naar mijn vriend
den Sheik toe".
2.00 Voor de vrouw.
2.30 Gramofoonmuziek.
3.15 Voor de kinderen.
5.30 VARA-orkest.
6.30 Causerie: „Graphologie, middel tot men-
schenkennis".
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 Causerie: „Versterking onzer volks
kracht".
7.30 Bijbelvertellingen.
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP. VARA-Varia.
8.15 Vraag en antwoord.
8.30 Het Rosianorkest.
9.00 Radiotooneel.
10.00 VARA-orkest.
10.40 Medische causerie.
11.00 Berichten ANP.
11.10 VAR A-strijkorkest.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
was niet voorbereid op een gebroken flesch
een deux ex machina die plotseling
op zijn hoofd neergesmakt werd.
Hij veerde met een schok op, schreeuwend
van pijn. Zijn handen vlogen omhoog en de
revolver viel op den grond. Een oogenblik
later hadden Freddy's armen den imposanten
heer in een waanziningen greep omklemd en
hem weggesmeten in de donkere diepten
XXV. De gootpijp.
Freddy stond versteend aan den rand van
den afgrond. Ergens in dat zwarte gat onder
hem lag een man, met wien hij slechts een
paar seconden geleden gesproken had en die
verwacht had op dit oogenblik zelf naar be
neden te zullen staren op het beweging-
looze en misschien verminkte overschot van
Freddy Reeve! Zonderlinge ironie van het
noodlot
De verstijving ging van Freddy weg, als een
donkere wolk die aftrekt en de reactie volgde.
Hij was vrij en moest van zijn vrijheid gebruik
maken! Zich snel onwendend staarde hij naar
twee voorwerpen vóór zich op den grond. Het
eene was de gevallen revolver. Hij bukte zich
en nam er gretig bezit van. Het andere was
de gebroken flesch. Het was die flesch, die zijn
leven gered had. Waar was die vandaan ge
komen? Wel, uit het huis blijkbaar! Maar uit
welk deel van het huis en wie kon hem ge
gooid hebben?
Hij richtte zijn blik omhoog en bekeek het
huis. Dat flauwe schijnsel glom nog steeds
door het raam daarboven. Terwijl hij keek ver
scheen een schaduw op het gordijn van een
klein hoofd naar het leek. Maar toen de scha
duw weer verdween, vroeg een ander raam
Freddy's aandacht en hield die eenigen tijd ge-
vangen. Het was het venster, waar de gootpijp
eindigde en het stond open!
„Alle menschen!" dacht Freddy. „Dus daar
kwam het vandaan!"
Een paar minuten geleden, toen hij door den
tuin werd gedreven, was dat raam nog niet
open geweest, Hij spiedde naar eenig teeken
van leven achter het raam.
Freddy was een goed klimmer en de goot
pijp was dik. Deze feiten, waarbij nog de aan
wezigheid van een stevigen wingerd kwam,
hielpen Freddy bij zijn moeilijken tocht. De
afstand van de gootpijp was grooter dan hij
gedacht had. Hij pakte een tak die 'n onzekeren
schakel vormde en wegzeulde onder zijn greep,
maar dat ééne oogenblikje steun maakte het
hem mogelijk zich aan de vensterbank vast te
klemmen. Hij wachtte, een minuut misschien,
want zijn krachten begonnen hem te begeven
en toen werkte hij zich omhoog op gelijke
hoogte met het raamkozijn. Hier hield hij weer
even halt om op adem te komen.
In het eerst dacht hij dat het vertrek leeg
was. Daarna, toen zijn oogen wat meer aan de
duisternis gewend waren, zag hij een gestalte
op den vloer liggen.
Het was de werkman.
Met één sprong was Freddy in de kamer.
„Die ellendelingen!" grauwde hij met 'n
onderdrukte verwensching, zich over de roer-
looze gestalte heenbuigend. „Wat hebben ze
je gedaan?"
„Klap op m'n snoet! Klap op m'n snoet!"
Er was een onheilspellende vlek op het kleed,
maar plotseling bewoog de werkman het hoofd
in zijn ijlen en staarde Freddy aan.
„Hallo," sprak hij. „Waar ben je vandaan
gekomen?"
„De gootpijp?" Niet mogelijk nu, als ik
hard kan loopen..."
Heel zachtjes schudde Freddy het lichaam
van den werkman, wiens stem uitdoofde. Hij
had de oogen gesloten, maar opende ze op
nieuw.
„Hallo!" klonk het dof.
„Prachtig! Volhouden!" glimlachte Freddy
aanmoedigend. „Hoe voel je je?"
„Ik ga dood," hernam de werkman somber.
„Dat is het. Ik ga dood. Heb dat raam open-
gekregen, zie je? Dat is in orde."
Hij sloot de oogen en scheen in te slapen.
Freddy's adem stokte in zijn keel; was het
afgeloopen? dacht hij vol ontzetting. Maar een
haastig onderzoek toonde, dat de man nog
leefde en dat waarschijnlijk het eenige, waar
aan hij behoefte had, een dokter was.
„Ziet er beroerd uit „ouwe jongen," mom
pelde Freddy; „ik ben bang dat ik je een tijdje
alleen zal moeten laten. Maar ik kom zoo
gauw mogelijk terug. Maar vertel me nog even
heb jij met een flesch gegooid?"
„Zelfs als je mist, maakt het lawaai",
kwam het zacht over de lippen van den werk
man.
Freddy slipte naar de deur. Die was van
buiten gesloten. Freddy Reeve vloekte...
Bij de deur staande, trachtte hij de feiten te
reconstrueeren.
Ja, zoo moest het gebeurd zijn. Het eerste
schot had óf zijn doel gemist, óf de werkman
was er niet door buiten gevecht gesteld. Hij
was naar deze kamer gehold en hier was óf
opnieuw op hem geschoten óf hij was door de
gevolgen van 't eerste schot bewusteloos ge
raakt. Toen hadden ze hem ingesloten en had
hij zich in een oogenblik van helderheid naar
het raam gewerkt, had het opengemaakt en
de flesch, die hij hier toevallig gevonden kon
hebben, naar buiten gegooid! Later had hij
blijkbaar weer het bewustzijn verloren...
Goed. Dat was dat. Maar wat deden de an
dere bewoners van het huis ondertusschen
Waar waren die nü? Wachten ze tot de groote
dikke heer bij hen *erugkwarn? Zochten ze
buiten naar hem? Of...
Freddy's voorhoofd werd plotseling klam
toen hem iets anders te binnen schoot. Vèr-
onderstel, dat alarm geslagen was, en dat ze
nu aanstalten maakten om zoo spoedig moge
lijk te vertrekken? Veronderstel, dat ze Lydia
Leveridge naar een andere plaats brachten,
terwijl hij hier machteloos in deze kamer op
gesloten bleef? Deze gedachte deed hem naar
het raam vliegen. Dan maar weer langs de
gootpijp. Tenminste, als...
In de gang klonk een lichte tred. Vlug als
de weerlicht was Freddy bij de deur terug. De
buitgemaakte revolver had hij in de hand.
Buiten hielden de voetstappen op. De sleutel
werd omgedraaid.
„Nu gaat het erom!" flitste het dor Freddy's
hersens.
De deur opende naar binnen. Toen zij op
hem toezwaaide, verschool hij er zich achter,
zijn revolver stevig omklemd. Wat 't wapen
betrof, aarzelde hij niet. Zoo noodig zou hij het
gebruiken en zonder voorafgaande waar
schuwing.
Nu was de deur wijd open. De persoon, die
van buiten' kwam, trad binnen.
„Handen omhoog en gauw!" riep Freddy,
uit zijn schuilhoek komend.
Een onderdrukte gil gaf antwoord en aan
een der opgeheven handen fonkelde een robijn
in een ring.
„Hemel!" Het kwam haast als een snik
over Freddy's lippen.
En toen het meisje wankelde, ving hij haar
op in zjjn armen.
XXVI. Rose.
Een paar minuten geleden had Freddy aan
den rand van een donkeren afgrond gestaan,
met één seconde tusschen hem en de eeuwig
heid, en hier was hij nu, levend en wel met
een meisje in zijn armen geleund, haar hart
vlak bij het zijne, terwijl haar haren zijn
wangen streelden. Neen, niet een meisje.
Het meisje!
„Ik begrijp het gewoonweg niet," was
Freddy's eenig-uitgesproken commentaar.
Het meisje begreep het evenmin. Het zien
van Freddy ha<j haar een schok gegeven, die
haar wereld ondersteboven scheen te keeren,
een schok, die oorzaak was, dat zij voor het
eerst toegaf aan haar zwakheid. In een plot
selinge verwarring had zij k«ns gezien aan
haar bewakers te ontsnappen; nu stond zij
daar onthutst en buiten ademMaar zij
was de eerste die zich herstelde. Ze maakte
zich van hem los en ging een stap opzij.
„Wat is er gaande?" hijgde ze.
„Ik weet het niet," was zijn antwoord. „AI
wat ik weet is dat ik u gevonden heb en
dat ik u hier weg kom halen!"
„Neen nog niet!"
(Wordt vervolgd.)